voor Onder Redactie vanDs. L. BOUMA, Ds. H. V. LAMAN en Ds. A. LITTOOIJ. Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland. 4e Jaargang. Vrijdag 7 Juni 1907. No. 50. UIT HET WOORD. «i Drukker-Uitgever A. UIT HUT INVEST. VARIA. 70 cent. 3 cent. D. LITTOOIJ Az. MIDDELBURG. ABONNEMENTSPRIJS per half jaar franco per post Enkele nummers Met medewerking van onderscheidene Predikanten. Onze hulpe. Juist omdat er by deze verkiezing zooveel op het spel staat, en er binnen en buiten onze partij verschijnselen zich vertoonen, die ons eenigszins met vreeze vervullen, is het boven alles eisch, dat onze hulpe sta in den naam des Heeren. Organisatie uitnemendpropaganda best PRIJS DER ADVERTENTIEN van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Het hooggewichtige der Statenverkiezingen. Op 11 Juni a s. de candidaten van Christe lijke beginselen te stemmen, is meer dan Christenplicht. Gaat zoo megelijk, kiezers, in den morgen uw stembiljet bezorgen, opdat zij, die er acht opgeven of niemand het vergeten heeft, tijd genoeg hebben om het hun te gaan herinneren, hen er toe op te wekken en, zoo noodig, met rijtuig te doen halen. De vrijzinnigen willen, door onze Statenleden niet te kiezen, de Eerste Kamer in hunnen geest omzetten, dus de mannen van de Christe lijke levensbeschouwing er uit bannen. Om alzoo in Éérste en Tweede Kamer te trium- feeren, de handen vrij te krijgen en ons te ont nemen wat wij onder opzien tot God en na langen en bangen strijd verkregen hebben. De vrijzinnigheid wil weer onbeperkt gaan heerschen. De wrange vruchten dezer heerschappij heeft ons volk meer dan eene eeuw geplukt, de be lijders van God naar de Schriften hebben er onder gezucht en geleden, geleden in de beurs en zelfs in de gevangenisvelen gingen daarom heen en vluchtten naar de wouden van Amerika. Ook in 1886 stelden de Vrijzinnigen zich niet aan den kant van hen, die, om God te kunnen dienen, overeenkomstig Zijn Woord, het Ge nootschap verlieten, maar zij stelden zich tegen hen. Met smaad en verguizing hebben zjj hen overladen en achtervolgd. Zijn wij nu aan den Heere, die ons ruimte maakte, aan onszelven en onze nazaten, aan land en volk, ja zelfs aan de Vrijzinnigen zelven niet verschuldigd, om hun onchristelijken toe leg te verijdelen? Zijn wij dat niet verschul digd aan Zeeland’s leden voor de Eerste Kamer De Vrijzinnigen willen ze eenig en alleen om hunne Christelijke levensbeschouwing uit de Eerste Kamer doen gaan, door de Provin ciale Staten om te zetten. Uw stem geldt dus, met het oog op hun toeleg, in de eerste plaats de leden der Eerste Kamer, alzoo den heer Godin de Beaufort en den zoo hooggeschatten heer Hovy. Doch daar de leden der Eerste Kamer door de leden der Prov. Staten gekozen worden, moeten onze mannen eerst uit de Staten. Mitsdien niet gekozen of herkozen worden, indien zij de Christelijke beginselen zjjn toegedaan, wijl zij de tegenwoordig zitting hebbende leden der Eerste Kamer gewisselijk hunne stemmen geven. Dus om Christus wil, daarop komt het neer, moeten deze Statenleden vallen. Niet omdat zij de belangen der Staten slecht behartigen en fouten begaan, maar omdat zij Christus belijden en dies niet vrijzinnig zijn. Als gij, kiezers, thuisblijft dan speelt gij in de kaart der Vrijzinnigen, dan helpt gij hen overwinnen, dan bevordert gij het streven, dat zij die Jezus belijden, dientengevolge dus om Christus wil, om hunne Christelijke levensbe schouwing, uit de Staten en uit de Eerste Kamer moeten. Kunt en moogt gij dat doen Al waren vader en moeder er tegen moogt gij het niet doen. Meer dan ooit gaat het thans niet om de personen, om hooggeachte of minder hoogge achte mannen. Het gaat om de antithese, om het voor of tegen den Christus der Schriften. Dit voor of tégen moet uwe keuze en uwe stem bepalen. Om Christus wil moet gij mee optrekken in dezen zoo gewichtvollen en belangrijken strijd. Als een eenig man behoort dat te geschieden. Niemand der onzen moet zich in dezen iets te verwijten hebben. Zoo zjj hetOns dringend verzoek is, wees op uw post! Littooij. Voor eenen doorn zal een denne- boom opgaan, voor eenen distel zal een mirteboom opgaanen het zal den Heere wezen tot een naain.tot een eeuwig teeken, dat niet uitge roeid zal worden. Jas. 55 13. III. De zonde is een groote macht. Zij verandert de sehoone aarde in eene huilende wildernis, waar doornen en distelen groeien, zij verstoort den liefelijken vrede, welke er in het dierenrijk heerschte en doet een strijd ontstaan, die aller- wege verwoesting aanrichtzij ontrooft den mensch, die naar Gods beeld geschapen is, zijne heerlijkheid zij maakt van Engelen, die krachtige helden, duivelen, die in vijandschap tegen hun Schepper ontbrand enkel er op uit zijn om verderf aan te richten, ja zij ontrukt de heele lagere schepping aan haren recbt- matigen Eigenaar. Een enkele druppel van van haar vergift is voldoende om een ganschen oceaan te besmetten. De zonde is dus eene vreeselijke macht, die nergens voor staat, tegen haar is geen eindige kracht bestand. Hoewel wij niet gaarne hare ontzaglijke beteekenis willen ontkennen, toch moeten wij niet voorbijzien, dat zü geenszins almachtig is. Zij kan alles verderven, maar zelve iets vóórt brengen kan zü niet. Scheppen kan zij niet. De aanwezige krachten aanwenden tot haar doel is mogelijk, maar nieuwe krachten in ’t aanzijn roepen vermag zjj niet. Zij kan alles sloopen, maar tot herstellen heeft zij geen ver mogen. Van de schoonste plant maakt zij een hatelijken distel, maar van een doorn kan zij geen mirt doen voortkomen. Heel de schepping verstoren, naar beneden rukken, verwoesten, uiteenscheuren dat is haar werk, maar nooit zal zjj er aan denken om ook maar eene en kele breuk te heelen. Plaats daartegenover nu het werk des Heeren, dat hier met éénen meesterlijken greep wordt geteekend „Voor een doorn zal een denne- boom opgaan, voor een distel zal een mirteboom opgaan,” en gjj ziet het machtige verschil. Op Zijn wenk moesten na de ballingschap de verwoeste landen plaats maken voor heerlijke akkers, waarop de halmen van zwaarte schud den de doornen en distelen verdwenen en de slanke dennen verhieven hunne toppen en wiegden zich in de lucht, terwjjl de welriekende mirt zjjne aangename geur verspreidde de in puin liggende steden verrezen weder uit de asch en de doodsche stilte, welke ieder met angst vervulde werd vervangen door een druk en levendig verkeer. Waar voorheen het wilde dier brulde en de roofvogel zijn geschreeuw Jiet hóoren, daar weergalmen thans dè liederen des lofs, aangeheven door een gelukkig volk, dat uit vollen borst zong; de Heere heeft groote dingen bij ons gedaan, dies zijn wij verblijd. Zulk eene omkeering predikte luider dan woorden het doen kunnen de groote heer lijkheid van de genade en de macht onzes Gods. Maar wanneer gjj nu verder gaat en het oog vestigt op de geheele verlossing, welke de Heere voor zjjn volk verkregen heeft, en die eenmaal volkomen in hun bezit zal zjjn, dan zult gjj verstaan, dat dit den Heere tot een naam, tot een teeken kan zjjn, dat niet uit geroeid zal worden. Immers daar zal eenmaal eene schare voor den troon zjjn, die niemand tellen kan, geen enkele vlek zal hen ontsieren, rein als de Engelen zullen zjj zjjn, want zjj hebben hunne kleederen wit gemaakt in het bloed des Lams. Zonder eenig gebrek zullen zjj zjjn. Maar wie zullen dat zjjn en van waar zullen zjj gekomen zjjn Gjj weet het eenmaal behoorden zjj tot het geslacht, dat in Eendracht. Wat de uitslag van de verkiezing voor de Provinciale Staten wezen zal, weet niemand. Sommige menschen hebben hoop, en anderen zitten in vreeze. Die in vreeze zitten, zijn er het best aan toe, want hun kan de uitslag slechts meevallen. Er zjjn inderdaad verschijnselen, die de vreeze wettigen. Er staat bjj deze verkiezing zooveel op het spel, en het getal van degenen, die onzerzijds dit inderdaad beseffen, is niet bui tengewoon groot. Als we eens moesten schiften, dan ging het met ons kiezerscorps, geljjk het gegaan is met het leger van Gideon. De keurbende, die den politieken strijd zuiverljjk om des beginsels wille voert, kon dan ook wel eens blijken uit enkele honderden van de dui zenden te bestaan. De menschen laten zich zoo licht beheerschen door allerlei gevoeligheden. De een heeft deze grief, en gene heeft een andere grief. Indien er onder de lezers van dit blad menschen zijn, die grieven hebben, of zoo er onder zijn, die menschen kennen, welke grieven hebben, laten zjj ziehzelven dan herinneren en ook die ande ren, dat men in den oorlog zjjn onderlinge geschillen behoort te vergeten want over een koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, heerscht de vjjand. Laman. een tafereel is bekoorlijk, zulk een schoon vergezicht trekt aan. De vervulling echter zal onze stoutste verwachting overtreffen. Zult gjj er in deelen Velen zjjn nog aan doornen en distelen geljjk. Het kan best zjjn, dat zjj uiterljjk onberispelijk zjjn, maar al hun kracht en ook hun zedeljjk leven wenden zjj aan in hun eigen belang. Voor zich zelf leven zjj. Zij zoeken het hunne. Het is hun te doen om hunne schatten te vermeerderen, om hun roem te vergrooten. Is dit ook nog bjj u het geval Of treurt gjj over uwe zelfzucht, die u God deed vergeten Zjjt gjj afkeerig van de zonde, die u geheel heeft misvormd Bidt gij met David vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest Zie, als daar bjj u gevonden wordt een vurige begeerte naar ver andering, naar waarachtige bekeering, dan zal de Ontfermer Israëls deze behoefte, door Hem zelf gewekt, genadiglijk vervullen Houd aan in het gebed en loop met lijdzaamheid de loopbaan, die u voorgesteld is, ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, door wien alle zjjne volgelingen meer dan overwinnaars zijn. Bouma. met al wat zjj bevat zal den Heere toebehooren, en alle onderscheid tusschen gewijd en onge wijd zal ten eenenmale wegvallen, omdat er geen zonde meer is. Uit alles zal het leven in nieuwen gloed voortbreken, en het zal in de duurgekochte kerk een mond ontvangen, waardoor het des Heeren Naam uitroept voor aller oor. Geen zonde zal aan den wortel van het bestaande knagen, geen slang zal in dit Paradijs schuifelen, en geen vjjand zal meer pogen intebreken. Het zal alles groeien en bloeien en vrucht dragen en van eenige ver woesting zal geen sprake meer zjjn. Niet eenig schepsel maar den Heere alleen zal het tot een teeken zijn, en nooit zal het meer uitgeroeid worden. Zulk Adam gevallen was. Ook zjj waren in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren. Het gedichtsel ook van hun hart was boos van hunne jeugd af aan. Zjj waren even als alle andeten geheel misvormd, geheel be dorven, onrein van hun hoofdschedel tot hunne voetzolen toe. In hen had de zonde haar zetel opgericht, in al hunne vermogens was zij doorgedrongen, alle krachten had zjj omgezet, in elke werking had zij de leidingin elke gedachte, in elk woord en in elke daad was zjj tegenwoordig met hare bezoedelende kracht, zoodat zjj zelf, nadat hunne oogen ontsloten werden, bekennen moestenalle onze werken zjjn een wegwerpelyk kleed. Onder hen zjjn er Maria’s van Magdala, die in de macht van zeven duivelen waren Petrussen, die na ont vangen genade hun Heiland driemaal ver loochenden Manasses, die ofschoon in de vreeze des Heeren opgevoed den God hunner vaderen schandelijk hebben verlatenmoorde naars, die eerst ter elfde ure ontwaakten uit den doodslaap der zonde Davids, die den echt braken. Doch waartoe zullen wjj verder gaan met namen te noemen. Er zou geen einde komen. Allen zjjn zjj afgeweken, allen waren onnut geworden, er was niet één rechtvaardig, niet één, die goed deed Allen vonden hun beeld in den doorn en den distel, on zjj zullen steeds blijven erkennen, dat als God met hen had willen handelen naar hunne waardigheid, Hij hen had kunnen werpen in den poel, die daar brandt van vuur en sulpher. En nu deze allen uit de macht der zonde verlost, van elke bedorvenheid bevrjjduit eiken nood gered, versierd met Gods heerljjk beeld voor den troon geschaard om den Heere in zijn’ heer lijken tempel met alle kracht te dienen, Hem lief te hebben met hun gansche ziel, met hun gansche hart, met hun gansche gemoed wat dunkt u is dit niet een bewjjs van macht, van genade en barmhartigheid. En deze verandering is niet geschied ten koste van maar in een weg van recht, want hunne zonde werd veroordeeld in het vleesch van den Christus, en gestraft aan Golgotha’s kruis, zoodat in hen eene openba ring van al Gods heerljjke deugden gegeven is. Waarljjk dit is den Heere tot een naam en tot een eeuwig teeken, dat niet uitgeroeid zal worden. Zou de Heere alleen een beeld ontleend hebben aan de plantenwereld om ons de ver lossing van zjjn volk voortestellen Wjj ge- gelooven het niet. Wjj ontvangen daarin eene vingerwijzing, dat de verlossing ook de overige schepselen geldt. Wij verwachten nieuwe he melen en eene nieuwe aarde, waarop gerech tigheid wonen zal. Van haar zal bjj gevolg de vloek geheel weggenomen zijn, en met dien vloek zjjn ook voor altijd alle doornen en distelen verdwenen. Wjj zullen onze hand niet meer schrijnen, onzen voet niet wonden. Die aarde zal schoon zjjn als het paradijs, waarin God den eersten mensch plaatste. Alle de krachten, welke God in de aarde gelegd heeft, zullen zich, nu bevrijd van elke belemmering, in heerlijkheid toonen. Zjj zullen zich ont plooien, zooals het voorheen nooit gezien is. Looft nu elke grasspriet haren Maker> en weerkaatst elke dauwdruppel Zijne heerlijk heid, welke eene eere zal Hem gegeven worden op de nieuwe aarde. Te dien dage zal op de bellen der paarden staan Heerli/jkheid des Heeren. En de potten in het huis des Heeren zullen zjjn als de sprengbekkens voor het altaar. Ja al de potten in Jerusalem en in Juda zullen den Heere der heirscharen heilig zjjn zoodat allen, die offeren willen, zullen komen en van dezelve nemen en in dezelve koken en er zal geen Kanaaniet meer zjjn in het huis des Heeren der heirscharen te dien dage*. Heel de aarde Zeeuwsch Korkblad I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1907 | | pagina 1