Bernardus Smijlegelt en zijn lijd. 4). III.; ill Zijn vbbdebb Loopbaan FEUILLETON. j I f 1 KERK, BELIJDENIS, ZENDING. Is i' 4 i v. d. Wiele; 3, fl$o Zendingsdag. Het kan best. Zt D. V. de volgende week (Wordt vervolgd). Littooij. eei VO( loc lev I dal eei an vei toe we dii ko ko WI ds. rat hi hi hi pa: Al va Ze Chbik. Disk. Chbis. Dibk. ra be dii W ve be zj) in: gl' ni M 1 vin I var bev var A vat He doc I wjj tot I din I de nl. J vai zie gei nit 1 koi 5 ieti net VO( ze we tot on: 1 vai J sig te ’t de de on zo de hi ze te de hi w D N ze w H w kt HL Evenwel al roemde ook elk zijn voorbeel- digen wandel en zjjn oprechte godsvrucht, toch zouden dezen niet in staat geweest zjjn zjjn nagedachte eeuwenlang in eere te houden. Dit kon alleen, zoo iets blijvends zjjn naam vereeuwigde. Nu heeft Smijtegelt zelf nooit eenig werk uitgegeven. Er was echter in Middelburg eene ongehuwde vrouw, Maria Booter genaamd, een vurig vereerster van dezen prediker. Het was haar niet te veel onder de prediking korte aanteekeningen te maken, om die thuis beter uit te werken. Jaren aaneen heeft zij dit vol gehouden. Zij gaf de zoo bekende Catechismus, een woord op zijn tijd, de toespraken over het gekrookte riet, in één woord een gansche reeks van merkwaardige geschriften waaraan Smijte gelt zijne bekendheid dankt. Wij zijn vol bewondering over den ijver van deze vrouw. Een woord van warmen dank mag niemand haar onthouden, ’t Is waarlijk geen klein werk, zoo talloos vele predicaties Overeenkomstig de mededeeling van ver- ledene week werd Woendag 1.1. de Zeeuwsche Provinciale Zendingsdag gehouden te Middel burg in de Gasthuiskerk. De Bidstond, waar mede de samenkomst aanving, werd geleid door Ds. J. v d. Berg. Vooraf liet de voorzitter Ds. J. H. Donner, zingen Psalm 865. Daarna las Ds. J. v. d. Berg Psalm 67. Wees op de niet bemoedigende ongesteldheid van den uitnemenden Dr. Scheu ren Sprak verder aan de hand van Psalm 67 23, over de rechte zendingsbedeZe is, zoo luidde het: een heerlijke een noodzakelijke, een zegenrijke. nu zijn. na te schrijven en nauwkeurig weer te geven. Vooral met ’t oog op hare gebrekkige ontwik keling, en de geringe kennis van haar eigen taal. Maar hoe dankbaar wij ook zjjn, wjj spreken toch openlijk uithoe jammer dat Smijtegelt zelf niet de vrucht van zjjn arbeid ons gaf. Men zegt dat hij te bescheiden van aard was. ’t Is mogeljjk, maar een jammer blijft het. Want nauwkeurig gesproken kennen wij nu den echten Smijtegelt niet, maar den Smijte gelt van Maria Booter. Nu behoeft niemand te denken dat deze vrouw niet trouw en eerlijk is geweest. Ik geloof dat weinigen met zooveel nauwgezet heid zulk een reuzentaak zullen volbrengen. Dit neemt echter niet weg wat wjj zeiden. Wjj zien den man niet zelf. Zoo dezen dienaar beschouwende, in ’t licht van de groote nalatenschap door zijne vriendin hem bezorgd, is er inderdaad zeer veel be koorlijks in dezen man Gods. Wie aandachtig leest, merkt terstondhier spreekt een man van overtuiging, die zeggen kon, ik geloof, daarom spreek ik ook. En Smjjtegelt treedt voor U als een geharnast strijder, wel geoefend in ’t hanteeren van de geestelijke wapenrus ting. Een man is hij, machtig in de Schriften, een dienaar die zijn bijbel kent van ’t begin tot ’t eind, met de gave om vooral van de historie een zeldzaam gelukkig gebruik te de Remonstranten slechts afdoende bestreden en wederlegd konden worden van uit zijn stand punt daarna is dat standpunt dat der boven- valdrijvers genoemd. Bogerman c.s. stonden de meening voor, dat de Remonstranten van uit hun standpunt, sinds dat der beneden-valdrjj- vers geheeten, evenzeer konden wederlegd en bestreden worden. Bij verschil van meening hierover bleven zij, gelukkig, één, elkander waardeerend en steu nende tegenover de tegenstanders, de Remon stranten. Zóó behaalden zij de overwinning. Wijl de Gereformeerden het daarin eens waren dat God niet de oorzaak van de zonde is, alsmede dat wij uit loutere genade, door Christus, zalig worden, werkten het meer offi cieel ontstaan van boven- en beneden-valdrjjvers niet verontrustend. De Synode zelve en de Gereformeerde Kerken bleven evenwel in hare belijdenisschriften de I leer der beneden-valdrjjvers huldigen en mits- dien belijden. Daarvoor leveren we de bewijzen. van den Magistraat verontschuldi gen zich zoo goed zij kunnen en met stilzwij gen wordt ’t aangehoord en aangenomen voor wat het is. Toch neemt Smijtegelt op zich te doen wat hjj kon, onder voorwaarde dat de Magistraat zich op den volgenden rust dag onder zijn gehoor laat vinden. De Zondag breekt aan. De schare komt saam in ’t huis des Heeren en ziet met bevreem ding hier tegenwoordig de Heeren van den maken. En haalt gij een enkele maal uwe schouderen op over een uitlegkundigen mis greep, altijd bewondert gij toch het vernuft van den redenaar. Niemand zal eene poging wagen om juist zoo te prediken als hij. ’t Zou ook verkeerd zijn. Men kan zeker te ver gaan, zoo ’t doel is elk argument van de preek met een tekst te bewijzen. Daarvoor is de Schriftuur niet gegeven. Maar aanbevelenswaardig is wel, dat elke predicatie bij een zuivere vertolking van Gods Woord, dat zjj in taal en stijl zich zoo nauw mogelijk daarbij aansluite. Smijtegelt was zeer geoefend in de verborgenheden des geloofs, hij kende ’t menscheljjke hart als slechts weinigen. Kostelijk kon hjj een gids zijn voor den kleine, die den eersten stap zet op den weg des levenszijne vertroostingen zijn liefelijk, zijne vermaningen scherp, krachtig, niets ontziende. Vooral was de volkstaal hem eigen, ’t Is waar, wjj hooren hem zelf niet. Maar volgens vertrouwbare getuigen, sprak hjj zeer eenvou dig, zoo na mogelijk zich aansluitend bij de volkstaal. Wie deze kunst verstaat wint velen, en maakt de gedachten van vele harten open baar. En al verhoogt het de schoonheid niet als Maria Booter soms zeer platte woorden haren leeraar in den mond legtals zij zonder eenige noodzakelijkheid en tegen de H. Schrift, Nou is ’t me duidelijk. En ge zjjt van oordeel, dat het wel kan. Chbib. Dat is zoo. Ik geloof zelfs, dat het best kan. Dibk. Maar zij die met je dezelfde meening toegedaan zijn, zullen daarvoor grond hebben. Mag ik die eens weten Chbis. Graag. In de laatste jaren is de ijver voor de Zending algemeen in onze kerken meer ontwaakt. Ook in onze provincie. Dibk. Ja, dat heb ik ook gemerkt en dat is een verblijdend verschijnsel. Chbis. Het doet mij goed, dat ge dit uit spreekt, want er zijn er nog altijd, die er weinig voor voelen. Dibk. Laten wij daarover maar niet praten, ga liever voort met uw verhaal, want daarnaar zie ik belangstellend uit. Chbis. Ook al goed. Van dien ontwaakten ijver is de eerste vrucht, dat er in verschillende kerken organisaties ontstaan zijn, die aan de leden gevraagd hebben wat zjj voor eigen zending eventueel over hadden. Dibk. Ge moet niet zulke vreemde woorden gebruiken, als ge hebben wilt, dat ik je be grijpen zal. Chbis. Ik hoop er aan te denken. Op die I vergadering dan werden de cjjfers genoemd, I en het geheele bedrag waarop we nu rekenen I kunnen is ruim drieduizend gulden per jaar. Dibk. Dat valt me niet tegen. Het is een I mooi begin. I Chbis. Ja, maar nu zijn er nog onderschei- I dene kerken, waaruit geen opgaaf ontvangen is. Dibk. Weet ge ook, welke de reden daar- I van is. Chbis. Neen. Daarover heb ik geen mede- I deeling gehoord. Dibk. Maar hoe zijt ge er toe gekomen om I te denken, dat het best kan. Chbis. Wel dit is nog al eenvoudig. Er is I nu reeds drieduizend gulden. Als nu sommige I kerken, die zeer sterk zjjn, hunne toezegging I verhoogen, en andere, die nog niets van zich lieten hooren, ook het hare doen, dan komen wjj er gemakkeljjk. Dibk. Het kan wel zoo zjjn. Doch neem me niet kwalijk, dat ik er anders over denk. De laatste loodjes wegen zwaar. En het gaat niet over loodjes, maar over ponden. Er móet nog zooveel bij, als er is. Chbis. Het valt haast altijd mee Als er een wil is, is er een weg, en dit moet. Dibk. Dit spreek ik niet tegen. Nochtans moogt ge een zoo ernstige zaak niet opper vlakkig behandelen. Het geld moet er eerst wezen, want anders krjjgt ge ook hier het hinkend paard achteraan, en dat is zeer be lemmerend en ontzenuwend. Chbis. Zoo moet ge niet redeneeren. Ge komt er dan nooit. In de zaak van ’t Konin krijk der hemelen moet er geloof wezen. Dibk. Ja, dat is licht uitgesproken, maar I zelfs voor geen geld te bekomen. Het komt mjj voor, dat het wel kan, mits er eens eenigen, I die rjjk met aardsche goederen gezegend zjjn, I beginnen met jaarlijks een flinke bjjdrage te I leveren. Chbis. Daar ben ik zeer voor. En die zjjn I er nog wel. Waarom komen ze niet voor den I dag. Als er eens tien waren, die elk honderd I gulden gaven, dat zou opschieten. Dibk. Daar hebt ge het. Dan zouden er allicht ook komen, die eens vijftien en vijfen twintig beloofden, en wjj waren binnen enkele I maanden gereed. Gebeurt dit niet, dan zal er I nog wel eenigen tjjd over heengaan, vóór wjj de zaak kunnen aanvatten. Chbis. Dit laatste hadt ge moeten zwjjgen. I Dibk. Neen. Het moet voor de Gerefor meerden duidelijk zjjn, hoe het er bjj staat. I Dit zal prikkelen om met moed voort te arbe’- I den, want het bevel des Heeren is zoo duide- I lijk. Wie zou er zich aan durven onttrekken. I Haastige spoed is zelden goed. Chbis. Het kan best, als ieder meedoet. Dibk. Dat zeg ik ook. Mits ieder naar zjjn I vermogen. Bouma. Middagvergadering half èèn. Opening zingen I van Psalm 67 1. Mededeelingen worden gevraagd omtrent 3 I punten lo. is er in elke plaatseljjke kerk reeds een organisatie I 2o. Is ze er niet, waarom niet indien wel, wat is haar adres 3o. Welk bedrag kan worden toegezegd elk jaar door de plaatseljjke kerken De antwoorden op deze vragen zjjn I Classis Middelburg, Arnemuiden op vraag 1, I ja2, de kerkeraad3, f 50 jaarljjks.J Domburg: 1, ja; 2, de kerkeraad; 3, f 16 I jaarl. Gapinge1, ja 2, de kerkeraad 3, f 15 jaarl. Grjjpskerke1, neen 2, de kerkeraad 3, I f 100 jaarl. I Koudekerke 1, ja 2, F. Boone, secretaris I 3, f 175 jaarl. Zendingsblad 110 abonné’s. St. Laurens: 1, neen; 2, de kerkeraad; 3, I f 23,50 jaarl. Meliskerke 1, ja2, de kerkeraad3, f 120 jaarl. Middelburg A.1, ja 2, de kerkeraad 3, f 98,25 jaarl.B.1, ja 2, P. Tazelaar 3, f 75 jaarl.C.1, ja; 2, D. Norel;3, f300 jaarl. Oostkapelle1, ja; 2, de kerkeraad; 3, f75 jaarl. Serooskerke: 1, ja; 2, J. H. Buys; 3, f 136 jaarl. Souburg1, ja 2, P. Alewjjnse3, f 165 jaarl. Veere: 1, neen; 2, spoedig wel3, f 25 jaarl. Vlissingen A. en B. gecombineerd1, ja 2, de kerkeraad3, f 200 jaarl. Vrouwepolder1, ja; 2, de kerkeraad; 3, I f 20 jaarl. Westkapelle Absent. Classis Zierikzee, Brouwershaven Absent. I Bruinisse1, neen2, pogingen worden ge- I daan 3, f 60 jaarl. Coljjnsplaat, Geersdjjk, Haamstede, Kamper- I land, Nieuwerkerk, Oosterland, Scharendjjke en Zonnemaire allen absent. Zierikzeealles hetzelfde als ’t vorige jaarI f 180 jaarl. De boot vaart maar eens per dag daarom is de classis Zierikzee grootendeels afwezig. Classis Tholen, Anna Jacobapolder1, neen I 2, de kerkeraad3, f 50 jaarl. met de Pinkster- I collecte. Bergen op Zoom: 1, ja; 2, de kerkeraad; 3, f 100 jaarl. Krabbendjjke1, ja; 2, de kerkeraad3, f 50 jaarl. PoortvlietAbsent. Rilland-Bath 1, neen 2, de kerkeraad 3, f20 met Pinkstercolleete. Tholen A: Absent. Tholen BAbsent. Oud-Vosmeer1, neen 2, de kerkeraad3, f 20 jaarl. Classis Goes, Baarland1, ja2, de kerke- I raad 3, f 28 jaarl. Borsele 1, ja 2, de kerkeraad 3, f 10jaarl. Goes1, ja2, K. Ie Cointre3, f 100 jaarl. ’s GravenpolderAbsent. HeinkenszandAbsent. lersekeAbsent. Kapelle-Bi ezelin ge1, neen, wel bestaat het plan te organiseeren2, de kerkeraad3, f 40 I met inbegrip van de Pinkstercolleete. Kruiningen1, neen 2, de kerkeraad 3, f 30 jaarl. Nieuwdorp1, ja2, de kerkeraad3, f 80 nu juist niet de gunsteling edele Heeren. Men zendt den predikant. Deze toont zich zeer verwon derd dat Heeren die zoo zelden van zjjn dienst gebruik maken, nu juist zijne hulp inroepen. Waarom wendt gjj U niet tot een mjjner collega’s De leden spreekt van zieltjes* en „mensefajes,* van .zuchtjes* en .gebedjes*, wjj gevoelen toch: deze prediker roerde de snaar van ’t hart des volks. Dat is een groote gave. Het volgend verhaal legt getuigenis af van zjjn grooten invloed bjj ’t volk. In Smjjtegelts tjjd was er eens een soort van opstand onder de burgers van Zeelands hoofdstad. Het volk morde onder een nieuwe belasting en weigerde hardnekkig zich te onderwerpen. De Magi straat kwam op het denkbeeld om in dezen neteligen toestand zich van Smjjtegelts in vloed te bedienen. Gewoonljjk was deze leeraar van deze Hoog- eene commissie tot Het kan best. Zoo Kan het best Meen je dat Ja zeker. Denkt gjj er anders over Dat kan ik niet zeggen. Eerst dien ik te weten, waarop je het oog hebt. Chbis. Ge hebt geljjk. Aldoor dacht ik aan eene zaak en sprak toen uit, wat er in mjj omging. Wonderlijk hé Heb je dat ook weleens Dibk. Ach, dat gebeurt iedereen. Doch vertel nu maar eens, wat er in je omging. Chbis. Op de Zeeuwsche Zendings-Confe- rentie te Middelburg is lang en breed gespro ken over de vraag, of onze kerken in ons gewest een eigen missionair dienaar des Woords zouden kunnen uitzenden. En daarover was ik nog in mjjn eigen bezig. Dibk. En wat was de algemeene gedachte. Chbis. Die was er niet. De een beweerde, dat het best kon en de ander, dat het in elk geval nog niet ging. Dibk. jaarl. WolfaartsdjjkAbsent. Classis Axel, Axel A 1, ja2 de kerkeraad' 3, f 125 jaarl. Axel B 1, ja 2, C. A. met Pinkstercolleete. Hoek: Absent. Oostburg: 1, neen; 2, de kerkeraad; 3,f jgn jaarl. SchoondjjkeAbsent. Terneuzen 1, ja; 2, de kerkeraad; 3, f175 jaarl. Zaamslag A.: 1, neen; 2 de kerkeraad'3 f 100 jaarl. Zaamslag B: 1, ja; 2, de kerkeraad; 3,f75 jaarl. De Voorzitter zegt: We hebben reden tol dankbaarheid, hoewel we niet zjjn vooruitge- gaan, in toezegging van gelden. De classes Walcheren en Terneuzen staan bovenaan in mildheid. Laat ons nu voortvaren, vooral, door op de classic, vergaderingen te spreken en te vragen over het zendingswerk. In de Kerkboden nu Zeeland zal opgave gedaan worden van ie bjjdragen, hier genoemd. Ds. Meulink van Meliskerke vraagt Hoe staat het er nu eigenljjk mee ant woord f 3074. nu de gezameljjke bjjdrage moedgevend? Ds. Koopmans van Grjjpskerke wekt op tot daden, opdat de jjver niet verflauwe. Grjjpskerke wil deputaten machtigen om op de e. k. Prov. Syn. met voorstellen te komen inzake de Zending. De voorz. antwoordt op het gesprokene van Ds. Koopmans,Vele kerken (n.l. 17) zjjn absent, dus we kunnen niet onmiddeljjk komen tot daden. Het volgend jaar hopen we, dat we daartoe komen kunnen. Ds. Meulink meent, dat Zeeland hoogstens f3500,— kan opbrengen. Dus kan de Prov. Synode dan zich wenden tot de classes in Bra bant. Laat de deputaten de absente kerken aansporen een vast bedrag te noemen. Ds. Boejjenga oordeelt het wel wat kras, om te zeggenZeeland kan het alleen niet, neen, als elk beljjdend lid in Zeeland per week een cent geeft, zooals ds. Koopmans zeide, dan heb ben we f 5000 per jaar en dan zjjn we er. Thans wordt gezongen Ps. 25 2. Ds. Fernhout van Utrecht houdt referaat. Een niet-Gereformeerde verwonderde zich over den Zendingsijver der Gereformeerden. Daartegen merkte spr. op, dat juist de Gerei, het vurigst Zending drjjven. De niet-Geref. meende daarop, dat de leer der uitverkiezing een struikelblok was voor de Zending en juist moest uitwerken, dat de handen in den schoot werden gelegd. Inderdaad, de Geref. geven weleens aanlei ding tot die beschuldiging, en daarom wenschte spreker het thans te hebben over de Zending en het leerstuk der uitverkiezing. De leer der uitverkiezing wordt in de Schrift even duideljjk geleerd als het bevel ons tegen- klinktPredikt het Evangelie enz. Meer nog. De beljjdenis der uitverkiezing heeft bjj ons den Zendingsjjver niet verdoofd, maar aangewakkerd. In welke verhouding staan Zending en ver kiezing tot elkaar? De leer der uitverkiezing is menigmaal een oorkussen van traagheid. De uitverkiezing is de onmisbare onder stelling voor allen rechten Zendingsarbeid.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1906 | | pagina 2