Voor onze Jongens en Meisjes. Verantwoording van Liefdegaven. ia zelfzucht ver- Kerk- en Schoolnieuws. CORRESPONDENTIE. Ofiiciëele Berichten. BOEKBEOORDEELING. ien Een ingezonden stuk moest wegens plaats gebrek bleven liggen. Rbdaotib. Christelijke Jongelingsvereenlging „Herman Faukeel". Gewone Vergadering D. V. Woensdag 30 Januari 1907, des avonds 8 uur, in de Con sistorie der Gasthuiskerk, Onderwerp Bijbelinleiding2 Kronieken 3320 tot einde. Vaderl. Geschiedenis: De Noormannen. ran rin- men door eren, vrjj- i om 7. 8. »r ds. tsche oeten ncept eelen, staan reken rking d, en s aan- it, en m, en Zoo :y als >1 ge- azieht alsem enden lers am- der om- rke- de ad- aar zen reis, ■ken t te rant OVttl naai keer legt ia 4 eder ern- mst- il- iet ef- de aan de De Kerken der Classis Zierikzee worden ter vergadering geroepen op Woensdag 20 Februari 1907. Stukken voor het agendum worden ingewacht binnen 14 dagen. Namens de roepende Kerk, P. J. Baau, Praeses. A. Abkahamse, Scriba. 5. 6. 1. 2. 3. 4. Cand. J. G. Aalders, ber. pred. te ’s Gra venmoer, hoopt 10 Febr. aldaar zijn intrede te doen, na bevestiging door ds. G. J. D. Aalders van Dussen. ends! e des tikkig id 1 rezen, Jezus m wij ebed V lissingen B. Ontvangen is voor de Zending van het college van collectanten fl,50. Het leven van Michiel Adriaanszoon de Ruiter, door L. Penning. Rotterdam J. M. Brédee. Dat kan iets worden. De Ruyter-Penning- Bredée. De Ruyter is veel meer de man van het volk dan Bilderdijk en Rembrandt. En Penning is by uitstek geschikt om voor het volk te schrijven. Terwijl blijkens de eerste aflevering de heer Bredée weer voor weinig geld veel moois aan het volk wil leveren. Een Scharendyke, 22 Januari 1907. Hedenavond werd in een samenkomst van manslidmaten der Geref. Kerk uit een gesteld tweetal met groote meerderheid van stemmen tot Herder en Leeraar gekozen de Eerw. Heer J. de Vries van Warffum. Geve de Heere dat we door een voor ons gunstige beslissing, grootelyks worden verblijd. Namens den Kerderaad, D. Bibnefelt, Scriba. en glan- Een verkenningstocht in het kamp van den vijand. Orgaan van de Geref. Vereen, voor Drankbestrijding. No. 21. Dit geschriftje bevelen we ter lezing aan. Hoe meer we de macht van den alcohol in haar verderfelijkheid leeren kennen, des te meer zullen we sympathiseeren met de middelen ter bestrijding. Lama». BONDSRING «MIDDELBURG.* Vergadering D.V. op Donderdag 31 Jan. des avonds te 6 uur in «Concordia* te Mid delburg. dacht op te vestigen. De classis kan nu be- oordeelen, of het gewenscht is de wijzigingen aan te brengen, waardoor deze bezwaren weg geruimd kunnen worden. Hoe nauwkeuriger het voorgestelde beschouwd en overwogen wordt, des te aangenamer zal het voor de Deputaten zyn. En wanneer het bovendien ons eene schrede nader brengt aan het voor gestelde doel, zal het velen een oorzaak van blijdschap zijn. Hier en daar wordt er gedu rende dezen winter gewerkt om te komen tot eigen zending, maar of het allerwege geschiedt durven wy helaas niet te zeggen. Toch is dit noodzakelijk, indien het er toe komen zal. Hier is aller hulp van noode. In alle deelen van ons gewest moet de ijver ontwaken, anders zal het niet gaan. Het bevel van onzen hooggeloofden Koning behoort ons allen te bezielen om te doen wat onze hand vindt om te doen. Eerst dan mogen wy het opgeven, als het blykt, dat het niet kan. Richt dan op trage handen en slappe knieën, want Hem is gegeven alle macht in den hemel en op de aarde. Er is niemand die ons zeggen kan, welke verrassingen Hy ons bereidt, waar wy in Zyn weg zyn en alles alleen van Hem ver wachten. Boujia. Jaarboekje voor 1907 van den Neder- landschen Bond van Jongelingsver- eenigingen op Geref. grondslag. Dit jaarboekje is ten dienste van Christe lijke Jongelingsvereenigingen in Nederland en waarlijk ook ditmaal beantwoordt het aan deze bestemming. Wat de leden eener jongelings- vereeniging weten willen kunnen zy hier vin den. Het geeft een getrouw beeld van de organisatie van den Bond en de kracht welke er van uitgaat. Er is een premie aan toegevoegd, die wen ken geeft voor het vereenigingsleven, wenken, welke de aandacht ten volle verdienen. BEROEPEN te Groningen (B.)ds. H. C. v. Handboek ten dienste van de Geref. Kerken in Nederland voor ’t jaar 1907. Dit Handboek zal ook zyn weg weer vinden. Allerlei opgaven zyn er in gegeven. De uit gevers streven naar volledigheid en nauwkeu righeid, en daarom verdient het aanbeveling. Wat ter herinnering aan overleden predikan ten er in geschreven is, is belangrijk. Bouma, Cand. P. Jukkenekke, ber. pred. te St. Pancras is na afgelegd peremptoir examen tot den dienst des Woords en der Sacramenten toegelaten. In tegenwoordigheid der Prov. Deputa ten, de pred. Bult, Duursema en Geerds, legde j.l. Woensdag dhr. Ozinga, ber. pred. te Sel- lingen, voor de classis Stadskanaal het peremp toir examen af. Met algemeene stemmen werd hy tot den dienst des Woords en der Sacra menten toegelaten. Dhr. L. S. Schuman, onderwijzer aan de chr. school te Koudekerke, is als zoodanig be noemd aan de met 1 Mei a.s. te openen chr. school te 't Zandt (gem. Koudekerke), en heeft deze benoeming aangenomen. In plaats van dhr. Kroeze is tot hoofd der chr. school te Meliskerke benoemd de heer B. P. Dykema van Rotterdam, die deze be noeming heeft aangenomen en 1 Mei a.s. in functie hoopt te treden. Op de eerste zending van 35 is nog een tweede gevolgd van 27, zoodat we op ’t oogenblik 62 man sterk zyn. Wy zullen maar dadelijk tot de beantwoording van die 27 brieven over gaan men wint er aardig plaats door en kan in de beantwoording zelve wat uitvoeriger zyn Janna L. te ’s H. A. (Hoe is ’t nu toch mo gelijk het gsheel hebt ge goed en de onder- deelen zyn vol fouten, b.v. Judas, Makeda, Negeboth, Sara). Adriaan A. te K. (Natuurlijk, als het wezen moet, gaan andere werkzaam heden voor. Dat ge een en ander mededeeldet aangaande de vervaardiging van den Cat. is nuttig en goed.) H. M. en Jacoba H. te Z. (Gaarne zag ik dat de J. en M. iedere keer ook hun voornaam voluit schrijven, anders moet ik telkens in die vorige stapels aan het zoeken, wat verbazend tydroovend is.) Jan en Pie V. te A. J. P. (In 't Kerkblad van 11 Jan. hebt ge de historie van de d gelezen, maar jelui hadden reeds 9 Jan. geschreven. Die getallen beteekent niets hoor. Zooals je het op ’t eerste vel hadden, was het netjes in orde.) Janneke de P. te D. (Lang zoeken is niet erg, als men het maar vindt.) Jan F. te N. (Ik verheug me er in, dat zoovele vriendjes, ook onze Jan, zoo’n mooie hand schrijven.) Wilhelmina v. d. B. te ’s H. A. (Omdat ik begreep dat jelui er anders veel over schrijven zouden, was ik er zoo spoedig by.) Kathalina R. te A. (O, o wat kunt ge doorslaan. «Naar den grond gedrukt,* «pijn doen* enz., zoo erg niet hoorMaar nu hebt ge je belofte vervult, ’t Is in orde.) Piet v. B. te Z. (Je teekening is mooi Piet, maar ik kan haar niet in Z. K. laten afdrukken zooals ik wel eens met een versje doe Adriaan K. te S. (Dank voor je hartelyke wenschen.) Tannetje C. te O. (Je moet me, evenals de andere J. en M., ook eens iets mededeelen.) Catharina V. te K. (Neen hoor, daar zyt ge me veel te aardig vriendinnetje voor. Ge doet dit jaar nog «in volle rechten meê*.) Hendrik L. te K. (Ik bly, dat ik dat «standje* misliep Janna W. te K. (Hoe laat is het dan, als ge ,al een beetje vaak* krygt Catharina W. ’t Z. (Ja, de vorige maal was je in je dichten mis, maar nu is ’t goed. Van harte beterschap met je ongesteldheid.) Margaretha G. te St. L. (Dat was verstandig van je om nog maar eens te wachten.) Cornelia J. te Z. (Ge zyt welkom hoor 1) Geziena L. te O. L. (Wy kunnen ons dat niet indenken hé dat iemand nog nooit sneeuwgezien heeft. Wat zyt ge in je vorigen brief leuk aan den gang geweest. «Almelo*, «rytoer naar Delden*. Vertel my maar eens wie die Mynheer* was, dan zal ikje eens wat mededeelen van een «Dame*, die opgesloten zat.) Debora V. te A. (Die eer is voor my te groot. Neen, «Ds. Bouma* ben ik niet. Dat jelui er zoo eens naar visschen wie ik ben, is in ’t minst niet «onbescheiden* hoor. Ga gerust je gang. Als je ’t raadt, zal ik het eerlijk zeg gen.) Adriaan B. te M. (Catechismus, Arestar- chus, Secundes Behamoth, hoe kan dat nu Christina K. te M. (Uw naam te lezen, deed my goed en herinnerde my aan de dagen van Olim toen ik zoo menigmaal de pastorie in de St. P.straat bezocht. Wat een verschilnu het bureau van de Midd. Courant 1) Marinus en Helena J. te D. (Natuurlijk, zoo iets doet men onder zes oogen en blyft onder ons. Zoo erg was het nu niet met dat «standje*. Toch vind ik een vriendelyk briefje als dit aardiger. En nu zand er over.) Maatje M. te O. (In orde.) Pieter O. te M. (Je hebt er verbazend werk van gemaakt. Die «hooge woorden* getuigen van onderzoek.) Pieter M. te N. (Goede oplos sing en mooi werk geleverd.) Jan te M. (Wie zjjt ge Jan Is uwe «kleine ongesteldheid* weer geheel over ’t Is te hopen Adriana de L. te O. (Zeker Jaantje, «leerzaam* is het. Doe maar goed je best.) En nu. J. en M., ook jelui zeg ik vriendelyk dank voor de hartelyke wenschen my toege zonden. Zy de Heere ons saam in dit jaar in alles goed en naby. Straks is de eerste maand van het pas begonnen jaar al weer voorbjj. Op den eersten Vrjjdag in Februari, in dit geval kunnen wjj ook zeggen op den len Febr., komt, zoo we hopen, het nieuwe raadsel weer in de courant, en tevens de mededeeling wie de prys- winners zyn. Dus tot zoo lang geduld. U allen groet ik harteljjk, en gaarne verblijf ik weer, Uw trouwe Vriend, De Pr.-Redactenr. Onze zelfzucht. II. Zelfzucht is de in haar tegendeel omgeslagen zelfliefde. De zelfzucht stelt het eigen ik tot middelpunt en doel. Aan het eigen ik moet alles dienstbaar gemaakt. Niet alleen de naaste maar ook zelfs God moet den zelfzuchtige dienen. De zelfzucht is derhalve een schrikke lijke zonde. Ze kent geen liefde tot God en den naaste. De zelfzuchtige heeft alleen zichzelf lief en leeft alleen voor zichzelf. En uit deze karaktertrek is gemakkeljjk af te leiden, welke de oorsprong van de zelf zucht is. God heeft den mensch geschapen met het beginsel of de hoofdsom der Wet, n 1. liefde tot God en den naaste, in het harte. De mensch leefde dan ook geheel voor zyn schepper en Formeerder. Hy deed dat met lust en met blijdschap des harten. Het was hem een liefde werk. Maar toen hy naar de stem van Satan luisterde, moest die liefde wel in haar tegen deel omslaan. Dat kon niet anders. Dit is de werking der zonde. Ook van het beeld Gods geldt het immers, dat het niet slechts verloren is door de zonde, waar zelfs in zijn tegendeel omsloeg. De kennis, die de mensch van God en Zyne werken had, verdween niet slechts, maar er kwam iets anders, het tegendeel van die kennis, n.l. dwaasheid, voor in de plaats. Zoo hielden ook gerechtigheid en heiligheid niet maar op te bestaan, maar ze werden door ongerechtigheid en onheiligheid vervangen. Alles sloeg in zyn tegendeel om. De grootste mogelyke verwoesting bracht de zonde teweeg. En gelyk het beeld Gods in zyn tegendeel om sloeg, zoo ook de liefde tot God en den naaste. Dat moest. Ook deze liefde behoorde tot het beeld Gods. Alzoo kwam in plaats van liefde haat. Haat jegens God en den naaste. Vandaar dat in de H. S. de ongeloovigen «haters Gods* worden genoemd. En de heilige apostel Paulus zegtTitus 33, «ook wy wa ren eertyds onwys, in boosheid en nijdig heid levende, hatelijk zynde en elkander hatende.* Gods Woord leert het alzoo duidelijk dat ieder mensch door den val van Adam van nature een hater van God en den naaste ge worden is. Gevolg daarvan is, dat hy nu alleen zichzelf liefheeft en voor zichzelf leeft. In de Paradijszonde heeft derhalve de zelf zucht zyn uitgangspunt of oorsprong. Dat blykt nog duidelijker zoo we nagaan welke de diepste drijfveer was by de zonde van onze voorouderen, Adam en Eva. Het eigen- een zelfstandige plaats naast mogelyk boven God in Agenda: Opening der vergadering. Lezing der notulen. Ingekomen stukken. «Hoe moeten de vergaderingen onzer Jongel. Ver. ingerieht zyn,* in te leiden door de Ver. te Souburg. Pauze. «Volksontevredenheid,* inl. vriend Boon van Koudekerke. Rondvraag. Sluiting. Namens het Bestuur, C. Louwbbsb Az., Secr. kloek formaat. Prettige druk. Stevig zend papier. En goede illustraties. Het wordt een boek van 350 bladzijden met tal van platen, in prachtband voor f2,40. Al is de Ruyter ook de man des volks, toch is onder het volk de kennis van zyn leven en van de beteekenis van zyn plaats in onze historie niet byster groot. Zyn draaien aan ’t wiel in de touwbaan, zyn beklimmen van den Vlissingschen toren, en zyn verhooging tot admiraalmeer zouden de meeste Neder landers wel niet van hem weten te vertellen, indien ze een opstel over dezen zeeheld moes ten maken. We zullen daarom gaarne naar den heer Penning luisteren, als hy er ons wat meer van vertelt; en we zullen hem dankbaar zyn, in dien we de Ruyter leeren kennen als Hol lands roem ter zee, in een tyd, toen Hollands binnenlandsche Staatkunde een richting volgde, die verderfelijk was. De Ruyter heeft geschit terd onder het eerste Stadhouderlooze bewind. En al zal Pennings boek toch een volksboek zijn, we hopen toch van hem te ontvangen een aanschouwelijk en zuiver beeld van den groo- ten man en zyn tyd. niet alleen niet meer erkennen, maar zelfs uit Zyne hooge hoogte ter neder werpen. In onstuimige zelfzucht waagde hy een po ging om het gruwelstuk ten uitvoer te bren gen, dat Satan was mislukt. En eenmaal in die zonde van vallen, moest deze wel diep wortelen schieten in ’s menschen hart. Terecht kon dan ook de Heraut in No. 105 schrijven: «Onder alle nei gingen, die er door de zonde in het menseheljjk hart zijn gaan heerschen, is er zeker geene die zóó sterk is en zóó algemeen, als de nei ging der zelfzucht.* En nu moeten wy niet meenen, dat deze afschuwelyke zonde der zelfzucht, waarby ge poogd wordt om God van Zyn troon te stooten of Hem evenals den naaste aan het eigen ik dienstbaar te stellen, alleen gevonden wordt by de wereldlingen. Aeh neen, deze booze nei ging komt ook veelvuldig voor by de leden van Christus’ kerk. Daarom hebben we ook tot opschrift gekozen „Onze zelfzucht.* Het is dan ook ons doel om in de volgende stukken aan te toonen, hoe die booze zelfzucht vooral by ons voorkomtby ons, die de zuivere en onvervalschte waarheid beljjden en leden van de kerke Christi zyn. De vorige week zagen we, waarin de zelf zucht bestaat of wat haar wezen isin dit stuk hebben we getracht eenig licht te ont steken over den oorsprong van de zonde der zelfzucht, en nu hopen we de volgende week te zien hoe die zelfzucht blykt uit onze gedra gingen jegens God. Ijjke doel was om en tegenover, en zoo te nemen. Het woord van de slang ,gy zult als God wezen* had weerklank in het hart van den mensch gevonden. Naar dat «gelyk wezen aan God* begon hy te verlangen. Eene treurige en diep zondige begeerte. Het was opstand tegen God. Men wilde niet langer onder God staan, Hem als Schepper erkennen, maar Hem ge lijk wezen. De dwaze mensch wenschte een zelfstandige plaats tegenover God in te nemen. Zoo zien we, dat by den zondeval de mensch zichzelf op het oog had. De liefde tot God was verdwenen. Zelfliefde, waarby het eigen ik en niet de eere Gods het doel van alle streven was, had haar plaats vervangen. God werd achteruitgezet, en de mensch poogde zichzelf hemelhoog te verheffen. Het nietige schepsel wilde zyn Schepper d. Brink te Rotterdam, te Scharendyke: cand. J. de Vries te Warffum. Cand. J. Koelewyn, beroepen pred. te Kruiningen, hoopt op Zondag 17 Febr. aldaar zyn intrede te doen, na bevestiging door ds. Bakker van Emmen. K. OuS80KBN. UT. lOOg- elke scht irken wjjs- aam- ot en ik, en 10- ide ide die der een ;ale lin

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1907 | | pagina 3