Kerk- en Schoolnieuws. INGEZONDEN STUKKEN. Zeeuwen! op, naar Assen! hunne sappen uithaleninderdaad kunnen deze m\jlen van rotsachtige woestenij met zeer weinig moeite omgetooverd worden in bloeiende olijfbosschen en boom- en wijngaarden. Is men eenmaal zoo ver, dan zal zelfs het stof een laag grond op de oppervlakte vormen en de weelderige bosschen zullen maken, dat er meer regen valt. „Onze Duitsche vrienden op Oarmel hebben met moeite en groote onkosten stukken van deze rotsen verwijderddit moes ten zfj niet gedaan hebben. Zij hadden een voudig na den grond opengebroken en geplant te hebben de brokken steen er omheen moeten laten liggen omdat dan de grond daaronder vochtig blijft.' Zoo schrijft een deskundige in land- en landbouwkunde, die door zijn eigen gouvernement gezonden werd om een studie van deze zaken in het Heilige Land te maken. Van hem ontvingen wy ook de bovengemelde statistieken. Het Hebreeuwsch wordt weer een levende taal in zyn geboorteland. Het is wel nooit een doode taal geweest, zooals soms beweerd wordt, want in elk land is er steeds een deel Israëlieten geweest, dat op den sabbat niet anders sprak, en iedere eeuw heeft letterkun dige producten geleverd waar een volk trotsch op mag zijn. In bijna ieder beschaafd land verschijnen dagelijks nieuwsbladen die, wat inhoud en stjjl aangaat, onze bladen over treffen. De klassieken uit alle talen zijn in het Hebreeuwsch vertaald en onder de palmen van Jaffa of in de woestijn van Caesarea leest de Hebreeuwsche knaap vandaag misschien in de taal van Mozes en Jesaja de avonturen van Robinson Crusoe, de intriges van Lady Macbeth en de treurige lotgevallen van Maria Stuart. Er schijnt niets vreemds in, dat deze her leving van het oude Hebreeuwsch, als een ge sproken taal, in Palestina moet plaats heb ben, en omdat er niets gedwongen in is geeft het veel te hopen voor de toekomst. Omstan digheden buiten menschel\jke berekening heb ben dit tot stand gebracht. Joden uit verschillende landen ontmoeten elkaar in Palestina, en aangezien zy slechts in de taal hunner Vaderen met elkaar kunnen spreken, worden zij er toe gedwongen deze te gebruiken. Deze taal wordt dus een band, die verschil van natie en vooral verschil tus- schen Aschkenazim en Sephardim twee deelen uit het volk, die vroeger elkaar niet lief hadden vernietigt. Deze beweging groeit in kracht met de jaren. Joodsehe munten prijken weer met Hebreeuwsche opschriften, het Hebreeuwsch is de taal op de school en Hebreeuwsche schoolboeken worden in Jeruza lem uitgegeven, die even goed zijn als die van andere landen. Wij zien, de ouden profetieën worden letterlijk vervuld. De terugkeer uit de ballingschap in 556 en 458 v. C. kon men be schouwen als een gedeeltelijken terugkeer en het stelde teleur omdat de profetie niet ten volle werd vervuld. In onze dagen zien en weten wy, dat Amos IX 2 tot 15 den toestand ten volle beschrijft. Wij beleven als het ware het terugkeeren van Israël in zijn eigen land. Zullen wij ook de bekeering zien waarvan Paulus spreekt? Afgezien van het feit, dat deze twee zaken in de Schrift nauw verbonden zjjn, heb ben w\j reden om te hopen, dat dit zoo zijn zal. De Joden, die in Palestina komen, zijn geen vasthoudende Joden. Het tegendeel is waar zij hebben een neiging om alle vormelijke gods diensten te verwerpen en vrijdenkers te zijn. Dit komt hoofdzakelijk hier vandaan, dat zij schipbreuk leden. Als smidsknecht had hij liefst nu in Hoog stad maar weer werk willen vinden, doch dit gelukte hem niet. Andere bezigheden wilde hij ook wel verrichten, doch als iets hem ge schikt voorkwam, kwam hij na onderzoek al spoedig tot de ontdekking, dat er ook Zondags- arbeid aan verbonden was, en dan dacht Berend er in de verste verte niet aan zich hiertoe te leenen. Op een fabriek gelukte het hem einde lijk werk te vinden doch hier werd zoo brutaal gevloekt en jenever gedronken, dat hij om die laatste rede er ook maar slechts ééne week bleef, want omdat hij niet wilde meedoen, werd het hem onmogelijk gemaakt er langer te blijven. Het begon er nu hoe langer zoo donkerder uit te zien. De zuster zijner vrouw gaf hen den raad ook maar te doen, gelijk zy gedaan had, en een winkelzaakje te beginnen, doch Berend had daarin volstrekt geen lust, en zeide: „Te Nieuw-Zandbergen heb ik van den handel genoeg gekregen en ik heb mij voorgenomen nooit meer er mee te beginnen, wijl ik daartoe geheel ongeschikt ben. En terwijl de nood begon te dreigen en hun klein erfenisje reeds aanzienlijk verminderd was, las Berend op zekeren dag in de Hoogstadsche Courant, dat tengevolge van uitbreiding van het Politiepersoneel, te Hoogstad tien politie agenten werden gevraagd. Toen Berend deze in de landen vanwaar zfj komen nooit een praetisch Christendom zagen. De kolonisten zijn daarom, zooals de Sehotsche en Engelsehe zendelingen ondervinden, niet ontoegankelijk voor het Evangelie. Zy zijn gastvrij en ware Christenen worden aangehoordhet eenige wat zij in ruil daarvoor vragen is een kleine gift voor het „Zionisme". Vroeger heeft de Zending met groote moeilijkheden te kampen gehad zonder veel succestegenwoordig gaat het voorspoediger. De aanwezigheid van Christen Joden heeft goeden invloed op alles en daaruit is een nieuwe beweging op touw gezet, die veel voor de toekomst belooft. Een Duitsch gezelschap, „Ammiel" geheeten, zoekt een kolonie te stichten van Christen Joden in het Heilige Land en, als deze tot stand komt, zal het leven en de tegenwoordigheid van deze menschen niet anders dan ten goede van de niet Christen Joden kunnen komen. De Joden zullen niet slechts terugkeeren in hun land, maar de kinderen Israëls zullen er hun Heer en God en hun Koning David zoeken en vinden. „Zfj zullen aanschouwen, Dien zfj doorboord hebben en zullen er berouw over hebben" en hunne herstelling zal ook voor de wereld zyn „het leven uit de dooden." WILLIAM CHRISTIE. Uit de Prophetic News van Nov. 1906. {Kamper Kerkbode.) Baten. Zooals onze lezers weten heeft de uitgeefster van ons „Friesch Kerkbladde naamlooze ven nootschap Drukkerfj „De Motera een contract met de Kerken van Friesland, met de Particu liere Synode van het Noorden zoowel als met die van het Zuiden. Dat contract is ingegaan op 1 November van het vorige jaar. Het bevat niet alleen eene bepaling omtrent het plaatsen, door de Kerken, van alle Kerke lijke berichten uitsluitend in het „Friesch Kerkblad", maar ook de bepaling, dat de uit geefster aan de Synode, met welke zfj het contract sloot, zooveel maal vijf en twintig cent per jaar uitkeert, als er abonnés" binnen de grenzen van het ressort dier Synode wonen. Volgens besluit der beide Synodes komen deze bijdragen, althans dit jaar, geheel ten goede aan de hulpbehoevende Kerken in ons gewest en aan den Evangeliesatie arbeid in den Zuid-Oost- Hoek. Dat ligt ook schier voor de hand. De behoeften dezer vele Kerken en van dezen zoo belangrijken Evangelisatie-arbeid zijn immers zoo groot. Welnu, het bedrag dat reeds het eerste jaar kan worden uitgekeerd, overtreft zeker veler verwachting. Dit jaar tellen alleen mede de abonné's, die reeds 1 Nov. 1906 gewonnen waren. De ove rige worden voor het bepalen der bijdrage eerst het volgende jaar meegeteld. En die bui ten de provincie wonen, rekenen natuurlijk niet mee. En toch komt er reeds dit eerste jaar een kleine 400 gulden (f 885.75) aan die Kerken en aan den Evangelisatie-arbeid ten goede. Mogen door gestadige uitbreiding van het „Friesch Kerkblad" ook de vele hulpbehoevende Kerken in Friesland en 'de Evangelisatie in Friesland's Zuid-Oost-Hoek steeds meerderen steun erlangen Bouwman. {Friesch Kerkblad.) advertentie gelezen had zeide hy tot zijne vrouw„Dat zal wellicht iets voor mfj zijn. Mfj dunkt ik moest ook maar solliciteeren". Zfjne vrouw zag hem verwonderd aan, lachte half en zeide: „Waarvoor men u ook gebrui ken kan, zeker toch wel allerminst voor Politieagent „En waarom zou ik dat niet even goed kunnen wezen als ieder ander vroeg Berend. „Ja, dat weet ik zelf niet" hernam zyn vrouw, „maar het komt mfj voor, dat gij daartoe in 't geheel niet geschikt zyt". „Maar als ik er niet „geschikt voor ben, kan ik er wellicht geschikt voor worden", ant woordde Berend. „Ik meende ook niet geschikt te zfjn om een gebrekkigen ouden heer op te passen, en 't is toch ook goed gegaanEn daarenboven, als we hier zullen blijven, moet ik toch wat ter hand nemen. Als straks onze laatste dubbeltjes verteerd zfjn dan weten we misschien in 't geheel geen raad meer. En ook, zoo lang kunnen we niet leven van 't geen we hebben. Neen, ik ga solliciteeren (Wordt vervolgd.) BEROEPEN te Zaamslag (A)Ds. S. Idema te Schildwolde. AANGENOMEN naar Nieuw-BuinenDs. R. Middelveld te Hfjum. BEDANKT voor Scherpenisse: Ds. H. Mulder van Zaam slag (B.); voor Heemse (A.): Ds. W. OosterheertteKiel- windeweer. Aan de Vrije Universiteit is bevorderd tot doctor in de H. Godgeleerdheid, op proef schrift „De theologie van Jonathan Edwards", Ds. J. Ridderbos te Oosterend. Gisteren slaagde aan de Theol. School te Kampen de Heer H. S. Bouma van Middelburg voor het Semi-candidaats-examen, weshalve het hem toegestaan is, op uitnoodiging door den kerkeraad, een stichtelijk woord in de ge meente te spreken. Voor het toelatingsexamen tot het Gym nasium te Kampen zfjn tot de eerste klasse toegelaten 10, w. o. Sinke van Ierseketot de 2e klasse 2, w. o. een zoon van Prof. Dr. H. H. Kuypervoor de 5e klasse afgewezen 2. Voor de overgangs-examens zfjn alle ge slaagd, behalve 1 afgewezen voor klasse 2. {Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Als naar gewoonte hoopt ook dit jaar de Gereformeerde Zondagsschoolvereeniging „Ja- chin" weer haar Algemeene Vergadering te houden. Ditmaal, zoo de Heere wil, op Donderdag 25 Juli te Assen. Nu reeds tweemaal achtereen werd die ver gadering gehouden in 't zuiden des lands, ter wijl in 1901, 1902 en 1903 „Jachin" zfjn afge vaardigden saamriep in 't midden des lands. Na de vergadering in 1900 te Zwolle gehouden, kwamen we in 't Noorden niet meer samen. Daarom was het Noorden nu eens weer aan de beurt. En de broederen in Drente's hoofd stad waren wel zoo vriendelijk, op ons verzoek ons te willen ontvangen. Reeds voor eenige weken hadden zfj alles in gereedheid gebracht, en hebben zfj er voor gezorgd, dat de afgevaardigden by de leden der gemeente te Assen gratis logies kunnen ver krijgen. Voorzeker, 'tis voor de afgevaardigden uit Zeeland een groote reiseen reis, die hen wel licht ook afschrikt, omdat hetDRENTE is. In 't, zuiden stelt men zich Drente voor, als „het land van heide en struiken". Welnu, het is ook zoo. Maar toch vindt men er niet alléén „hei en struiken". Vooral Assen en zjjn om geving is schoon. Wie hoorde nooit spreken van „'tschoone Asserbosch", bekend door de noordelijke zendingsfeesten, die er reeds zoo menigmaal werden gehouden We hopen dat de afgevaardigden van afdee- lingen en corporaties uit het zuiden zich niet zullen laten afschrikken door de groote reis. Immers, de vacantiekaarten maken een groote reis tegenwoordig al zeer goedkoop. Wanneer men maar een station van de Staatsspoor be reikt heeft, al komt men dan ook uit Vlissin- gen, is men toch voor twee gulden in Assen. En wie nooit Drente bezocht, en nooit te Assen „het Drentsche Haagje", geweest is, beklaagt het zich niet, als hy ook deze Provincie eens bezoekt. Daarenboven is de aantrekkelijkheid van „Jachin's" vergaderingen van de laatste jaren genoegzaam bekend. Ook nu weer vraagt, ge lijk onze secretaris het in het agendum noemde, „het alleszins actueele referaat met alle recht de volle aandacht" terwijl ook de voorgestelde wijziging der statuten, de afdeelingen wel nopen mag, afgevaardigden naar deze vergadering te zenden. Daarom, Zeeuwsche broedersop, naar Assen en geve de Heere ons in Drente's hoofdstad een aangename en rfjk gezegende vergadering! P. Koster, Lid v. h. Hoofdbestuur. Appelscha, 9 Juli ,07. BOEKBEOORDEELING. HET KIND IN DEN BIJBEL, door A. N. Verveen. Het hoofd der School met den Bijbel te Pur- merend, de heer Verveen, heeft door de uitge vers Oosterbaan le Cointre te Goes doen uit geven Een Gids voor de praktijk der opvoeding naar Gods Woord. De schrijver wil zijn werkje, dat hy aan alle opvoeders aanbiedt, beschouwd zien „als eene niet al te zeer mislukte poging tot het leveren van een hulpmiddel voor de praktijk der opvoeding van kinderen overeen komstig Gods Woord". Als zoodanig kan dit werkje dan ook goede diensten bewijzen aan allen, die tot de gewichtige taak der opvoeding geroepen worden. Schrijver laat meestal den Bijbel zelf spreken, doch veroorlooft zich hier en daar een opmerking of uitbreiding. Aange naam laat zich deze studie lezen en wij be schouwen haar als een niet-mislukte poging om eenige leiding te geven bij het onderzoek naar hetgeen de Heilige Schrift aangaande het kind leert. Vele nuttige en leerzame wenken worden gegeven. De rijke stof wordt verdeeld in 8 hoofdstukken na eene korte inleiding wordt in hoofdstuk I gehandeld over: Gods liefde tot de kinderen in 't algemeen en tot die der ge- loovigen in 't bijzonderII. Kinderen zjjn een gave Gods. Waarde van het kindIII. Roeping der ouders jegens hunkinderen. Vruchten van goede opvoeding; IV. Plichten der kinderen; V. Ellende van het kindVI. Het kind Jezus VII. Het geestelijke kindschap; VIII. Licht stralen uit Gods Woord op het pad van onder wijs en opvoeding. Deze inhoudsopgave zegt reeds genoeg om de belangstelling voor deze studie op te wekken. Wij bevelen haar ter lezing ©n nauwgezette overweging aan. ZESTIEN LEERREDENEN door ds. Elzbnoa. In flink formaat, met zeer duidelijke letter gedrukt, werd deze preekbundel uitgegeven bij den uitgever Bos te Kampen. De schrijver droeg deze predikaties op aan zijn hoogbejaar den vader, wien zij tot stichting waren, en gaf ze in druk met de „innige bede" dat zy „voor vele anderen, en met name ook voor onze vacante Kerken, ten zegen mogen zijn". Naast de bundels van Hoekstra, Sillevis Smit e.a. neemt deze bundel eene waardige plaats in. Voor vacante kerken zijn deze predikaties alles zins zeer geschikt. Op bevallige en practische wijze wordt het Woord Gods er in verklaard. Voor verscheidenheid is gezorgd naast 8 stoffen uit het Oude, vindt men er even zoovele uit het Nieuwe Testament. Ook is gedacht aan bijzondere gelegenheden, wat de waarde van dezen bundel voor vacante kerken zeer verhoogd; hij bevat twee predikaties ter Voorbereiding voor het H. Avondmaal, één voor Dankdag, één voor Advent, één voor Oudejaar en één voor Nieuwjaar. Moge de „innige bede" van den schrijver vervuld worden en deze predikaties voor velen ten zegen zijn. De prijs van dezen bundel bedraagt f 1,40. BIJBEL-GELOOF EN BIJBEL-CRITIEK door F. Bettex. Reeds vroeger hebben wij dit werk besproken, en warm aanbevolen. Dat het in Duitschland zijn weg gevonden heeft, blijkt ten duidelijkste hieruit, dat reeds de derde druk verschenen is. Elisabeth Freystadt heeft thans dit werk naar dien derden, zeer vermeerdenden, druk opnieuw uit het Duitsch vertaald. Het kleine boekske van even 70 bladzijden is daardoor uitgedijd tot een boek dat nu 120 pagina's telt. Professor Bettex, die het eenig ware standpunt inneemt, en op den rotsvasten grond staat „dat de gansche Bijbel in zijne deelen van God is ingegeven", hanteert als een wel toegeruste krijger het zwaard des Geestes tegenover het scherpe zwaard der niets ontziende critiek waarmede het onfeilbaar Woord des Heeren wordt aangevallen, om, ware het mogelijk, het gezag der Schrift te vernie tigen. Ten spijt van alle BijbeNcritiek wordt men door de lezing van dit hoogst belangrijke en zeer leerzame boek versterkt in het Bijbel-geloot. Zij de lezing van dit boek velen tot zegen. Ten overvloede herinneren wij nog aan hetgeen in een woord ter inleiding op dit werk gezegd wordt: De geschriften van professor Bettex hebben het niet noodig om met een aanbevelend woord van anderen de wereld in te gaanhun, die uit de waarheid zijn, bevelen zy zich als van zelf aan. Mocht het voortreffelijke boekske, dat als een bazuinklank is van een ouden strijder uit Zion, ingang vinden in de woningen der armen en ellendigen, der geringen en verachten onder het volk Gods, die niet van de hypothesen der critiek en van bronnen-ontleding kunnen leven, maar op hunne reize door de woestijn het levensbrood moeten hebben om niet te verhongeren, en eene wapenrusting behoeven om in den strijd tegen den ouden, boozen vijand niet het onderspit te delven, maar de zege te behalen. Daartoe zegene de Heere dit getuige nis van Zijn trouwen, beproefden krijgsknecht, die nog eens de oude vaan omhoog houdt, om Zyns Naams wil. N. P. L. ■o

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1907 | | pagina 3