Gods weg is in het Heiligdom De familie van Bonten FEUILLETON. BEGINSELEN. Zulk teele stukken Hoek. VARIA. Na de Synode. 23) door P E K A H. fessoren in een debat over eene andere zaak en dat na de aanneming van 't rapport over de leerversehillen volgde. De vrucht moet wèl zjjn, dat die onrust en die verdeeldheid niet meer wordne gevonden, de rtist en den vrede wederkeerenalsmede, dat de smaad en hoon er door over onze kerken gebracht, de ergernis die er door gegeven is, tot het verleden behooren, en de achting die onze kerken vroeger bjj de welgezinden bui ten ons hadden weer herkregen wordt. Voorts moet de vrucht van de genadiglijk verkregen overeenstemming wezen, dat niemand van de gedachte uitgaat, dat te Kampen en niet te Amsterdam of te Amsterdam en niet te Kampen de waarheid gedoceerd wordt, zooals ze in Christus is. M. a. w. dat leergeschillen, zoolang zjj als verschillende inzichten blijven, niet met de opleidings-quaestie vereenzelvigd worden. Deze staat op zichzelve en moet op zichzelve blijven, totdat onze Kerken ook in betrekking tot haar van haren Heere en Koning eene oplossing mogen verkrijgen. Hij geve weldra(Wordt vervolgd.) Littooij. deze verlaten, en van haar gingen toen zulke vreemde geruchten, dat zij op eens onverwacht A. verlaten had, en men nimmer meer van haar hoorde. Roel de kleermaker stierf in vertwijfeling onder den uitroep: „Verloren! Verlorenik heb mjjzelven bedrogen Bakker Meijer was op een morgen spoorloos verdwenen en eenige dagen later had men zijn lijk uit de rivier opgevischt. En ongeveer een jaar later, toen de bakkerjj door de weduwe Meijer voor een hoogen prijs verkocht was, was zjj met Jaap naar Amerika vertrokken. Van de overige gezelschap-bezoekers is ons niets bekend, dan alleen nog, dat, toen alles uiteen gegaan, en Jaap vertrokken was, Kees de wever zich ook bjj de Afgescheiden gemeente voegde, doch om zich na verloop van eenigen tijd weer als lid te laten schrappen. Doch we keeren tot de familie van Houten terug. „Onder leed en zorgen” zoo schreven we boven dit hoofdstuken dit opschrift geldt voornamelijk de familie van Houten. Nadat van Houten zich bij de Afgescheiden gemeente gevoegd had, wilde menigeen hem niet meer langer als tuinman hebben, zoodat de zorg voor het dagelijksch brood zwaarder begon te drukken. Dit had op zijn zwaarmoedig karakter een Synode geen verschil van meening meer zal zjjn en openbaar worden onder de broederen. Verschil van meening was er al de eeuwen door. Het was er in de dagen toen Jezus op aarde en lichamelijk in het midden was’t was er onder de groote reformatoren der 16e eeuw’t was er, gelijk velen met mij weten, niet weinig in de dagen der scheiding’t was er in de dagen der reformatie van ’86velen toch wilden alzóó niet meegaan en anderen gingen terug. Onder hen die meegingen en mee bleven gaan, was ’t er minder, omdat één rijke, hoog begaafde geest, onder Gods zegen, den stoot en de leiding gaf en men hem volgde ’t was er zoodra de twee Gereformeerde Ker kengroepen beproefden te vereenigen, teneinde in één Kerkverband te levenverschil van meening was er altijd en zal er zjjn tot aan het einde. Het vloeit noodwendig uit de verschillende bedeelingen des Heiligen Geestes voort. Er is verscheidenheid van gavendoch het is dezelfde Geest. Het is naar Gods wijs en heilig bestel zoo. Het is zoo, opdat wjj elkander zouden leeren verdragen, leeren waardeeren, ja zouden noodig hebben en hoogachten. Zjj, die meenen dat zjj het alleen weten en dat de Geest alleen door hen de waarheid aan het licht brengt, vergissen zich, en lijden aan kwalen, die wjj hier maar niet noemen zullen. Bjj reformatie geeft de Heere aan iederen groep van Kerken in den regel iets aparts, iets dat hem in het bijzonder eigen is. Men treft bjj eenheid verscheidenheid aan in al de werken Gods. Dat is door meer dan één m. i. niet genoeg in het oog gehouden, by het beoordeelen van de reformatie van ’34 en van ’86. Het gevolg hiervan was dat men ongoddelijk verschil achtte te zjjn hetgeen slechts verscheidenheid en ver schillend inzicht had moeten heeten. (Onbe zonnen uitdrukkingen daargelaten.) AIzoq was, naar het algemeen aangenomen rapport over de leergeschillen ons leert, het oordeel van de Gereformeerde Kerken te Utrecht in Synode vergaderd. Maar leidt men uit het, Gode zij dank, een stemmig verkregen resultaat inzake de leer- verschillen af, dat er van nu aan geen ver schillen meer zullen zjjfi, dan vergist men zich, dan denkt men nu te verkrijgen wat er ten dezen nooit op aarde in 's Heeren Kerken was, ja dan wil men den hemel op aarde. Zoolang de meeningen zich kruisen binnen den kring der waarheid tot zaligheid noodig is er geen gevaar, en ook geen stilstaand water, dan is het naar het woord der Schrift„IJzer scherpt men met ijzer”. De vrucht der verkregen overeenstemming en van de verklaring der Synode moet niet zjjn, dat het vrije woord worde opgeofferd, „de libertas prophetandi” door onze vaderen ge- heeten en door hen gewild. Daarmede wilden zjj zeggen, dat men zich niet strikt behoeft te houden en uitsluitend te gebruiken de woor den in de belijdenis gebezigd. Als niets ge leerd wordt wat tégen de belijdenis ingaat, dan mogen de waarheden daarin beleden in eigene woorden worden weergegeven. Oek staat, het spreekt van zelf, de Heilige Schrift boven haar. De vrucht der verkregen overeenkomst be hoort en moet echter wèl zijn, dat de een den ander niet lastig valt, niet verkettert, als hij de waarheid van dezen en de ander haar van genen kant beziet. Het moet niet eene samenstemming en verzoening van poreelein zijn, die niet tegen het geringste stootje kan, zeide één der pro- zeer ongunstigen invloed. Dagelijks werden allerlei klaagtonen door hem geuit, en of zijne vrouw al trachtte hem moed in te spre ken, het baatte alles niets. Zóó erg werd het zelfs, dat hjj nu en dan zijdelings zich uitdrukkingen liet ontvallen te genover zijne vrouw, welke haar diep smartten. Éénmaal zelfs zeide hy „Het is alles nvt schuldgij hebt doorgedreven dat wij ons zou den afscheiden, en daarom komen alle schade lijke gevolgen daarvan nu ook geheel voor uwe rekening.” Doch ook toen was zjj kalm gebleven en had geantwoord: „Ik ben vast overtuigd, Gerard! dat wjj in des Heeren weg zjjn, en dat wij althans volstrekt niet verkeerd gedaan hebben met ons af te scheiden van de Hervormde Kerk. Doch ’s Heeren wegen kunnen somtjjds won derlijk zjjn en wel eens voor een tjjd door de diepte en door de donkerheid leiden, maar wjj hebben de troostrijke belofte, Gerarddat het licht voor de rechtvaardigen gezaaid is en vrooljjkheid voor de oprechten van hart.” Doch van Houten murmureerde ook hier tegen, en zeide: „Van dat licht en van die vroo- Ijjkheid genieten wjj intusschen niets.” „Hoe kunt gij dat zeggen, beste Gerard!” hernam zjj. „Heeft de Heere ons tot op dit oogenblik niet wonderbaar gezegend, hierin dat by alle vermindering van verdienste, wjj VII. Onder leed en zorgen. Wy stappen een tijdruimte van ruim twee jaren over. Veel is er in dien tyd te A. veranderd. Op verschillende plaatsen in ons vaderland waren „Chr. Afgescheiden Gereformeerde Ge meenten” gesticht, en ook te A. had dit plaats gevonden. Niet door ds. de Cock van Ulrum, zooals de schoenmaker Theunissen gezegd had, maar onder leiding van ds. M. had dit plaats, wyl ds. de Cock door een langdurige ziekte daarin verhinderd werd. De oude Koba, de weduwe van boer Sanders, had haar woord gehouden en nog meer dan dat. Zjj had twee duizend gulden gegeven voor den bouw van een afgescheiden kerkgebouwtje te A., doch ze had er zelf weinig genot meer van gehadwant toen men er nog maar wei nige weken dienst in had gehouden was zjj sukkelend geworden, en weinige maanden later was zjj in volkomen geloofsvertrouwen de eeu wige rust ingegaan. Overigens hadden zich van de gezelschap- bezoekers geen anderen bjj de Afgescheiden gemeente te A. gevoegd, dan Sjoerd de schip per en van Houten en zjjne vrouw. Van Houten was nog zoo dadelijk niet daartoe te bewegen geweest, wjjl hjj meende, dat het geheel ver keerd was de Hervormde Kerk te verlaten. Maar vooreerst, omdat de prediking die hjj daar hoorde hem toch goed beviel, en ten andere omdat de oude ds. Gradus te O. ook gestorven was, en hjj dus nu ook niet naar O. ging, was hy er eindelijk toe gekomen zich bjj de Afge scheiden gemeente te voegen. Doch vooral ook tegenover zjjne vrouw en kinderen had hjj zich tot dezen stap gedrongen gevoeld, tot groote bljjdschap ook van Sjoerd de schipper en den schoenmaker Theunissen, die nooit bjj hem sterk daarop hadden willen aandringen, wjjl zjj altoos hem gezegd hadden, dat hy dit geheel uit eigen overtuiging moest doen. Jaap „het Boertje” had intusschen ook een gemeente gesticht, welke men een „oud Gere formeerde Gemeente” noemde, doch deze be stond niet lang en er kwam al heel weinig van terecht, wyl het met enkele zjjner volgelingen treurig afliep. Margje, de vrouw van den nachtwaker, en wier man geheel ongodsdienstig was, werd door stond aan dezen wensch te voldoen. Gaarne, met volvaardigheid des gemoeds geven zjj. Een opperkleed, gewoonljjk niet anders dan een groote vierkante doek, vouwt men spoedig uit en legt het op den grond. En met haaste werpt een iegeljjk een gouden ring van zjjnen buit er in. Ik zie de massa gouden ringen ver meerderen, totdat het gewicht is aangegroeid tot 1700 sikkelen gouds, afgezien van de maan tjes en de ketenen en de purperen kleederen, die de koningen der Midianieten aangehad had den en zonder de halsbanden die aan de halzen hunner kemelen geweest waren. In ’t algemeen is moeieljjk aan te geven de juiste waarde van de O. T. maten en munten. Maar by benadering kan toch wel iets gezegd worden. Volgens Richm. Bjjb. Woordenboek I 736, was een Hebr. sikkel ruim 16 gram en de waarde van een gouden sikkel in onze munt 27 gulden. Reken het nu uit en de 1700 gouden sikkelen hebben een waarde van on geveer 46000 gulden. Voeg daar nog bij de andere voorwerpen, de maanvormige halssiera den, de ketenen, d. i. parelvormige oorbellen, en de purperen kleederen, benevens allerlei opschik van den hals der kemelen en de ge dachte komt van zelf op waar kwam dit alles vandaan Evenwel dan herinneren wy u dat het leger der Midianieten 135000 man telde, waar van slechts 15000 overbleven. En als wjj nu weten dat deze volken nog altijd groote som men uitgeven om zich met velerlei gouden sieraden te tooien, zoodat vrouwen en kinderen letterlijk er mede overladen zjjn, dan is het bevreemdende geheel weggenomen. Iemand, hierover schrijvend, zegt„ik heb soms 15 oor ringen aan iedere zjjde geteld, en hoofd, borst en armen zjjn er rjjkeljjk mee versierd.' De buit is groot en merkwaardig de bereidwilligheid om Gideon er mede te vereeren. Helaas, dat het hem tot een valstrik wierd. Ook bjj Gideon treedt een eigenaardig men- scheljjk verschijnsel aan ’t licht. Zeer groote mannen die niet vreezen voor ’t bliksemend zwaard en voor tienduizenden strjjders, die zich staande houden in ’t grootst gevaar, vallen als de verleiding genaakt. Zjjt dan allen nnchteren en waakt in den gebede. Zw. I. Vóór onze Gereformeerde Kerken saam in Synode vergaderd waren, vreesden velen. Met het oog op veel en velerlei dat haar was voor afgegaan, vreesden velen dat haar samenzijn niet liefeljjk zou wezen en wel eens diep treu rige gevolgen kon hebben. De gebeden tot den Vader van onzen Heere Jezus opgezonden, zjjn genadiglijk verhoord gewordende gebeden, dat het alzoo niet wezen zoumaar dat integendeel de broederen elkan der mochten verstaan, met elkander, zoover noo dig, mochten verzoenendat zjj besprekingen vöeren, voorstellen mochten doen en uitwerken en daarop besluiten nemen, waardoor hetgeen verwijderd,werd weggenomen en verkregen werd, hetgeen den vrede, het wezenlijk welzijn der Kerken en den goeden naam naar buiten die nen en bevorderen kon. Ze zyn verhoord, dank zjj den naam des Heeren Heeren Men zal echter van dat alles weinig zien, erger nog, teleurgesteld zjjn in zjjne verwach tingen, bijaldien men meent, dat er na deze IV. Een politieke party is geen kerk. Zjj heeft geen confessie of belijdenis. Wat zy wel heeft, althans moet hebben, is een program. een program geeft kort geformuleerd aan, hoe die party denkt over de fundamen- van het staatkundig leven. Wjj hebben het voorrecht zulk een program te bezitten. Dr. Kuyper heeft in 21 artikelen de beginselen onzer party aangegeven. En van zjjne hand hebben wjj ook eene uiteen zetting in een groote reeks Standaard-artike- len, later uitgegeven als boekwerk onder den titel„Ons Program”. In meer eenvoudiger vorm nog verscheen eene toelichting van den Heer H. de Wilde, onder den titel: „De Anti- Revolutionaire partjj en haar Program van Beginselen*. Het eerste artikel luidtde antirevolutio naire of christelijk historische richting, verte genwoordigt voor zooveel ons volk aangaat, de grondtoon van ons volkskarakter, geljjk dat, door Oranje geleid, onder invloed der Hervor ming, omstreeks 1672 zjjn stempel ontving, en wenscht dit, overeenkomstig den gewjjzigden volkstoestand, in een vorm, die aan de behoef ten van onzen tjjd voldoet, te ontwikkelen. ’t Is niet mjjn plan nogmaals eene verkla ring van ons program te geven. Ik verwjjs daarvoor met dankbaarheid naar bovenge noemde werken. Maar ik vestig er uwe aan dacht op, dat reeds dit eene artikel van zoo groot belang is. Immers in dien naam ligt tweeërlei uitge sproken. Vooreerst, wjj stellen ons tegen de Revolu tie. Ten andere, wjj handhaven onze eere als een Historische partjj. Wjj mogen als partjj niet op een geschiedenis van eeuwen kunnen bogen, toch zjjn de beginselen waarvan wjj uitgaan echt nationaal, wjjl Nederland in zjjn bloeitijd een land was waar de christelijke, meer bepaald de Gereformeerde religie, in eere stond, en haar stempel zette op ons volk. Waarom nu stellen wjj ons tegen de Revo lutie In mjjn antwoord op die vraag, ga ik niet de Revolutie historisch toelichten. Ieder weet, dat wjj er onder verstaan, die omkeering in gedachten en levensbeschouwing, welke ingang vond na de woelingen in Frankrijk in het laatst der 18e eeuw. Over den oorsprong van het gezag, over de kenbron der waarheid en over den maatstaf van handelen kwamen toen geheel andere denkbeelden in omloop, denk beelden door de christelijke kerk nimmer ge leerd, maar opgekomen in ’t bedorven hart van mannen ale Rousseau. Over ieder een kort woord. Voor de revolutie leefden de christenvolken uit de grondgedachten, de oorsprong van alle gezag is God Almachtig. Hjj is de Souverein in hemel en op aarde. Daar is geen macht dan van God en alle machten die er zjjn, zjjn van God verordend. Daarom moesten ook ko ningen en overheden geëerbiedigd worden. Immers de Almachtige lag van Zjjne souve- reine macht op hen, deed van Zjjn gezag op hen nederdalen, bekleedde hen met majesteit en luister. Hun macht is wel niet een abso lute, hun gezag is afgeleid, maar zjj zjjn toch dragers van het goddeljjk gezag. Dit is de grond waarop wig gehoorzaamheid kunnen vragen en de reden waarom wij daar toe verplicht zjjn. En nu is ’t zeker in ’t al gemeen nuttig en noodzakeljjk, dat zjj die van Godswege met gezag bekleed zjjn ookzakeljjk groote menschen zjjn en vele goede hoedanig heden bezitten, maar dat is toch niet het Car dinale punt waarop het hier aankomt. Een kind moet zjjn vader gehoorzamen, omdat die vader van Godswege macht over hem heeften een soldaat zjjn kapitein, omdat die kapitein door God over hem is gesteld, ’t Is uitnemend zoo die vader liefde weet te wekken en die kapitein zedeljjken invloed oefent. Maar 't gehoorzamen geschiedt om Gods wil. De revolutie greep hier geweldig in. Zulk eene gedachte was verouderd en kon alleen dienst doen om het onkundige volk als ge dweeë schapen aan de macht van een geweldig heerscher te onderwerpen. Wjj gaan de vraag voorbjj in hoever de treurige toestanden vooral in Frankrjjk aanleiding gaven tot zulk een uitspraak. Maar voortaan zou niet God, maar het volk een mensch met gezag beklee- den. Het souvereine volk moest uitmaken wie over hen regeeren zou. Zjj en niemand anders konden een koning aanstellen. Het punt waarop alles hier aankomt is dit: niet God is de oorsprong van het gezag, maar het volk. Het gevolg van zulk een systeem is gemak- keljjk te bevroeden. Is het volk lastgever van den koning, dan is deze eenvoudig dienaar, verantwoording schuldig aan wie hem aan stelde. En zoo het volk meent, dat de vorst niet naar hun wil, niet recht, niet in hun belang handelt, ontslaat het den koning en kiest een ander in zjjn plaats. Daartegen kwam nu onze Partjj van welke Groen van Prins ter er de vader is, in verzet. Zjj verklaarde zich tegen de Revolutie en daarom noemde zjj zich anti-revolutionair. Zjj stelde toen op den voorgrond: God Almach tig, Schepper van hemel en van aarde is 't bjj wien alle gezag berust, en de koningen der aarde regeeren niet bjj de gratie des volks, maar bjj de gratie des Heeren Heeren. Wie zich nu een oogenblik de moeite ge troost hierover even na te denken, zal terstond gevoelen, hoe de religie hier al dadeljjk op de staatkundige denkbeelden haar stempel heeft gedrukt. Men kan zulke vragen wel verschut- i ven, wel uitstellen. Desnoods ziehzélven wjjs- i 5 OF

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1905 | | pagina 2