voor
fQ.
w
w
!CD
it
Een vriéndelijk verzoek!
Weekblad voor de Gereformeerde
Onder Redactie vanDs. L. BOUMA, Bs. H. W. LAMAN en Os. A. LITTOOIJ.
|U|
mi
Vrijdag 7 September 1906.
No. 11.
4e Jaargang.
aad,
aar.
aar.
Drukker-Uitgever
iop.
UIT HET WOORD.
UIT HET LEVEV.
VARIA.
A. D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
ABONNEMENTSPRIJS
4
ager
je.
ffers
rstra
lamp
onge
Veen
ikker
er.
Berg,
jema
alder
.5 Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
De mensch overdenkt zijn weg, maar de
Heere bestuurt zijn gangen.
Van de Koningin.
DE BEGEERTE NAAR HET HEMELSCHE
VADERLAND.
17
geval. Zjj wonen
ÜK Rbdactie.
lintjes zijn uitgedeeld.
post-
w.
70 cent.
3 cent.
zoo’n lintje van nabij
het recht te kunnen
00
e
*TJ
CJÖ
s
tTl
s
per half jaar franco per post
Enkele nummers
iken
eida
3err.
aerr.
eida
I. V.p.
kblad
tf
Kerken in Zeeland.
Zoo nu en dan komt het voor, dat de vermel
ding van de predik- of leesdiensten in ons blad
foutief is. Wij ontvangen dan daarover klachten
van onze lezers, die op eene juiste opgave en
terecht! zeer gesteld zijn.
Mogen wij aan de scribae der Kerkeraden
in onze Provincie vriendelijk verzoeken bij
verandering deze getrouwelyk op te geven aan
den Uitgever.
Dat toch is waarlijk eene kleine moeite en
iaën dient er de leden zijner kerk zeer mee,
wat ten duidelijkste blijkt, omreden vaak een
lid eener gemeente ons eene wijziging in den
gewonen dienst meldt.
De daarvoor gemaakte onkosten worden steeds
vergoed.
ligd)
i was
zich
hans
ordt,
DEK.
n.
stad
van
joort
raël
euwe
graasde, doch zij zouden u ge-
van den hemel met zjjn schat-
van leven, van vrede en van
zaligheid. De hemel is derhalve het vaderland
van alle Gods kinderen. Daar is de grond van
hun vertrouwen, het voorwerp van hunne hoop,
de schat van hun hart, het goed, dat zij lief
hebben met al hunne krachten.
Vandaar dat zij, waar zjj zich ook bevinden,
en in welke toestanden zp ook leven, zich uit
strekken naar den hemel. Zjj leven op de aarde,
zjj volvoeren hunne taak op de aarde, zjj ver-
waarloozen hunne belangen op de aarde niet.
Wel wordt gezegd, dat wie voor den hemel
leven wil voor de aarde niet deugt en om aan
dit zeggen dan kracht bp te zetten wjjzen zp
u op menschen, die onder den schjjn van
vroomheid hunne traagheid en laksheid willen
verbergen, maar gjj zult u niet laten misleiden,
zoolang gp weet, dat de aartsvaders trouw en
naarstig zjjn geweest in het verzorgen van
hunne kudde, en die in den omgang met hunne
medemenschen steeds rechtschapen hebben ge
handeld. Maar boven de aarde staat in hunne
schatting de hemel, boven de tjjdeljjke goe
deren de eeuwige en onvergankelijke, en hunne
begeerte gaat uit naar het hemelsche vaderland.
Deze begeerte krpgt aldoor meer kracht. Van
jaar tot jaar en van dag tot dag wordt het hun
duidelijker, dat hun leven hier nooit recht tieren
zal. Tegenover hen staat de wereld der begeer
lijkheden, die er steeds naar staat, om hen op
nieuw in hare strikken te krjjgen, en in deze
woont de zonde die altjjd op de loer ligt om
hen te overvleugelen. Nooit hebben zp rust,
nimmer vrede, nimmer een volle blijdschap en
wat nog meer zegt, nimmer kunnen zjj Gode
welbehagelpk zpn, zooals zjj dit wenschen. Zjj
jagen naar het wit der roeping Gods, en zjj
zouden de zonde met wortel en tak willen uit
roeien, doch telkens moeten zp tot hun leed
wezen erkennen, dat de zonde nog altijd eene
scheiding maakt tusschen hen en hun God.
O ik kan het mjj voorstellen, dat Abraham
menigmaal in den stillen avond, wanneer de
geheele landelijke omgeving rust ademde, met
een vurig verlangen opgezien heeft naar de
sterren en gewenscht, dat hjj ook eindelijk eens
mocht ingaan tot de rust, welke er overbljjft
voor al Gods volks.
Gp hebt hier voor u een beeltenis van al
Gods ware kinderen. Zjj belijden allen, dat zjj
vreemdelingen op de aarde zpn. Door woord
en daad toonen zp het, dat zp zich uitstrekken
niet naar hetgeen achter is, want daarmede
hebben zp gebroken, de herinneringen aan het
verleden zpn niet de voedingsmiddelen, waar
Zeeuwsch
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
Gode zp dank kan en mag ik den door de
vacantiereis afgebroken arbeid weder opvatten,
in goeden welstand toch mocht ik uitgaan en
thuiskomen en met lust en moed het werk
nog weer voortzetten.
Ik had er sppt van dat de vergadering van
het Bestuur der Vereeniging voor de verple
ging der krankzinnigen, te houden op het
aangekochte terrein buiten Bergen-op-Zoom,
werd uitgesehreven, toen mjjne, hier en elders
reeds vastgestelde reis, zou plaats hebben, en
wel, omreden ik haar gaarne wilde bpwonen
en ook het terrein bezichtigen. Doch het be
richt van het droeve ongeluk, dat vier onzer
Bestuursleden even buiten Bergen-op-Zoom
overkwam, riep onwillekeurig vermenigvuldi
gende gedachten en overleggingen des harten
in mp te voorschijn. Mp, zeide ik, zou dat
ongeluk mede getroffen hebben, indien ik
thuis en de reis niet bepaald ware geweest.
Want één uur loopeneen half uur heen en een half
uur terug en allicht nog een uur op en ter
bezichtiging van het zeer uitgesterkte, omvang
rijke terrein, zou ik gezegd hebben, te veel
voor mp te zijn. Maar ik zou dat niet hebben
behoeven te zeggen, want de vrienden die
reden zouden ik ken er hen voor dit
niet hebben willen doen, zoo lip, die verreweg
de meeste jaren telt, niet mee of eerst ware
ingestapt. En in dat geval was er voor mjjn
vriend De Krupter, dewjjl hp loopen wilde, in
het rptuig voor vier personen geen plaats ge
weest, of een vjjfde, dit had ook kunnen ge
beuren, zou het ongeluk wellicht nog grooter
hebben gemaakt, want de broederen werden
op en door elkander geworpen, door het buite
len van het rijtuig in de diepe, droge sloot.
Dewpl wjj gelooven dat er geen toeval is,
maar dat de Heere alles bestuurt, zoo is er
voor mjj reden om hetgeen mp eerst speet nu
met erkentenisse op te merken en te zeggen
de Heere heeft mp voor het deelgenootschap
aan dat ongeluk believen te bewarenterwijl
de heer de Krupter reden heeft om te zeggen
ware ik niet teruggemoeten en ware het rij
tuig bezet geweest dan zou mp dat ongeluk
niet hebben overkomen. Met dank aan God
kan ik den lezers gelukkig mededeelen, dat de
broederen voorzoover zp nog lp den aan den
val, naar verwacht en gehoopt wordt, na korten
of iets langeren tpd, geheel beter zullen zpn.
In den aanbiddeljjken raad van God is ons
lot en leven bepaald. De wereldgeschiedenis
is de verwezenlijking van dien raad. Met aan-
te denken, dat hier het spreek-
bevestigd wordtonbekend maakt
zal
om
zp doorleven, maar naar wat boven is, naar de on
vergankelijke schatten van den hemel, naar de
zegeningen, welke boven zpn, zien zjj uit. Hun
hart dorst naar de eenheid van al hunne krach
ten, naar het oogenblik, waarin alle tterjnogens
volkomen gericht zullen zpn op Hem’ die hen
liefgehad heeft van voor de grondlegging der
wereld, en die hen gekocht heeft met Zpn eigen
bloed, en zoolang zp hier zpn wordt hun dorst
nooit geheel geleseht, en daarom wenschen zjj
in het vaderland te zpn, waar al hunne rechten
worden erkend, waar niets hen verhindert de
zalige nabijheid des Heeren te genieten.
Wanneer in u ditzelfde leven is, zult gp hen
verstaan, wjjl het u op dezelfde wjjze gaat,
en gij zingt met den dichter:
Ik ben o Heer, een vreemdling hier beneên,
Laat Uw geboón op reis mp niet ontbreken,
Daar mpne ziel, omringd door duisterheên,
Zoo dikwpls van verlangen is bezweken,
Om U te zien ter hooge vierschaar treên,
Tot straf van hen, die snood zpn afgeweken.
Bouma.
Onze geliefde en geëerbiedigde Koningin
heeft in de laatste dagen weer, geljjk reeds
zoo menigmaal, aan vele barer onderdanen
reden gegeven om zich te verbljjilen. En dat
niet alleen van wege de lintjes, 'waarmede de
borst van menig verdienstelijk (en naar som
migen zeggen ook onverdiensteljjk) Neder
lander is versierd. Het schijnt, dat men zulk
een lintje moet hebben verkregen om er de
waarde van te verstaan, en er eenig gevoel
van genegenheid voor te koesteren. Tot die
gevolgtrekking zou men ten minste licht ko
men, als men de menschen, die niet gedeco
reerd zpn, over deze lintjes hoort. Dan zou
men haast gaan gelooven, dat het eervoller is
zulk een kleurig merkteeken van verdienste
niet te kunnen vertoonen.
Nu zeggen anderen weer, dat deze klein-
achting voortvloeit uit een leeljjk gebrek,
waaraan enkele menschen Ijjden, en dat de
geleerden najjver noemen, ’t Zou best kunnen
wezen, want we hooren in de laatste jaren van
zoovele vreemde ziektenmaar wjj voor ons
zpn geneigd nog maar het beste van de zaak
te gelooven en
woord
onbemind. Men
moeten kennen,
waardeeren.
Ondertusschen
Die er
bidding van dien wijzen en heiligen raad zegt
het kind van God, wanneer het in het geloof
staat en door het geloof leeft»,Gp zult over
mp brengen wat Gjj over mp bescheiden hebt*.
Littooij.
P.S. Mpne artikelenreeks over de leerge-
schillen hoop ik de volgende week voort te
zetten. L.
de
niet op gerekend hadden, en er toch
een verkregen, zpn verrast; en degenen, die
heimelijk er op gehoopt hadden, en er geen
ontvingen, zpn teleurgesteld. En zoo hebben
beiden reden om dankbaar en verheugd te
zpn, want verrassingen en teleurstellingen
behooren tot het welwezen van het menschelpk
leven aan deze zjjde van het graf. Het is niet
alleen voor de rechtvaardigen, maar ook voor
de on rechtvaardigen nuttig en goed, dat de
balans in het huisje gehouden wordt, en de
onvermengde voorspoed hen niet uitzinnig
maakt en de onverpoosde tegenspoed hen niet
verteert. Ook dat is genade van God, dat wjj
niet alles verkrijgen van God, wat we be-
geeren en ook, dat wp niet alles ontvangen,
wat we verdienen. Want aan welke zpde de
weegschaal ook te zwaar geladen wordt, ’t zjj
aan den kant van het goede, ’t zp aan den
kant van het kwade, ze slaat toch altijd neer.
We zullen de lintjes nu maar verder met
rust laten, in de hoop, dat hunne bezitters ze
in gezondheid mogen verslijten en met eere
mogen dragen. Daar is nog een andere
vreugde, waartoe onze Koningin aanleiding gaf
Door de gunst des Heeren is onze beminde.
Vorstin weer van hare krankheid hersteld. Al
hebben, tot ons aller spijt, de honderd of
honderd-en-een schoten van het kanon ons
niet de geboorte van een koninklijk prinsje of
prinsesje gemeld, we hebben de Moeder mo
gen behouden. God heeft haar genadiglijk
bewaard, ook al dacht het Hem goed, om voor
ons ondoorgrondelijke redenen, haar de moe
derweelde te ontzeggen. Beproevingen zpn
ook het deel van de koningen. En al Ijjdt
ook een onderdaan, die zpn vorstenhuis bemint,
het lijden zjjner vorsten medewe kunnen er
ons toch ten deele ook in verblijden, dat de
koningen weten, wat Ijjden is. Het is ook
Maar nu zijt gij begeerig naar ten
beter dat is naar het hemelsche.
Heb. XI 16a.
Iedereen is aan zpn geboortegrond gehecht,
%n denkt allicht, dat de zjjne zeer goed is.
Nknneer wp echter dat eene land met een
andere vergelijken, dan valt het onderscheid
in ’t oog en verstaan wp, dat het ééne beter
is dan het ander. Nooit heb ik er van gehoord,
dat iemand zpn eigen vaderland verliet, om zich
onder de eskimo’s te vestigen, omdat hjj van
oordeel was, dat die streken beter waren dan
die, waar hjj het levenslicht had aanschouwd,
maar wel hebben velen vroeger en later hunne
omgeving verlaten, in de overtuiging, dat een
ander land voor hen beter zou zpn dan hun
eigen. Die overweging deed hen breken met
wat zp tot dusver hadden en de geschiedenis
verhaalt ons, hoe een schoon en vruchtbaar
land duizenden in beweging bracht om der
waarts hunne schreden te richten. Nu, de aarts
vaders zpn vreemdelingen gebleven, omdat zp
een vurige begeerte koesterden naar een beter
vaderland, maar de Apostel licht ons in, dat
zjj niet dachten aan een beter, vruchtbaarder
en rjjker land op de aarde. Zp hieven hunne
oogen omhoog en zochten het hemelsche.
Het is duidelijk, dat de Apostel hier den
hemel het vaderland der aartsvader noemt, en
wp kunnen gemakkelpk verstaan, welk recht
hjj daartoe heeft. Immers een land beschouwen
wjj als ons vaderland, allereerst omdat wjj al
daar geboren zpn. Om diezelfde reden is de
hamel het vaderland der aartsvaders, ja van
aft» geloovigen. Zjj hebben met alle andere
menschen een aardsch vaderland. Maar zjj
hebben tweeërlei leven, een, dat hun toege-
komen is uit hunne ouders, uit hun geslacht,
«u een dat wjj aanduiden als geestelijk. Dit
laatste nu hebben zjj niet van de aarde, maar
uit den hemel. Kinderen Gods zjjn zjj en daar
om geldt van hen, wat Johannes opgeteekend
heeft: die niet uit den bloede, noch uit den
wil des vleesehes, noch uit den wil des mans,
maar uit God geboren zjjn. Daarom is de hemel
het vaderland van al Gods volk. Uit de aarde
2Ün zjj ook aardsch, maar God heeft hen uit
de macht der duisternis getrokken en over
gezet in het Koninkrijk van den Zoon Zjjner
liefde, Zoodra nu dit leven zich begint te ont
plooien, waakt ook in hen op liefde tot het
hemelsche. In overeenstemming met zjjn oor
sprong en zjjn aard brengt het den mensch er
toe om naar den hemel op te zien, en daar
naar te verlangen.
De hemel is het vaderland der geloovigen,
omdat daar al hunne rechten en schatten zjjn.
Wie altjjd in zjjn eigen aardsch vaderland
bljjft, waardeert in den regel weinig al de
voorrechten, welke hjj als burger geniet. Wjj
worden daaraan gewoon, en denken er dien
tengevolge weinig om. Maar wie jarenlang in
den vreemde vertoeft en zich heeft moeten aan
passen aan die hem vreemde omgeving, ver
staat het beter. Met de geloovigen is dit het
van het hemelsche vaderland
uit. In Kanaan hadden de aartsvaders geen
rechten. Maar in den hemel waren zjj bekend,
hunne namen stonden op de Ijjst der burgers
van Jeruzalem, die hemel waakte over hen,
beschermde hen, zorgde voor hen. Hier had
den zjj hunne kudden, hunne dienstknechten
en dienstmaagden, en het zjj verre van hen
om deze goederen als niets te achten, neen zij
erkenden ze dankbaar, want zjj spraken het
uitIk ben geringer dan al deze weldadigheid
en trouw, die Gjj o Heere bjj uwen knecht
gedaan hebt, maar zjj wisten tevens, dat zjj
aan deze goederen hun hart niet konden geven,
zjj mochten er hun vertrouwen niet op zetten,
en als gjj hen hadt kunnen vragenwaar zjjn
uwe wezenljjke schatten, dan zouden zjj u niet
gewezen hebben op de vette klaverweiden, waar
hun wollig vee
sproken hebben
ten van licht,