Heid a.
Bij wie het zeggenschap?
Verantwoording van liefdegaven.
Het Kamper Gymnasium.
(slacht
Kerk- en Schoolnieuws.
een plaats aan allerlei
van
Boornbergum
Potgieter met
ook
ate-
A1 komt die samenbrenging der scholen tot
stand, dan is dit toch geen weggegooid geld
de gebouwen te Kampen zyn er, en elk jaar
wordt er f 10000 gewonnen.
Dat velen dan spoedig lid worden.
Meliskerke. H. Mbulink.
baring van Christus’ lichaam wordt uitgespro-
ken.
De bloei van de kerk als instituut is waarborg
voor de meerdere ontplooiing van de kerk als
organisme.
Y.
nstige
au m
•over?
ofwel
er het
dat ik
m dat
maar
enuw-
teraad
naakt
ten ze
ehtigg
melige
Wel
een
tomen
*t nog
luister
t doen
in al
:stoel.
r een
at ze
astigs
ndoe-
nigen
y als
r het
gang
even
reekt
at by
ge-
dllen
Da
loopt
die
naai
igen,
nent
s gi)
even
Zulk
rerde
[aren
lalen
t het
over
voort
arom
Haar
In in
dat
n en
oren
ktechi-
afzon-
'er, ze
h die
i vóór
aan handen en
De Penningmeester der Vereeniging tot Chris
telijke verzorging van Krankzinnigen in Zee
land, maakt met dankbaarheid melding van de
ontvangst van f 100,ten behoeve van boven
genoemde Vereeniging, hem toegezonden door
tusschenkomst van dr. L. H. Wagenaar.
D. C. van Nimwegbn,
Penningmeester.
chisatie bedoelt de jonge leden der kerk naar
verstand en hart te bekwamen tot het kennen
van God en het belijden van Zijn Naam. Als
door de genade Gods jonge leden der gemeente
welbewust hebben leeren kiezen en in woord
en daad toonen op Gods wegen te willen wan
delen, dan krijgen zy door het doen van open
bare belijdenis gebruik van de sacramenten.
Het behoeft nu niet meer uitdrukkelijk be
wezen dat zulken, die beloven in Gods wegen
te zullen wandelen, zijne geboden lief te heb
ben, ook het gebod den dood van Christus te
gedenken, hebben te volbrengen.
Dan is het niet afgeloopen, neen belijden
moet altoos doorgaannooit houdt het op als
onze mond dan eens hier op aarde zwijgt, dan
gaat de gemeente zingend voort, God en het
Lam te loven in het Nieuwe Jeruzalem daar
boven.
Belijdenis doen, uwe roeping is het kinderen
der gemeente, gij moet het doen. Doch de
mond spreke, wat het hart gelooft en kiest.
Oprechtheid vraagt God van ons, ook bij de
vervulling van deze heerlijke roeping.
Oprechtheid, vreesachtigen, is niet hetzelfde
als volmaaktheid. Onvolmaakt blijft alles op
aarde. Oprechtheid ziet op uw gezindheid, op
uw willen.
Van zulk belijden in woord en daad gaat
een wondere kracht uit op de wereld. Het doet
Gods koninkrijk komen, het verheerlijkt Zijn
Naam, het brengt uzelven heil. Wie Mij be
lijden zal voor de menschen, heeft Jezus gezegd,
zal Ik belijden voor mijnen Vader, die in de
hemelen is. H. Meulink.
Namens het Ringbestuur,
C. Lodwekse Az Secr.
Christeiy ke Jongel ingsvereeniging
„Herman FaukeiT’
Vergadering op Woensdag 28 Maart 1906
des avonds te 81/g uur in de consistorie der
Gasthuiskerk.
BijbelinleidingHand. 9 130.
Vrije werkzaamheden. Hit Bkstcve.
De stilte in onze z.g. kerkelijke pers over de
zaak der Opleiding moet ieder trouw lezer wel
eenigermate treffen.
Behalve „De Wachter”, die, gelijk ook blijkt
uit de besluiten der Generale Synode van
Utrecht, grooten invloed in onze kerken oefent,
zwijgt daarover schier ieder blad.
Dat het gedeelte der pers, hetwelk geheel en
al sympatiseert met eene van de kerken onaf
hankelijke opleiding, gelijk aan de Vrije Uni-
versiteit wordt gegeven, het stilzwijgen niet
verbreekt, is te begrijpen.
De loop der kerkelijke geschiedenis was in
de laatste jaren de geheel vrije opleiding
gunstig.
De stóot, die Kampen ontving na de Synode
van Arnhem, kan ze eerst langzaam te boven
komen en de stroom der studenten vloeide naar
Amsterdam.
Dat men van die zijde meestal zwijgt, zal
wel niet ontactisch wezen.
Onbegrijpelijk is het echter, dat de voorstan
ders van de onafhankelijkheid der Kerken in
de zaak der Opleiding met zulk een gang van
zaken, volkomen vrede zouden hebben.
Onverstaanbaar, dat die talrijke ambtsdragers,
die nog altijd het oude beginsel van professor
Bavinck zijn toegedaan, dat de kerk zelf het
zeggenschap over de beoefening van de Theol.
wetenschap en Theol. opleiding behoort te
houden, zoo lijdelijk zouden kunnen blijven, als
ze zich thans betoonen.
Duidelijk zien ze toch wel, wat hetbeteeke-
nen zou, indien in de toekomst de Kerken eens
het zeggenschap verloren en daarmede diep
afhankelijk werden voor het kerkelijk leven
van den invloed, dien het eene vrije vereeni
ging beliefde op hare discipelen uit te oefenen.
Afgezien nog van de moeilijkheden, die by
zulk eene geheel veranderde positie in den
boezem der kerken zeker zouden oprijzen, is
het voor de kerken van het hoogste belang, of
ze zelf de kruk van de deur, waartoe de
Theol. professoren binnengaan in handen
hebben, dan of die kruk omgedraaid wordt
naar het welgevallen van H.H. directeuren
eener vrije, onafhankelijke vereeniging.
Steeds poogt men dat verschil te verkleinen
en de opmerkzaamheid van dat punt af te
trekken.
Evenwel, nooit kan luide genoeg worden
uitgesproken, indien de bloei van het kerkelyk
leven ons ter harte gaat, dat er schier geen
zaak is, voor de kerken van zoo grooten in
vloed en zoo uitnemend belang, als de oplei
ding van hare predikanten en de geest, welke
die ambtsdragers bezielt.
Aan die opleiding kan niet te veel zorg
worden besteed. Op de jeugdige leden der
kerk, die zich daartoe voorbereiden, kan niet
te nauwkeurig worden gelet.
We gelooven, dat we met onze wetenschap-
peljke studie zyn in den door God verordenden
weg.
Maar dan moet ook zorg worden gedragen,
dat de leiding dier wetenschappelijke studie
zóó wordt ingericht als het meest dienstbaar
is voor het toekomstige ambt, dat zulke jon
gelingen wenschen te bekleeden. De innerlijke
In vele kerkelyke bladen is eene oproeping
geplaatst om eene vereeniging te vormen en
bovengenoemd Gymnasium over te nemen.
Waarom moet dat? Wordt er van Gerefor
meerde menschen al niet genoeg gevraagd?
O ja, maar deze vereeniging bereikt juist dat
er van de Gereformeerde menschen f 10000
minder gevraagd behoeft te worden. Voor dit
Gymnasium kan bijna f 10000 subsidie van
het Rijk verkregen worden. Nu heeft het die
niet. De kerken zouden dan subsidie van den
Staat moeten aanvragen, waar velen bezwaar
tegen hebben. In Arnhem en Utrecht heeft
de Synode het Curatorium gemachtigd het
Gymnasium aan eene Vereeniging over te doen,
welke dan de eerste jaren van de kerken eene
toelage zoude ontvangen en dan die subsidie
kon aanvragen. Is er zulk eene vereeniging
Neen. Er zyn wel onderhandelingen geweest
met eene Overyselsche vereeniging, maar dat
ging niet. Er ontstond in Groningen eene
vereeniging, maar die is bjjna weer te niet.
Komt er dus niet eene vereeniging, da i blyft
het Gymnasium (want aan die leeraren mogen
de verkregen rechten niet ontnomen worden)
van de kerken, en die f 10000 is weg. Boven
dien vinden velen dat de kerken geen Gym
nasium mogen hebben.
Helpt dan nu eene vereeniging oprichten,!
Wordt lid voor minstens een gulden. Geeft
haastig uwe namen my op.
Gy ook broeders, die zeidet, dat wel beloofd
was een eigen inrichting wat het theologisch
gedeelte aangaat, maar niet wat het liter
arische gedeelte betreft. Uwe prineipieele
bezwaren zyn dan vervallen. Laat in elke kerk
zich een broeder de moeite getroosten de
tragen op te zoeken. Dan blyft het Gymna
sium in Kampen, waar het leven niet duur,
en gemakkelyker toezicht kan gehouden wor
den. Laat de Theol. School te Kampen niet
sterven aan bloedarmoede vóór de vereeniging
met Amsterdam op gewenschte wyze verkregen
is. Laten wy het Gymnasium te Kampen
behouden, opdat het kanaal dat de Theol.
kèrï“v^^ 5chA°°LlU?^
instituut los te maken als een uitwending, dor
skelet van het lichaam des Heeren, wy haar
beslist verwerpen.
Wy belyden daarentegen, dat het hart van
de kerk als lichaam des Heeren klopt, niet in
allerlei vereenigingen, maar in de door
Christus verordende openbaring van Zyn
geestelijk lichaam.
Gaarne gunnen we
niet verordende openbaringen van dat lichaam
we ontkennen niet, dat ze zeer gezegend kun
nen werken en met het lichaam van Christus
in verband staan, maar de door den Heere en
Zyne apostelen ingestelde openbaring is de
verordineerde kerk als instituut. Daarin klopt
het hart der zuivere religie.
Niet in allerlei vereenigingen wordt de ge
meenschap der heiligen openbaar niet in
allerlei vrye corporatie’s wordt het bewustzyn
van de vergeving der zonden genotenmaar
in het geordend samenleven van de gemeente
des Heeren, is de zuivere openbaring van de
kerk als instituut.
Daar wordt genoten de geestelijke trekking
en werking van den Koning des onverganke-
lyken levensdor en louter uitwendig mag
het samenleven in dat, instituut ook nooit ge
noemd het is de geordende openbaring van
het lichaam van Christus en dat zegt genoeg. I
Neen, wil men spreken van een weinig1
innig, bloot uitwendig, dor, skeletachtig sa
menleven, dan moet men niet wezen by de
kerk als instituut, niet by de bediening van
Woord en Sacrament en wat daarmee samen
hangt maar dan heeft men meer recht, om
daarvoor aan te zien allerlei niet verordineerde
z. g. vrye openbaringen der kerk.
Wil men de signaleering van uitwendig en
levenloos, handhaven dan moet men niet zyn
by de kerk als instituut maar by die andere
openbaringen van de kerk, by de kerk als
organisme.
Daar is de verleiding voor zulk een gekun
steld samenleven groot en hoe meer men de
gewoonten, die in allerlei vereenigingen be
staan, indraagt in de kerk als instituut, hoe
meer het instituut gevaar loopt dienzelfden
kant op te gaan.
Wy kunnen dus de onderscheiding van de
kerk als instituut en als organisme alleen in
zooverre overnemen, als ze geen schade doet
aan de innige liefde en groote achting, die in
onze belijdenis juist voor die geordende open-
TWEETAL
te Bedum B: ds. Oosterheert van Kiel windeweer;
dhr. de Jong, cand. ts Sneek.
BEROEPEN
te Dinteloord (2 e maal)ds. Steketee van Mid-
delharnis
te Zalt-Bommelds. Sybrandy van Blokzyl
te Zevenhuizen (Gron.): ds. Dwarshuis van
Staphorst
te Ouderkerk a/d IJselds. Hagenbeek
Fynaart
te Raardds. Gerber van
te Sauwerdds. Sybrandy van Blokzyl
te Burumds. Zylstra van Driesum.
AANGENOMEN
naar Molenaarsgraaf: dhr. Hey cand. te Reeuwyk
naar Axel Ads. Broekstra van Waddiugsveen
naar Bredads. Donner van Nieuwdorp
naar Maasdyk dhr. Schippers cand te Mid
delburg.
BEDANKT
voor Bedum B dhr. Schippers, cand. te Mid
delburg
voor Enkhuizen ds. Douma van Alblasserdam
voor Beilends. Wielenga van Zuidbroek
voor Driebergen: ds. Donner van Nieuwdorp
voor St. Pancrasds. Koers van Den Helder.
CORRESPONDENTIE.
Het stuk van onzen Kerk- en Schoolnieuws-
schryver over het beknibbelen van tractement,
zooals Dr W. dit in een 2de artikel bespreekt,
wat door den schryver in verband gebracht
wordt met zyn vraag over de Middelb. ineen-
smeltingszaak moet tot de volgende week bly ven
liggen, eveneens een st ik van Ds. Hoek over
Dr. Greydanus’ werk, alsmede „Boekbeoor-
deeling" en „Feuilleton*. Red.
Vergadering van den bondsring „Middelburg”
op Donderdag 5 April a. s. ’s avonds om 6 uur
in „Concordia” te Middelburg.
AGENDA
1. Opening.
2. Lezing der Notulen.
3 „De behandeling der geloofsbelijdenis op
de Jongel. Ver
Inleider vr. G. P Buyze van Serooskerke.
4. Bespreking van de voorstellen voor de
Zeeuwscne Afd. Vergadering.
5. „De jonge Priester” van Potgieter met
paraphrase door vr. J. Verhage van Oostkapelle.
6. Rondvraag.
7. Sluiting.
Ofiiciëele Berichten.
Axel, 17 Maart 1906. Heden mochten we de
de verblydenue tyding ontvangen, dat den
WelEerw. Heer Ds E. H. Broekstra te Wad-
dingsveen, de roeping onzer gemeente in de
vreeze des Heeren heeft gemeend te moeten
aannemen.
Namens den Kerkeraad der
Geref. Kerk te Axel (A),
I. J. Brakman, Scriba.
Breda, 19 Maart 1906. Heden werden wy
verblyd door het bericht van den WelEerw.
heer ds. J. H. Donner te Nieuwdorp, dat ZEw.
met vrijmoedigheid onze roeping kan aanvaarden.
Moge de Heere ZEw. nu spoedig en met
een ryken zegen des Evangelies tot ons doen
komen.
Namens den Kerkeraad,
G. I. de Vries, Scriba.
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Hooggeachte Redacteur!
Vergun my s. v p. een klein plaatsje in uw
geëerd blad By voorbaat myn dank.
Het was my een reden van blijdschap, toen
verleden Zondagavond zes uur, onze Leeraar Ds.
v. d. Berge, op verzoek der Zeudingsvereeni-
ging, gratis voor ons optrad, om een rede te
houden in het belang der Zending.
Het ligt niet in myne bedoeling om te
trachten u te schetsen, wat ons onder de aan
dacht werd gebracht, genoeg zy het gezegd,
dat het alleszins der moeite waard was, deze
schoone rede aan te hooren, en minder eervol
was het voor velen onzer stadgenooten te
'schitteren door afwezigheid.
Het heeft echter myn aandacht getrokken,
dat het bestuur onzer Zendingsvereeniging,
ditmaal geen spreker van elders uitnoodigde,
en is begonnen by het begin, d. w. z. de Pre
dikant barer eigene plaats te vragen, de belangen
der zending, der Gemeente op het hart te
binden.
Het komt my voor, dat deze praktische
manier van handelen allen lof verdient, en wel
de overweging tot navolging waard is, immers
tochop Zondagavond heeft ieder tyd dus
ook de vrouwen en gelegenheid een paar
uurtjes af te zonderen, tot het beluisteren van
deze schoone zaak en het wekt de lauwen en
tragen in het werk der Zending op.
Bovendien komt de collecte geheel ten bate
der Zending, in één woord het verdient m i.
alle aanbeveling.
Bovenstaande, M. de R., eens onder de aan
dacht te brengen van Predikanten en Zen-
dingsvereenigingen, was het doel van myn
schryven. Wellicht vindt het navolging en
kan het zoodoende nog tot nut der Zending zyn
en tot uitbreiding van het Koninkryk Gods.
Hoogachtend,
Uw abonné W. Bedbt.
BOEK BEOOK DEtLl.XG.
Korte Verklaring
van de Synode der Geref. Kerken gehouden te
Utrecht, Augustus 1905, aangaande eenige
punten der leer, waarover geschil was gerezen
door ds. J. Westerhuis te Groningen.
Dit boekje, dat voor 5 cent te koop is, be
vat de uitspraken van de laatst gehouden
Generale Synode der Geref. Kerken inzake de
betwiste punten der leer, infra en supra,
eeuwige reehtvaardigmaking, enz.
Ds. We-terhuis gaf dit boekje uit, omdat
niet ieder de volledige acta koopen kan. In
een kort voorwoord spreekt hy den wenseh
uit, dat ’s Heeren zegen op dezen arbeid der
Synode moge rusten. Wy wenschen dit har-
telyk met hem. Deze korte verklaring is een
meesterstuk van gematigdheid.
De goede belijdenis.
Geschenk voor lidmaten der N. Herv. Kerk
na het afleggen van hunne geloofsbelijdenis,
do ir A. Prins, pred. te Papendreeht.
Rotterdam, J. M. Bredée.
De goede belijdenis. De Sacramenten. De
Kerk. Onze huisgenooten. Onze medechris
tenen. De wereld Verslapping. Eind goed,
al goed. Dit zyn de verschillende hoofdstuk
ken van dit 24 bladzijden tellende boekske.
Wat ons vooral goed bevalt, is het verband
’t welk de schryver poogt te leggen tusschen
doop, belijdenis en avondmaal. Ook vat hy de
belijdenis op in den eenig waren zin van ’t
woordals belijdenis van het oprechte geloof.
Het zal ons verblijden, indien dit ernstige
woord in vele jonge harten een weltoebereide
aarde vindt. Lamajt
als
deld
nog
van
aan
mis,
van
ems.
ente
In, o
jnen
een-
die
tijgt
hun
r en
hun
rven
naar
hun
rerk
gen.
God
De
i de
nds,
sene
sren
om
sop
als
;rke
dan
der
liefde tot de wetenschap is daarby in geenen
deele buitengeslotenmaar de Theol. weten
schap wordt overal beoefend met een praetisch
doel. Wat echter aan dat doel het beste be
antwoordt, daarover kunnen toch de curatoren,
die door de kerken worden benoemd, beter
een oordeel uitbrengen, dan de leiders eener
vereeniging, die niet de minste verantwoor
delijkheid tegenover de kerken dragen en
misschien nimmer een kerkelyk ambt hebben
bekleed.
Nu wordt het onderscheid tusschen onaf
hankelijke opleiding en eene opleiding door
de kerken ingesteld, niet zoo sterk gevoeld,
wyl het bestaan van tweeërlei Opleiding tot
practische concurrentie dwingt; maar mocht
eventueel het gezag der kerken in zake de
Opleiding eens vallen, dan is er gegronde
reden voor de vreeze, dat de doelmatigheid
van de opleiding der studenten er onder zou
leiden. In elk geval, ieder beslissend recht
zou de kerken ontbreken en daar komt ten
slotte alles op aan.
Met eene verwijzing naar de onderscheiding
van de kerk als instituut en de kerk als
organisme komen we geen stap verder.
Die onderscheiding wordt in vele kringen
zóó ver gedreven dat de kerk als instituut
wat de kern der zaak betreft,
voeten gebonden, aan eene vereeniging wordt
overgeleverd.
Men redeneert dan aldus„zeker de Theol.
wetenschap gaat uit van de kerk, doch niet
van de kerk als instituut d. w. z. als instel
ling en georganiseerd lichaam met ambten en
functiën, zooals Christus dat ingesteld heeft;
doeh van de kerk als organisme d. w. z. van
de kerk, zooals die openbaar wordt buiten het
instituut, krachtens den drang van de ont
plooiing des Christelyken levenseen drang,
door de werking der Geestes zelf, in dat
lichaam des Heeren gelegd. Daarby komt,
zoo voegt men er aan toe, dat de kerk als
organisme veel hooger staat dan de kerk als
instituut. Het instituut verdwynt, het orga
nisme blyft.
Daarom behoort ook de kerk als instituut
zich met zulke levensopenbaringen van het
organisme, als de Theol. wetenschap, zoo
weinig mogelyk in te laten";
Laat ons kortelyk zeggen, dat, indien de
onderscheiding van kerk als instituut en kerk
als organisme dienst moet doen om de oude
onderscheiding van zichtbare en onzichtbare
A
i.