Weekblad voor de Gereformeerde Kerken in Zeeland, Onder Redactie van: Ds. L. BODMA, Os. H W. LAMAN en Ds. A. LITTOOIJ. Vrijdag 19 Januari 1906. 3e Jaargang. UIT HET WOORD. Drukker-0 itge ver No. 30. I r1 A. SCHRIFTBESCHOUWING. i I I r van verstaat. r r D. LITTOOIJ Az. MIDDELBURG. ABONNEMENTSPRIJS per half jaar franco per post Enkele nummers lichamelijke krachten kunnen ver en versterken. Zeker, als men op de zonden kan wegnemen, dan stond op, om Israël een zoon van Pua, een man van Issaschar hjj woonde te Samir, op het gebergte staan in den dag der toekomst, waarop zij be merken zullen, hoe blind zij geweest zijn, waardoor zjj snood miskend hebben de groote taak door onzen Heiland volvoerd. Daarom behoort uw woord uittegaan tot uwe mede zondaren, en uw gebed op te klimmen tot den troon der genade om de doorbreking van bet licht der openbaring in vele harten. Bouma. HET GROOTSCHE DOEL VAN JEZUS’ KOMST. En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zoude wegnemenen geene zonde is in Hem. 1 Joh. 3 5. Menigeen, als hjj lashet grootsche doel van Jezus’ komst, en wist, wat wij er onder ver staan, zou glimlachen, want het wegnemen der zonden is zulk een eenvoudige taak. Meteen zekeren ongeloovigen trek om de lippen zou hij vragenMaar is dit doel in uw oog dan zoo buitengewoon, zoo bizonder? Weet gij dan niet, dat alle edelen, alle wijzen van ons geslacht daaraan hunne kraehteh wijdenja staat ieder vader en elke moeder er niet naar, als zij hunne kinderen op voeden Nu is het onze beurt om onze verwondering te laten blijken, en bij eenig nadenken achten wjj ons geroepen ons zelf nadere rekenschap te geven wat men door het wegnemen der zonden Anders toch zullen wjj nooit tot klaarheid komendezelfde woorden hebben blijkbaar immers een geheel verschillende beteekenis, en daarom dienen wjj te weten, wat onze tijd te kennen geeft, als hjj nog spreekt over het wegnemen van zonden. Wij, die beter vertrouwd zijn met het bijbelsch spraakgebruik dan met dat van onze' eeuw, ontvangen telkens stof tot verbazing, wanneer wij onze medemenschen hooren spreken. Wat in ons oog buitengewoon is, is in hun oog alledaagschwat in ons oog daarentegen weinig beteekenis heeft, is in het hunne zoo zeldzaam groot. Wjj merken uit alles, dat wjj zoo veel verschillen, maar wjj kunnen het niet dadeljjk verklaren, en dat komt, omdat men in bekende woorden een geheel anderen zin legt, dan er vroeger aan toegekend werd. Als men tegenwoordig spreekt over de noodzakelijkheid om de zonden weg te nemen, dan bedoelt men daarmede, dat men er op uit moet zjjn om den menseh te geven een gezond lichaam, een fiksch karakter, eene frische levensbeschouwing, opdat hjj zjjne plaats in het huisgezin, in de maatschappij en in den staat met eere kan innemen. Alle hinderpalen, welke op den weg van ons geslacht liggen, moeten leeggeruimd worden, al wat schadelijk is aan de ontplooiing van zjjne vermogens moet verdwijnen, al wat de voortgaande beschaving belemmert, moet verwijderd worden. Allen moeten zich ver- eenigen om het doel te bereiken, mannen te kweeken die weten wat zjj willen, en vrouwen te vormen, die heur taak met ernst verrichten. Wanneer men slechts met geduld stuurfr in deze richting, en met volharding alle moeie- Ijjkheden overwint, dan zal men verkrijgen, wat men wenscht, en de zonden zullen weg genomen zjjn. Nu als het dit is wat de Apostel bedoelt, dan moeten wjj ook zeggen, dat het doel van Jezus’ komst zeer eenvoudig is, dat velen daaraan medewerken, ja dan willen wjj gaarne uitspreken, dat er misschien nooit een tjjd is geweest, waarin men met meer opgewektheid gearbeid heeft aan deze taak dan tegenwoor dig. Altjjd wordt er meer nadruk gelegd op de opvoeding in het gezin, de werkman wil meer vrijen tjjd hebben om zich beter te kunnen wjjden aan het huiselijk levende scholen worden al ruimer gebouwd, de leer middelen worden steeds beter gemaakt, de onderwijzers krjjgen altjjd zorgvuldiger oplei ding, kosten noch moeite wordt ontzien om het onderwijs zoo degelijk mogeljjk te maken en was er vrees, dat de lichamelijke ontwikke ling schade zou Ijjden door toenemende ver standelijke werkzaamheid, in den laatsten tijd legt men zich al meer toe op de middelen, zelfs de geheiligde verbeelding eens Apostels. Jezus neemt de zonden weg, niet sommige, niet vele, maar alle. Hjj neemt ze weg zoo, dat zjj niet meer gevonden kunnen worden, zoo, dat er niet een spoor meer van te ont dekken valt. Voor altjjd zijn zjj weggenomen, en nooit kunnen zjj terugkeeren. Wat er ook gebeure, dit werk kan niet meer ongedaan gemaakt worden. Het is in alle opzichten volkomen. Er ontbreekt niets aan. Het is geheel af. Gjj zult wel verstaan, dat de weg, door Hem gekozen, alleen tot dit doel kon leiden. Door zich in onze natuur te openbaren kon Hjj deze taak volvoeren, door integaan in ons geslacht, kon Hjj dit verrichten. Wjj willen thans geen antwoord zoeken op de vraag, waarom dit zoo is. Meermalen hebt gjj het gehoord en het ligt buiten den weg, welken wjj ons afbaken den. Alleen voegen wjj er nog aan toe, dat gjj niet voorbijzien moogt deze korte nadere aanduidingEn geen zonde was in Hem. Ofschoon Hjj kwam om de zondeu weg te nemen, ofschoon Hjj in ons vleesch en bloed geopenbaard is, toch was er geen zonde aan Hem. Zjj drong niet tot Zjjn hart door, zjj bleef van Hem af, zjj kon Hem niet in haar macht krijgen. Al hare verlokkingen en al hare bedreigingen waren te vergeefsch, op Hem had zij geen invloed. Ook daardoor was het mogeljjk dit werk te verrichten, dezen arbeid te volvoeren. Hjj was zonder vlek, zonder eenig gebrek. Weet gjj het, zooals Johannes het wist, zooals de eerste Christenen het wisten, dat de Zone Gods geopenbaard is om de zonden weg te nemen, weet gjj het, dat Hjj uwe zonden weggenomen heeft Hoe zou ik dit kunnen weten? Vraagt gjj dit? Ik wil het u zeggen. Als Jezus onze zonden weggenomen heeft, dan is over ons niet enkel, maar in ons het licht Zijner openbaring opgegaan, en wij ontdekten, hoe er in ons eene macht der zonde is, welke ons onder hare heerschappij houdt, en wjj be gonnen tegen haar den strjjd. Meer nog. Wjj zagen in die zonde schuld, welke ons aanklaagde bjj den Rechter des hemels en der aarde, en daarover verontrustten wjj ons. Wjj wilden dezen last gaarne van onzen schouder kwjjt, deze steen moest van ons hart. Maar met al onze inspanning kwamen wjj geen schrede verder, met al onzen arbeid vorderden wjj niet. Doch zie, terwjjl wjj al dieper in de ellende geraakten, drong het licht tot ons door, waar bij wjj Hem zagen, die geopenbaard is om de zonden weg te nemen. Dusdoende ontwaakte de begeerte om deel te hebben aan Hem, en wjj hebben Hem gezocht in ons gebed, ons aan Hem overgegeven, op Zjjne gerechtigheid hebben wjj onze hope leeren bouwen, op de Zijne alleen, en dat bljjven wjj doen. Daaraan knnnen wjj weten, dat ook wjj met al zjjn volk hopen kunnen op Zjjn heil. Het kan wel zjjn, dat gjj hierop lettende zegtik weet daarvan en toch heb ik geen rust, omdat mjj de zekerheid ontbreekt. Bljjf het niet te min bjj Jezus zoeken. Hjj zal het licht doen op gaan in de donkerheid en u uit de onzeker heid tot de gewisse weldadigheden Davids’leiden, Waarljjk zoek Hem met uw gansche hart, en gjj zult ondervinden, dat Hjj ook aan u de genade ter wegneming van uwe zonden ver heerlijkt. Wanneer wjj weten, dat Jezus geopenbaard is om de zonden wegtenemen, dan zien wjj weleens met medelijden op hen neder, die altijd weer redeneeren over het doel van Jezus’ komst, maar zonder een oog te hebben voor het heerljjke werk, door Jezus verricht, want indien zjj niet komen tot ontdekking van eigen schuld en zonde, hoe beschaamd zullen zjj 70 cent. Eer wjj er echter toe overgaan, om onze goedkeuring te hechten aan deze opvatting, zouden wij wel enkele vragen, welke in onze ziel opgerezen zjjn, willen voorleggen aan hen die zoo spreken. Hoe is het te verklaren, dat er zoovele ouders zjjn, die de opvoeding hun ner kinderen verwaarloozen Voor u moet het toch wel vaststaan, dat een vader en eene moeder hun kroost liefhebben. Vervolgens, hoe komt het, dat menigwerf zelfs de uitne- mendste opvoeding niet beantwoordt aan hare bestemming De kinderen zjjn er toch zeker de oorzaak niet van, als gjj aanneemt, dat voortgaande ontwikkeling den menseh brengen kan tot de hoogte, waarop hjj staan moet Daarenboven om welke reden zjjn er eene menigte van krankheden, welke de lichamelijke ontwikkeling tegenhouden en de geestelijke vorming in den weg staan Ach, neen, daar is geene verklaring voor hem die zoo opper vlakkig over de zonde oordeelt. Of men het bekennen wil of niet, de werkelijkheid predikt luider dan duizend redevoeringen het vermogen, en aan haar getoetst spatten de theorieën uiteen als een zeepbel in de lucht. Doch, wjj nemen voor een oogenblik aan, dat men kon bereiken, wat men begeert, dat elk kind opgroeide tot een kloeken man of tot eene edele vrouw, wat had men dan nog ver kregen Veel, dit geven wjj toe, maar niet alles. Ook zoo blijft het oog nog gericht op de aarde, op wat beneden is, en het zou alleen zjjn om zich sterk te maken voor den strijd om het bestaan, om het dageljjksch brood, om eere bjj menschen, om het kunstgenot, om den dorst naar kennis. En dat zou dan het doel zjjn, waarvoor de menseh zou moeten arbeiden en zwoegen, Ijjden en strijden Achter de nooden van het leven, achter het lijden dezer aarde, achter de moeiten, die ons drukken, achter de kwellingen, welke ons plagen, achter de misstanden, welke de maat schappij ontsieren ligt eene macht, welke niemand van ons geslacht wegnemen kan, en uit haar vloeit voort al, wat den menschelijken schouder een zwaren last oplegtde sonde. Rechters pogen haar te beteugelen en zjj werpt alle banden af; geneesheeren bestrijden hare gevolgen, en moeten al meer de middelen vermenigvuldigen, maar haar zelve raken zij niet eens aan geleerden trachten hare gangen optesporeu, maar zij lacht met al de weten schap van de stoutste denkers. En nu werd Jezus geopenbaard om de zonden weg te ne men Welk eene taak, welk eene grootsche ontzachljjke taakJohannes spreekt hier van zonden. Wie kan haar getal berekenen Zjj zjjn meer dan de korrelen zands aan den oever der zee. Elke geloovige wil met den dichter bekennen wie zal de afdwalingen verstaan En hoewel zjj alle uit ééne bron ontstaan, wie kan alle de beekjes tellen, waarin zjj zich verdeelen. Neem dit ter harte, en gjj zult u bjj deze uitspraak, welke gjj zoo vaak hoordet, en over welke gjj misschien achteloos heen- laast, verbazen en eenigermate verstaan en waardeeren, het werk, waartoe Jezus versche nen is. Het gaat elke voorstelling te boven, Met medewerking van onderscheidene Predikanten. PJIIJS DER ADYERTENTIEN van 15 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. FAMILIEBERICHTEN van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Het boek der Bichteren. LXIII. Na Abimelech nu te behouden, Thola, zoon van Dodo, en van Efraïm. En hij richtte Israël drie en twintig jaren en hjj stierf, en werd begraven te Samir. En na hem stond op Jaïr, de Gilea- dieten hjj richtte Israël twee en twin tig jaren. En hjj had dertig zonen, rjjdende op dertig ezelveulens, en die hadden dertig steden, die zjj noemden Havvóth-Jaïr, tot op dezen dag, dewelke in het land van Gilead zjjn. En Jaïr stierf, en werd begraven te Kamon. Richt. 1015. Van de Riehters Thola en Jaïr wordt zeer weinig gemeld. Zoo weinig, dat wjj vragen waarom is hun naam niet geheel verzwegen Geen enkele beteekenisvolle daad, geen over winning op eenigen vjjand staat ons aange- teekend. Toch mogen wjj aannemen dat hun optreden niet zonder beteekenis bleef voor het godsdienstige leven in Israel. En dientenge volge werd ook hun naam en gedachtenis in de rjj der Riehters bewaard. Na Abimelech nu stond op om Israël te be houden, Thola, een zoon van Pua, zoon van Dodo, een man van Issaschar. Wjj vernemen allereerst wie de redder des volks was. Zijn naam is Thola, zoon van Pua, namen niet onbekend in den stam van Issaschar. Volgens Gen. 46 13 had reeds Issaschar, de zoon van Jaeob, kinde ren die dezen naam droegen. Van dien tjjd keerden zjj zeker telkens terug, werden van vader op zoon bjjgehouden. De beteekenis van deze namen duiden op een bekende tak van werkzaamheid in dezen stam. Thola beteekent purper worm, ’t diertje dat de purperverf verschafte, die zoo veel gebruikt werd bjj de oprichting van den tabernakel. En Pua heeft soortgelijken zin en kan overgezet .vervenroodheid.* Vandaar hebben sommigen ’t gewaagd om Dodo in verband te brengen met een woord dat niet arm, maar vat beteekent. Want bjj de bereiding van de purperverf bezigde men ook een vat. Wjj laten deze naamafleiding voor wat zjj is. Zjj kan ons weinig verder brengen om den Richter Thola te leeren kennen. Opzettelijk wordt nog gezegd na Abimelech stond op Thola. ’t Is om u voor den geest te roepen al de ellenden door dezen koning over Israels stam men gebracht. Al weten wjj weinig van Thola, zijn optreden was toch niet doelloos. Na zooveel wreedheid en opstand is een man van noode, die door zijn kalm optreden, ’t vertrouwen verwerft. Het vermoeden ligt ook voor de hand, dat de gruwel daden en het schrikkelijk einde van Abimelech en van Sichem, zulk een indruk maakten, dat ’tvolk weer kon gered worden. Bjj zulk eene opvatting krjjgen ook de woorden „na Abime lech* dieperen zin. In vorige tjjden verkocht hen de Heere in de hand der Midianieten of 1 r< l L l 1 3 1 $81 welke d.ê"^i meerdere^/ e deze wjjze beleven wjj gunstige tjjden, dan is er oorzaak om de loftrompet te doen hooren over de beweging van onze dagen, dan hebben zjj ge lijk, die zeggenO gewis, Jezus heeft veel gedaan ter bestrijding van de zonde. Hjj staat in de eerste rjj van hen, die zich dat als le vensdoel hebben gesteld, maar Hjj staat niet alleen, overmits Hjj zich omringd ziet van alle menschenvrienden, wier hart warm klopt voor de nooden des volks en die alles aanwenden om de misstanden dezer aarde weg te nemen. Zeeuwsch Kerkblad

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1906 | | pagina 1