voor 1. de Gereformeerde Kerken in Zeeland. Onder Redactie vanDs. L. BOUMA, Ds. H. W. LAMAN en Ds. A. LITTOOIJ. Weekblad 4e Jaargang. Vrijdag 19 October 1906. No. 17. UIT HET WOORD. Drukkeruitgever D. LITTOOIJ Az. MIDDELBURG. f A. schreden gericht had naar Sodom. Hjj, de Engel aan alle i ook n. UIT HET LEVEN. Ie stigd, arr- ken iida err, err. hda een 1. aers r. Iers ABONNEMENTSPRIJS per half jaar franco per post Enkele nummers stra imp >nge leen ders d. ilder aerr, mtv. eerr, ilder Met medewerking van onderscheidene Predikanten. 4- alen, jdeu. Hand f 150 Door o. 8. *ders. want lende plaat. >u 20 soms was Zending. Er zpn onderscheidene menschen, die van oordeel zijn, dat de Gereformeerden in Zeeland het in de zaak der Zending nooit veel verder zullen brengen dan tot den dienst van hout hakkers en waterputters. Wanneer allen gestraft werden om de zon den van enkelen, dan kon deze meening wel eens bevestigd worden. Want, helaas, onder ons Gereformeerde volk is een deel, dat ten volle verdient het ten eeuwigen dage niet ver der te brengen dan tot waterputterswerk. Daar zijn inderdaad menschen onder ons, die geen hart voor de Zending hebben, en als ze hun eigen schande eens wilden openbaren, zouden wijken van Hem en u te onttrekken aan Zijn van Gods aangezicht deed dit ontzachljjk oordeel zaligen dienst, ziet toe, dat gij deze verdraag zaamheid niet misbruikt door uw hart te ver vullen met allerlei boosheid. Zoo waar als Hij eenmaal over Sodom zijne bedreiging volvoerd heeft, zoo zeker zal Hij eenmaal met vlammend vuur wrake doen over allen, die het Evangelie van den Christus ongehoorzaam zjjn. Laat het aan de spotters over om te zeggen, dat er geen oordeelen komen zullen, omdat alle dingen eeuw uit eeuw in blijven, zooals zij altijd ge weest zy'n, zorg gij, dat gij de veilige schuil plaats zoekt, welke ons in den eenigen Zalig maker Jezus geopend is, en rust niet, vóór gij behouden in dit Zoar aangeland zjjt. Eens zuL len zij roepenBergen valt op ons en heu velen bedekt ons, maar de bergen noch de heuve len zullen zich over deze ellendigen ontfermen. Verwerp dan de roepstem des Heeren niet, luister naar het woord Zijner knechten en haast u om uws levens wil. Gij kent niet het oogen- blik, waarop de Heere komen zal en juist daar om moet ge te meer benaarstigen om uwe roeping en verkiezing vast te maken. Welzalig hjj die in der boozen raad Niet wandelt, noch op ’t pad der zondaars [staat, Noch nederzit, waar zulken samenrotten, Die roekeloos met God en Godsdienst spotten Maar ’s Heeren wet blijmoedig dag en nacht Herdenkt, bepeinst en ijverig betracht. Bouma. PRIJS DER ADVERTENTIEN van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. moeten bekennen, dat ze voor de Zending jaar lijks niet meer ten offer brengen dan het be drag van één cent in de Pinkster-collecte. Eu als ze het zakje met goed fatsoen voorbij had den kunnen laten gaan, dan zouden ze niets gegeven hebben. Reken dit nu eens na, als ge kunt. Eén cent per jaar. En dit 50 jaar volgehouden, maakt de som van 50 cent voor het geheele leven, ’t Is haast niet te geloo- ven, dat er menschen zijn, die den treurigen moed hebben om, het zij met eerbied gezegd, zoo iets den Heere in de handen te durven stoppen. Men zou er verlegen mee wezen om er een mensch mede af te schepen. Toch geloof ik niet, dat om de onaandoen lijkheid van sommigen nu ook al de anderen tot tweede- of derde handswerk moeten blijven gedoemd in de zendingsaetie. Zoo ze zich door de traagheid van hunne broederen maar niet laten ontmoedigen. Het ontbreekt de Zeeuwsehe kerken niet aan de macht, maar aan den ernst van het willen. Vooral wanneer ook Brabant hulpe mocht willen bieden, dan is er niet het minste bezwaar om de zorg voor een missio- nairen dienaar op ons te nemen. De kerken in Zeeland en Brabant zjjn on geveer 33000 zielen sterk. De grooten met de kleinen. Zouden die 33000 schouders niet één man kunnen dragen Zeg, dat er jaarlijks f 5000 gulden moest wezen. Dut zou op ieder hoofd een last leggen van i/3 cent per week, één cent op drie hoofden. Voor een kerk van 100 zielen geeft dit een jaarljjksche bjjdrage van 50 X 100 X 1/s cent is f 16.66. Vooreen kerk van 200 zielen ongeveer f33; voor een ■van 300 zielen ongeveer f50; van 400 f66; van 600 f 100van 1000 f 166 van 1800 f 300 enz. Zou dit door collecten, busjes, enz. niet kunnen bijeengebracht worden Als men er maar aan gaat staan. Er hangt hier zoo veel van de ambtsdragers der kerk af. Het maakt zoo’n verschil, of deze het volk aansporen, inlichten, met beleid en goed ver stand tot een gewillig en billijk geven opwek ken of dat ze het volk ontmoedigen en het gevoel van roeping dooden door het voort durend geklaag over onvermogen en kleinheid van kracht. Men moet de menschen leeren gelooven, dat ze door den Heere veel vermo gen voor den Heere, en waar dat geloof wordt gewekt, daar staat ge verbaasd, over hetgeen kleine krachten tot stand kunnen brengen. sympathie voor een zaak is, dan weet waar het geld vandaan komt. nu alle kerkeraden eens aanpakkên. nu allen eens spoedig aan de Zen- Ter inlichting. Tot onze blijdschap kunnen we melden, dat ds. Littoojj uit Amsterdam naar zijne woon plaats teruggekeerd is. Hjj is in zoover her steld, dat hjj zich thans weer kan stellen onder behandeling van zjjn eigen docter alhier, doch belangstellende vrienden dienen er mede te rekenen, dat hjj ter volkomen genezing rust noodig heeft. De Heere richte hem nog geheel weder op. Bouma. SODOMS VERWOESTING. Toen deed de Heere zwavel en vuur over Sodom en Gomorrha regenen van den Heere, uit'den hemel. Gen. XIX 24. De tijdsbepaling is gewichtig. Zjj staat in verband met het vorige. Loth had den weg naar het kleine Zoar afgelegd. Zooeven was hjj daar aangekomen. Eerst moest hij in veiligheid zjjn. Vóór dien tijd kon de Heere niets doen. Welk een zegen. Er is een bizondere voorzienigheid, welke waakt over allen, die den Heere vreezen. Op een wereld als wij bewonen is het onweer uiet een oogenblik van de lucht. Nu eens breekt het hier, dan weer elders los en brengt het verwoesting en vernieling. De mensch, be ducht, dat het bjj hem zal inslaan, bedenkt allerlei middelen om de schade te weren. Wat heeft hjj al niet gedaan om zich te beveiligen. Hjj zoekt beschutting tegen de watervloeden en tegen het hemelvuur, tegen de pestelentiën, die in de donkerheid wandelen en tegen de berooving zjjner goederen, maar geen enkele maatregel verleent hem afdoende zekerheid. Doch wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen. Wanneer deed de Heere zwavel en vuur regenen over Sodom en Gomorrha Als de zon opging. Welk een oogenblik. Het was nog vroeg in den morgen. Als eiken anderen dag verrees nu de zon in stille majesteit. Zjj verhief haar blinkend gelaat ter oosterkimme, en straalde haar gouden licht uit over Kanaan. Daar lag nog de bloeiende vlakte van Siddim In eiken dauwdruppel weerspiegelde zich het licht des daags. Hoe schoon waren deze velden nog in dezen morgen. Maar opeens veranderde het. De hemel werd zwart van de donkere wolken, die elkander verdrongen. Uit die don kere lucht schoten bliksemstralen. Zwavel en vuur daalden neder. Hier brandde reeds een dak, daar sloegen de vlammen uit eene woning. Akelig was de gloed bjj de duisternis, welke er heerschte. De bewoners van Sodom en Gomorrha ontwaken. Eerst denken zjj, dat het een onwe- der is, dat spoedig voorbijdrijven zal. Maar de zwavellucht maakt het tot stikkens toe benauwd. Zjj jjlen naar buiten. Doch ook uit den bodem stjjgt de rook en flitst het vuur. Het harsach tige Ijjm in de putten brandt. Welke schrikke lijke tooneelen hebben toen deze goddelooze steden aanschouwd. Hier een moeder met haar kind op den arm haar woning ontvluchtend om veiligheid te zoeken, maar onderweg be zwijkend en neervallend te midden van den dikken zwaveldamp zonder kracht om weer op te staanginds een oude van dagen op zjjn stok leunend en voortgetrokken door een paar krachtige zonen, maar zonder gelegenheid om aan den dood te ontkomen, want het vuur en de rook versperren overal den weg. Wat jammer klachten hebben toen die steden gehoord, die anders het tooneel waren van brooddonkenheid en woest getier. Wat oogenblikken van angst heeft toen die bevolking doorleefd, welke anders lichtzinnig daarheen dartelde en eiken kommer wegspoelde bjj den schuimenden beker. Onder allen, die in deze steden woonden was er niet één, die zich redde uit het wis verderf. Jongen zoowel als ouden kwamen in de vlammen om en vonden een allerjammerljjksten dood, want het vuur, dat van boven neerdaalde en dat een bondgenoot vond in de asphalt van den bodem, heerschte weldra ongestoord, en deed alle leven in den ban. Dit was geen toeval. Het staat er zoo dui delijk. Toen deed de Heere zwavel en vuur regenen van deïi Heere uit den hemel. Hjj, die tot Abraham gekomen was, en die daarna zjjne Prof. Lindeboom. Deze hoogleeraar herdacht deze week zjjn veertigjarige ambtsbediening in de Gerei. Ker ken. Ondanks zijn arbeid als professor, zjjn taak als philanthroop, bleef Prof. Lindeboom een prediker in zjjn hart. En hjj is een pre diker, die gaarne gehoord wordt en dien we menigmaal met groote stichting hebben ge hoord. Het doet ons genoegen, dat hem dit voor recht beschoren is. De Heere spare hem nog lang voor onze kerk en stelle hem nog tot een rjjken zegen. Ook waar men in enkele dingen een ander standpunt inneemt dan hjj, vergete men toch nimmer, dat hjj een man is en bljjft, die hoog mag worden gewaardeerd en aller sympathie verdient en behoeft. Laman. Als er ge niet, Laten Laten ze dingscommissie schrijven: „Broeders, ^3 cent per hoofd daar staan wjj voor in iedere week hoe dan ook, we zullen zorgen, dat minstens dit er komt.“ En indien alle kerkeraden dit nu doen, dan zijn we een heel eind tot het doel genaderd. Vooral indien Brabant mocht willen bijspringen. Zóó als het nu is, kan het niet bljjven. Dat hinken op twee gedachten is niet langer te dulden. We moeten tot een resultaat zien te komen. Of het resultaat gunstig zal zjjn, hangt slechts af van den goeden wil en den jjver van degenen, wier roeping het allereerst is de ge meente haar rechten plicht te leeren. Misschien vraagt deze en gene, of het dan juist eiseh en gebod is, dat Zeeland een eigen dienaar zendt? En op die vraag luidt het antwoordneen, natuurlijk nietMaar dit is de zaak dit niet kunnen komen tot een eigen zending doet de vrees oprjjzen, of er wel jjver en liefde is voor de zendingszaak. Het gaat hier over deze kwestiezjjn we onmachtig, of hebben wjj het er niet voor over? Niette genstaande er nog zoo velen zijn, die zich van de zendingszaak bitter weinig aantrekken, is er nu reeds toegezegd, ik meen, een som van over deze bevolking komen, en gaf deze weel derige steden over aan eene geheele verwoesting. Hjj, dien de inwoners van Sodom schandelijk vergeten hadden en wiens levensverordeningen zij moedwillig omgekeerd hadden, gaf deze schoone en vruchtbare vlakte aan het vernie lend vuur ten prooi. Wel is Hjj groot van lankmoedigheid, wel doet Hjj Zijne zon opgaan over boozen en goeden en regenen over recht vaardigen en onrechtvaardigen, wel roemen Zjjne barmhartigheden altjjd weer tegen de oordeelen, maar hij is toch ook vreeseljjk in Zijn toorn, en een wreker van al het kwade. Straffeloos laat Hjj zich niet beleedigen, en geducht is Hjj, als Hjj opstaat tot den krijg tegen Zjjne tegen standers. Alles is in Zijne hand en het vuur des hemels maakt Hjj tot Zjjn wapen om Zijne vijanden te verbrijzelen. Eén in wil en één in macht is de Zoon met den Vader, hier blijkt het ontegenzeggeljjk, overmits de Eerste zwavel en vuur deed regenen van den Heere uit den hemel. o Zeker, de aarde is meermalen getuige ge weest van groote omkeeringen en schrikkelijke verwoestingen, maar zulk eene heeft zjj later nooit meer aanschouwd, want niet alleen heeft het vuur deze vier steden met al wat er in vernield, de plaats zelve, waar zjj gestaan heb ben, is verdwenen en veranderd in een meer, dat door zjjne kale oevers en door zjjn onge woon water altijd de aandacht der reizigers opwekt, en dat na zooveel eeuwen nog altjjd spreken bljjft van de ontzettende oordeelen, welke eenmaal deze streken geteisterd hebben. Het woeste uiterlijk is wel geschokt om eiken aanschouwer met eerbied te vervullen en het woord in herinnering te brengen, vreeseljjk is het te vallen in de handen van den levenden God, want onze God is een verterend vuur. Is het wonder, dat de Kerk in deze open baring van ’s Heeren strenge en wrekende rechtvaardigheid eene voorbode heeft gezien van het oordeel, dat eens naar Zijn Woord de wereld treffen zal, en dat zij in de dagen, die aan de verwoesting voorafgaan, eene aanwijzing ziet van de tijden, die aanbreken vóór de komst van den Zoon des menschen op de wolken des hemels. Ook wjj mogen dit wel ter harte nemen, wanneer wjj niet in de handen van den leven den God willen vallen. In uw hart is ook een neiging om deze of gene zonde vast te houden, om haar te koesteren, om haar toe te geven, om met de wereld mede te doen en alsdan de waarschuwing tot u komt en zjj vindt weer klank in uwe consciëntie, hoe licht kan het dan gebeuren, dat gjj haar tot zwjjgen tracht te brengen en haar van kracht te berooven. Het ongeloof is in deze dagen zoo machtig en predikt u, dat gjj wel dwaas zijt, wanneer gjj nog beeft voor de uitspraken van den ouden en verouderden bijbel, en u laat weerhouden het leven niet te genieten. Ach, wat oordeelen roept het u luide toe, wat gjj voor oordeelen aanziet, zjjn slechts werkingen van de natuur, die ge heel blind is. Meent gjj, dat er een levende God is, die acht geeft op het gedrag der ster velingen en zich bemoeit met wat de menschen- kinderen doen en laten. En naar zulke eene prediking wil ieder wel luisteren, want ook in zijn eigen hart woont diezelfde macht, welke ’s Heeren bedreigingen in twjjfel trekt. Daar om moet gjj op uwe hoede zjjn en tegen elke lichtzinnigheid waken. De schoonzonen van Loth hebben gelachen en de spot gedreven met het woord van den Engel, maar zullen zij ook nog gelachen en gespot hebben, toen het vuur neerdaalde en ook hen aantastte. De Heere draagt u en waar schuwt u ernstig en dringend, ziet toe, dat er in u niet zjj een ongeloovig hart om af te i. en, o} rkblad 70 cent. 3 cent. Zeeuwsch Ke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1906 | | pagina 1