voor
Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Onder Redactie van: Ds. L. BOUMA, Os. H. W. LAMAN en Os. A. LITTOOIJ.
Vrijdag 10 Mei 1907.
No. 46.
4e Jaargang.
UIT HET WOORD.
Drukkeruitgever
A.
VARIA.
dat het
70 cent.
3 cent.
D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
en het deel
eeuwigheid is, hen achtergelaten had.
ABONNEMENTSPRIJS
per half jaar franco per post
Enkele nummers
Be Vrijmetselarij.
V. (Slot.)
Een mede-afgevaardigde uit Zeeland ter Sy
node te Zwolle was meer dan anderen op de
hoogte der Vrijmetselarij. Deze was het dan
ook die, toen de Provinciale voorstellen inzake
de vrijmetselarij besproken werden van haar
zeide: .Dat de Amerikaansche Loge op den-
zelfden deïstisch-humanistischen bodem staat
is hier met haar het geval is, en dat het on
derscheid het ritueel betreft'.
Naar zijne persoonlijke mededeelingen was
het een en andermaal beproefd in haar samen
komsten den Christus der Heilige Schriften te
belijden en te verkondigen, wijl dit niet was
verboden doch in toenemende mate bleek het,
dat het feiteljjk onmogelijk was. Het kan zijn
dat dit in weerwil van haar grondslag, in Ame
rika niet, of die mate niet, zoo is. Maar hoe
dit zjj, vast staat, dat zij op dien deïstisch-
humanistischen bodem staat.
Een deïst is iemand die nog wèl aan eenen
God, maar niet aan eene openbaring, aan dé
openbaring, in de Heilige Schriften gegeven,
gelooft. Hij staat het vrije onderzoek voor en
wil den natuurlijken godsdienst verheffen. De
deïsten waren dies de voorloopers der rationa
listen. Het redegeloof omhelzen en propageeren
zij in de plaats van het Christelijk geloof der
openbaring Gods. In den Christus der Schriften
gelooven zij niet, Hem verwerpen zij en staan
zjj met al wat in hen is, naar hun stelsel, tégen.
Het Christendom en zijne beginselen trachten
de deïsten uit te roeien.
Zij gelooven, dat het aan bedrog en bijgeloof
zijn ontstaan heeft te danken en in standgehouden
wordt, en dat het daarom roeping is het plaats
te ontzeggen, ja uit te roeien. Door hunne leer
willen en denken zjj de menschen humaan,
menschlievend, vriéndelijk, gedienstig, goed
willig, brave-Hendrikken bjj uitnemendheid te
maken werden in en naar hunne leer allen on
derwezen en opgevoed dan zouden weldra de
gevangenissen ledig staan en voor andere doel
einden kunnen gebruikt worden.
Aan den val in zonden wordt door hen niet
geloofd en daarom daarmee geen rekening ge
houden, en aan een Middelaar Gods en der
menschen is dan ook geene behoefte. De Ker
ken, de Scholen, de Academiën waar niet deïs-
tisch-humanistisch, maar overeenkomstig het
woord ons in de Heilige Schrift gegeven onder
wezen en opgevoed wordt, moesten er wie/zjjn.
Zjj behooren tot de dingen, die men sta-
in-den-weg kan heeten. ’t Is daarom dan ook
dat de redacteur of zjjne medewerkers van de
MiddelburgscheCouranternooit een aanbevelend
en opwekkend woord voor ten beste heeft, maar
voor conserten en bals, die kunstzin wekken
genot verschaffen en veredelen week in week uit.
Het dulden der Vrijmetselaren in de oude Hol-
landsche Gereformeerde Kerk in Amerika was,
gelijk in ons eerste artikel over de Vrijmet
selarij gezegd is, de oorzaak der scheiding en
alzoo van het ontstaan der Kerk, die zich thans
de Christelijke, Gereformeerde Kerk noemt, en
vóór ettelijke dagen haar 50-jarig bestaan vierde.
Haar blad De Wachter schrijft hierover als volgt
.Wanneer wjj stil staan bjj de voorrechten,
die onze Heere aan ons bewezen heeft in deze
50 jaren, dan moeten we zeggen: .Zjj groei^
den hemel bjj Jezus, dan kunt gjj eerst recht
op deze aarde uw werk doen, en eens komt
gjj ook, waar Jezus nu reeds eeuwen is, en
waarhenen al Zjjne discipelen vertrokken zjjn.
Het oog omhoog, het hart naar boven,
Hier beneden is het niet.
Dr. James Orr.
Bjj J. H. Kok te Kampen verscheen voor
eenize weken „Het Oude Testament beschouwd
met betrekking tot de Nieuwere Critlek door
Dr. James Orr, Hoogleeraar in de Apologetiek
en Systematische Theologie te Glasgow, bewerkt
door Dr. J. C. de Moor, Dienaar des Woords
bjj de Gereformeerde Kerk te ’s Gravenhage.
Met eene voorrede van Dr. H. Bavinck.
Nu zelfs bjj vernieuwing ethische predikan
ten, zooals onlangs Dr. Cramer en daarna Dr.
Gerritsen, het Goddelijk gezag der Heilige
Schrift miskennen, moet het tot vreugde en
blijdschap zijn dat ènjin Engeland èn in Neder
land hooggeachte mannen zich opmaken om,
tegenover de moderne en ethische critiek aan
gaande het Goddelijk gezag der Heilige Schrif
ten, dat gezag te verdedigen en te handhaven.
Wij danken Dr. de Moor voor dezen, vooral
nu, zoo belangrijken arbeid en den onderne-
menden boekhandelaar Kok voor deze uitgave.
Het werk is degelijk. Voor dit werk pleit
ook dat het door eene jury, bestaande uit Hoog-
leeraren, is bekroond met den hoogen prijs van
6000 dollars. Zeer spoedig verscheen dan ook
in Engeland den derden druk. Het bestaat
uit twee deelen. Het eerste deel is door de
bemoeienissen van Dr. de Moor in onze taal
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
PRIJS DER AD YERTENTIEN
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cant.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
eerste gedachte, hoe zjj zich zelf en hun volk
bevrjjden konden van de knellende banden der
Romeinen. Daarop was hun oog gericht,
daarover peinsden zjj steeds, daarvoor werkten
zjj dageljjks. Tjjd om naar den hemel op te
zien hadden zjj in ’t geheel niet, want zjj wa
ren steeds met hun hart op aarde Het waren
geen mannen, die den hemel versmaadden, het
kwam niet in hen op, zelfs konden zjj er met
groote waardeering over spreken. Doch hunne
oogen hieven zij niet omhoog, wijl hunne ver
langens een heel andere richting zochten. Tot
hen behoefden de Engelen niet te gaan, ten
einde hen te bewegen tot de aarde terug te
keeren. En zoo was het allerwege. Hier
dreef men koopmansschap, daar zocht men eere-
ambten, ginds legde men zich op de weten
schap toe, elders wijdde men zich aan de
schoone kunsten. Doch wie was er, die opzag
naar den hemel. Enkele Galilésche mannen,
voor wie de aarde ledig was, omdat hun
Leidsman heengegaan was. De aarde kon hen
niet boeien, hare schatten voldeden hen niet,
nu Hjj^ die de Rotsteen des heils
tot in
Gaarne ^zouden zjj met Hem heengereisd zjjn,
zooals zij vroeger met Hem trokken door het
land der belofte. Zoolang Hij op de aarde was
geweest, was het hun wel, wilden zij hier we/
blijven, met Hem zouden zij gemoedigd gegaan
zjjn tot de einden der aarde. Doch nu was
de aarde niets meer voor hen, en hun oog
volgde als van zelfs de begeerte van het- hart.
Zooals gjj hen hier ziet, zoo waren zjj. Er
was niets gemaakts, niets gedwongens in die
houding. Het uiterljjke was geheel in over
eenstemming met het innerlijke. Zij wareu
wel op de aarde, maar zjj behoorden haar niet
meer. Hoe geheel anders is het vaak met ons,
die de oogen ten hemel heffen, terwjjl onze
ziel aan het stof kleeft. Daarom zal het noo-
dig zjjn, dat onze liefde tot den Christus, aan
Wien alle macht in den hemel en op de aarde
gegeven is, vuriger worde, opdat onze wandel
meer hemelschgezind moge zjjn.
Toch mochten de Apostelen zoo niet bljjven
staan. Er zou voor hen ook een ure komen,
waarin zy' ten hemel zouden ingaan en waarin
zjj huppelen zouden van. zielevreugd, omdat zjj
hun wensch verkregen hadden. Doch die ure
was nog niet 'aangebroken. Thans moesten
zjj nog wachten. Jezus was heengegaan, maar
Hjj zou weder komen. Intussehen moesten zy
voor hun Heer woekeren met de talenten,
welke zjj ontvangen hadden. Zjj moesten winst
doen voor Zjjn ryk, Zjjn Naam uitroepen voor
Joden en Heidenen, alom prediken, dat Hjj
aan ’s Vaders rechterhand verheven was om
aan allen te geven de bekeering tot God en de
vergeving der zonden. Het oogenblik, waarop
hun Meester inging tot Zjjn heerlijkheid, was
voor hen het tijdstip, waarop zjj lot hun eigen
lijken arbeid geroepen werden. Daaraan herin
neren hen de Engelen, en deze zachte aanwij
zing is voldoende. Spoedig dalen zjj van den
berg af, wenden zich naar Jeruzalem, en stellen
zich geheel beschikbaar voor Hem, die door
de vlakke velden rjjdt. Op zjjn wenken zullen
zjj acht geven, naar Zjjn bevelen handelen, in
Zijne Macht den strjjd aanbinden tegen allen
die Zijne heerschappij gram zjjn en alles, wat
de uitbreiding van Zijn Koninkrijk wederstaat.
Midden in het leven zullen zjj staan, maar geen
stroom zal sterk genoeg zjjn om hen van den
hemel af te trekken. In ’t midden van de be
wegingen en woelingen van hun tjjd zullen zjj
de Banier van den Christus planten op alle
hoogten der aarde. Als gjj zoo staat als deze
mannen, dan zal geen macht u afrukken van
uwe vastigheid en dan zult gjj een zegen
kunnen zjjn voor uwe omgeving. Het hart in
zelfs op in ramp en tegenspoed het gaat haar
wel, ’t gelukt haar wat zü doet'. Veel stormen
en orkanen heeft ze doorgestaan. By dat alles
is zy gegroeid, en gestadig uitgebreid. Men
heeft haar zoeken te vertreden, vergeleken by
een kafhoop, haar scheurmakers genoemd, zelfs
een biddag tegen haar gehouden, haar bestaans
recht willen betwisten. Het heeft niets gehol-
pen zü had levensvatbaarheid, en daarom kon
men haar niet verdelgen. Eenige broeders ver
lieten haar, anderen werden haar door den dood
ontruktevenwel breidde zü zich uit als een
inlandsche boom, die hare takken thans over
de geheele U. 8. uitspreidt en zelfs buiten hare
grenzen vasten voet aan wal heeft. Toen wy'
in 1866 lid werden van onze kerk te Ridott,
geschiedde zulks in overleg met Hem, die ons
geroepen had uit de duisternis tot zün wonder
baar licht. Toen was het in onze ziel,Gü
zult zoolang gjj leeft Jeruzalem zien bloeien,
’t welk God zün zegen geeft.'
Wü hebben thans een Junior College, maar
dat woord Junior verdwijnt spoedig, dan is het
een complete College. Daarna wordt het met
den tü’d van jaren een Universiteit. Men zal
niet rusten totdat de Universiteit klaar is, de
kiemen zy'n reeds aanwezig en uit de sterke
gezonde kiemen moet noodzakelük de Universi
teit geboren worden. En wü roepen haar toe
»Ga voort, totdat alles compleet is*.
Het past ons den Heere ootmoedig te erken
nen met dankzegging. Kunnen wü niet opgaan^
wegens den verren afstand, om gemeenschap-
pelük feest te vieren, zoo zal men hier en daar
feestvieren. Te Ackley 8 April, bü ons des
Zondagsavonds 7 April gedenken wü Gods
weldaden en züne goedertierenheid. Eben-
haëzerTot hiertoe heeft ons de Heere gehol
pen Hü beware züne Kerk voor nadeelige
elementen, voor eenzüdigheid wel beslist aan
een züde, maar niet eenzüdig. Hy' geve, dat
alle dienaren des Woords steeds nederig en
ootmoedig blüven en te beoefenen wat onze
Koning zegt: .Leert van Mü, dat Ik zacht
moedig ben en nederig van hart*. Te veel van
zichzelven te denken is eene groote zonde. De
genade maakt nederig en ootmoedig. Hoog
moedig is een teeken dat we weinig genade
bezitten, indien we ze al bezitten. Laten we
bedenken: .Hoogmoed komt voor den val.**
Littooij.
Gjj Galilésche mannen, wat staat
gjj en ziet op naar den hemel
Sehünbaar is dit een woord geheel naar het
hart van onzen tüd. Niet vele uitspraken der
Schrift vinden büval, maar deze kan er wel
door, ja, wat meer zegt, deze is zeer verstan
dig. Wat staat gy en ziet op naar den hemel,
in allerlei toonaard wordt dit lied gezongen,
en men zal het zoolang aanheffen, tot eindelük
allen er naar luisteren, want velen meenen,
dat het eerst goed op aarde kan worden, wan
neer allen ophouden naar den hemel te zien.
Wat staat gü daar nog. het is tüdsverspilling,
het is tot niets nut, het geeft een geheel ver
keerde richting aan het leven. Met een üyer
een betere zaak waardig streeft men naar dit
doel, en geen middel wordt onbeproefd gelaten.
In het dagelüksch gesprek geen plaats meer
voor den hemel, of het moest zün om er nog
mede te lachenop vergaderingen zün de
dingen dezer aarde steeds aan de orde, de pers
zweet eiken dag opnieuw om toch maar de
aandacht van ons geslacht op de aarde te
vestigen. Het is een jagen naar maatschap-
pelüke en zedelüke verbeteringen wat op
zich zelf zeker toe te juichen is alleen het
is jammer, dat de gezichtskring zich tot de
aarde beperkt. Wie er ook maar een oogen
blik op let, welke onderwerpen aan de orde
zün, hü weet, dat het alles dient om den
mensch te doen vergeten, dat er behalve een
aarde ook nog een hemel is, en nu zeggen
velen, dat de christen in ’t midden van het
leven züns volks moet staan, teneinde een
invloed ten goede uit te oefenen, wat zeker
niet verkeerd is, doch zü die er zich aan wa
gen, mogen wel toezien, dat zü het hoogere
niet inruilen voor het lagere. Ook hier geldt
toch hetkies u heden, wien gü dienen wilt.
Is de aarde alles, geef er dan ook uw gansche
ziel aan, wüd haar alle uwe kracht, maar is
de hemel het doel van uw leven, verlies hem
nergens uit het oog, ook niet, als gü de dingen
der aarde behartigt.
Doch wü mogen wel eens op de beteekenis
van die uitspraak letten. Het was op den
veertigsten morgen m de opstanding. Jezus
was met Zyne Apostelen naar het Oly'venge-
bergte gewandeld. Hy had hun Zün laatste
bevel gegeven, daarna had Hü hen gezegend
en vervolgens was Hü heengevaren, terwyl zy'
het zagen. Was het wonder, dat zü Hem
naoogden. Zoolang het hun mogelük was,
wilden zy’ Hem nazien. Lang had dit niet
geduurd, want een wolk, welke over dit ge
bergte dreef, had zich tusschen Hem en hen
geplaatst, en hun de gelegenheid ontnomen om
Hem nog langer te kunnen zien. Zü blüven
echter nog in die houding staan, zü denken
er nog niet aan de plaats te verlaten, want
deze gebeurtenis heeft een machtigen indruk
op hen gemaakt. Wie weet, hoe lang zü nog
gebleven waren, indien er geen Engelen zich
bü hen vervoegd hadden, die tot hen zeiden
Gü Galilésche mannen, wat staat gü en ziet
op naar den hemel? Doch zy' wisten we],
waarom deze mannen daar stonden en waarom
zü naar den hemel zagen, want zü wachten
geen antwoord af, en geven een inlichting,
waaraan de Apostelen behoefte hadden. Deze
Jezus, die van u opgenomen is in den hemel,
zal alzoo komen, gelükerwüs gü Hem naar den
hemel hebt zien henenvaren.
Dit woord hebben zü niet gericht tot de
Overpriesters en de Schriftgeleerden. Het zou
geheel overbodig geweest zün. Zjj verwaar
loosden werkelük hun tüd niet door naar den
hemel te zien, want eiken morgen was hun
Bouma
Zeeuwsch Kerkblad.
Hand. 1 11a.