jvens-
Ofticiëele Berichten.
906.
Kerk- en Schoolnieuws.
des
iefde
at het
s, dat
od es
met
gt in
!®ven
in te
tmet
ïelie,
‘euke
loods
ot ge-
lomee
ft aan
)t ge-
over-
’schei-
tomen
groot
e zon
iet in
ilt g«
gaven
it van
>elang
ionai-
ukken
bode"
onen.
t een
lezer
enseh
ianin
onlijk
Ira er
ange-
m, wil
eerste
g vin-
Java.
ireven
brief
En nu
rjjven.
en het
naam.
ir op-
nst op
i ,un«
De Kerkeraad der Geref. Kerk van Vlissingen
(B) maakt bekend, dat D.V. op Zondag 26
Aug. 1906 des voormiddags 9i/s uur de be
teren,
gbid-
doel,
j per-
rer te
:h aan
g mjj
,r niet
als ik
et het
n, dat
t men
Ier de
vindt
ets te
volgt).
n de
en
en er
r, ge-
wer
ingen
amen,
heele schare schoolkinderen. Men
Ps. 134, op Javaansche wijze, toe.
Daarna hield ds. Zwaan een hartelijke toe
spraak, waarin hij de blijdschap der gemeente
*n van hem zelf vertolkteen daarop verzoch-
geld
s ten
•der-
velen
nenf
lemel
’.elfde
Zjjne
De diaconie der Geref. kerk te Oost- en
West-Souburg, aangewezen om saam te roepen
de te houden jaarlijksche Classicale Diaconale
Conferentie, welke D.V. gehouden zal worden
in het laatst van November e.k., noodigt de
diaeoniën in de Classis Walcheren uit, hare
punten voor het agenda in te zenden bij den
scriba vóór 1 October a.s.
J. Pouwbb, Praeses.
M. C. van de Putte, Scriba.
Oost- en West-Souburg, 15 Augustus 1906.
Na bevestiging door zijn broeder, ds.
Brinkman van Oldemarkt, met de woorden uit
Jes. 40 1 en 2, deed Cand. Brinkman van Kam
pen j.l. Zondag intrede te Beilen (vac. ds.
Sehaafsma), sprekende uit Hand. 4 12.
Mej. Bax te Putten overleden, legateerde
aan de Theol. School te Kampen f1000,vrij
van successierechten.
Onder veel belangstelling werd j.l. Woens-
dag de 23e Algemeene Vergadering van het
Ger. Traktaatgenootschap „Filippus” te Stads
kanaal gehouden. De voorzitter prof. Lindeboom
opende de vergadering op gebruikelijke wijze.
De verslagen van den secretaris en penning
meester werden uitgebracht. De aftredende
bestuursleden ds. Kropveld en ds. Westerhuis
werden met zoo goed als algemeene stemmen
herkozen. Het Huishoudelijk Reglement werd
volgens het Concept behandeld en vastgesteld.
Het Referaat van ds. Westerhuis „Wat kan
„Filippus” doen om de verwereldlijking van het
opkomend geslacht tegen te gaan”, werd met
veel genoegen aangehoord en lokte eene aan
gename- discussie uit. Prof. Lindeboom sprak
over „Volkslectuur” en toonde (o. a door cita
ten uit de Gids, waarin een jongeling van Geref.
huize vergoeilijkend over de zelfmoord geschre
ven haden door te wijzen op een vies boek
van den laatsten tijd, dat door Christen-recen-
senten aanbevolen was) duidelijk aan hoe noo-
dig het is, dat er een dam wordt opgeworpen
tegen den feilen stroom van allerlei (op zijn
zachtst uitgedrukt) minder gewenschte lectuur,
waardoor onze jongelingen en jongedochters
als verzwolgen worden. De gedachte dat Filip
pus eene Commissie benoeme voor keuring en
aanbeveling van Christelijke volkslectuur vond
in het midden der vergadering warme bijval.
Dhr. Koster van Appelscha bracht de zuster-
groet van „Jachin* over, wat door den Voorz.
met een wederkeerigen heilgroet beantwoord
werd. Hierop sloot ds A. Littoojj om 5 uur
de vergadering met dankzegging, nadat ge
zongen was Ps. 102:15.
Niettegenstaande de regen bij stroomen neer
viel en een hevig onweder was losgebarsten,
was de kerk goed gevuld toen om half 7
ds. Westerhuis optrad. Aan de hand van
1 Petri 3:8b („met innerlijke barmhartigheid
bewogen') sprak Z.Ew. een schoon en bezie
lend woord en droeg daarna het Traktaatge
nootschap op aan de hoede en den zegen van
Hem, Wiens ingewanden van „barmhartigheid'
rommelen.
Het was een aangename dagZegene de
Heere „Filippus' ook verder, en stelle Hij hem
tot een rijken zegen.
In de Friesche Kerkbode schrijft ds. de
Geus, het volgende aangaande „Het Kamper
Gymnasium'
„Collega v. d. Werfï vestigt in een inge
zonden stuk de aandacht op de „Nationale',
de vereeniging, die het Kamper Gymnasium
van de Kerken zou overnemen.
Op enkele door hem gememoriseerde zaken
willen wij thans wijzen.
De bedoeling van de Vereeniging is, het
Gymnasium zoo dicht mogelijk bij de Theolo
gische School te laten. Is deze in Kampen,
dan het Gymnasium ook in Kampen. Daar is
zeker veel voor te zeggenook nog wel heel
wat tegen, maar dat moet die Vereeniging
zelve wetenhet zou een zaak tusschen die
Vereeniging en de Leeraren worden.
Maar daar is iets anders, dat niet in die be
doeling behoeft te liggen, maar er toch in
gelegd kan worden en er niet in mag liggen,
of de onderhandelingen met de Kerken loopen
spaak. Wjj willen zeggen, dat het de bedoe
ling niet moet zijn, het Gymnasium zooveel
mogelijk kerkelijk Gymnasium, of Gymnasium
der Kerken te laten blijven. De Synoden van
Arnhem en van Utrecht hebben gezegd over
dragen aan eene Vereeniging. Dat moet het
ook werkelijk zijn. De kerken moeten van het
Gymnasium af, niet alleen financieel, maar ge
heel zoo staat het, en zoo moet men het van
weerszijden willen.
Nu behoeven wij geen mededeeling te doen
van wat op de jongste Curaturen-vergadering
te dezer zake is verhandeld. Dit eene kunnen
wjj wel er van mededeelen als onzen indruk,
nl. dat het Curatorium van oordeel scheen te
zijn, dat in het concept-contract niet voldoende
met bovengenoemden Synodalen wensch was
gerekend. Het is best mogelijk, dat daarop de
onderhandelingen voorloopig zijn afgestuit.
Wij zeggenvoorloopig. Want wij meenen
ook te weten, dat het Curatorium nieuwe
voorslagen der „Nationale* zoowel als van elke
andere vereeniging, die zich voordoet, zal in
overweging nemen. Bij al het overwegen is
het Curatorium echter gebonden aan het man
daat, door de Synode van Arnhem gegeven en
door die van Utrecht vernieuwd. Als nu „de
Nationale* daar ook maar wat meer mee reke
nen wil, dan zal het wel losloopen'.
heimisch” gevoel, dat zich in den beginne van u
meester maakt. In alle opzichten is het zoo’n
geheel andere, vreemde wereld hier. En vooral
de menschen, de inlanders, boezemen weinig
vertrouwen in. Zoo b.v. in Batavia, een wereld
stad, waarin veel omgaat, ontmoet ge ze bij
duizenden op de wegenen dan zijn allen be
drijvig, niets is in rust. Maar het gaat alles
zoo geheimzinnigge hoort geen rumoer, geen
geschreeuwge merkt geen enkelen voetstap,
maar allen schijnen te sluipen. Onwillekeurig
ziet ge schuw links en rechts om, en vraagt
bij uzelvenwat willen, wat bedoelen die allen
toch ’t Is of het leven hier door een geheim
zinnige macht gedrukt wordt, en er straks een
losbarsting zal volgen. Nu moet ge hierbij wel
in aanmerking nemen, dat wij, pas op Java
komend, zeer vermoeid waren van de reis met
onze drie kleine kinderenwe behoefden be
paald ontspanning.
Zooals ik dan ook reeds liet merken, begon
nen we aan de nieuwe toestanden al spoedig
te wennen, en nü gevoelen we ons in het nieuwe
raderland al vrij thuis.
Onze reis op de groote wateren is anders niet
onvoorspoedig geweest en in vele opzichten
interessant. We mogen spreken van de groote
goedheid des Heeren over ons. Zoo hebben
onze kinderen van zeeziekte in ’t geheel niet,
en wij zeer weinig geweten. En dat terwijl
menigmaal de zee allesbehalve kalm was. Ver-
der hebben wij met onze medepassagiers ge-
noegelijk mogen omgaan, en nog al eens ge
legenheid gehad, om hun te spreken over de
dingen der eeuwigheid. En dan deed het ons
bijzonder genoegen, dat mij verlof werd gege
ven om des Zondagsmorgens voor te gaan in
Godsdienstoefening. Dat gaf, voor ons althans,
eenige wijding aan den dag des Heeren, die
aan boord overigens zoo geheel gelijk is aan de
andere dagen der week. En God gaf in Zijne
goedheid 4 Zondagen achtereen zeer gunstig
weer, en neigde de harten der meeste passagiers,
om te kunnen hooren.
Maar met dat al waren we toch zeer dank
baar te Batavia voet aan, wal te mogen zetten
en daar te ontmoeten ds. Wijers en den heer
E. Th. Kal. Bij den laatste hebben we een
paar dagen vertoefd en het eerst met het Indi
sche leven kennis gemaakt. Van de gewone
ontvangst :door de gemeente kon geen sprake
zijn, omdat er vacantie was, en men dan ver
strooid is. Des te gemakkelijker konden we
toen onze begeerte vervullen, om onze vrienden,
ds. en mevr, van Dijk, te bezoeken.
Maar dat gaan naar Keboemen, kostte eerst
een epoorreis van meer dan een heelen dag,
in een trein, zooals die misschien een halve
eeuw geleden in Europa reed. Doch het gemis
aan comfort werd vergoed door een natuur
schoon, dat zijn wederga zoekt. Met de nieuwe
Ijjn door de Preanger, berg op berg af, 58 maal
over soms angstigdiepe ravijnen ik beloof
u, het is de moeite waard.
Verkwikkende rust kregen we onder het
vriendelijk dak van ds. van Dijk te Keboemen.
En daar begonnen we te wennen aan de in
landers: Javanen en Chineezen. We maakten
hier persoonlijk met hen kennis, en er kwam
sympathie voor dat arme volk. Alleen was het
nogdie taal, die taalMaar ik had de ge
legenheid mij al wat practisch te oefenen in
het Javaansch, door mee de dessa’s te bezoeken.
En nu heb ik moed, dat ik na niet al te lan
gen tijd de menschen ga verstaan.
De indruk van het werk op Frieslands terrein
was bijzonder aangenaam. De Heere werkt mede,
dat is kennelijk. Als ik in gedachte de mij be
kende streken van het vaderland doorzwierf,
dan kwam de verzuchtingof toch eens allen
in ons land het mochten zien en beseffen, hoe
God op Java door Zijne kerken een beginsel
heeft tot stand gebracht, en hoe het nu voor
h»n aankomt op getrouwheid, om door te zetten
«n veel ijveriger te worden.
Ja, die gedachte verliet my niet, toen wy van
Keboemen, Poerworedjo gingen bezoeken.
Wat was dat een treffende dag Dat men
onze komst verbeidde, dat wisten we in Hol
land reedsdat men sterk verlangde, merkten
we in Keboemen, waar de afgezanten kwamen
vernemen, of we er al waren. Maar dat men
hier was als kinderen, die op de komst van
hun vader wachten, dat voelden we diep, toen
we op ons erf Ploasan zagen niets dan blijde
gezichten. De Consulent, ds. Zwaan, die ons
vergezelde, had er schik in. Dan zagen we den
bekenden Timotheus, de steunpilaar. Moesa,
die reeds te Keboemen ons had begroet, was
hier niet. Hy vond het eigenaardiger ons met
de zynen in zyn eigen plaats, Temon, af te
wachten. En dan waren er de andere helpers,
en verschillende gemeenteleden, benevens de
zong ons
ten de broeders my aan de groote gemeente
hunnen dank te brengen en aan ds. Adriaanse
bijzondere groeten, en ik moet zeggen, dat zjj
nu weer bly waren. Onderwyl allen zich ver
gastten aan Javaansche versnaperingen, bekeken
wy ons huis en zochten in stilte, om hier wat
te mogen werken tot de eere des Heeren en
tot zegen van het volk, zooals eens het werk
van ds..Adriaanse werd gezegend. Aardig en
harteljjk hadden de broeders gezorgd voor een
rijsttafel, om ’t ons maar naar den zin te maken,
en hun liefde te toonen.
Wy maakten ook meteen van de gelegenheid
gebruik om van Poerworedjo wat te zien. Zoo
reden wy naar het kerkerf in de Chineesche
Kampong. U weet zeker, dat in dat bamboe-
gebouwtje niet meer wordt vergaderd, maar in
onze achtergalerij, omdat op dat gebouwtje een
klapperboom wreed neerviel en het onbruik
baar maakte. Wy zagen hier ook de school
van Timotheus, waar de banken allertreurigst
vermolmd waren. Ds. Zwaan gaf reeds last
tot het maken van nieuwe. En dan bekeken
wy ook de woning van Timotheus.
Met een goeden indruk van Poerworedjo met
hoop op de toekomst, keerden wy terug naar
Keboemen om ons nu te gaan wyden aan de
inrichting van ons huis. Maar, wyl men daar
voor beter terecht kan in Djocja, riepen wy
onzen vrienden te Keboemen een „totweerziens”
toe en vertrokken naar de bekende plaats van
Scheurer’s hospitaal.
Ds. en mevr. Zwaan namen ons hartelyk-
gastvry in hunne woning op. En denzelfden
avond nog kwamen ons verwelkomen de broe
ders en zusters, die hier werkzaam zyn. Jam
mer, dat het van de familie Scheurer moest
heeten „zy zyn vertrokken”. Ach, waarom doet
God zóó Is het dan zelfs voor een pas inko
mend vreemdeling niet overduidelijk, dat hier
een arbeid wordt verricht, die niet anders kan
dan God en Zyne genade loven, en die ver in
den omtrek levensgeur en zegen verspreidt
Ge moet ze zien in dat hospitaal al die ellen-
digen, van wier wonden en krankheid ge u
menigmaal niet schrikkelijk genoeg een voor
stelling kunt maken. En dan moet ge ’s mor
gens half negen eens gaan staan by den ingang.
Van verre komen ze af, strompelend of op
een baar gedragen, of in een wagen gereden.
Hier hopen ze op verlossing van hun gekende
ellende. Maar eerst wordt er gearbeid aan hun
geestelijke krankheid, die zy mei kennen. Een
van de helpers spreekt ze van den Heere Jezus
en zyn offer voor de zonden. Dan mogen ze
één voor één hun lichaamsnood komen klagen
by dr. van Marie, die hen vertrouwen inboezemt,
en onder zyne behandeling niet vergeet te spre
ken van de genade des Heeren. O, als ge dat
werk zoo eens nagaatals ge de nooit vermoeide
verpleegsters eens volgt door de zalenals ge
de handigheid van de inlandsche helpers en
helpsters bewondertals ge den uitgebreiden
en gezegenden arbeid van ds. Zwaan beschouwt
dan kan het niet anders, of ge hebt er veel
voor over, veel liefs te verlaten, en ge bidt:
o, Heere, gebruik ook my in Uwen zaligen
dienst tot uitbreiding van Uw Ryk.
Dagelijks heb ik hier gedacht aan de goed
heid Gods, dat Hy ook in Utrecht en Gelder
land mannen en vrouwen heeft verwekt, die met
een nieuwen medischen dienst het werk in
Poerworedjo willen steunen.
Dat is het gewichtige punt van aanraking
met de heele bevolkinghierdoor wordt de bres
geschoten voor het christendom. Daar heb ik
zelf iets van gevoeld, toen ik verscheidene
reizen Dr. van Marie vergezelde, als hy gehaald
werd om hulp te bieden in wat gy noemt
„holen en krotten.'
Ik hoop dan ook spoedig meer te mogen
hooren van de arbeidzaamheid van de nieuwe
Vereeniging. God zegene haar!
En nu broeders, ik zou wel meer willen
schrijven, om u te doen gelooven, dat hier
duidelijk is, dat uw werk niet ijdel is, en dat
ge trouw en vol kracht moet voortgaan. Maar
ik eindig, want het wordt tyd, dat ik u dezen
zend. Deze week nog hopen we naar Poer
woredjo te gaan, en dan hoop ik u spoedig
omtrent een en ander te kunnen inlichten.
Gods genade zy met u en met ons.
Uw broeder in Christus.
Tot onderwijzer aan de Geref. school te
Vlissingen is benoemd de heer Slot, onder
wijzer te Zaamslag.
AGENDUM voor de Achttiende Centrale
Diaconale Conferentie, D. V. te houden
te Apeldoorn, op Woensdag 5 Sep
tember 1906.
I. Opening der Vergadering.
II. Lezing der Notulen en Presentie-lyst.
III. Voorziening in de Vacaturen, ontstaan
door de periodieke aftreding van de broeders
G. Struik Czn., Enkhuizen, J. B. Blankenberg,
Amsterdam, Joh. T. de Lange, Ermeloo en W.
J. Noteboom, Utrecht.
(N.B. De broeders Blankenberg, De Lange
en Noteboom zyn niet in het diakenambt ge
bleven.)
IV. In hoeverre ligt het op den weg der
diaconie om in een gemeente, waar een flink
georganiseerde hulpkas gevonden wordt, onder
steuning te verleenen voor Schoolgeld, (’t zy
geheel of gedeeltelijk), en niet alleen aan ge
regeld ondersteunden, maar ook aan leden der
gemeente buiten dien kring?
Diaconie der Geref. Kerk te Kampen.
V. Mogen uit de gelden, in de openbare
samenkomsten der gemeente voor de armen
bijeengebracht, bijdragen worden afgezonderd
voor behoeftige zusterkerken om te dienen voor
kerkbouw of schulddelging?
Kerkeraad der Geref. Kerk te Coevorden.
VI. a. Is het overeenkomstig onze begin
selen dat diaeoniën onzer Kerken sympathie
betoonen met „het Groene Kruis', dat voor
namelijk op het platteland afdeelingen opricht?
b. Wat is er te doen, opdat niet alleen ons
Gereformeerde volk, maar ook onze diaeoniën
zich niet verder verliezen in de Groene Kruis
sympathiën
Diaconie der Geref. Kerk te Meppel.
VIL Zou het niet noodig en nuttig zyn, dat
de diaeoniën in de vergaderingen der Classis,
Provinciale en Generale Synode vertegenwoor
digd waren?
Diaconie der Geref. Kerk te Leiden.
VIII. Wat is het oordeel der Conferentie
over het geven van voorschotten, naar aanlei
ding van een daarover gehouden referaat en
wat in ons Correspondentie-blad daarover ge
schreven is?
Diaconie der Geref. Kerk te Enschede.
IX. Welke houding heeft eene Diaconie
aan te nemen tegenover eene Vereeniging, die
naast haar in de Gemeente werkzaam is in het
belang der armen
Diaconie der Geref. Kerk te Warns.
X. Hoe heeft eene Diaconie zich te gedra
gen tegenover arme leden der Gemeente, die
geregeld ondersteund worden en zich versieren
met kostbare sieradiën en na herhaalde ver
maning zich daarvan niet ontdoen
Diaconie der Geref. Kerk te Warns.
XI. Hoe te handelen met eene weduwe die
door de Diaconie ondersteund wordt?
a. wier kinderen best hun brood hebben,
maar niet helpen willen
b. die geldwaardige voorwerpen bezit en ten
pronk zet, en
c. hare nalatenschap niet aan de Diaconie
wil vermaken.
Moet zoo iemand ondersteund worden
Diaconie der Geref. Kerk te Kootwyk.
XII. Kan, volgens de Kinderwetten, de Dia
conie, voor de opvoeding van drie verwaar
loosde, halve weezen, op geldelyken steun van
het Ryk aanspraak maken, zonder daardoor
haar invloed te verliezen op de richting der
opvoeding
(De Diaconie bezit geen eigen inrichting.)
Diaconie der Geref. Kerk te Middelburg. (C)
XIII. Hoe denkt de Conferentie over de
„mandelige huishoudingen'
(Zie extract uit de dissertatie van dr. G. A.
Wumkes, geciteerd door dr. Los in het Januari
nummer van het Diac. Corresp. blad.)
Diaconie der Geref. Kerk te ’s Gravenhage.
XIV. Bepaling van plaats en tyd der vol
gende Conferentie.
XV. Sluiting der Conferentie om 5 uur.
BEROEPEN
te Kruiningen: Cand. Broek Roelofs;
te Burumds. Jonker van Wormerveer
te Laar (Bentheim): ds. Visser van Sprang.
AANGENOMEN
naar Zwolle: ds. Gispen van Baarn.
Dr. A. Kuyper Jr., die het beroep naar
Vlissingen B aannam, heeft Zondag j.l. afscheid
genomen van zyne gemeente te Makkum met
de woorden uit Filip. 4 1.
t
ebn.
Ingwbksbn.