Bjj wie het zeggenschap n. I Verantwoording van Liefdegaven. mgeM’ >etea. •volgdJ r jief ia- zoo erjwdi opklat ken. i heeft 11 verde n doet n groot jedwoo die me* n: eri gekijf om b laarh1 Adaa redigo ibruiki i dat;- Appeb id gu’ i aai mi) .an jan. Ü- zitting worden Maandag 2 en van 78 uur. de zaai et u et vadert al; sta zeggel; hier i en wjj e de b nnen t Bavio zin, ist te Oldekerkds. Gerber van Boornbergum te Duisburgdhr. Rolloos cand. te Amsterdam te Bedum ihonwt, groetei lijn ooren.o) ts”, w« r aan zj enga, i ie hjj Zond» blijft bende ansche* rusten i Gods leeren odanij eggen, rtende, 1 eigei onge. word: tegen d (niet if) m‘ r dien! Ihristai ril». d >ij oisj SODfr Zjj u is nir o zj/z sduld iwjjring r strikt -&> zijn b )e vm; hebte ite over- kunne: ehuldig ,rdig a hiem: tot om lsdag,c ter zat dan u stof t lort di i. Ma pjjnljji nimmi stond 't probleem op te lossen. Zulk eene verdieping van ons inzicht gaat langzaam. Er hangt zooveel aan. Vooral omdat Dr. G. ’t ereatianisme in den gewonen zin niet aanvaardt, evenmin bevrediging vindt in’t traducianisme, maar iets wil, waarin eene bemiddeling tus- schen die beide ligt. Ook kan deze scherpe denker zich niet vereenigen met de gewone definitie van een persoon. Het referaat van Dr. G. heeft groote ver dienste. Vooral als dogmatisch-historisch stuk. Slechts acht ik 't een gebrek dat van den stand der quaestie in den nieuwsten tjjd, weinig of niets wordt gezegd. Maar de zwakke plek is dezeaan deze studie, zal zjj eenig resultaat afwerpen, moest ten grondslag liggen, grondige studie over de bjjbelsche psychologie. Eerst had ’t aan Dr. Grejjdanus eenigszins duidelijk moeten zjjn, wat voor ’t ereatianisme in de plaats moet komen, wat de H. S. dienaangaande leert. Zoo als de zaken nu staan, krjjgen wjj te veel negatief en te weinig positief. Én als iemand nu zegtmaar dat is juist zoo moeieljjk; wjj kunnen wel ons leven lang niet tot een klaar inzicht in zoo’n moeieljjk vraagstuk komen, zoo stem ik dat volkomen toe, maar dan is ’t zeker ook geoorloofd voorshands nog bjj 't oude te bljjven, eer wjj aanvaarden een soort van coöperatie waarbjj de kruizen voor het denken wel worden ver plaatst, maar ganscheljjk niet weggenomen. Zw. Hoik. We zagen in ons vorig artikeltje, dat eene averechtsche opvatting, die de z. g. kerk als organisme verre verheft boven de kerk als instituut, er toe leidt, om de Kerk des Heeren in diepe afhankelijkheid te brengen van eene veresniging, die zich inspant de wetenschap te verzorgen. Zulk eene verzorging van de Theol. weten schap is dan tevens en tegelijkertijd opleidings instituut voor de Gereformeerde kerken. En dat alles, terwjjl aan die vereeniging de belangen der kerken in geen enkel opzicht zjjn toevertrouwdterwjjl zulk eene vereeni ging, hoe uitnemend in betrekkeljjken zin ingericht, zich om de resultaten van de oplei ding geenszins behoeft te bekommeren terwjjl de kerken de vruchten der opleiding ieder oogenblik moeten aanschouwen en daarom de opleiding zelf aan hare doelmatigheid kunnen toetsen. 't Is kwalijk te verstaan, waarom er bjj velen zulk een bezwaar bestaat, de verzorging der Theol. wetenschap en opleiding rechtstreeks ■en zonder beding van de kerken zelve te laten uitgaan. De z. g. souvereiniteit der wetenschap kan ■tech moeiljjk als argument in de practjjk worden staande gehouden. Of is er eene bewijsvoering te vinden, dat de professoren aan eene Hoogeschool, die staat onder het zeggenschap der kerken, minder vrjj zijn, om naar zuiver wetenschappelijke methode te werken dan aan eene Inrichting, die staat onder jurisdictie eener Vereeniging? Nimmer zagen we eene ernstige poging, om dat bewjjs te leveren en zoolang die argu mentatie ontbreekt, weigeren we ook om het bezwaar te aanvaarden, dat de z. g. souverei niteit en eigen aard der Theol. wetenschap wordt geschonden bjj eene kerkeljjke Opleiding. We hebben nooit anders kunnen bemerken, dan juist dit, dat in de Gereformeerde Kerken eene degelijk wetenschappelijke Opleiding op grooten prjjs werd gesteld en dat men zich bejjverde, om die Opleiding der toekomstige dienaren zoo wetenschappelijk mogeljjk te maken. Maar zou eene wetenschappelijke Opleiding biet tegelijkertijd met de practjjk rekening kunnen en moeten houden Wanneer eene geheel vrjje Opleiding dat niet doet, zullen de eerste gemeenten, welke de dienaren, die aldaar gestudeerd hebben, moeten verzorgen, er geducht onder Ijjden en derhalve aan de kerken groote schade worden berokkend; en streeft eene Vereeniging er naar, om hare wetenschappelijke Opleiding tegelijk practisch te maken, dan aanvaardt ze een werk, dat door de Kerken alleen goed kan worden verricht en dat ze het beste doet, zoodra mogeljjk aan de Kerken zelve over te dragen. Die hebben daarvoor een corps we tenschappelijke mannen, welke tegelijk weten schappelijk en practisch zjjn ontwikkelddie kunnen de resultaten der Opleiding in verge lijking met eene Vereeniging verre het beste beoordeelen en ter toetse brengen. Overigens is de z. g. souvereiniteit der wetenschap in de practjjk overal bestaanbaar met onderworpenheid aan instituten, die als zoodanig niet in het wetenschappelijk kader zjjn opgenemen. verhuizen naar die van de Ingezondens Stuk ken Het is in het minst niet om mjj in de Vlissingsehe zaken te mengen, maar eenig en alleen om eene vriendeljjke gedachtenwisseling daarover met Dr. Wagenaar te hebben. Doch ter zake Het verblijdend bericht dat te Vlissingende eerste stappen gedaan waren om tot de ge- wenschte ineensmelting te komen, werd natuur lijk ook door mjj in ons blad opgenomen. Daaraan werd door mjj toegevoegd (zie no. 37) dat Dr. W. een artikel geschreven had dat „ten volle eene ernstige overweging waard is,* doch waarin „wij voor ons liever niet gezien hadden*, de toen door ons aangehaalde zin sneden. In dat advies toch was het, alsof Vlis- singen A alleen „tijdgrjjpend* moest zjjn, en dat wel met het oog op een emeritus-dienaar. O.i. werd te veel pressie uitgeoefend door bang makerij inzake de besluiten die dan te dien opzichte wel eens door de Classis konden ge nomen worden. De ineensmelting is eene heer lijke zaak, maar ze moet niet tot stand komen door dwangze moet wortelen in de innige begeerte naar de vervulling der Hoogepries- terljjke bede: „Vader, geef dat zij één zijn,* en voortspruiten uit den drang der onderlinge liefde. Daarom verblijdt het ons, dat Dr. W. zich nogmaals „onderwindt* om te wjjzen op ,de gouden ure* die te Vlissingen „sloeg om tot ineensmelting over te gaan,* en thans ver klaart dat aan beide kerkeraden de eisch des Heeren is om „tjjdgrjjpend* te zjjn. Wjj achten dit eene gelukkige revisie van het door hem gegevene advies. Op dit punt dankbaar, zjjn wij toch nog niet ten volle voldaan. Wetende waarop de ineensmelting te Middelburg was afgesprongen, vroegen wjj„En Middelburg dan, waar het afstuitte omdat, ook na de in eensmelting, voor één der Dienaren meer in komen dan voor de anderen werd gevraagd Dr. W. antwoordt hierop niet, doch schrijft (voorzeker in verband met onze vraag)„Ook als er verschil van traktement is, zouden de minst-betalenden van de iets meer-voldoende- salarieerenden kunnen eischen je kunt alles belevendat zjj op ’t tractement van hun leeraar moesten gaan beknibbelen en hem, van hetgeen waarop ze hem beroepen hebben, een deel ontnemen, om dat aan zjjn collega te geven. En dan zouden misschien de broeders van wie men zulks eischte, zeggen non possumus, (wjj kunnen niet) dat vinden we geen christelijke manier van doen. Dan zat je weer, en was er eene rjjke gelegenheid om melkanders en der Dienaren gemoed en leven te verbitteren „Je kunt alles beleven Ja, dat is in Mid delburg beleefd Daarop is de ineensmelting afgestuitDr. W. moest meer traktement heb ben dan de beide andere Dienaren, Littoojj en Bouma. Dat is in eene samengesmolten kerk toch wel het schreeuwendst onrecht dat zich laat denken. Als het arbeidsveld het greote en het kleine gemeenschappelijk wordt, moeten ook de inkomsten er van ge- Ijjkeljjk worden verdeeld. Dat deden de ker ken te Serooskerke ook. Geen onderscheid, is naar het beginsel der Heilige Schrift. Trou wens door de ineensmelting verandert de geheele toestand, zoowel voor den eenen als voor den anderen arbeider in den wijngaard. Dr. W. houde het ons dan ook ten goede dat „non possumus* kunnen wij met betrek king tot zjjn persoon in de Middelburgsche ineensmelting niet aanvaarden. In zjjne om standigheden had Dr. W. dat best gekund trouwens, het was niets meer dan recht geweest, dat gelijke monniken ook gelijke kappen hebben, maar wat meer zegtonmogeljjk kunnen wjj het rjjmen dat dr. W. destjjds op dien eisen bleef staan en de ineensmelting daarop af stuitte, terwjjl deze juist voor hem eene zaak is van zooveel belang, dat Z.Ew. een onge vraagd advies, dat hjj nauwelijks durfde geven, toch publiek maakte, omdat hjj geen vrede had met het achter te houden. Als men (en terechtde niet-ineensmelting beschouwt als een „zondige weg*als men de ineensmelting (en terechtook rekent te behooren tot dat gene, „wat naar Gods Woord en de Geref. be ginselen een rechte, een kostelijke, een God- verheerljjkende zaak zou zjjn,* dan mag ze ook niet afstuiten op een klein weinigje minder tractement. Onze daden moeten onze woorden bevestigen, anders gaat de kracht van ons woord teloor. Daaromwjj zjjn dankbaar voor de revisie, maar, ziende op Middelburg, bjj lange na niet voldaan. Met vriendeljjken dank en br. gr. De Schrjjver van Kerk- en Schoolnieuws. Christelijke Jongelingsvereeniging „Herman Faukeel”. Vergadering op Woensdag 4 April 1905, des avonds ten 8 uur in de consistorie der Gasthuiskerk. Bijbelinleiding2 Kron 33. KerkgeschiedenisBonifacius. Advertentiën. Ondertronwd IZAaK DE RIDDER en JACOMIJNA JOHANNA LAERNOES. Middelburg, C 21, L. Noordstraat. Vlissingen, E 6, L. Walstraat. 29 Maart 1906. IJ I T V O E R O G der Christelijke Zangvereeniging „SOU DEO GLORIA”, te Middelburg in het Schuttershof D. V. op DONDERDAG APRIL, ’s avonds 8 ure. Programma's tevens bewjjs van toegang a 25 cent te bekomen bjj Boekh. Fahoy en Fiu. Gereserveerde plaats 50 cent. J.l. Zondag werd te Schiedam door zjjn ambtgenoot ds. kerk overgekomen predikant, ds. Jonker, be vestigd met de woorden uit 1 Cor. 4:1, 2, terwjjl de bevestigde zich aan de gemeente verbond, sprekende uit 1 Cor. 3 22, 23. Voor het doctoraal examen in de theologie aan de Vrjje Universiteit, te Amsterdam, is geslaagd de heer O. N. Oosterhof. Tot onderwijzer aan de Christ, school te Rheden is benoemd de heer W. Heinsius, onderwijzer aan de Christ, school in de Paling- straat te Vlissingen. Ds. G. H. Kersten, die het beroep aan nam naar de Geref. Gem. onder 't Kruis te Rotterdam, hoopt Paasch-Maandagmorgen te Meliskerke afscheid te nemen en in zjjn nieuwe gemeente intrede te doen den daaraan volgen den Zondagavond, na vooraf bevestigd te zjjn door ds. A. Janse, van Barneveld. Ofticlëele Rerichten. De Kerken in de Classis Zierikzee worden opgeroepen ter vergadering op Woensdag 25 April 1906, 's morgens 11 uur, in het gewone vergaderlokaal. Punten voor het agendum worden ingewacht bjj den eeist-ondergeteekende, vóór 17 April. Namens de roepende kerk van Bruinisse, Ds. G. de Jagee, Praeses. N. J. Bastmeijeb, Scriba. Vlismgen (B). Tot het in ontvangst nemen van de vrijwillige bijdragen voor de zitplaatsen gelden over het verschenen kwartaal, zal D.V. J gehouden in de consistorie Zaterdag 7 April, ’s avonds Namens den Kerkeraad, P. G. Laibnoks, Scriba. Tweetal te KruiningenCand. A. Rolloos en Cand. J. M. de Jong. Namens den Kerkeraad, A. Boot, Scriba. Met hartelijken dank aan het Suppetiefonds „Helpt elkander” bericht het suppletiefonds der Geref. kerk Middelburg B, dat het van boven genoemd fonds de som van f 14,65 ontvangen heeft. Namens het suppl. fondsderGeref. kerk B S. des Habtigh. Onafhankelijkheid der wetenschap bestaat nergens. Die zou eenigermate worden gezien, wanneer benoeming en ontslag der Hoog- leeren van het corps der Theol. professoren zelf uitging. Ieder, die met de zwakheid, zelfs der uitne- mendste menschen rekening houdt, beseft echter ook, dat de vrees voor nepotisme (be noeming van zoontjes, neefjes en vriendjes) dan niet meer denkbeeldig zou wezen. De Theol. wetenschap huist ook in zwakke en, evenals wjj allen, tot zonde en verkeerdheid geneigde menschen. De onafhankelijkheid der Theol. wetenschap en der opleiding voor toekomstige dienaren der Kerk is eene fictie, niet zonder gevaar. Overal is de verzorging, die het scherpst hare uit drukking vindt in benoeming en ontslag der Hoogleeren, onderworpen aan instituten, die als zoodanig staan buiten den wetenschappe- lijken kring in den engeren zin van het woord. Drieerlei instituut zien we in hoofdzaak daarvoor optreden. Allereerst den Staat, die de Theol. we tenschap verzorgt aan de Rjjks-Universiteiten. De wetenschap, die de Staat geeft, is voor ons onbruikbaar, wjjl niet staande op den bodem van het Woord Gods. In de oude Geref. Kerken, toen de Overheid belijdenis deed van de Geref. confessie, kon zjj daarvoor in aanmerking komen thans begeert niemand onzer uit beginsel de opleiding in haar handen. Het tweede instituut, dat aanspraak maakt op de verzorging der Geref. wetenschap en der Theol. Opleiding, is de Vrjje vereeniging, die voor hoog onderwijs in de Theologie aan vaardt de belijdenis der Geref. Kerken in Nederland. Velen willen, dat daarvoor de Theol. weten schap eerbiedig het hoofd buige, haar resul taten en Theol. zuiverheid ter laatster instantie door die Vereeniging laten toetsen en beoor deelen. Vóór we daarmee vrede kunnen hebben, zou het niet overbodig zjjn aan te toonen, dat daartoe eene dergeljjke Vereeniging van Godswege roeping heeftom tevens eens te bewjjzen, dat zulk eene Vereeniging bekwaam heid en kracht bezit tot het werk, dat men zoo gaarne op hare schouderen legt. Men moge soms, om dit duidelijk te maken, zeggen, dat het volk fijne reukorganen bezit voor de afwijkingen van de belijdenis, wjj zouden daartegen willen opmerken, dat het bjj de Theol. opleiding en wetenschap niet gaat over de eerste de beste zaak, die voor de hand ligtmaar dat de meest ingewikkelde stukken der beljjdenis daarbjj onmiddeljjk ter sprake komen. Stukken, die wel door de Kerken kunnen en moeten worden beoordeeldwaar voor eene Vereeniging echter geene waarbor gen van bekwaamheid kan geven. Op onder scheidene andere zaken zou kunnen gewezen worden, als op de onvastheid die elke ver eeniging, wanneer geschillen verrijzen, open baart op de wjjze, waarop de leden in de Vereeniging worden ingeljjfd en op enkele andere Doch laat ons, in stee van daarop verder te wijzen, liever belijden, dat in alle opzichten het derde instituut, dat voor het zeggenschap over de Opleiding in aanmerking komt, name lijk de kerk zelve, verre de voorkeur verdient. De belijdenis, die ten grondslag ligt aan het Theol. onderwijs en bij de Opleiding stuur moet geven is de belijdenis der Kerk als instituut. Zjj aanvaardde en handhaafde die eeuwen lang. Wanneer Theol. afwjjkingen binnen haar kring worden gevonden, hoe ingewikkeld die mogen wezen, is zjj zelve geroepen, die ter toetse te brengen aan het Woord van Godgeen ander instituut heeft die opdracht van den Heere ontvangen en zou zij, die zulk eene gave van God ontving, in hare wetenschappelijk gevormde ambtsdragers niet de bekwaamheid, de geschiktheid bij uitnemendheid bezitten, om voor de Theol. opleiding zorg te dragen Zjj is door en in hare beljjdenis, gegrond op het Woord van God pilaar en vastigheid van de waarheid, en dat is eene belofte, waarop geene vereeniging kan wjjzen maar die haar tevens maakt tot de gezonde en vruchtbare bodem, waarin de Theol. wetenschap moet bljjven wortelen, zal ze vrucht dragen voor het gansche leven. De Kerk als instituut draagt niet dat wankelbare en wisselvallige karakter, dat eene vereeniging altoos kenmerkt. De Geref. kerken in Nederland hebben ook geen beloften dat ze eeuwig zullen bljjven, zegt men. Dan zou men het zeggenschap aan de gezamentljjke Gereformeerde Kerken der gansche aarde moeten kunnen opdragen, zoo beweert men. Wjj zouden willen vragen„is zulk eene bewering ernst Hebben zjj, die zulke tegenwerpingen maken niet meer geloof in de toekomst van de Geref. Kerken in Nederland Dan staan ze niet in het zalige bewustzijn der vaderen op de Synode van Dordrecht, die vertrouwden, dat de Heere tot de weder komst van Christus de gezuiverde beljjdenis in Zjjne Kerken zou bewarendoch zij, die twij felen aan de duurzaamheid en blijvende zui verheid der Kerken, hebben zjj dan zooveel vertrouwen op de vastheid eener Vereeniging Op welken Schriftuurlijken en historischen grond Neen, wjj gelooven vastelijk, dat eer allerlei openbaring van de Kerk als orga nisme en dat eer de laatste vereeniging zielloos zal ineenzinken, vóór de Heere Zjjne Kerken in Nederland zal laten verdelgen. Daarom, laat eene Vereeniging niet aan zich trekken of houden, wat door de Kerken zelve veel beter en doelmatiger kan worden verzorgd. Niet de Vereeniging, wel de Kerk behoort het besliste zeggenschap te hebben en te houden. Het is voor ons niet twjjfelachtig, vanwaar de belangstelling van de leden der Vereeniging voor Hooger Onderwjjs voor Theol. wetenschap en opleiding haar oorsprong heeft. Ze dragen die niet in zich, omdat ze leden zjjn van zulk eene Vereeniging; maar omdat ze leden zjjn der Kerk, die daaraan altoos be hoefte heeft en houdt. Welnu, als het lid-zjjn der Kerk en niet het lid-zjjn eener Vereeniging hen daartoe bezielt, dat ze dan ook in kerkeljjke bedding leiden, wat in kerkeljjke bedding behoort en aan de Kerk als het van God daartoe bekwaamde instituut de opleiding en wetenschappelijke vorming harer eigene dienaren overlaten. Y. H. INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Geachte Redactie Mag ik voor ditmaal uit de mjj aangewezene rubriek van „Kerk- en Schoolnieuws* sens Kerk- en Schoolnieuws. DRIETAL te Utrecht (vac. ds. v. Minnen) ds. Hoekstra van Arnhem B ds. Landwehr van Rotterdam A en ds. Sillevis Smith van Rotterdam B. BEROEPEN van •gdhr. Rolloos can Bds. Oosterheert van Kielwindeweer. Ons bericht, de vorige week geplaatst, als zou ds. Steketee van Middelharnis voor de tweede maal te Dinteloord beroepen zjjn, was onjuist. Z.Ew. was wel gevraagd of hjj eene eventueele tweede roeping in overweging kon nemen. Voor de toezegging van dat tweede be roep is evenwel door hem bedankt. Ds. L. van Loon, die gedurende 6jaren de kerk van Zegwaart mocht dienen, nam j.l. Zondag, met het oog op de aanneming van het beroep naar Koudekerke, afscheid van zjjne gemeente met de woorden uit 2 Cor. 1313. ig werd te Schiedam door zjjn Goslinga de van Giessen-Oud-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1906 | | pagina 3