A FEUILLETON. Gods weg is in het Heiligdom De familie van Honten F IN MEM0R1AM. Na de Synode. VARIA. - Littooij. 26) f 1 (Wordt vervolgd.) hei te i he< ma vai als mt ni< ho ke tiji 13 op d v n h d b n v v ii b z l c t ze ze ve lii b< g ii g 1 h VIL Onder leed en zorgen. Den volgenden morgen keerde van Houten weer met de omnibus terug en laat in den namiddag kwam hp te A. en bp zpne vrouw en kinderen aan. Hij deelde aan zpne vrouw alle dingen tot in de kleinste bizonderheden meê, ook zelfs uit de gesprekken met Wolter, en toen zp'ne vrouw alles vernomen had, en menigmaal on der het vertellen van haren man een traan had weggepinkt, sprak zp eindelek, toen hp zweeg„Beste Gerard het schijnt mp toe, dat de Heere ons naar D. roept. Vooral wat ge m(j hebt meegedeeld uit uw gesprek met Wol ter, waarin deze de opmerking maakte dat wjj misschien wel in onzen eigenen weg zijn, wpl we niet zoover van O., onze geboorteplaats, weg wilden, heeft me aangegrepen. Wolter kon daarin wel eens gelijk hebben. En als nu die bloemkweekerp waarlijk zulk .pen goed bestaan oplevert, en ge wel lust zoudt hebben die te koopen, dan moet de hand aan den ploeg broeder ds. Joh. Gideonse en veelvuldig lijden te Rot- van i geslagen worden, en wij moeten zien, dat wij geholpen worden/ Eu zie, dat gelukte ook. Reeds binnen drie dagen wist van Houten, dat de som die hem ontbrak, hem door iemand zou worden geleend tegen een kleinen intrest, en nu werd aan de eigenaresse bericht gezonden, dat de koop ge sloten was, en hij tegen Mei zich te D. zou vestigen, terwijl hij voor dien tijd, zoo dik wijls dit noodig was met het. oog op de zaak, naar D. zou komen. Het scheen nu wel, dat van Houten’s zwaar moedigheid ook langzamerhand week. En toen op zekeren avond, nadat ze met elkander ge sproken hadden, over hun aanstaand vertrek naar D., zjjne vrouw zong: Zou God Zijn gena vergeten? Nooit meer van ontferming weten Heeft Hjj Zijn barmhartigheên, Door Zijn gramschap afgesneên? toen stemde van Houten mede in, en zong hij de laatste vier regels ook meê ’k Zei daarna, dit krenkt mp ’t leven Maar God zal verand’ring geven, d’Allerhoogste maakt het goed, Na het zure geeft Hp ’t zoet.“ Het was intusschen Mei geworden, en de familie van Houten was reeds van A. naar D. verhuisd. V. Het bleek op de Synode en na de Synode te Utrecht, dat, hoe rijk deze ook was, velen niet verkregen wat zij goed en wenschelijk achten. Dankbaar maar niet voldaan was het, alles saam genomen, bij velen. Dat bleek op en na de Synode bp'v. ten op zichte van art. 36. Over de historische uitleg ging en bedoeling der woorden, die reeds velen niet onderschreven, was geen verschilmaar desalniettemin wilden velen ze tot tijd en wijle in de belijdenis staan laten, terwijl de meerder heid wilde, en mitsdien de Synode besloot, ze er uit weg te nemen. De geesten der profeten waren echter, bp dit en bp elk ander besluit, den geesten onder worpen. Tengevolge van den verschillenden kpk op de dingen werden er voorstellen gedaan, pleit redenen gehouden en besluiten genomen, die anderen minder goed en wenschelijk keurden. De verzorging toch van de emeriti-predikan- ten, predikants-weduwen en weezen meenden en meenen nog velen niet de meest verkiese lijke te zpn. Zp zeggen, door ze op eene andere wijze, als nu, te verzorgen, krpgt men geen meerdere uitgaven. Dat behoeft en zal ten minste niet, wanneer het bedrag hetzelfde blijft. Dit is, m. i., niet voor tegenspraak vatbaar. Nemen de Kerken dat bedrag voor gemeen schappelijke rekening, dan handelen zp in dezen, ten eerste, niet overeenkomstig de ver ouderde maar naar de geheel veranderde om standigheden. Met omstandigheden mag en moet eene Kerkenorde rekening houden, gelp'k de Dordtsche Kerkenorde, blijkens haren inhoud zelve doet en mitsdien ons leert. Dat de om standigheden, inzake deze verzorging, sinds de Kerkenorde werd opgesteld groote veranderin gen hebben ondergaan kan evenmin met recht en reden worden tegengesproken. De plaatse- Ipke Kerken immers konden en deden het in die lang vervlogen tpden ook niet. De burger lijke overheid toch kwam er haar in te hulpe. En een vrijwillig aangegane overeenkomst om gemeenschappelijk te verzorgen, is gansch niet in strpd met de liefde aan elkander, als Kerken verschuldigd en evenmin met de liefde verschuldigd aan de Emeriti enz., die voor de gezamenlijke Kerken beroepbaar zpn en daar enboven vaak vele Kerken direct of indirect hebben gediend. De Gen. Synode zou het ge meenschappelijk dragen er van niet dwingend kunnen en moeten opleggen. Dat kan en mag zp niet. Maar in vele andere zaken evenmin. Toch neemt de Synode in de hier bedoelde andere zaken ook besluiten en, gelukkig, onder werpen zich de kerken ook daaraan, zelfs voor een klein deel ook in de verzorging, waarover wp het thans hebben. Het tekort toch voor de Emeriti enz. wordt door de Deputaten der Generale Synode omgeslagen, gevraagd, geind en zonder moeite verkregen. De Synode is dus reeds op deze Ijjn. Door initiatief van haar zou immers deze Ipn best kunnen doorgetrokken worden. Geschiedde dat, dan zouden de kerken zich ook daaraan onderwerpen en zich weldra soli dair hiervoor verklaren en gevoelen. In de tweede plaats zou het gemeenschap pelijk voorzien in deze behoefte blp'k en oefe ning van barmhartigheid zpn tegenover de kerken, die een Emerituspredikant, pred. we duwe en (of) weezen voor hare rekening hebben. Slechts enkele kerken toch kunnen, in deze veranderde omstandigheden, en bjj alles vragen; „De Heere antwoordt niet van Zpne daden sprak op eens een stem achter hem. Het was Wolter, die des morgens bp de begrafenis plechtigheid tegenwoordig was geweest, en nu ook de bedroefde ouders nog eens kwam be zoeken. Het was op een heerlijken avond van een der weinige warme Meidagen dat we van Houten en zpne vrouw aantreffen onder een grooten lindeboom achter hun huis. Beiden waren in diep gepeins verzonken, en nu en dan werd door vrouw van Houten een traan weg gepinkt terwijl van Houten diep en zwaar zuchtte. En geen wonder Aan den morgen van dien dag hadden ze hun oudste zoontje, Aarnout, die dertien jaren oud was, aan den schoot der aarde toevertrouwd. Nog maar eenige dagen waren ze te D. ge weest, toen dezelfde ziekte waaraan hjj het vo rige jaar zooveel weken geleden had, hem bp vernieuwing, en nu in nog heviger mate aan greep, en die nu in enkele dagen hem ook ten grave sleepte. Geen wonder dus, dat van Houten en zpne vrouw door droefheid waren overmeesterd. Zpne vrouw was de eerste, die terwijl ze onder den lindeboom gezeten waren, de stilte verbrak en zeide„Gods weg is voor ons in het heiligdom, Gerard! Het kost veel, en er is groote genade toe noodig om te buigen onder des Heeren hand, maar toch ondervond ik het ook op dezen dag weer bp vernieuwing, dat de Heere ook die genade geven wil.” „Voor niemand waren de tegenspoeden ook grooter dan voor ons”, antwoordde van Houten geschiedenis waarop gezinspeeld wordt, biedt dien wel. De lieden gevoelden dat in krijgs gevaren één persoon de leiding moest in han den hebben. Zp meenen, indien ’t ons dikwijls kwalpk wedervaren is om den strpd tegen Moab en Midian, dan ligt de schuld voor een deel in den gebrekkigen regeeringsvorm. Een Köning wil ’t volk om Gods gebod te kun nen ontberen. Allereerst wenden zp zich tot den olijfboom. Geen wonder. Deze toch is als van zichzelven, door zijn edele vruchten een koning onder de boomen. Maar de olijfboom waagt ’t niet ’t koningschap te aanvaarden. Hp spreektheb ik dan verloren mijne vettigheid door welke Gcd en menschen mij eeren, dat ik zou, henengaan om te zweven over de boomen Indien wp zoo deze vraag lezen, spreekt ze ons meer toe. Door zpn vrucht eeren menschen van hoogen en lagen stand den olijf boom. Zpne olie dient tot plechtige zalving van Ko- ningen en priesters. De olie verlicht zoowel ’t Koninklijk paleis en den tempel Gods als de hut des armen. Bovendien is de olijfboom ’t zinnebeeld van ’t koningschap in vrede. Im mers het olijfblad en de olpftwpg zijn detee- kenen der verzoening en des vredes. Een boom van deze qualiteit verh eugt zich niet in ’t aan bod, maar vraagt of zpn vrucht dan haar vroe gere beteekenis verloren heeft. Hp deinst er voor terug om zich uit de aarde los te rukken en te gaan zweven over de boomen. Pas ’t een oogenblik toe op Gideon, Jotham bedoelteen waardig man als Gideon vraagt, waarom zal ik heerschen over ’t volk. Vooral nu deze koninklijke waardigheid mp wordt aangeboden door de wiegelende, wankelende volksgunst. Toen zeiden de boomen tot den vygeboomkom gij, wees koning over ons. Weer is er oorzaak om ’t dezen boom aan te bieden. De vpgeboom toch is het zinnebeeld van den vrede Gods in ’t land, als God regeert. Bp oude volken be stond zelfs ’t geloof, dat een wilde en onge temde stier wanneer men hem bond aan een vpgeboom, rustig werd. Ook in de H. Schrift is ’t een beeld van vredige rust, als men zit onder wijnstok en vpgeboom. Ook nu weer teleurstelling. Heb ik mijne zoetigheid en mijne goede vrucht verloren, dat ik zoude henengaan om te zweven over de boomen? Is dan de mogelijkheid voorbijgegaan om in rust en vrede neer te zitten Waren dan veertig jaren van rust na Gideons optreden niet ge noeg Moet ik dit alles laten varen om in de willekeur der zonde te vallen? Toen zeiden de boomen tot den wijnstok: kom gij, wees koning over ons. De wijnstok verheft zich in ’t Oosten tot de hoogte van olmen en cederen en werpt een kostelijke, heerlijke schaduw van zich. Vandaar is hp voorts zinne beeld van schaduw en vredebrengende heer schappij. Zoo vond men boven den troon van den Perzischen Koning een gouden wijnstok. Men schonk wijnstokken van goud aan Konin- gen, uit dankbaarheid voor hunne milde regeering. Maar andermaal wordt ’t aanbod afgeslagen heb ik dan mijn most verloren, die God en men schen vroolijk maakt, dat ik zou heengaan om te zweven over de boomen Immers allen, groot en klein, rpk en arm genieten in ’t Oosten van den wpn die ’t hart des menschen vroolpk maakt. Daarin ligt de beteekenis van den wijnstok. Hp is een gave Gods voor Israël. Is nu zpne beteekenis ver loren gegaan, dat hp zpne plaats zal verlaten om te gaan drijven op een wisselvallige zee door P E K A H. van den volkswil? Waardeert men dan zpn schaduw en zpn saprijke druiven niet meer Schoon is nu de overgang van den wijnstok op den doornbosch. Toen zeiden alle de boomen tot den doornenboschKom gy, wees Koning over ons. Doch daarover een volgende maal. Zw. Hoek. waarin zp te voorzien hebben, de verzorging der Emeriti enz. op zich nemen. De gewillige kerken geven, als gevolg van de tegenwoordige regeling, gerekend naar hetgeen zij overigens te doen hebben en behooren te doen, vaak boven vermogen. De minder gewillige kerken verklaren en houden zich arm, laten de andere kerken der Classis en der Provincie haspelen en zorgen, dat er komt wat er komen moet, ’t Is daarom ook het beste voor meer dan één Emeritus of zpn weduwe buiten dien alouden kring te wonen en er alzoo weinig, liever nog niets, van te vernemendewpl al het onaan gename daaraan vaak verbonden dan niet behoeft doorleefd te worden. Want de regeling, gelijk zp nu is, op de studeerkamer uit te cpferen en de Ipnen er voor te trekken is nietmoeie- Ipkmaar in de praktpk zuchten velen onder de moeielpkheden er van. Was men gewoon geworden het gemeen schappelijk te doen, dan droegen de kerken deze bijbelsche verplichtingen saam en zou voor geen der kerken de last te zwaar zpn en er zouden geen andere noodige dingen om be hoeven te Ipden. Nu is dat hier en daar wel het geval. ’t Is mp dan ook onmogelpk, onder deze geheel veranderde omstandigheden, de regeling toe te juichen, die bp vernieuwing op de Synode bepleit en gehandhaafd werd. Ik vind ze, vooral in de veranderde omstandigheden, niet geboden, niet aangenaam en tegenover vele Kerken niet barmhartig. En in de derde plaats vind ik ze niet billpk. Immers volgens deze regeling is de kerk, die de dienaar het laatst gediend heeft, verplicht den Emeritus en de zjjnen of zpne weduwe en eventueele weezen van behoorlijk onderhoud te voorzien. Heeft hp nu, neem aan, 30 jaren eenzelfde kerk en slechts twee jaren eene andere en daarenboven vaak kleinere en financieel zwakkere gediend, dan moet deze laatste voor hem, nu hp niet meer kan dienen, zorgen. Behoort deze kerk, gelijk dikwerf plaats heeft, tot eene andere provincie dan valt de kerk die hp dertig jaren diende en schiej al zpne krach ten en gaven gaf, er geheel, of zoo goed ah geheel, buiten. Zoo immers is het, naar de thans geldende regelingmaar gevoelt toch iecder niet het on billijke hiervan. Toen de gewesteljjke overheid er voor zorgde, vroeger dus, was het met het oog op het Emeritaat zoo niet. Het was met het oog daarop om het even of men vele of weinige jaren een zelfde gemeente diende. Met my moeten alle Kerken, dunkt mp, dan ook gevoelen, dat het, tengevolge van deze verouderde regeling, voor de minder sterke gemeenten en voor de kerken der Classis, die haar èèrst helpen moeten, niet tewel verantwoord is, een ouden leeraar, vooral van buiten hare classis en provincie te beroe pen. Dit nu moet niet om kerkrechtelpke sterker nog om geestelijke, maar om eene, helaas, stoffelijke reden worden nagelaten. Ook de beroepeue moet, bijaldien de roeping toch is geschied, ziet hp op het bovengenoemde, zich zelven afvragen of hp het wel mag doen, al meent hp ook voor des Heeren aangezicht, dat de roeping aan te nemen goed is voor hem zelven, voor de gemeente, die hp reeds 30 jaren diende, en voor de gemeente die riep, en die anders niet zoo gemakkelijk kan geholpen worden. Ach, het stoffelijke staat het ernstig geestelijke in casu, tengevolge van deze geheel verouderde regeling, in den weg. Maar werd tot mij gezegd op de Synode, die zwarig- Onze vriend en overleed na lang terdam (Delfshaven) in den ouderdom ruim 42 jaren. Te St. Laurens op de hofstede, waar zpne ouders en grootouders hebben gewoond en nu één van zpne broederen woont, is de over ledene geboren. Na de Christelijke School te Middelburg jaren te hebben bezocht (en het catechetisch onderwijs van schrijver dezes te hebben genoten) en voor het onderwijs geleerd te hebben, werd hp onderwijzer aan deze school. Doch dit te zpn en te blijven, was niet de hoogste begeerte van zpn hart, hp wenschte den Heere in het Evangelie en alzoo in zpne Kerken te dienen. Na zich verstout en daarover met zpne ouders een en andermaal gesproken te hebben, kreeg hp toestemming om naar Kampen te gaan en er voor te leeren. Leeren wilde en kon hp. Geen tegenheden kwamen hem in dezen weg voor, na voorspoedig gestudeerd te hebben werd hp in 1891 beroepbaar verklaard, en 8 Nov. van dat jaar predikant te Broek op Lan- gendpk. Na hier bpna drie jaren te hebben gearbeid, nam hp de roeping van de Kerk te Enschedé aan, waar hp 5 Augs. ’94 in den dienst des Woords werd bevestigd. Tijdens zpn verblijf aldaar kwamen de twee gereformeerde Kerken er tot inéénsmelting. Voor ongeveer drie jaren werd onze geliefde broeder krankdeze krankheid nam gaande weg toe, zoodat het werk door hem maanden aaneen niet kon verricht worden en emeritaat moest gevraagd worden en verkregen werd. Op de bovengenoemde plaats, waar hp over leed, is hp toen metterwoon heengegaan. In zpn leven was deze dienstknecht des Heeren een ijverig pastor, een goed Catecheet en een praetische degelijke leeraar. Hij was bemind in de Gemeente. Als kind zag schrijver dezes hem opgroeien en het ffiater*-- ehistisch onderwijs hem gegeven, stelde hij op prijs, en profiteerde er van tot hp belijdenis deed. Ik denk, dat hp behoorde tot degenen, die van jongsaf hart en lust ontvingen, om den Heere te dienen. Dat dit tenminste de lust van zpn leven was, kwam meer en meer uit, en zooals het bp dezulken gaat, sterke overgangen hadden er, zoover ons bekend is geworden, niet plaats. Van alles wat hem in den weg stond om den Heere naar de begeerte te dienen, is onze geliefde broeder thans verlost. De wegen Gods, die in de laatste jaren vooral tegen vleeseh en bloed waren, keurt hp goed en bewondert hp nu. De Heere geve zpne diepbedroefde weduwe en de zijnen met haar de genade, die onmis baar is, omdat in de droef heid des harten, ook en alzoo met hem te doen. met een zwaren zucht. „O, zeg dat niet Gerard!” hernam zpne vrouw. „Naomi’s lot was ten minste nog veel smartelijker dan het rnpne. Zp verloor haren man en hare beide zonenen ik heb u nog, en we hebben ook nog een zoon overgehouden. Ik gevoel ook diep het verlies, dat ons trof, maar God gat mp genade om als Aaron stil te zwijgen. Het smart mp echter, dat uwe meer opgewekte stemming der laatste dagen, nu weer zoo geheel en al veranderd is, en dat menige uitdrukking van u mp doet vreezen, dat ge weer tot uwe vroegere zwaarmoedig heid zult terugkeeren.” „Maar als wp dan nu in des Heeren weg zijn, wat ik aanvankelijk ook geloofde, wan neer ik zag op de leiding van Gods voorzienig heid, waardoor we te D. gekomen zpn, waarom moet ons dan nu weer zulk een zwaar verlies treffen sprak van Houten. „Waarom? ja, waarom? Wp moeten nooit waarom?” antwoordde zpne vrouw. I c 5 5 W ai ei Z8 g1 01 VS I OF

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1905 | | pagina 2