EENE BEDE OM HULP I naar J.l. Zondag deed ds. Kuiper veen BOEKBEOOBDEELING uit. EINDE. geest. B. was een voorganger die ons het Woord Gods bracht, wien wjj te gedenken hebben zooals de uitkomst zijner wandeling. de len m! aal ms >en >eg, hop het den feet tUB, ven aad rkt, lier ilie, oor Hjj Isot en iel- rde aar ch- m- de aar irs, en- ods ste een jen lies liet de nd, ;aat van Old de rere fie- tnet i 10 tjjd ebr. pril ren. de sen, ing jjnt bil- AANGENOMEN Duurswoudeds. Brinkman van Oldemarkt xod m dat van rate ger eid, sen, VM oor ike iet erd de jke tip. de akt fde ua- ord en. be- ord dit van zjjn groot vermogen Over de redevoeringen van prof dr. H. H. Kuyper over „Vrouweljjke studenten* en van prof. mr. D. P. D Fabius over „Openbaar en Bij zonder Onderwjjs* D. V. de volgende week. ten slotte slechts de betrekkeljjk kleine som van twaalf duizend Franken (omstreeks 2320-00 dollar) over behouden Dit geld ver maakte hjj per testament aan Eustach. In dit stuk verhaalde hjj in roerende woorden de onveranderljjke liefde en trouw zjjns dienst knechts. Eustach leefde na den dood zjjns meesters op eenvoudige manier en maakte van de nalatenschap een edel en weldadig gebruik. Hjj zocht rondom de ellendigen en de Ijjdenden op. De bedroefden troostte hjj met vriendeljjke woorden uit Gods Woord geput, de behoeftigen ondersteunde hjj met milde gaven. De arme kinderen, die als weezen bjj den dood der ouders achterbleven, nam hjj aan, deed de jongens bjj bekwame ambachtsmannen in de leer, zocht voor de meisjes eene goede huis houding waar ze opgeleid konden worden. Al de onkosten werden door hem betaald. Met christeljjken raad stond hjj hen bjj en deed al wat hjj kon hen op den weg, die ten leven is, te leiden. Dat deed een neger Dat deed hjj onver moeid en trouweljjk in de liefde zjjns Èeilands en zjjner broederen. Zjjne linkerhand wist daarbjj niet wat zjjn rechter deed. Hjj handelde in geloof en daarom werden zjjne weldaden in stilte bewezen. God spaarde zjjnen rentmeester tot op hoogen ouderdom en nam hem toen tot Het Boek der Geboorten. Verklaring van het boek Genesis, door ds. J. C. Sikkel. Wjj ontvingen reeds het tweede stuk, dat loopt over Gen. II 7 tot VI 1, 2, waardoor wjj opnieuw versterkt werden in de overtuiging, dat wjj hier te doen hebben met een werk dat van grondige kennis getuigt. Er zullen zeer zeker gebreken ook aan dezen arbeid kleven, want zelfs een man als Paulus heeft moeten zeggenwjj kennen ten deele, maar daarnaar hebben wjj niet gezocht. Bovendien zjjn wjj nog niet zoover, wjjl wjj nog maar gekomen zjjn tot de uren, waarin wjj vol eerbied staan voor een werk, dat van zoo groot een plan en van zulk een moed bljjk geeft. Als wjj pogen in te denken den arbeid, die aan het gereed komen van zulk eene verklaring voorafgaat, dan brengen wjj ongeveinsd hulde aan hem, die het durfde te ondernemen, en die het aan vankelijk tot stand bracht. Als een proeve van zjjne verklaring kiezen wjj ditmaal Gen. II 16 enz. Vs. 16, 17. Over de boomen van Edens lust hof en bjjzonder over den Boom der kennis des goeds en des kwaads, zie T. U. op 2 9 En de Heere God pebood den menseh Is reeds in het bericht van den wil des Heeren, dat de menseh den Hof zal bebouwen en be waren (vs. 15), een spreken des Heeren tot den menseh begrepen, hier komt de mededee- ling van dit spreken des Heeren tot den menseh het eerst voor(1 2830 volgt na de schep ping der vrouwvóór de schepping der vrouw en bjj haar ontmoeting sprak Adam reeds zelf en was de menscheljjke taal reeds geboren en aanvankelijk ontwikkeldvgl. 2 1923). Met dit spreken des Heeren is de bewuste ontmoe ting tusschen den menseh en het woord ge- goven. (Zie hierbjj T. U. op Gen. 1 3). De Heere heeft den menseh door Zjjn woord en door Zjjn Geest gemaakt en wel als Zjjn be wust schepsel naar Zjjn beeld en geljjkenis. Geljjk de menseh daardoor bewuste gemeen schap kan hebben met Gods Geest, zoo kon hjj ook bewuste gemeenschap hebben met het Woord. Hjj kon God verstaan, Gods gedachten, die Hem geopenbaard werden. Hjj kon God verstaan in zjjn werken maar hjj kon ook den Heere verstaan in Zjjn woord, in zjjn toespre ken. Het woord, het spreken is een geestelijke werking, een werking, waarin en waardoor een geesteljjk wezen zich uitdrukt, gemeenschap oefent, zich openbaart. Het Woord is eeuwig leven in God. Het is God (Joh. 1:1). Maar als God zjjn geestelijke werking naar buiten, scheppend, doet uitgaan en gemeenschap oefent met zjjn Schepping, met zjjn menseh, Zich openbaart, dan spreekt Hjj. Voor zjjn aardsehe schepsel, kan die sprake Gods door de Schep ping, door de lucht, heengaan, en den geest des menschen bereiken door het oor. Het valt niet te betwijfelen, dat de Heere in Edens Hof alzoo sprak tot den menseh, geljjk Hjj daar in den Lusthof Zjjner schepping bjj den menseh woonde (vgl. Gen. 3 8, 10). Maar het eigen- De morgenvergadering werd Donderdag met een geestdriftig woord van den Voorzitter, prof, dr. H. Bavinck geopend. Spreker herinnert aan 26 Maart 1806, toen Bilderdjjk van zjjn bal lingschap naar Holland terugkeert. Bilderdjjk’s terugkeer in het vaderland is een feit, dat meetelt in de geschiedenis van ons vaderland. De antirev. partjj dankt aan Bilderdjjk de grondgedachte van haar organisatie en begin selen. Een school stichtte hjj, die vele jaren na hem de mannen der antirev. actie in onzen tjjd zjjn geweest. Als dichter heeft hjj alles teruggegeven wat haar toekwam. Hjj is de vader ook van de idee der Vrije Christelijke Wetenschap. In 1806 liet hjj zich dadeljjk weer als student der LeidscLe Hoogeschool inschrjj- ven. De wetenschap heeft den Christus Gods te eeren, zoo zong hjj. Doch dat ook brengt hem alra» met de Wetenschap in conflict, toen hjj in zjjn zangen de menschen waarschuwde hun kroost te onttrekken aan de Neutrale Ongodisehe School. Smaad en spot waren rjjk zjjn deel. De stillen in den lande gingen van lieverlee met hem en volgden hem met hunne liefde. B. jubelde in 1824 dan ook „God heeft zjjn 7000 nog*. En die zjjn thans verhonderdvou digd. De Vrjje Chr. Hoogeschool, wier belang ons hier saambrengt, is een product van zjjn INGEZONDEN STUKKEN. Gaarne plaatsen en van ganscher harte ondersteunen wjj onderstaande bede om hulp voor het Koninkrijk onzes Gods. Littooij. Door den watervloed van 12 Maart 11. die ook onze zeeweringen zoo vreeseljjk teisterde is hier groote verandering gekomen. De her stelling der djjken, die op sommige plaatsen tot den voet zjjn vernield, wordt sedert enkele weken ondernomeneen getal van pl. m. duizend polderwerkers uit alle oorden des lands, ja zelfs uit het buitenland zjjn hier tot dat doel aan den arbeid. Maar omdat die menschen daar ontbloot zjjn van voldoende geestelijke bearbeiding, acht zich de Gerefor meerde Kerk van Rilland-Bath geroepen tot meerdere herderlijke verzorging. De Raad dezer Kerk is echter niet in staat om een eigen Dienaar des Woords te onderhouden, en evenmin om dit noodige werk met kracht aan te vatten. Daarom richten wjj ons tot u, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebt en verzoeken uw steun in dezen geestelijken l\jke van het woord, van het spreken, is niet de klank en niet de klankvorming. Die zjjn slechts de ingang van het woord in de Schep ping en door de Schepping tot het menscheljjk oor, tot den menscheljjken Geest. Het woord zelf is een geesteljjk werkdaarin drukt de Onzienljjke, die Geest is, zjjne gedachten voor den menseh uiten daarin wordt Hjj door Zjjn geesteljjk schepsel verstaan. Maar God wekt daarmee ook het woord in den menscheljjken geest. Hjj roept in die ontmoeting de geestelijke werking van den wel toegerusten geschapen menscheljjken geest op. De menseh verstaat daardoor niet alleen de gedachten, maar ook de woorden Godsen zjjn geest opent zich niet alleen in gedachten, maar ook in woorden. De menschelijke taal wordt geboren. Geljjk de zon de bloemen ontsluit, zoo ontsluit het Woord Gods den menseh, zjjn geest. En geljjk de bloem in haar uitsluiting haar geur doet uit gaan en de vogel zjjn zang, zoo hoort en ver staat de geest des menschen door Gods toe spreken niet slechts God en Zjjn Woord, maar in dat hooren en verstaan ontsluit de men- scheljjke geest zich werkendde menseh hoort hjj denkthjj spreekt. Dat er slechts één taal, de taal, tusschen God en den menseh mogeljjk was, is ontwijfelbaar. Die taal was, geljjk ze was, noodzakeljjkzjj behoorde tot God als Schepper; zij behoorde bjj zjjne Scheppidgzjj behoorde bjj den mensehzjj kwam geheel met de natuur des menschen, met zjjn geest en met zjjn plaats in de Schepping en in de gemeenschap met God overeen. In deze taal, de taal, ontving de menseh de woorden Gods, en zjjn geest bewaarde die. Maar in diezelfde taal formeerde nu de menseh woorden. Die taal bloeide in den menseh op en uit. In die taal zou de menseh zich ontsluiten voor God en de Schepping, de menschheid, in de duizenden persoonlijkheden, in de volheid aller geesten duizendvoud onderscheiden, nochthans spre kend de ééne menscheljjke taal, de taal Gods en der menschen. Onder dit gezichtspunt moet het spreken des menschen bjj de ontmoeting der dieren en der vrouw worden bezien. Ook de taalverwarring bjj Babels torenbouwhet taalwonder op den Pinksterdag en in de apos tolische dagenen de stemme veler wateren in de Apocolypse (Openb. 19 6vgl. 1 15 14 2). Onder dit gezichtspunt moet ook wor den gezien de geesteljjke beteekenis van het Woord Gods in de wereld, al spreekt deze in de gezonken menscheljjke taal, waarin het ook van taal in taal kan worden vertaald door het Woord Gods moeten wjj geesteljjk leeren ver staan, leeren bidden, beljjden, profeteeren, God loven. Maar hier moet ook verstaan worden, hoe de Heere zjjn menseh in zjjne Schepping tot denken, tot verstaan brengt, niet door de schepselen allereerst, maar door Zich zelf, door Zjjn Woord, door Zjjn toespreken. Hieraan moet heel het historisch leven bjj het licht van het Woord Gods worden geleefden de menscheljjke kennis moet zich, bjj het aan schouwen der Schepping, geesteljjk door het woord, door de taal voortplanten. De geest, het woord des menschen, is het hoogste scheppings werk Gods, en door het woord moet de geest menschen vormen, de wereld regeeren en de Schepping bewerken.* Wjj hebben hier eene degeljjke verklaring, welke soms uitmunt in diepe gedachten, in verrassende lichtstralen, en treffende uitdruk kingen, en bjj vernieuwing hebben we ons verheugd over de uitgave van dit werk. Wan neer dit plan op deze wjjze ook verder uit gevoerd moge worden, dan ontvangen wjj eene uitlegging, welke geschikt is om het schrift onderzoek aan te moedigen en tot een rjjken zegen te maken. Boüma. samen te zjjn. In de Burgwalkerk werd door Prof. Bouwman de bijeenkomst geopend met een harteljjk woord van welkom. Deze dag bedoelt de liefde voor de Theol. School te verlevendigen en op te wekken, ’t Is nood zakeljjk, dat de gemeente medeleeft met de Theol. School. De Kerk kan de wetenschap niet missen. Vervolgens trad Prof. Noordtzjj op en deelde mede, dat zjjne woorden meer eene causerie dan eene rede zouden zjjn. Waar hjj wenschte te spreken over „stemmen uit het verleden* zou hjj niet komen op het gebied van kerk en school, al ware het ook niet kwaad, maar zich bepalen tot het grjjs verleden. Hjj leidde ons terug tot den tjjd toen er haast nog maar één tale was in de velden van Sinear. „Stemmen uit ’t verre verleden*, was het onderwerp. En wel die stemmen, welke ons tegenklinken uit de Schriftbeeldentaal van dien naasten tjjd. Eerst liet Z.H.Gel. zien hoe die beeldschrifvormen, bljjkens ’t getuigenis van de steenen waarop ze staan, waren ontstaan en wat deze ons te vertellen hebben over Cultuurleven en godsdienst van dien tjjd. deze wilde gaan. Zjjn eerste en laatste gedachte gold de veraangenaming van het leven zjjns heeren. Dit was des jongelings eeuig streven bjj dag en bjj nacht. Thans kwam de heer Villeneuve tot de erkentenis van het vele dat zjjn slaaf voor en na voor hem gedaan had. Het kon niet anders, zjjne gedachten waren nu dan ook gedurig bezig met de vraag wat hjj den getrouwen slaaf tot belooning doen kon. Hjj besloot hem zjjne vrjjheid te schen ken, liet tot dien einde een wettig stuk opstellen, waarin de vrjjheid den slaaf geschon ken en bjj den voortduur gewaarborgd werd. Dit gewichtig papier gaf hjj hem als bewjjs van zjjne erkentelijkheid. Met groote bljjdschap ontving Eustach zjjne vrjjheid. Maar in zjjne levenswijze kwam hoegenaamd geene verandering. Hjj hing zjjn heer nog inniger aan, zoo dit mogeljjk was en verpleegde hem met de meest liefdevolle zorg tot aan zjjn einde. Dit kwam spoedig daarna. De levenskracht van den grjjsaard was door zjjne vele Ijjdenservaringen geknakt voor den tjjd. Een krankheid, welke hem onverwachts en hevig aanviel, veroorzaakte zjjnen dood. Evenals een liefhebbend en dankbaar kind zjjnen vader betreurt, alzoo treurde en weende de slaaf bjj de baar en aan het graf van zjjn geliefden meester. De gestorvene had zich. Het was alsof een koning begraven werd toen zjjn stoffelijk overschot ten grave werd gedragen, zoo onafzienbaar was de menigte, die de eenvoudige baar des zwarten mans volgde. Duizenden weenden bjj zjjn grrrf, duizenden zegenden de gedachtenis van dezen edelen neger. Straks zal hjj staan aan de rechterzijde’ des grooten Rechters, en dan zal de Koning der koningen, de Heer der heerlijkheid tot dezen zwarten man het woord spreken: „Wel, gjj goede en getrou we dienst knecht, over weinig zjjt gjj getrouw geweest, over veel zal Ik u zetten ga in in de vreugde uws Heeren”. Wilt gjj dan naast dezen godvruchtigen, edelen neger staan Wilt gjj dan dit goede woord ook tot u gericht hebben Brengt Jezus’ woord in toepassing door het geloof: „Ga heen en doe desgelijks.” BEDANKT ’s Gravenmoer ds. Brinkman van Oldemarkt. van Hooge- intrede te Enkhuizen (vac ds. Oosten) met de woorden uit 2 Patri 1:19 na bevesti ging door den consulent ds. van Dorp uit An- djjk, die tot tekst had 2 Oor. 4:7. Na bevestigd te zjjn door ds. Oosten van Scheveningen met de woorden uit Spr. 1317b deed Zondag jl ds. Wisse van Lei den intrede te Driebergen, sprekende uit Jes. 15b7. 14 Aug. a.s. zal het 25 jaar geleden zijn dat ds. Gispen intrede deed in de Geref. Kerk te Amsterdam, terwjjl Z.Ew. 17 Aug. zjjne 50jarige Evangeliebediening hoopt te herden ken. In 1856 bevestigd te De Lier, diende ds. G. achtereenvolgens de kerken van Vlis- singeu (1859-1862) Giessendam, Kampen, Zwolle, en sinds 14 Augs. 1881 Amsterdam. Op 1 Juli j.l. is aan ds. Gruntke van Smilde (B) eervol emeritaat verleend. Bevestigd te Hasselt in Jan. 1870, diende hjj daarna de kerken van Giessendam, Hasselt (2e maal), Westervoort en sinds Sept. 1896 de kerk van Smilde (B.) Te Hilversum verklaarde zich eene groote meerderheid der mannelijke lidmaten van kerk A voor ineensmelang met kerk B. De kerkeraden der Geref. kerk te Vlis- singen (A en B) zjjn het met elkander eens geworden over de regelingen die getroffen moeten worden als het tot plaatseljjke ineen- smelting komt. Om de leden der gemeente ge legenheid te geven zich over elk punt van de concept-akte tot ineensmelting uit te spreken, zal er Donderdag 12 Juli eene vergadering worden gehouden, voor de leden van kerk A in de Noorderkerk, voor de leden van kerk B in de Nieuwe Middelkerk. Maandag en Dinsdag vergaderde het curatorium der Theol. School voor het eerst met 11 leden. Tegenwoordig waren voor Gro ningen, Westerhuis; Noord-Friesland, v. d. MunnikZuid-Friesland, De GeusDrenthe, NoordewierOverijssel, Hessels Gelderland, HoekstraUtrecht, DonnerNoord-Holland, Van Schelven Zuid-Holland, Doorn Zeeland, v. d. VeenNoord-Brabant met Limburg, Bosch. Tot praeses werd gekozen ds. v. Schelven, tot vice-praeses ds. Hessels, tot secretarissen ds. Donner en ds. De Geus. Tot penning meester werd in plaats van dr. Franssen, ds. A. M. Donner gekozen. Het Geref. Gymnasium bljjft voorloopig aan de kerken. Dinsdagavond werd te Kampen, ter in leiding van de theol. schooldag, in de Burg walkerk een bidstond voor de theol. school gehouden, geleid door ds. P. Bos van Delfzjjl. De redenaar had tot tekst gekozen 1 Cor. 3 7, naar aanleiding waarvan hij sprak over het geestelijk akkerwerk Gods. Hjj wees achtereenvolgens opwat God aan Zjjne Gemeente heeft opgedragenwat Hjj aan zichzelven heeft behoudenaan Wien alle eer moet worden toegekend Daarna ging spr. de vergadering voor in gebed. De opkomst was Woensdagmorgen zoo groot, dat er te veel gasten waren om in de aula Plaatsgebrek noopt ons het verslag hier af te breken. De volgende week hopen we het een en ander mee te deelen over het gespro kene door de D.D. Kok en Heida. Woensdagavond werd te Middelburg in kerk C door ds. Brink van Rotterdam de Bid stond voor de Vrjje Univ. geleid, die eene rede uitsprak naar aanleiding van Ps. 36 10 „Bij U is de fontein des levens, in uw licht zien wij het licht. Hoofdgedachte van deze rede was dat ook bjj Hem, onzen God en Heer de fontein van het leven der wetenschap is en dat we die daar zoekende ook de roemtaal des geloofs zullen kunnen doen hooren dat wjj het licht zjjn bjj Zijn licht. En toepassing was de bede dat de stichting der wetenschap die haar jaarvergadering op nieuw zag komen, moge bljjven leven uit die fontein en wandelen bjj dat licht. TOOI ien. ren on-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1906 | | pagina 3