Visite-, Verlovings- en
Huwelijkskaarten,
in de nieuwste soorten.
Stoomdrukkerij. - Middelburg.
I
A. 1). LITTOOIJ Az.
SJOERDTJE VAN WIEREN,
in den ouderdom van 71 jaren en 8 maan
den, na een zwaar lyden van 19 weken.
Verantwoording van Liefdegaven.
UIT HET LEVEN.
Ofiiciëele Berichten.
Kerk- en Schoolnieuws.
te
Ad vertentiën.
i
Christelijke Jongelingsvereeniging
„Herman Faukeel”.
Vergadering op Woensdag 14 Maart 1906
des avonds te 8ll$ uur in de consistorie der
Gasthuiskerk.
Gewade geschiedenis. Ester 6.
Na de pauze
Hedennacht ontsliep in den Heere, onze
innig geliefde Echtgenoote, Moeder, Be
huwd- en Grootmoeder
De Heere geeft ons een schat van troost.
Namens de familie,
8. DE JAGER, V. D. M.
Serooskerke (W.), 8 Maart 1906.
Blokzijl en
V een woudsterwal.
Te Zaamslag, waar reeds een Chr. School
bestaat, worden pogingen aangewend om ook
een bijzondere Hervormde school te stichten.
Op Woensdag 16 Mei a.s. zal te Middel
burg vanwege Deputaten tot de Zending in
Zeeland, een Prov. Zendingsdag der Geref.
Kerken gehouden worden.
mijne dochter, geeft mij uw hart. Eens zingt
gij dan in de reine taal der menschheid met
schoone stem in heerlijke harmonie.
H. Meulink.
Daar heeft de vijand boog en schild
En vuur’ge pijlen op verspild.
God brak het zwaard, bedwong den
[krijg*
Of Ethans lied wordt aangeheven
„Gjj Heer zjjt onze roem, de kracht van
[onze kracht
Uw vrjje gunst alleen wordt d’ eere
[toegebracht.
Wjj steken ’t hoofd omhoog en zullen ’d
[eerkroon dragen,
Door U, door U alleen, om
Mej. M. Drost, onderwijzeres aan de
Christelijke school in de Palingstraat te Vlis-
singen, is als zoodanig benoemd aan een
Christelijke school te Leiden, tegen 1 Maart a.s.
In hare plaats is benoemd Mej. M. Verhage
te Zuidzande, ingaaride op denzelfden datum.
voor Sauwertds. Elzinga
voor Oldekerkds. de Boer
voor Urk ds. de Boer van
Wjj, o verheven majesteit,
Gedenken Uw weldadigheid
In ’t midden van Uw heil’ge woning;
Gelijk Uw Naam is, groote Koning
Bij ons terecht geprezen,
Zoo is Uw roem gerezen,
En bij de volken zeer vermaard,
Tot aan het uiterst eind’ der aard.*
Maar straks zal het een ander deel uit het
volk zijn, dat Davids psalm zingt
„Dat Bazans hemelhooge berg,
Met al zijn heuv’len Sion terg,
En wane ’t overtreffen.
Wat springt gij, bergen, trotsch omhoog
Wat wilt ge U in der volk’ren oog
Bij Sions berg verheffen
God zelf heeft dezen berg begeerd
Ter woning, om aldaar geëerd,
Zijn heerlijkheid te toonen
De Heer, die hem verkozen heeft,
Die trouwe houdt en eeuwig leeft,
Zal hier ook eeuwig wonen.
En als dezen zwijgen, worden ze vervangen
door Asafs zonen, die jubelen
„God is bekend bij Juda’s stam,
Daar Hij Zjjn hoogen zetel nam;
Zij naam is groot in Israël,
In Salem staat op Zjjn bevel
De hutte van dien Hemelkoning,
Op Sion is Zjjn heil’ge woning.
Het mooiste van de twee.
Men is het er in het algemeen vrijwel over
eens, dat onder de talrijke geschriften, die de
ketellapper Bunjan in het licht gezonden heeft,
zjjn „Christenreis” de kroon spant. Dit boekje
is in zijn soort een onovertroffen meesterstuk
een bron van genot voor alle reizigers naar
Sion, èn daarenboven een voorwerp van be
wondering voor allen, die ook het schoone in
den vorm weten te waardeeren. De „Christin-
nereis” hoe voortreffelijk ook, is bij „de
Christenreis” vergeleken een ster van de tweede
grootte. Bunjan heeft er zijnen lezers de opge
warmde, maar desniettemin toch lekker sma
kende, kliekjes in opgedischt van een geurigen
en keurigen maaltijd, waarop hij hen te voren
reeds had vergast.
Toch was er eens iemand, die „de Christinne
reis” mooier vond dan „de Christenreis”. Men
zal niet licht raden, waarom. Hij oordeelde dit
de meerdere schoonheid der „Christinnereis”
te zijn, dat Christinne op haar reis naar de
eeuwigheid al haar kinderen met zich nam, ter
wijl Christen geheel alleen, met achterlating
van al de zijnen, zich op weg begaf.
Inderdaad, uit dit oogpunt bezien, verdient
„de Christinnereis” den eerepalm. De verbonds
gedachte, het ,u en uwen zade” komt er on
eindig veel beter in tot haar recht. Christinne
nam haar kinderen mede op den weg, die ten
leven leidt. Dit had Christen verzuimd. Niet,
dat hij vrouw en kinderen vergat. Hij zuchtte
over hun lot. Hij bad om hun behoudenis. Maar
hij nam ze niet mede. Hij dwong ze niet om
in te gaan.
Hoevele Christenouders zouden er niet ge
weest zjjn en nog zijn, die meer op Christen
dan op Christinne gelijken Hoevelen vergeten
hun kinderen mede te nemen op het pad, dat
henenvoert naar God en de zaligheid Zjjn ze
dan niet bekommerd over het eeuwig heil van
hun kroost Zouden ze niet graag zien, dat
hun kinderen wandelden in het spoor der ge
rechtigheid en in de vreeze des Heeren Gewis,
menige zucht ontglipt hun borst, wanneer ze
denken over het lot hunner dierbare panden.
God weet het alleen, hoeveel gebeden er liggen
voor den genadetroon om de verlossing hunner
ziel. Hun vreugde zou onbegrensd zijn, indien
ze het zagen, dat de kinderen hen volgden.
Maar wat is hun fout? Het is de fout, die
Christen beging, en waarin Christinne niet
vervielze nemen ze niet mede. Ze wachten
lijdelijk af, of de Heere ze bekeert, maar voeren
ze niet met zich op den weg der bekeering en
leeren ze niet treden in het spoor der Gods
vrucht.
Hoe staat de zaak in veler beschouwing
Daar is een smalle weg en een breede weg.
Nu is er een vader, die den smallen weg be
wandelt. Zjjn kinderen daarentegen, zoo meent
hij, zjjn nog op den breeden weg. Laat hjj nu
die kinderen los O neen,over den heiningmuur,
die den smallen van den breeden weg scheidt,
houdt hjj hen vast, met vele gebeden en tranen
wachtende of zijn kinderen niet tot hem wor
den overgebracht.
Christinne deed anderszij nam ze mede op
den weg ten leven. Had zjj daar recht toe?
Ja, krachtens het verbond Gods, krachtens het
Door den kerkeraad der Geref. Kerk
te Vlissingen B is aan dien van Vlissingen A
een verzoek gericht om tot plaatselijke ineen-
smelting der beide kerkgroepen te geraken.
Dr- Wagenaar wijdt aan de ineensmeltings-
zaak te Vlissingen een artikel, waarvan hij ver
klaart: „Wij hebben dit ongevraagd advies
nauwelijks durven geven, doch hadden geen
vrede met het achter te houden,* en dat hierop
neerkomtVlissingen A wees gij inzonderheid
„tjjdgrjjpend*, want gij hebt een emeritus
(ds. Veenstra vroeg zjjn emeritaat en kerk
B is vacant door het overlijden van onzen
broeder Hulsebos) en als de broeders nu de
ineensmelting weigeren, kunnen zjj wel „tot
de genabuurde kerken komen en zeggen helpt
ons onzen emeritus onderhouden opdat wjj toch
eenig tractement aan een herder voor ons
kuddeke apart, kunnen geven, doch die kerken
zeilen zelven zwaar en konden wel eens ant
woorden neen, broeders, dat doen wij op deze
manier niet. Dan stijven wjj u in een onge-
oorloofden weg. Indien gij de ineensmelting
op naar het oordeel der Generale Synode
van Dordt billijke gronden weigert, verg
dan niet van uwe Zusterkerken om uwen
emeritus te onderhouden, en betaal in alle geval
de weelde van uw apart-kerkelijk leven zelf.*
Deze aangehaalde zinsneden hadden wij voor
ons liever niet gezien in dit advies, dat overi
gensten volle eene ernstige overweging waard is.
Alleen vragen we nogEn Middelburg dan,
waar het afstuitte, omdat, ook na de ineen
smelting, voor één der Dienaren meer inkomen
dan voor de andere werd gevraagd
De heer FHoekstra, cand. aan de Theol.
School te Kampen, behaalde magna cumlaude
den doctoralen graad in de philosophie aan de
Hoogeschool te Heidelberg. Dr. Hoekstra is
beroepen predikant bij de Geref. Kerk van
Hazerswoude, en heeft (zie boven) die roeping
aangenomen.
Gereformeerd Gymnasium te Kampen.
De Stet. no. 50 bevat een Kon. Besluit van den
28sten Februari (Stbl. no. 39) tot aanwijzing,
overeenkomstig art. 157 der Hooger Onderwijs
wet, van het Gereformeerd Gymnasium te
Kampen, verbonden aan de Theologische School
van de Gereformeerde Kerken in Nederland.
In dit Besluit wordt bepaald dat het Gere
formeerd Gymnasium te Kampen, verbonden
recht verstaan en ernstig ter harte nemen.
Het verbond Gods is iets heerlijks en groots,
maar des te erger indien het verminkt en ge
schonden wordt. En wel maakt het verschil,
of men het schendt uit boozen moedwil öf uit
onkunde, doch ook die onkunde is zonde. De
aard van het genadeverbond is klaar genoeg
geopenbaard. Alle onduidelijkheid brengen wij
er in, indien we onze gedachten en onze be
grippen er aan trachten op te dringen. Wjj
moeten het nemen gelijk het is. Het „waarom*
en het „hoe* doorgronden we nooitwe aan
vaarden het voor ons en onze kinderen alleen
door het geloof.
Door het geloof heeft Christinne de stad
„Verderf* verlaten, en nam ze hare kinderen
met zich op den weg naar de stad, die fun
damenten heeft, en welker kunstenaar en bouw
meester God is.
Vinde haar voorbeeld navolging, gelijk zij
het exempel gevolgd heeft van de heilige man
nen en vrouwen der Schrift, die zichzelven
met al het hunne den Heere hebben overge
geven en toegewijd.
De goedertierenheid des Heeren is van eeuwig
heid tot eeuwigheid over degenen, die Hem
vreezen, en. Zijne gerechtigheid aan kindskin
deren, aan degenen, die Zijn verbond houden
en aan Zijne bevelen denken om die te doen.
Laman.
aan de Teologisehe School van ,de Gerefor
meerde Kerken in Nederland* met ingang
van 1 Maart voor een tijdperk van zes jaren
wordt aangewezen als bevoegd om, met inacht
neming der desbetreffende wettelijke voor
schriften, aan zijne leerlingen, die het onder
wijs tot aan het einde bebben bijgewoond,
een getuigschrift van bekwaamheid tot Uni
versitaire studiën af te geven, dat met het
getuigschrift, in artikel 11 der Hooger Onder
wijswet vermeld, wordt gelijkgesteld.
BEDANKT
van Zalk
van Grjjpskerk
Grüpskerk.
DRIETAL
Driebergen (vac. ds. Barger):
ds Donner van Nieuwdorp
ds. de Jong van Noordwjjk aan Zee en
ds. Slujjter van Maassluis.
TWEETAL
te Sauwert (vac. ds. Kerssies Sr.)
ds. Sybrandy van
ds. Terpstra van
BEROEPEN
te St. Pancrasds. Koers van Den Helder
te Oud-Loosdrechtds. Elzinga van Zalk.
AANGENOMEN
naar Hazerswoude: dr. Hoekstra, Cand. te
Kampen.
„u en uwen zade”. Zjj dwong ze om in te gaan.
De „Christinne* van Bunjan had veel hel
derder inzicht in het genadeverbond dan de
„Christen*. Christen bad, dat de Heere ze
mocht nemen, maar Christinne gaf ze aan God,
omdat de Heere ze van haar eischte. De band
des verbonds, die ons aan den Heere verbindt,
omstrengelt ook het onze, ziel en lichaam,
gaven en krachten, geld en goed, maar niet
het minst ons zaad. De Heere heeft krachtens
het verbond op dat alles een heilig recht, dat
we Hem niet mogen onthouden.
Het beeld van een „Christinne*, die haar
kinderen medeneemt op den weg naar den
hemel, is een schriftuurlijk beeld. De slotbe
waarder komt tot geloof en bekeering, en als
hjj gedoopt wordt, neemt hjj zjjn gansche huis
in het badwater mee. Lydia geeft zich aan den
Heere over, en terstond ligt ook haar gezin
onder het zegel van Gods verbond.
Maak van het „Ik ben uw God* het „en
uws zaads God* los, en heel de Christelijke
opvoeding wordt een ijdelheid der ijdelheden.
Onze kinderen op te voeden in de vreeze des
Heeren wil immers maar niet zeggen, ze be
kend te maken met den weg der zaligheid;
het bedoelt ze te leiden in het spoor der gods
vrucht, hen te gewennen van jongsaf hun
schreden te richten op den weg der gerech
tigheid, die ten leven voert.
En hoe zou daar nu de vroomste en meest
godzalige vader of moeder toe in staat zjjn,
zjjn doemschuldig en door en door bedorven
kind aan de vreeze des Heeren te gewennen,
indien zjjn sterkte en vertrouwen niet lag in
het „en uws zaads God.*
Christinne nam al haar kinderen mede, en
ze had het voorrecht, dat ze met al haar kin
deren de hemelstad bereikte Dat geluk heb
ben niet alle „Christinnes* gesmaakt.
Sommigen hebben hun kinderen zien afwij
ken, den weg zien verlaten, welke zjj hen
wilden doen bewandelen. Ook door de huisge
zinnen en geslachten van het bondsvolk loopt
de lijn der verkiezing. Maar kan dit voor „Chris
ten* en voor „Christinne* een reden zjjn om
te zeggendewjjl het mogelijk is, dat deze en
die mijner kinderen af zal wijken en verloren
gaan, daarom neem ik geen van allen mee
Dit is vast, daar is niet één kind zalig ge
worden, omdat het Godvruchtig is opgevoed,
maar toch wel degelijk doordat het in de vreeze
des Heeren is grootgebracht. De verkiezing
sluit de middelen in. Wat leert de ervaring?
Ze leert ons, dat de kerk des Heeren het duur
zaamst wordt gebouwd uit die geslachten en
gezinnen, waarin de ouders hunne kinderen
eene Godzalige opvoeding geven. Waarom is er
zoo menig huisgezin, waarin de kinderen voor
de gemeente des Heeren verloren gaan In
negen van de tien gevallen ligt de oorzaak in
de Eli-gestalte van de ouders.
Wie de wereld verlaat om den Heere de hand
te geven, die houde ook zjjn kinderen vast en
neme hen mede; en wie ze loslaat en prijs
geeft aan de wereld, die verbreekt het verbond,
waarin de Heere onze kinderen van ons eischt.
Dit heeft „Christinne* beter dan „Christen*
verstaanen in dit opzicht is de „Christinne
reis* mooier dan de „Christenreis*, in welke
andere opzichten de laatste het van de eerste
dan ook moge winnen.
Indien wjj het eigendom van Christus zijn,
zoo behooren ook onze kinderen Hem toe, en
moet onze weg ook hun weg zjjn, en die weg
is het spoor der Godsvrucht. Mocht iedere
„Christen* en iedere „Christinne* dit maar
Ter navolging!
De Zendings-Commissie te Oost- en West-
Souburg, staande in dienst van den Kerkeraad,
om de belangstelling der gemeente in het werk
der Zending op te wekken en levendig te
houden, besloot in hare vergadering van 1
Maart 1.1. over te gaan tot het oprichten eener
Zendingsschool voor de kinderen der gemeente.
Voortaan zal des Zaterdags smorgens onder
wijs in de Zendingsgeschiedenis gegeven
worden in de Consistorie der Geref. Kerk door
br. J. de Hamer, onderwijzer aan de Chris
telijke School.
Vinde dit goede voorbeeld ook navolging op
onze andere Zeeuwsche dorpen.
G. F. Kebkhot.
Deputaat v/d Zending.
’t eeuwig
[welbehagen.
Want God is ons ten schild in ’t
[strijdperk van dit leven
En onze Koning is van Isrels God
[gegeven.*
Of, een van de liederen der optochten
wordt gezongen, en plechtig klinkt door de
trotsche tempelgewelven
„Want Sion is van God begeerd
t Wordt met Zjjn woning hoog vereerd.
Hier sprak Hjj, die het al beheert
Hier zal ik wonen naar mjjn lust,
Hier is in eeuwigheid mijn rust.*
(Wordt vervolgd.)
Theologische School te Kampen.
Ontvangen contributie door den collectant
F. J. van Ditmars en door den correspondent
ds. L- Bouma in ontvangst genomen. Van W.
H. f3.— S. de J fl—Mej. M. A. f2.50;
G. H. V. f250; A. de F. f 1.-; E. H. fl—
F. P. D. f2.-; J. H. f2.-; A. D. L. f 1.50
C. J. H. f2.50; A. L f3—; J. ’t H. fl.—
J. A P. fl—W. A. de R. f2.50; J. A. V.
f 2.50 P. C. v. D. Sr. f 1.B. S. f 1.Mej.
wed. L. H. f 1.C. C. Mz f 2.50C. W. f 1
Piet S. fl—Paulus S. fl.—K. H. f 1—
A. de N. Jr. f 1.J. K. f 1.Mej. wed. H.
f 1 C. v. d. K. f 1.—J. M. v. d. W. f 1.—
W. de R. f050; L. 8. fl.—H. v. D.f0.50;
C. C. f 1.Mej. J. M. M. f 2.50 M. de R.
fl.—Mej. wed. J. P. M. f2.50; C. C. Cz.
fl.-; G. W. fl.-; J. K. f 1.-C. H. f 3—
J. L. f 1.J. v. d. K. fl.F. J. v. D.
fl—Mej. A. H. f2.50; Mej. A. G. f 1.
Totaal f65.