INGEZONDEN. Kerk- en Schoolnieuws. Ofliciëele Berichten. van n L. 1 op red. ief- os der site vat feu aar en iren - is ■ing and d a ge lul: dat der elen lan- idig pre- om >gte niet den heel )ken mee da niet von den ge iten, n te iden be- zoe- i en (Buiten verantwoordelijkheid der redactie.) lo de U in iel m )'n m fi rn m te al d n n d n it es- ich en uit in ft ag in. den en wat ien, gü éne Ien, ens Koudekerks, 6 Januari 1906. Heden ontving de Kerkeraad alhier het verbiedend bericht dat ds. L. van Loon te Zegwaart, de op hem uitgebrachte roeping met volle vrijmoedigheid heeft aangenomen. Dat op dit besluit des Heeren onmisbaren zegen moge rusten, is de wensch en bede van Kerkeraad en gemeente. Namens den Kerkeraad voornoemd, P. Boone, Scriba. Enibh. Elzenga’s naam is in enkele maanden bekend geworden reeds ver over de grenzen van Fries land, want zelfs buitenlanders zijn gedurende den verleden zomer naar het kleine dorpje getrokken om zijn werk te zien. Er is alge- meene verwondering over zijne kunst en de waardeering, die zijn arbeid vindt is een bewijs, dat God aan dezen eenvoudigen jongen man eene sehoone gave heeft verleend. Aan den heer A. S. J. Dekker, Orgel- fabrikant te Goes, is opgedragen de bouw van een Kerkorgel, ten behoeve der Geref. Kerk te Domburg. Vlissingen (B). De Kerkeraad stelde het vol gende tweetal (alphabetisch) ds. F. J. Hagen te Ridderkerk en dr. J. van Lonkhuizen te Aarlanderveen. Namens den Kerkeraad, P. G. Laebnoes, Scriba. Dat wijlen Paul Krüger wel eens voor ging in de kerk weten onze lezers. In Penning’s werk komt een plaat voor, waarop oom Paul op den kansel staat. Hoe hij preekte? Ziehier instemming met dit vonnis te kennen geeft. De beul komt binnen, maar niet om het kind in stukken te houwen zijn taak is, de leugen achtige vrouw weg te voeren. De geheele handeling spint zich dus af, als zjj in den Bijbel geteekend wordt. Het ver wonderlijkste is, dat de bewegingen der per sonen zóó juist zijn, dat ze niet voor tweeërlei uitlegging vatbaar zijn en dat alles op tijd gebeurtgeen oogenblik te vroeg, maar ook geen seconde te laat. En de uitvinder? Hij geeft de verklaring, maar een eerste-klas redenaar is hjj voorloopig nog niet. Zijne oratie wordt uitgesproken in het Friesch en bestaat voornamelijk uitSjuch jimme wol (Zien jelui wel Het geknars houdt op, het wieletje zingt nog even zijn eentonigrrt, maar ook dit verstomt. Ik bleef staren op het net van stangetjes en radertjes en begreep het niet .trouwens be kwame ingenieurs en zelfs de koningin, die toch het hoogst is in ons land begrepen het niet”, zegt Elzenga. Zoo scheidde ik van hem, zoo nederig van hart, zoo scherp van verstand. Al is hij voorloopig nog niet „het licht onzer eeuw” toch kunnen we in hem zien een kloek denker en een krachtige persoonlijkheid, die zich door geene bezwaren van zjjn voornemen laat af brengen. Ede, 9 Jan 1905. Dr. Wielinga, predikant te Arnhem, schrijft, met verzoek om mededeeling, in denzelfden geest. Littooij. Ontvang den harteljjken dank voor dit laatste woord, Mijnheer de Redacteur, Van Uw dienstw. dien. J. 0. Jansen. Gevoegelijk kan dit ook het laatste woord zjjn over deze zaak, en daarom sluiten wij hier over de discussie. Aan Broeder B. berichten wjj tevens, dat zijn stuk over de Zending in ’t volgend num mer eene plaats vindt. Terneuzen, 8 Januari 1906. Mijnheer de Redacteur De heer Bedet heeft er inderdaad slag om zich te redden uit moeilijkheden. Zijn eerste schrijven bevatte althans ééne duidelijke rechtstreeksche, algemeene beschul diging, die ik met bewijzen trachtte te weer leggen. En wat doet nu mijn geachte opponent in zijn tweede schrijven Heel kalm en leuk sehikt hij al mjjne be wijzen bijeen en werpt ze schouderophalend als nietswaardig in de papiermand met de op merking, dat het niet op zijn weg ligt daar over met mij te debatteeren. Had ik dat maar geweten Ondertusschen weet hij zoodoende de aan dacht der lezers van de hoofdquaestie af te leiden om die over te brengen op andere zaken, die door hem in zijn eerste schrijven niet waren aangeroerd. Deze tactiek is doorzichtig als glas en ik zal mjj dan ook wel wachten hem op die zijpaden te volgen. Ik kan mijn tijd nut tiger besteden. Toch spijt het mij èn voor hem zelf, èn voor de goede zaak, waar het om ging. In zjjn schrijven van 12 Dee. lag werkelijk eene kiem van waarheid. Waarom moest die kiem nu door schromelijke overdrijving wor den verstikt? Broeder Bedet moge voor het vervolg be denken, dat ieder, die in het publiek schrijven wil, voor alles moet trachten om waar te zjjn en zich dus heeft te wachten voor eenzijdig heid en overdrijving. Wie zich aan dien regel niet houdt, kan de beste zaak door zijne critiek bederven. schoonSalomo en zjjn raad. De koningin van Scheba was verbaasd over zooveel glans en heerlijkheid, wij waren het niet minder, maar over zooveel soberheid en eenvoud. Meer naar ons toe, ter zijde bevinden zich de vrouwen, volkomen gelijkend op de man poppetjes, alleen van hen onderscheiden door een bosje paardehaar en het kind; en tegen over hen, eveneens ter zijde, een bloeddorstige beul, met een groot slagzwaard in de hand. Nadat nog eenige opmerkingen van hetzelfde soort a’s de bovengenoemde, de algemeene stilte hebben verbroken, tornt de uitvinder hier en daar aan een raadje, betast een stangetje en zet een electriseh vliegwieletje (klos van Rühmkorff) in beweging. Rrt snort het wieletje, een zacht geknars wordt vernomende voorstelling begint. Salomo houdt raadzitting. De dienaren luisteren aan dachtig toe en geven door verschillende bewe gingen hunne instemming te kennen. Ten slotte gaat die aan ’s konings rechterhand de vrouwen en het kind halen. Het drietal komt achter elkaar binnen, maar ze plaatsen zich op een rij vóór den koning, het kind in het midden. Het verhoor begint. Beide vrouwen eischen het kind als het hare op. Na eenigen tjjd wjjst Salomo op het kind en beduidt, dat het in tweeën zal gedeeld worden. De raadsman aan zijn linkerhand gaat den beul halen. De moe der werpt zich nu in hevige gemoedsaan doening op haar kind, om het met haar lichaam te beschermen, terwijl de andere hare Namens haar Ds. H. Muldee, Praeses. C. Leunis, Scriba. op hem te wijzen. Het is voor ons een groot verlies, voor U een winst. Met heilbede, Uw Dw. Br. W. Muldee. In de onlangs verschenen „Jaarcijfers voor het Koninkrijk der Nederlanden", bewerkt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, vindt men ook eene indeeling onzer Neder- landsche bevolking naar de „kerkgenootschap pen". Daarbij geschiedt mede opgave van degenen, die tot geen enkele kerk behooren en dus geacht kunnen worden, zoo goed als geheel met het Christendom te hebben ge broken. In 1869 waren er ruim vijfduizend, in 1899, het jaar van de laatste volkstelling, honderdvijftienduizend. Eene vermeerdering wordt geconstateerd sedert 1879, in slechts twintig jaren dus, met 840 om des Zondags de Geref. Kerken in de be diening des Woords en der Sacramenten te dienen. Het bericht als zou het contract voor de overname van het Geref. Gymnasium te Kampen geteekend zijn, is geheel voorbarig. Tot nog toe is niets anders geschied, dan dat eene Commissie, door het Curatorium der Theol. School benoemd, met eene Commissie van het Voorloopig Bestuur der Groningsche vereen, voorloopige besprekingen heeft ge houden. De overname is dan ook volstrekt niet zeker. De ledenvergadering tegen 5 Januari te Gro ningen uitgeschreven is niet doorgegaan. Een nieuwe vergadering, waarop een definitief Be stuur zal gekozen worden, is vastgesteld op 19 Januari. Heden werd met goed gevolg het toe latingsexamen aan de Theol. School afgelegd door dhr. P. van Hoven te Leiden. Tot onderwijzer met hoofdacte aan de Chr. school te Almeloo (hoofd de heer Hoogen- doorn), is benoemd de heer J. Spiering te Terneuzen. Bjj de laatste volkstelling bleken van onze vaderlandsche bevolking bjjna twee en een half millioen menschen nog tot de Her vormde Kerk te behooren. Het juiste ejjfer is 2.471.021. Na deze staat de Roomsche Kerk bovenaan met bjjna een en drie kwart millioen, 1.790.161. En dan volgen de Gereformeerde kerken met 361.129. De verhoudingscijfers zjjn dus ongeveer 7, 5, 1, dat wil zeggen, dat er vjjf maal zooveel Roomschen en zeven maal zooveel Hervormden als Gereformeerden in ons land zjjn. In de laatste halve eeuw gingen de Hervormden 26 en de Roomschen 36 vooruit. De Gereformeerden verdubbelden in de tien jaren tusschen 1889 en 1899, want ze klommen van 181.017 tot 361.129. TWEETAL te Vlissingen B (vac. wjjlen ds. Hulsebos) ds. Hagen van Ridderkerk ds. van Lonkhujjzen van Aarlanderveen. BEROEPEN te Ouderkerk a/d IJselds. Kasteel van Oppenhuizen. AANGENOMEN naar Koudekerke (Zeeland)ds. v. Loon van Zegwaart. Classis Axel. Vergadering D. V. op Donderdag 8 Febr. a. s., gewone tjjd en plaats. Stukken voor het Agendum tegen 16 Jan. in te zenden bjj de roepende kerk van Zaam- slag B. BOEKBEOORDE ELING. De Profetieën van Hosea-Joël, uitgelegd door Joh. Calvijn. De ondernemende uitgever Kok te Kampen zorgt voor eene geregelde toevoer van stichtelijke lectuur. Ditmaal moet zjjne keuze al eene zeer gelukkige genoemd wordenimmers, waar al de commentaren van Calvjjn op de boeken des Nieuwen en een enkele op de boeken des Ouden Testaments reeds in onze taal zjjn overgebracht, daar heeft eene vertaling van Calvjjn’s uitleg ging op de Kleine Profeten recht op een woord van dankbare erkentelijkheid. Het is toch naar het getuigenis van een alleszins bevoegd en deskundig beoordeelaar (dr. Bavinck) dat Cal vijn, vooral door den aard van zjjn exegetischen arbeid onder de uitleggers zjjner eeuw bovenaan staat. En dat de poging, om, door overzetting in onze taal, Calvjjn’s uitleggingen der Bijbel boeken ook te brengen onder het bereik van hen, die ze niet in het oorspronkelijke kunnen lezen allen lof verdient, ja, dat het in het minst geen bezwaar oplevert doch tot rjjken zegen kan zjjn ze in de handen onzes volks te geven, wordt voldoende gestaafd door hetgeen dr. Bavinck in zjjne Voorrede op Genesis schrjjft: „Door zjjne degeljjke kennis, zjjne waarheids liefde, zjjn voor die dagen ongewonen histo- rischen zin, zjjne fijne opmerkingsgave, zjjn onbevangen oordeel, zjjne diepe godsvrucht werd Calvjjn in staat gesteld eene verklaring der Heilige Schrift te geven, van welke nog met rjjke vrucht gebruik te maken is. Het is Calvjjn bjj zjjne uitlegging om niets dan het zuivere, klare Woord Gods te doen. Van ver geestelijking is hjj een vjjand. Hjj houdt zich aan den tekst en zoekt er niet meer in dan er in ligt. Den zin en de gedachte Gods in Zjjn Woord spoort hjj opdie laat hjj spreken, of ze menschen behagen of niet." Met even groote waardeering en lof spreekt dr. Honig over Calvjjn’s exegetischen arbeid. In de door dezen Hoogleeraar geschreven Voor rede op de Kleine Profeten lezen we: „Alge meen bekend is het, hoe niet slechts in ons vaderland maar ook daarbuiten de roem van Calvjjn als exegeet in de laatste jaren luide verkondigd is. En wie als Dienaar des Woords geregeld Calvjjn opensloeg en hem nauwgezet en aandachtig bestudeerde, zal gaarne erken nen, hoeveel hjj voor zjjne prediking aan dezen fijnen taalkenner, goeden historicus, helderen denker en godvruchtigen theoloog verschuldigd is. Ook voor de twintigste eeuw is de exege tische arbeid van dezen held, die alle levens terrein zocht te doen stellen (wordt zeker be doeld „stoelen" op den wortel des geloofs, van rjjke beteekenis. Natuurlijk kleven ook ook aan zjjn arbeid vlekken. Niet alsof wjj eenvoudig bjj Calvjjn zouden kunnen bljjven staan. Niet alsof wjj niet verlangend uitzien naar een commentaar van gereformeerde zjjde, die aan de strengste eischen der tegenwoordige wetenschap beantwoordt. Maar omdat Calvjjn een werk leveren mocht, dat voor alle tjjden beteekenis heeft, zal hjj altoos weer opgesla gen worden." Zulk een lofspraak van onze beide Hoog- leeraren zegt genoeg om de lezing van Cal vjjn’s werken met gerustheid en warmte aan te bevelen. Het komt dus op de vertaling aan Welnu, met betrekking tot de overzetting van dit eerste deel der Kleine Profeten, dat de uit legging op de profetieën van Hosea en Joël bevat, verklaart dr. HonigDe vertaalster, die zoowel den Latjjnschen tekst als eene oude Fransehe vertaling raadpleegde, heeft haar taak consciëntieus opgevat en loffeljjk ten einde gebracht. Zich zoo nauw mogeljjk aan Calvjjn’s woorden en zinsbouw houdende, heeft zjj zich tevens bejjverd eene vloeiende vertaling te leveren, die zich aangenaam lezen laat." Dit goed getuigenis aangaande de vertaling is van des te meer waarde omdat we geheel in ’t duister verkeeren wie toch deze „vertaalster" mag zjjn. Mogeljjk komen wjj dat wel te weten als het werk compleet is. Wjj hebben nu in ieder geval in het getuigenis van onzen pro fessor waarborg genoeg. Dat de vertaalster de Fransehe vertaling geraadpleegd heeft, is goed, maar dat zjj zich zooveel mogeljjk gehouden heeft aan Calvvjns woorden en zinsbouw, dus aan den latijnschen tekst, is beter. Mogen de andere deelen van dit werk spoedig volgen, en zjj het verklarend lezen van de Kleine Profeten voor velen tot rjjken zegen. N. P. BEDANKT voor Enkhuizen ds. J. H. Donner van Nieuwdorp voor Bredads. Elshove van Breukelen voor Mildamds. Hamming van Schoonebeek. Na des morgens te zjjn bevestigd door ds. H. J. Allaart, met’eene predikatie uit Jesaja 52 vers 7, aanvaardde Zondag j.l. ds. B. van der Werff, van Grootegast overgekomen, zjjne intrede bjj de Ger. Kerk van Harlingen. Hjj had tot tekst 2 Corinthe 3 vers 5 en 6. Ds. S. de Vries, te Haastrecht, die het beroep aannam naar de Geref. Kerk te Pur- merend, hoopt 28 Januari afscheid van zjjne gemeente te nemen en op 4 Februari, des avonds te 6 uur intrede te doen te Purmerend, na des morgens te zjjn bevestigd door ds. H. Thomas, van Berlikum. Bjj den Kerkeraad der Geref. Kerk te Utrecht is bericht ingekomen van ds. M. van Minnen, thans vertoevende te ’s Gravenzande, met verzoek hem zjjn emeritaat te verleenen, aangezien hjj als gevolg van zjjn ziekte niet meer zal kunnen optreden. Ds. van Minnen studeerde aan de Theol. School te Kampen en werd in 1865 candidaat. 5 Nov. 1865 aanvaardde hjj de Evangelie bediening te Tholen. In 1867 vertrok hjj van daar naar Hardinxveld, in 1870 naar Hazers- woude, terwjjl hjj 10 Aug. 1873 te Utrecht zjjn intrede deed. Men meldt aan De Rotterdammer Ds. J. H. Feringa, die als emeritus-predikant der Geref. Kerk van Zaandam B, wegens zonde tegen het zevende gebod, is geschorst en aan de classis Haarlem ter afzetting is voorgedra gen, was reeds met 1 December niet-eervol ontslagen als geesteljjk verzorger aan het Chris telijk Sanatorium voor zenuwlijders, te Zeist. Ds. Wejjers verzoekt mede te deelen, dat de dokter hem wegens eene lichte aandoe ning in de keel, die niet gevaarlijk was, maar bjj verwaarloozing gevaarljjk worden kon, ver boden heeft vooreerst in het openbaar op te treden. Het adres van ds. J. Teves, rustend- predikant, is thansRejjer Anslostraat 25 te Amsterdam, die gaarne bereid is desverlangd een proeve, medegedeeld door de N. Cour. „Ik is nou klaar met die eientljjke preek, maar mót nau daarom toch nog voor jullie duideljjk maak die onderskeit die daar is tussen die bekeerde en die onbekeerde mens, ik meen tussen die mens die zonden niet meer liefhê nie en die mens die die zonde nog liefhê. Die lam en die vark, hulle hê saam loop kuier en hulle hê bij die spruit gekom, en hulle hê saam in geklim. En saam hê hulle banje gespartel en geplas en hulle was te vrede. Maar die lam, hy hê in die end op syn pens gekykt en hy hê gesien dat hy was fuil, en toe hê hy jammer gekry en hjj hê uit geklim en hy hê foor die vark geroep en hy hê geseijy moet uitkom, jou pens is fuil, maar die vark, hy hê gelach en hy hê foor di lam gespot en hy hê gesei, mjje pens is nie fuil nie en hy hê weer geplas en gespartel. En soo maak nou die bekeerde en die onbe keerde mens ook. Hulle val saam in de zonde net als die vark en die lam saam in die spruit val. Maar die bekeerde mens hy kry jammer en hy klim uit en hy roep foor die Heere en hy sêOch Heere, maak mjj weer skoon Maar die onbekeerde mens hy is net als die vark. En als die bekeerde mens of die predi kant foor hem roep en hem waarskouw en hem sê jou Ijjf is fuil, jy moet uitkom, dan lach hy, want hy kan die ding nie sie nie en hy ’spot en hy blyf in die zonde spartel net as die vark in die spruit bljjf spartel en plas. Hê julle nou die onderskeit gezien tussen die bekeerde en die onbekeerde mens 1 t t 18 I» le i-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1906 | | pagina 3