Littooij.
Ofiiciëele Berichten.
Hoek.
V A B I A,
Ds. Weijers.
Ds. Weyers, die in de plaats van wylen ds.
Huising naar Batavia ging, is met verlof voor
een kleinen tyd in Nederland. Vóór Z.Eerw.
naar Batavia wederkeert, wenseht hy ook Zee
land te bezoeken en ten behoeve der Zending
te spreken te Middelburg.
In overleg met de drie Kerkeraden der Gere
formeerden te dezer stede, zal Z.Eerw. D.V<
Woensdagavond a.s., om 7 uur, in de Gast
huiskerk optreden.
Wy hopen en vertrouwen, dat eene flinke
opkomst en eene goede collecte voor de Zen-:
ding niet ontbreken zal. Littooij.
de methode, waarop men de zaak behandeld
heeft.
Dat men dit toch nergens vergete, waar men
op ineensmelting aandringt. Laat men door
zachtmoedigheid, door lankmoedigheid, door
wyze voorzichtigheid toch zoeken te behouden,
wat samen behoort te blijven. Aan elke ker-
kelyke scheuring kleeft een vloeken een
schadepost is ze voor het Koninkrijk des
Heeren. We leven in dagen en we gaan tjjden
tegemoet, waarin het volk des Heeren hart aan
hart en hand in hand den booze heeft te
wederstaan. We hebben elkander zoonoodig.
En dit jaar heeft het nog bewezen, hoe heil-
looze invloed er van kerkmuren uitgaat.
Zaligmaker in de schaduw van zy n kruis heeft
gebeden. Waarlyk, de broederlijke liefde als
het heerschend element in de gemeente des
Heeren heeft wel eens betere dagen gekend
dan de onze. Ik zeg niet, dat ze ontbreekt
vele getuigenissen spreken dit tegenmaar d j
klacht over gebrek aan liefde, misschien wel
eens wat overdreven, toont toch, dat het thans
de tyd niet is, waarin de wereld zelfs gedwon
gen wordt te zeggenziet, hoe lief hebben zy
elkaar
Daarom doet het goed, wanneer ge de tee-
kenen ziet, dat hier en daar de drang der liefde
tot nauwere aaneensluiting dringt. Want
daaruit moet toch, zal het goed zyn, de ineen
smelting worden' verklaard. De Heere beware
ons voor een koud formalismeWant dan
wordt het aaneenplakking, en niet ineensmel
ting. Menschen, die elkaar niet liefhebben,
en elkaar niet gaarne hebben, moeten niet
trouwen, want dan wordt het huwelyk, hoe
wettig ook, een knellende band. Eerst lief
hebben, dan trouwenniet omgekeerd eerst
trouwen en dan zien of er liefde komt.
Het werk der ineensmelting is een zeer
feeder werk als het wys en voorzichtig, ernstig
en hartelyk wordt voorbereid, brengt het zegen
als het geforceerd wordt, doet het schade
liefde kan wel gewekt, njet gedwongen worden.
We hopen dan ook van harte, en we geloo-
ven het uit den aard der liefde, dat de ineen
smelting te Leiden haar oorzaak vindt, niet in
de drijfkracht van het principe alleen, vanbo-
venaf, maar in de genegenheid des harten, van
binnenuitdat de Leidsche Gereformeerden
saamgevloeid zjjn, niet saamgedreven. Dan is
ook ons dit feit een oorzaak van hartelyke en
dankbare vreugde, en hopen we ongeveinsd,
dat Leidens voorbeeld navolging vinde in vele
plaatsen van ons vaderland.
Schrijver dezes, die ongeveer een kwarteeuw
tot een der Gereformeerde kerken van de sleu
telstad heeft behoord, en ook niet geheel
onkundig bleef van de actie, die tot de ineen
smelting geleid heeft, ziet om bovengenoemde
redenen de tot standkoming van dit feit niet
met onvermengde vreugde.
Wanneer een overwinnend leger met wap
perende banieren en slaande trom en vroolyke
krijgsmuziek uit den oorlog wederkeert, dan
is er groot gejuich op de straten. Maar wie
hier en daar de woningen binnendringt, waar
een moeder haar kind te vergeefs verwacht;
wie een blik op het slagveld werpt, waar de
arenden zich vergaderen om den roof te deelen
waar duizenden achterblijven, die ook op een
wederzien van de hunnen hadden gehooptzoo
iemand roept victorie met een bevende stem
en met pijn in het hart.
Schrijver dezes is uit overtuiging voorstan
der van de plaatselyke ineensmelting der
kerken, niet alleen om het kerkrechtelyk be
ginsel, hetwelk er toe dryft, maar omdat hy
gelooft, dat we om ’s Heeren wil de nauwste
aaneensluiting moeten zoeken.
Maar by dit werk moet niet het zwaard en
de zweep gebruikt, doch de stok liefelijkheid
en de staf samen binders. Men kan er beter
vijfentwintig jaar over doen met behoud van
allen, dan een jaar met verlies van velen. De
vervreemding en verwijdering van hen, die
behouden moesten zyn, is een verwijt tegen
1
Krankzinnigengesticht.
Het eerste jaarverslag van de Vereeniging
tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen
in Zeeland, gevestigd te Middelburg, (goedge
keurd by Koninklijk Besluit van 20 Juni 1905)
is thans verschenen. Zooals in dit verslag ge
zegd wordt, blijkt er uit, dat de Heere by den
aanvang genadiglijk den arbeid heeft willen
zegenen.
Van verschillende zy'den was er sinds eeni-
gen tyd maar vooral in den laatsten tyd op
gewezen, dat vele provinciën Zeeland vooruit
waren in het verzorgen van Krankzinnigen in
eigen omgeving.
Dit nu gaf aanleiding dat Ds. J. H. Donner
het initiatief nam en de predikanten Hulsebos,
Littooij en Wagenaar vroeg met hem te wil
len samenkomen, teneinde met elkander te
spreken over het creëeren eener Vereeniging
ten behoeve dier verzorging. De broederen be
sloten pogingen daartoe aan te wendendoch
oordeelden tevens dat, om te slagen, alle be
lijders van den Christus Gods zouden moeten
samenwerken. Een circulaire werd daarom
ontworpen en verzonden aan invloedrijke Ge-
reform. en Herv. broeders, en het gevolg
daarvan was, dat vele aan de oproeping tot
eene gemeenschappelijke samenkomst gehoor
gaven.
KORT VERSLAG van de vergadering der
classis Middelburg, gehouden 8 Novem
ber 1905.
Ds. v. d. Hoorn, als consulent van de roe
pende kerk Westkapelle, opent de vergadering
om negen uur, leest Ps. 87 en gaat voor in
’t gebed.
De B.B. ds. Bouma en ds. Wagenaar rap-
porteeren, dat de credentiebrieven in orde zijn
aan de diakenen van Gapinge en Westkapelle
wordt, gehoord de redenen, keurstem gegeven.
In het moderamen nemen naast ds. Kerkhof
die naar toerbeurt praeses is, zitting ds. Koop-
mans als scriba en als assessoren ds. Wagenaar
en ds. Meulink.
De notulen worden na eene kleine wegla
ting goedgekeurd. Het examen neemt een aan
vang. De Dep. van de Synode ds. v. d. Berg,
ds. v. d. Kooy, ds. Staal en ds. v. d. Veen.
In N. T. exegese wordt geexamineerd door ds
Wagenaar. In O. T. exegese door ds. Meulink..
Leerstellige godgeleerdheid door ds. Kerkhof.
Inhoud der H. S. door ds. Koopmans. Ethiek
door ds. Scheele. De morgenzitting wordt na
dankzegging, door ds. Bouma gesloten. De mid-
dagzitting wordt na het zingen vanPs. 119:3
en gebed door ds. Wagenaar geopend. De
examinandus houdt een gedeelte eener predi
katie over Ps. 126. Daarna vraagt ds. Boeyenga
Kerkgeschiedenis, ds. Littooy Symboliek, ds. v.
d. Hoorn Kerkrecht, ds. Wolf Homiletiek en ds.
de Jager Promeniek e.a.
Op advies der Prov. Deputaten wordt de Eerw.
Heer Netelenbos met algemeene stemmen tot
den Dienst des Woords toegelaten.
De praeses deelt hem dit in treffende woor-
den mee, en de vergadering zingt Ps. 1343.
By de vragen naar Art. 41 wordt behandeld
Toch zal, dunkt my, de vreugde niet onver
mengd kunnen wezen. Leidens historie op
kerkelyk gebied is ook een lydenshistorie. Want
feiteljjk is toch het doel niet geheel bereikt
de saamvergadering aller Gereformeerden onder
één kerkverband en tot één kudde. De gedeeld-
heid moge geëindigd zyn, daarmede is de be-
treurenswaardige breuke niet geheeld. In plaats
van dichter tot elkander te naderen, is een
deel der broederen verder af komen te staan
door onttrekking aan het kerkverband. Broeders
en zusters, van wie velen in groote achting
stonden en dit ook verdienden, met een warm
hart voor de gemeente des Heeren, één in het
allerheiligst geloof, onverdacht in offervaardige
liefde, een goed deel der kerk, wier heengaan
waarlyk een verlies mag worden genoemd. En
we achten het allerminst een blyk van teeder-
heid des gemoeds, wanneer iemand zonder droef
heid den uitgang aanschouwt van broederen,
die, zoo ze al de kracht van het beginsel niet
aanstonds gevoelden, misschien door de zacht
moedigheid en het geduld der liefde gewonnen
konden zyn.
Of er dan ook voor de vereenigde kerk van
Leiden straks by het ontsteken van het brand
en dankoffer ook niet eenige grond is het
schuldoffer te doen rooken voor het aangezicht
des Heeren En terwijl men de fout der
broederen terecht betreurt, zou daar ook niet
voegen een ootmoedige belijdenis van eigen
fouten, die misschien wel het struikelblok
waren, waarover de ander viel
Of de vorm van ineensmelting, die algemeen
gevolgd wordt, wel de meest gewenschte en
profyteljjke is voor den welstand der kerk, is
reeds dikwerf en niet zonder grond in twijfel
getrokken. Het „ééne kudde onder éénen
herder* dunkt ons voor ons kerkelyk leven
een regel, die ons op de goede richting wijst.
Want wat den dienst des Woords betreft,
brengt het om en om preeken dit bezwaar
mede, dat de eenheid in de prediking te loor
gaat. Niet alleen in de Cateehismusprediking
maar ook in de keuze van de vrye stoffen
volgt de dienaar des Woords toch een zekere
lijn, die echter door zyn telkens wisselend
gehoor verbroken wordt en haar doel moet
missen.
Wat de opzieners aangaat, door de gestadige
omwisseling zal het hun hoogst moeielyk val
len een kyk op de gemeente te krygen en de
kudde te kennen, temeer waar, by verplichte
aftreding, het personeel gedurig wisselt.
En wat de gemeente zelf betreft, het ideaal
is wel, dat ieder zyn vaste plaats in een be
paald bedehuis heeft, maar de ervaring leert,
dat het grooter deel zyn dominee naloopten
alle controle op een getrouw kerkbezoek ver
valt.
Dit zyn zeer ernstige bezwaren, die door
velen worden gevoelden de vreeze voor een
verwildering van ons kerkelyk leven niet
ongegrond doen zyn.
Een beteren weg aan te wyzen, valt niet zoo
licht. Schrijver dezes zag liever de groote
stadsgemeenten parochiaal verdeeldelke pa
rochie met eigen kerkeraad en eigen dienaar;
en deze parochies konden dan met elkaar leven
in een locaal kerkverband. Geljjk nu onze
kerken samenkomen op classicale, provinciale
en generale vergaderingen, zoo konden ook de
plaatselyke kerken saam vergaderen in locaal-
verband, waar de zaken van kerkregeering,
armverzorging, finantiën gemeenschappelijk
werden behartigd.
Doch dit denkbeeld geven we gaarne voor
beter. Maar één ding staat vasthet zou zoo
heerljjk zyn, indien er onder de zonen van
hetzelfde huis minder losheid en meer hartelyke
genegenheid, innige gehechtheid werd gevon
den, dat de liefdegeur het huis des Heeren zoo
vervullen mocht, dat ook anderen er door tot
liefde werden genoopt. Laman.
UIT HET LIVEN.
Leiden.
Verschillende bladen brachten in de jongste
dagen overal de tijding rond, dat de ineen
smelting der Gereformeerde kerken A B en
C te Leiden welhaast een feit zal zyn. Ook
„Zeeuwsch Kerkblad* heeft deze mare verbreid.
En „de Heraut* heeft in een blyklinkend
artikel hare ingenomenheid met deze gebeur
tenis te kennen gegeven, en door op Leidens
voorbeeld te wyzen de drie-deelige kerken tot
jaloerschheid verwekt.
Wie zou er ook niet bly mee wezen Is
het geen oorzaak om dankbaar en verheugd
te zyn, wanneer de drang der liefde in het
broederhart zoo groot is, dat elke scheidsmuur
een pijnlijke aanblik wordten men niet
rusten kan voor alles, wat den schyn van ver
deeldheid geeft, wordt uitgebannen
De Heere Jezus heeft eens gebeden Vader,
ik wil dat ze één zyn Daarmede heeft Hy,
dat spreekt vanzelf, niet de onzichtbare eenheid
zyns volks bedoeld, want die is er, en behoeft
geen voorwerp te zyn van des Middelaars ge
bed. Christus heeft op de zichtbare eenheid
gedoeld, blijkens het vervolg zyner bedeop
dat de wereld het zien móge. Van de onzicht
bare eenheid kan de wereld niets zien, en zal
ze nimmer iets bespeurenwyl deze alleen
gekend wordt door het geloof.
Maar wat de wereld wèl gewaar wordt, wat
ze wel ter dege opmerkt, is de verbrokkeling,
de verdeeldheid, de oneenigheid dergenen, die
gelooven, óf hun nauwe aaneensluiting, hun
onderlinge gehechtheid, hun samenwonen in
liefde en vrede. Ze weet ons wel te vertellen
hoeveel breuken er in Sions muren zyn, en
waar en wanneer er scheuringen hebben plaats
gehad.
Eu het pleit niet voor de teederheid van ons
geestelijk leven, het is geen getuigenis voor
onzen nauwen wandel met God, dat er zoo
weinig droefheid is over zoo velerlei verdeeld
heid en dat de Christenen zoo gemakkelyk het
tegendeel doen van hetgeen hun Heere en
Na het er over eens te zyn geworden, dat
de grondslag der Vereeniging wezen moest
de Heilige Schrift, naar de verklaring der
Gereformeerde Kerken, vervat in hare aloude
Belijdenisschriften, besloten de broederen ver
der, zegt het verslag: „Opdat de saamwerking
van alle Christenen niet worde verhinderd,
dat, zooals de Vereeniging tot Chr. Verzorging
van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Neder
land besloot, den leden geene persoonlijke in
stemming met de Geform. Belijdenis als voor
waarde te moeten stellen, maar aanvaarding
van dien grondslag voor de Vereeniging en hare
Stichtingen, terwyl wat betreft het Bestuur
slechts van de meerderheid der leden persoon
lijke instemming wordt gevraagd met de Ge
reformeerde Belijdenis.
Op dringend verzoek der Herv. broeders is
ook nog bepaald, dat in het Bestuur niet meer
dan de helft der leden mogen behooren tot
eenzelfde kerkelyke gemeenschap.
In het belang der Vereeniging werd op ver
schillende plaatsen in Zeeland gesproken door
de heeren J. H. Blum van Vlissingen, Ds. J.
H. Donner van Nieuwdorp, Ds. N. M. de Ligt
van Middelburg en Ds. A. de Visser van
Wolfertsdyk.
Het resultaat van al den arbeid is thans dat
in onze provincie reeds 40 afdeelingen zijn
geconstitueerd terwyl nog op andere plaatsen
leden en begunstigers zyn gewonnen. Het ge
tal leden en begunstigers der Vereeniging be
draagt 2327. Overeenkomstig de opdracht der
Vereeniging aan het Bestuur wordt uitgezien
naar een geschikt terrein, teneinde de Stich
ting aanzyn te geven.
De Heere krone deze poging en geve dat
de Vereeniging zich weldra mag verheugen
in het bezit van een Gesticht ter Christelijke
verzorging van Krankzinnigen in Zeeland
Medechristenen I steunt d ezen arbeid door
uw gebed en uwe gaven
Doet het ook door er sprekers voor te vra
gen en collecten te doen houden.
bevelhebber, stelt zyn troepen in haast op. De
nacht begunstigt zyn tocht. Weldra is hy
niet ver meer van Sichem. Daar leggen zy
zich in hinderlaag. Zy houden zich verborgen,
maar willen de stad aan allen kant insluiten.
Aan vier hoopen verdeelt Abimélech zyn leger.
Elke divisie ontvangt een bevel. En als de
glans van de morgenzon glinstert op de bergen
zullen zy zich vertoonen. De koning zal een
poging wagen om den man des oproers neer
te slaan en de onlust zelf den kop in drukken.
Rustig wachten zy den morgenstond af om
straks naar wel gewikt plan de stad te over
vallen. Intusschen verplaatst ons vs. 35 weer
in Sichem. Vroeg in den morgen trekt ook
Gaal naar de deur der stadspoort. Hij staat
met zyn aanhang gereed om een tocht te
ondernemen. In al zyn macht en grootheid
glorieert de trots van zyn zelfgenoegen zyne
ziel. En terwyl hy voor de stadspoort staat,
voert Abimélech zyn leger uit de hinderlaag.
Naar allen kant breidt het volk zich uit, ron
dom de stad. Duidelijk kan men by de poort
gedaanten in de verte waarnemen. Er is iets
gaande ginds op het gebergte.
Gaal twijfelt niet, maar erkent terstond: ’t
zyn mannen. Nog even en hy kan niet na
laten tot Zebul te zeggenzie, daar komt volk
af van de hoogten der bergen.
Wy vinden hier Zebul in de nabijheid van
Gaal. Schijnbaar trekken zy op voor één doel.
Abimélech’s bevelhebber heeft list gesteld in
plaats van geweld. Mogelyk ontbrak hem de
macht om zich openlijk tegen Gaal te verzetten.
Maar nu is bijna Zebuls doel bereikt. Hy
toch wist wie daar afdalen van de hoogten
der bergen. Tot nu toe moest hy zich heime
lijk aan Gaal onderwerpen, nog een oogenblik
dan werpt hy ’t masker af en zyn trouw aan
Abimélech zal bly'ken.
Gaal kan niet nalaten ’t oog bergwaarts te
riehten. Thans spreekt die mond nietver
meerder uw heir, o Abimélech, en trek uit.
Eer is Gaal vol vrees. Innerlijke onrust maakt
zich van hem meester. Niet met blijdschap,
maar met tegenzin trekt hy voort. Hy vertrouwt
het niet recht.
Zebul daartegen schertstgij ziet de schadu
wen der bergen voor menschen aan. Er spreekt
sarcastische spot uit die woorden.
Een man pas zoo vol vuur, zoo vermetel, ziet
nu de schaduwen der bergen en zyn hart
beeft. In zyn fantastische verbeelding schynen
ze mannen, welgewapend ten strijde. Maar
Gaal is nu niet in eene stemming om de scherpte
van den spot te gevoelen. Andermaal zegt hy
zie,ik heb my niet vergist,er komt inderdaad volk,
uit het midden des lands, d. i. naar ’t oorspron
kelijke, van ’t hoogste punt uit de omgeving
der stad. Daar komt ook een hoop van den eik
Meónenim. Men kan dit laatste woord ook ver
talen van den toovereik. In welke richting van
Sichem wy dien eik moeten zoeken, is niet aan
gegeven. Voor de hand ligt de gedachte, dat
onder dien boom een toovenaar uit Sichem zyn
bedriegelyke kunst uitoefende. Tot zoolang
houdt Zebul zich als behoorde hy by Gaal.
Nu werpt hy ’t masker af, en openbaart zich
gelijk hy is. En weldra is ’t eind van Gaal
beslist, al nadert tegelijk ook, eer dan wy ver
wachten zouden, Abimèlechs val. Zyn over
winning is een morgenwolk of liever nog, ze
zyn de opwakende herleving die voorafgaat aan
den naderenden dood.
Zw.
t
a
1