irg,
ru-
en
n,
Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland.
Onder Redactie van: Ds. L. BOUMA, Ds. H. W. LAMAN en Os. A. LITTOOIJ.
h
c
•n
in
iii
rfl-
i
Ro. 48.
Vrijdag 25 Mei 1906.
3e Jaargang.
Drukkeruitgever
m
in.
w
UIT HET WOORD.
A.
I-
2,-,
Gomaris is ook by
in eere houden, in stee van af te
VARIA.
70 cent.
3 cent.
aa-
1 e n-
mis.
3 ver
D. LITTOOIJ Az.
MIDDELBURG.
en
uw
Leerr.
Leerr.
Heida
Leerr
Heida
nekke
Leen,
differs
O-
911
Tyd-
gere-
ABONNEMENTSPRIJS
per half jaar franco per post
Enkele nummers
H
I
Ptefln
mu.
Berg
lamer
U.
Jonge
Veen
Av.
lOtofc
ede.
kz,
Berg
onto,
luider
Supra- en Infralapsarisme.
Recht laten wedervaren.
IV.
Naar ons, volgens het laatste artikel bleek,
is de belynde, verschillende kjjk, die er was,
op hetgeen er in het besluit Gods eerst moet
gedacht worden de val of de verkiezing
Met medewerking van onderscheidene Predikanten.
PRIJS DER ADYERTENTIEN
van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.
FAMILIEBERICHTEN van 1—5 regels 50 cent, iedere
regel meer 10 cent.
5B
e
w
w
2
gen en Zijn vjj and zal het stof lekken. Vanuit
den hemel zal Hy Zjjn triomphtocht voortzetten
en alle knie zal zich voor Hem nederbuigen.
Deze mannen zyn nog wel op de aarde maar
zy zjjn niet meer van deze wereld. Hun schat
is in den hemel en daarom is hun hart ook
boven. Alle banden, welke hen aan het zin
nelijke hechtten, zijn verbroken en voortaan
zal hun wandel in den hemel zijn. In hen zul
len de hemelsche krachten werken, en uit hun
leven zal de onvergankelijke wereld lichten.
Nooit meer zullen zy uit het oog verliezen,
waartoe zij op de aarde achtergebleven zijn,
en aan de gewichtige taak zullen zij zich niet
onttrekken. Hunne eigen voorstellingen heb
ben zjj opgegeven, hun eigen wil verzaakt, en
zy hebben de deuren van hun hart wijd ontslo
ten opdat de Christus er in wone, heersche en
alleen het gebied hebbe. Wat Hjj wil, willen
zij, en wat Hij beoogt zullen zij enkel zoeken.
Al hunne vermogens staan Hem ten dienste,
waarover Hij beschikken kan, gelijk het Hem
behaagt.
Zjj verlaten den Olijfberg, die hun onver
gefelijk zal zyn en keeren terug naar Jeruza
lem, waar zy in stilheid wachten zullen op
des Heeren bevelen. Zy gaan naar de stad, die
de profeten heeft vervolgd, die versmaad heeft
de mannen, die tot haar gezonden werden, die
zelfs den eenigen Erfgenaam des hemels en
der aarde aan het kruis heeft geklonken, en
die zich eveneens in woede verzetten zal tegen
hen, die van Jezus zullen getuigen, maar
daarnaar vragen zij niet, daaraan storen zy
zich niet. Tot haar zullen zy gaan, omdat
Jezus hun dezen last heeft gegeven, aldaar
zullen zy blyven, zoolang Hy het wil. Schrift
geleerden en overpriesters mogen samen be
raadslagen om de aanhangers van Jezus te
verdrijven zy zullen niet wijken, alvorens hun
arbeid verricht te hebben.
Dit heeft de opstanding en de hemelvaart
in hen bewerkt, en gy ziet nu nog met hooger
achting op tegen de eenvoudige vissehers, die
met zulk een geestdrift bezield aan hun Mees
ter onvoorwaardelyk gehoorzamen, en gy waar
deert de heerlijke vrucht, welke voor hen de
overwinning van den Christus gedragen heeft.
Kunt ge echter ook zeggen, dat de hemelvaart
voor u tot een zegen is geweest Uit de aarde
zyt ge aardsch, hecht ge u aan de aarde, en
zoekt en bedenkt ge de dingen die beneden
zyn. Is dit by u veranderd? Hebt ge het in
gezien, dat deze wereld voorbijgaat met al
hare heerlijkheid Kunt ge haar loslaten
zoekt gy de dingen, welke boven zyn. Is
oog ontsloten voor de onmisbaarheid en dier
baarheid van Jezus, en gaat uw hart naar Hem
uit in vurige begeerte Als Hy ons het
een en het al is geworden, dan kan deze aarde
met hare volheid ons niet meer voldoen, en
eer wjj er aan denken vertoeven wy by Hem
met onze gedachten en verlangens. Eveneens
zullen wy ook er toe neigen om naar Zyn wil
te wandelen, en ons aan Zyne geboden te
houden. Afstand doen wy van onze eigen
voorstellingen en van wat ons bedorven hart
wenscht en wy schikken ons in Hem welbe-
hagelyk te zyn. Wanneer Hy het eischt, gaan
wy ook op een weg, die ons tegenstaat, bid
dende Vereenig ons hart tot de vreeze uws
Naams. Bouma.
en de verwerping, eerst ten tijde der Dordtsche
Synode (1618 en 19) ontstaan. Calvyn neemt
ten dezen geen belynd standpunt in, hy om
schrijft evenwel de praedestinatie zooals dat
later Gomaris deed. Doch het is, dunkt my,
niet te ontkennen, dat hy op andere tyden en
plaatsen haar ook van uit het standpunt der
beneden-valdryvers beziet en beschrijft. Hy
beziet ze èn van boven èn van beneden. En
dat kan, omdat voor hem en voor Gomaris na
hem vaststond, dat ook de val in het besluit
Gods is opgenomen alsmede, dat niet het be
sluit Gods oorzaak is van den val in zonde,
maar dat de mensch moedwillig en vrijwillig,
dus door eigen zonde en schuld, van God af
viel. En alles op te lossen voor ons men-
sohelyk denken, erkennen zy met de beneden-
valdrjjvers niet te kunnen, noch te mogen of
te willen. Het gemeenschappelijk getuigenis is
„God is groot en wy begrijpen hem niet.“
Ze roepen samen uit:
„O diepte des rykdoms beide der wysheid
en der kennisse Gods hoe ondoorzoekelyk zijn
zyne oordeelen, en onnaspeurlijk zyne wegen
Want wie heeft den zin des Heeren gekend
Of wie is zijn raadsman geweest
Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal
hem wedervergclden worden
Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem
zijn alle dingen. Hem zy de heerlijkheid in
der eeuwigheid, amen."
Zy willen, naar den eiseh des Woords, door
het geloof leven. Slechts voor zoover God ons
de dingen openbaart, kunnen, mogen en moe
ten wy ze onderzoeken. De beneden-valdryvers
zeggenblijft staan, waar wy staan blyven
en de boven-valdryvers zeggen ééne schrede
kunnen, mogen en moeten wy nog verder gaan.
Het resultaat is evenwel by beiden gelijk.
Zoo tenminste is het als men, zooals de Remon
stranten tegenover al de Gereformeerden deden,
hun geene gevolgtrekkingen opdringt, die zy
(bovendrijvers geheeten) met verontwaardiging
verwerpen en afwijzen. Dit geschiedt, wan
neer wy zeggen, gelyk de Remonstranten
zeiden, dat in hunne leer van de praedesti
natie ligt opgesloten, dat God de zonde wilde
en werkte, er mitsdien oorzaak van was en
ze dies niet rechtvaardig kan straffen. Het
tegendeel toch stond en staat by alle Gerefor
meerden vast.
Laat dat gezegd en verzekerd worden, opdat
geen hunner onrecht worde aangedaan, en geen
noodelooze onrust worde verwekt.
Immers, gelyk gezegd is, is het resultaat by
boven- en benedendryvers gelyk. Allen toch
erkenden en erkennen de Souvereiniteit, de
onnagaanbare liefde en de vrije genade Gods
in den Zoon, Jezus Christus, jegens de ellen
dige, om eigen zonde en schuld doem- en
vloekwaardige menschen, alsmede, de recht
vaardigheid, de langmoedigheid en de heilig
heid Gods. Als uit éénen mond luidt het by
allen„Uit genade zyt gy zalig geworden.'
Ook willen allen gelooven en aanbidden,
waar het voor hen vaststaat, dat de Heere ons,
naar Zyne vrijmacht en wijsheid, geene nadere
Openbaring beliefde te geven.
Alle Gereformeerden, die met het hart ge
looven, zeggen daar, waar zjj hunne gedachten
gevangen geven onder de gehoorzaamheid des
geloofsWy zullen het „na dezen verstaan.11
Insgelijks zjjn zy allen er van overtuigd
dat de Heere alle bedillers en tegensprekers
Zyner Souvereiniteit, liefde, barmhartigheid,
rechtvaardigheid en heiligheid den mond zal
stoppen. Wat God by de bèkeering, dus hier,
reeds doet als het is„Laat ons samen
richten.* Dat is, als Hy de menschen voor
eigen bewustzijn en naar eigene erkentenis diep
schuldige zondaren doet worden, dat zal Hy
alle menschenkinderen doen erkennen van en
NA DE HEMELVAART.
Toen keerden zij wederom naar Jeruzalem
van den berg, die genaamd wordt de
Olijfberg. Hand. I 12a.
Door de diepten waren de Apostelen gegaan,
en bange oogenblikken hadden zjj doorleefd.
Welk een donkere nacht had zjjne vleugelen
over hen uitgebreid, toen zy gezien hadden, hoe
Jezus geheel in de macht Zyner vjjanden ge
komen was, zonder dat iemand Hem verloste.
Met de wanhoop in het hart hadden zjj, nadat
Hy op Golgotha gestorven was, den terugtocht
naar Jeruzalem aanvaard en zy meenden, dat
er nu nooit meer licht in hunne duisternis kon
opgaan. In dien toestand waren zjj gebleven
uren aaneen, en er was niemand, die hen
troosten kon. Neen, wy zullen het nimmer vol
komen verstaan, welk een smart er spreekt uit
dat woord: Wy hoopten, dat Hjj Israël ver
lossen zou. Zjj hadden dit zoo vast geloofd, zy
waren daarvan zoo zeker overtuigd, en nu
scheen het hun toe, dat al hun verwachtingen
ijdele droombeelden geweest waren, en zy ver
weten zichzelf hunne dwaasheid.
Zes weken later ontmoeten wjj deze mannen
thans. Zy gaan weer naar Jeruzalem. Herkent
gjj hen nog?
Hoe stevig is hun tred, hoe vroolyk staat
hun oog, hoe opgeruimd is hun gelaat en hoe
opgewekt hun onderling gesprek. Wat is er
gebeurd
o Zegt ge, het is my duidelijk, want Jezus,
van wien zjj dachten, dat Hjj hun voor altyd
ontvallen was, is uit het graf verrezen en heeft
zich meermalen aan hen vertoond met vele
gewisse kenteekenen. Dit is zoo en wjj zouden
niet gaarne iets afdingen van de beteekenis,
welke gy daaraan hecht, maar Hjj is weer heen
gegaan, en hun oog zal Hem in dit leven niet
meer zien, hun oor zal Zyne stem nooit meer
hooren. Een oogenblik geleden waren zjj nog
met Hem, wandelden zy naast Hem, spraken
zy tot Hem en konden Hem nog vragen doen.
Daarop ging Hjj heen, en terugkomen zal Hjj
eerst aan ’t eind der dagen. Is het niet wonder
lijk, dat de mannen, die by zyn sterven zoo
nameloos treurig waren, nu, nadat Hy heen
gegaan is, zoo kalm en bljjde zjjn.
Zjjn dat diezelfde mannen, die voor enkele
dagen allen moed opgegeven hadden, waar zjj
hun Meester misten en nu vol moed terug-
keeren naar de hoofdstad, terwjjl hunne Leids
man opgenomen was in den hemel?
Wonderlijk is het. Onverklaarbaar echter
niet. Zoolang Jezus met hen wandelde, waren
hunne verwachtingen zeer aardschde ver
lossing, welke zy in hem begroet hadden, be
schouwden zjj als eene, die hun gansehe volk
vrijmaken zou uit elke vijandige macht. Die
droom was wreed verstoord door het lijden en
het sterven, maar de hoop herrees aan den
derden morgen, gezuiverd van alle verkeerde
elementen, en door de hemelvaart kreeg zy de
juiste richting en den waren inhoud Nu ver
stonden zjj, dat het Koninkrijk van Jezus niet
van deze wereld was, en dat zjj er derhalve
niet op behoefden te rekenen, dat hun volk
staatkundig zou 'ópstaan uit zjjn diepe verne
dering, doch dit ontmoedigde niet, want een
geheel andere en veel meer schitterende toe
komst was hun ontsloten. Zjj weten het thans
zeker, dat Jezus is de overwinnaar van den
dood en het graf, dat Hjj als Koning alle macht
in den hemel en op de aarde heeft, en op den
troon van zjjn vader David zitten zal tot in
eeuwigheid.
Welke vyand zou nog machtig genoeg zjjn
om zich tegen Zjjn rjjksbewind te verzetten, en
de uitbreiding van Zjjn gebied tegenhouden
Niet één. Het woeste volk zal voor Hem bui-
door zich zelven te zyn, dan nameljjk wanneer
Hy hun alles ordenljjk voor oogen zal stellen.
Nogeens. Wat Zjjne handelingen en wegen
betreft, zal Hy Zich tegenover allen recht
vaardigen en Zjjne Majesteit handhaven, gelijk
Hy dat eenmaal zelfs tegenover Zy'nen god
zaligen knecht Job en de vrienden van dezen
heeft gedaan.
En nu... vóór ik de bewjjzen ga leveren dat onze
belijdenisschriften infralapsarisch zyn, moet mjj
nog een woord van het hart. Het is dit, dat,
naar ik meen, Ds. „L. W. Hulst, predikant der
Holl. Chr. Gem. in Grand Rapids,* in zjjn
schriftje Supra en Infra”, aan Dr. A. Kuy-
per Sr., die hy byname bestrydt, niet het
broederlijk recht laat wedervaren, waarop deze
aanspraak mocht maken. Wanneer ik dit zeg,
wil ik daarmee volstrekt niet zeggen, dat ds.
Hulst Dr. K. geen recht laat wedervaren, waar
hjj hem als iemand die het Supralapsarisme
voorstaat, bekend maakt, en waar hy tegen
over dezen Hooggeleerde het infralapsarisme
verdedigd en als de leer onzer belijdenisschrif
ten in het licht stelt. Ik heb voor den moed
en voor de overtuiging, waarmee Ds. Hulst
schreef, en voor de afdoende wijze waarop hy
het laatstgenoemde verrichtte, alle waardeering.
Dit slechts is mjjne grief, dat Ds. Hulst
niet genoeg in het licht stelt, dat Dr. A. Kuy-
per, blijkens al zyne geschriften, even ver is,
als Calvjjn en Gomaris dat waren, van hetgeen
de Remonstranten uit de leer der praedesti
natie in het algemeen afleidden, hun toedicht
ten en als in den mond legden. By eene be
strijding van Dr. K., als in het boekske van
Ds. Hulst plaats heeft, had, om niet noodeloos
te verontrusten en tegenover dezen Hoogge-
geleerde, de duizenden waarvoor hy schreef, in
te nemen, zeer flink en goed moeten uitkomen,
dat, ook door Dr. K., de oorzaak, de zonde,
de schuld en de strafwaardigheid van den val
en zyne gevolgen, alsmede de betooning van
Gods loutere genade in Christus tot verlossing
van doem- en vloekwaardige zondaren, in één
woord de openbaring, en de verheerlijking
van al de eigenschappen Gods niet minder
sterk worden gehandhaafd, beleden, geleerd en
in het licht gesteld, dan dit door de beneden-
valdryvers geschiedt.
Gelyk by Calvyn en
Dr. K. ten dezen opzichte het resultaat het
zelfde als het is by hen, die infralapsariseh
denken.
Een gave Gods, als wy in Dr. K. van den
Heere ontvingen, mogen de Gereformeerden
in de geheele wereld wel op hoogen prys
stellen en
breken.
Het bevreemdt my dan ook niet, dat uit
dit oogpunt Ds. Hulst’s schrijven bezien, zeer
velen in Amerika er tegen op kwamen.
Dr. K. onvoorwaardelyk volgen, dat hier
tegenover staat, mag en behoeft evenmin. Dit
doen wy alleen Hem, ten opzichte van Wien
wy met eerbiedenisse zeggen„Eén is uw
Meester,' namelijk Christus.*
De slaafsche volgelingen van een uitnemend
mensch bederven niet zelden zeer de zaak,
door een zoodanig mensch voorgestaan. Hun
moet daarom het.... halt, weleens worden toege
roepen.
Doch het moet niet minder leed doen, wan
neer de medebelyders dezen mannen geen ge
noegzaam recht laten wedervaren en hen, al is
het ondanks zichzelven, afbreken. Dat behoeven
wy, medebelyders, de enkele zeer uitnemende
mannen die de Heere ons geeft, niet te doen.
Door de vjjanden van den Christus Gods ge
schiedt dit meer dan overvloedig.
Tengevolge van bovenstaand schrijven, zal
eerst de volgende week geleverd worden wat
vóór acht dagen was toegezegd. Littoou.
1
58.
a ii-
J
■nd,
I I
Zeeuwsch Kerkblad
AT