je ds. schreeuw. m et rs m sn ik voor voor >g ik il, h- nt fa in ‘g ik m r is ie le n g it in in it ro g- ;e et ir m in P, m a- de ns ef te r- )k 5h 7 in e- m it, in in er or in op mpn dak. Toen snelde hy naar bin in ’t huis, en viel onder die Soembanee- met ’t zieke kind, hakte twee vrouwen gat in ’t hoofd, en de grootvader kreeg slag op zpn hand, zoodat zyn vingers er >1- W n. en et ni g- et jn os or ïn or UIT DE PERS, Theologische School. De cursus werd 21 Juni door den rector prof. dr. Bouwman gesloten met een woord, ontleend aan psalm 99. Van veel goeds mocht de rector, blijkens het verslag in De Bazuin gewagen. „De Heere gaf dan- kenstof, dat wy dezen cursus konden aanvangen met een 24-tal studenten, waarvan 9 die voor het eerst ingeschreven waren. De hoop her leefde. Rustig en met ijver konden wy onze studiën hervatten en voortzetten. De Heere bewaarde ons bij de gezondheid. Goede harmonie leefde er in onzen kring.Zoo aangenaam en kalm als de cursus begon, mocht hij niet ein digen. Immers, „de onrust die woelt in het leven van maatschappij en kerk, schokte ten slotte ook weer de School, en als verpletterend werkte in het laatst van Mei het gerucht, dat met elkander overeen „Juist,sprak nu Jaap, die aan dit gesprek liever een einde wilde hebben, juist; wjj komen met elkander overeen. En daarom moe ten we daarover nu maar niet langer meer spreken, anders hebben we geen tijd meer over om eens „uit het leven* te spreken. We willen nog een versje zingen, en dan wil ik nog wel eens aan deze en gene een en ander vragen. Nadat nog een psalmvers gezongen was, be gon Jaap nu, gelijk hij dat gewoon was, een onderzoek in te stellen naar den toestand van het geestelijk leven. En omdat van Houten er voor ’t eerst was, meende Jaap, dat hy bij hem maar eens moest beginnen. „Wij hebben van bakker Mejjer reeds verno men, dat ge hier nog maar enkele weken woont, mijn vriend!* zoo begon Jaap, „en dat ge ’t ook niet vinden kunt met de leer van onze predikanten. Ik leid daar uit af, dat ge dus iets anders hebt leeren kennen, en dat uwe oogen geopend zijn voor de waarheid. Is dat zoo Zyt ge ook reeds uit den dood over gegaan in het leven En nu begon van Houten te vertellen, dat de prediking van ds. Gradus te O. het middel in de hand des Heeren geweest was, om hem aan ziehzelven te ontdekken, toen hij nog een jongeling was. Vervolgens deelde hy een en ander uit zyn levensgeschiedenis mee, en deed ’s Gravenhagedr. de Moor van Breda. Nieuweroord door: S. O. Los, cand a.d. Theol. School. BEDANKT Oostkapelledhr. v. d. Berg, cand. Idskenhuizen en Kruiningen door: S. O. Los, Cand. a.d. Theol. School. Zondagavond nam ds. C. Lindeboom af scheid van zijne gemeente te Bolnes, spre kende uit 2 Thess. 215-17. Z.Ew. nam het beroep aan naar de Geref. kerk te Apeldoorn. Ds. van Dyk, die het beroep aannam als Zendeling in Ned. Indië, uitgezonden door de Geref. Kerk te Heeg, nam Zondag j.l. af scheid van zijne gemeente te Knijpe, met eene predikatie uit Ps. 123. Door de classis Stadskanaal is aan ds. Kerk- en Schoolnieuws. DRIETAL te Urkds. van Goor van Halfweg, ds. Schoe- makers van Workum en ds. v. d. Werff van Grootegast. BEROEPEN te Kruiningendhr. S. O. Los, Cand. Th. School. te Idskenhuizendhr. S. O. Los, Cand. te Kampen. te Grand Rapids (N. Amerika)ds. L. Kuiper te Hoogeveen. AANGENOMEN naar Moordrechtdhr. v. d. Berg, cand. te Delft naar naar man. De Heere echter weet van alle dingen het waarom en waartoe. Laten wij dus geloovig dankbaar alles uit zijne hand aannemen. By alle ellende was ook weer veel goeds op te merken. De menschen waren zeer belang stellend. Den volgenden dag had ik reeds een deputatie van Pejetie, (waar’t ziekenhuisje van ds. W. staat) die hun deelneming kwamen be tuigen. Telkens brachten de Soembaneezen mij kippen en kokosnoten. Van de Chineezen ont ving ik rijst, sigaren, en wat ik maar noodig had. De agent van de Pakketvaartmaatschappij, alsmede mijnheer Sutherland, allen beijverden zich om te helpen. Ik heb geens dings gebrek geleden. De Soembaneezen zeiden: „Mijnheer, u moet ’t huis daar ginds niet meer opbouwen kom bij ons wonen.* Een van hen vroeg als gunst en blijk van vriendschap mijn rijpaard zoo lang te mogen bewaren, totdat ik terug kom. „Als ik ’t dan zie,* zoo zeide hij, „dan denk ik aan u.* Ik hoop dus over een paar maanden met nieuwen moed en kracht den arbeid te her vatten. „’t Spijt mij verbazend van al mijn boeken.* Er is niets meer over van die zoo goede biblio theek. Al mijn papieren, Soembaneesche woor denlijsten, al mijn werk van maanden is vernie’d En al die herinneringen uit HollandPor tretten en geschenken ’t Zal Gretha ook wel aan het .hart gaan zoo in eens alles te ver liezen. Dat wij leeren te zwijgen, ook in dit verlies. En dat God genade geve aan de kerken der drie provinciën om niet al te zeer te zuch ten over het geld dat hiermee gemoeid is, om eens goed in de beurs te tasten, „opdat het Evangelie zijn vrijen loop hebbe.* Wat komt het eigenlijk op enkele duizenden guldens aan, als ons leven maar gespaard is, en wy in geloof en vertrouwen op onzen Koning verder mogen gaan, arbeidende zoolang het dag is. Gedenk onzer in uwe gebeden. Hy kan het kwade ten goede keeren. Ondergeteekende is gezond van hartmyn wond is goed aan ’t genezen ik zal echter (gelyk ik reeds zeide) een breed lidteeken hou den van oor tot kinook wil myn oog nog niet goed sluiten. „’t Zal voor collega de Bruyn ook een treu rige tyding zyn, dat zyn huis en kerk weg zyn. Wy zullen ze samen maar weer opbouwen, zoo de Heere wil. Ik zal hem wel spoedig zien te Djokja. Ik ben zeer blij, dat dit ongeluk geen verdere gevolgen heeft, ’t Heeft noch een poli tieke noch een anti-zendings-beteekenis. Toch spijt het my natuurlijk erg voor myn arbeid. Door dit ongeluk ben ik zeker een jaar werkens achteruit. Maar wie zal zeggen wat goed is voor den mensch in dit leven, wat goed is ook voor de Zending Tegenspoed moet ons louteren en en harden, en dat heb ik bovenal noodig, omdat ik nog zoo jong ben, en nog zoo veel te leeren heb. Beklaag my dus maar niet, maar laat ons samen bidden om ’t Koninkrijk dat komen moet en komen zal, en straks met nieuwen moed en ge loof den arbeid weer beginnen. Myn hart hangt nog meer aan Soemba dan ooit te voren.* De korte toepassing op dit omstandig en aanschouwelijk verhaal is deze, dat wy hierin Nederland onze in de heiden wereld uitgezon den dienaren wel nooit mogen vergeten in den gebede den Heere en diens heilige en veilige hoede op te dragen. Laman. in hunne twistzaken. Hy was echter bang voor zijn leven; de menschen zaten hem ach terna, en hy durfde niet gaan. Daarop heb ik hem schuilplaats verleend, en gezegd„zoo lang je op mijn erf zyt, ben je volkomen vei lig, en niemand zal je iets doen. Blyf dus hier tot morgen vroeg, dan zal ik je zaak voordragen te Waingapoe*. Zoo bleef hy dus by my, en ik beval de jongens hem eten te geven, ’s Middags om 3 uur heb ik weer wat met hem gesproken, want hy sprak vloeiend Maleisch. Hy was namelijk tolk geweest by handelaren in paarden. Ik vroeg hem nog „die Radja welke hier van morgen is geweest, is dat jou Radja?* waarop hy ontkennend antwoordde. „Nu, al was ’t jou Radja, zoo lang je hier bent, ben je veilig*, zeide ik hem. Om goed 4 uur ging ik weer naar een Soembaneesche Kampong, waar myn hulp was ingeroepen by een ziek kind. Daar dit erg ziek was, liet ik ’t naar mijn huis brengen. Grootvader, moeder en twee vrouwen gingen mee. Ik bracht ze in de voorgalerij en maakte een slaapplaats voor ’t kind klaar. Thomas en Philippus hielpen mee. Toen dit afgeloopen was, gingen de jongent naar ach teren en ik naar myn studeerkamer. Nauwe lijks zat ik er, of ik hoorde een vreeselyk ge- Denkende dat myn jongens twist hadden, vloog ik naar achteren, en, staande in de deur van hun kamer, vroeg ik„wat is hier te doen?* ’t Was intusschen donker ge worden en ik kon in de kamer niets onder scheiden. ’t Gejammer hield in eens op, en daar ontving ik een slag op myn hoofd, ’t Bloed liep langs myn gezicht. Daar ik dacht aan een schot, liep ik weg met mijn hand 't bloed stelpend. Ik vloog naar ’t huis van den goeroe (onderwijzer), wond een stuk goed om mijn gezicht, en keerde terug. Veel menschen waren reeds bijeen gesneld. Toen ik op myn erf kwam, stond myn huis- reeds in brand. Ik wilde naar binnen, maar de menschen hielden my terug, zeggende „er is een Soembanees binnen, met uw geweer*. Het bloed stroomde langs myn gezicht, en om niet neer te vallen, keerde ik als wezenloos terug naar ’t huis van den goeroe, ben daar in een stoel gevallen, en zag voor myn oogen ’t huis in vlammen opgaan. In een half uur was alles verbrandIk dacht eerst aan een inval van Soembaneezen, om dien slaaf te vermoorden, en die daarop uit wraak myn huis in brand hadden gestoken. Gelukkig is dat niet ’t gevalanders hadden wy nu een heele geschiedenis ook voor ’t Gouvernement. De vork zit zoo in den steelIk nam den slaaf op, en beloofde hem bescherming, maar tevens sprak ik vriendelijk met zyn vyand van Memboro. Ik speelde dus in zyn oogen valsch spel, en zou hem (naar zyn meening) misschien weer uitleveren aan zyn radja. Hierop zin nend en peinzend heeft hy plotseling zyn groot kapmes genomen en een heele moordpartij aangericht. Hy stond te spreken met Adriaan (de Soemb. leermeester) en Philippus, vóór de kamer, en Thomas was binnen. Adriaan draait zich om, en wil naar my gaan om les te gevendaar voelt hy een geweldigen slag in zyn nekmet zyn hand aan den hals rent hy weg, naar den stal. Filippus wendt zich om, om te zien wat er gebeurt, en ontvangt een houw op zyn voorhoofd, van ’t midden van zyn hoofd tot op het oog (’t is door den schedel heenOok hy vlucht naar den stal. Hierop vliegt de moordenaar de kamer in, en duidelyk uitkomen, hoe hy menigmaal onder drukkende en minder aangename levensom standigheden, met zwaarmoedigheid had te worstelen gehad, doch dat hy voornamelijk ook door de goede en verstandige leiding zyner godvreezende vrouw, vooral in den laatsten tyd, een veel gelukkiger en opgewekter leven had gehad, wyl hy zich geheel in de hand des Hee ren had leeren overgeven. Dientengevolge kon hy nu ook met veel meer opgewektheid zyn levensweg bewandelen. Doch hy had ook, ge lijk hy reeds gezegd had, behoefte aan onder linge gemeenschap met de christenen, en dit was oorzaak, dat hy nu ook eens in dezen kring was gekomen. Aller oog was op van Houten gericht, terwyl hy dit een en ander vertelde, doch wat hy meedeelde scheen slechts aan weinigen te be vallen. Sjoerd de Schipper knikte echter goedkeu rend, en de oude Jacoba, de weduwe van den ryken boer Sanders, kon niet nalaten te zeggen „zoo hoort men het tegenwoordig maar heel zelden, en ik geloof toch, dat het, wanneer wy des Heeren eigendom geworden zyn, zóó by ons moet zyn. Wy moeten veel meer en veel vaster ons vertrouwen stellen op onzen God, en dan zal ons leven ook meer opgewekt zyn (Wordt vervolgd.) Huls van Weerdingermond eervol emeritaat verleend. In de blyde hope des eeuwigens levens, overleed j.l. Maandag, na een langdurig lyden ds. J. Holster, emeritus-predikant van Leiden, in den ouderdom van ruim 78 jaren. Generale Synode te Utrecht. Naar deze Synode zyn afgevaardigd door: de prov. Frieslandds. v. d. Munnik en ds. de Geusde ouderl. Bruinsma. en Nauta. Groningends. Geerds en ds. Ten Hoor; de ouderl. Rypstra en Ubbens. Drenthe ds. Noordewier en ds. Kuy- perde ouderl. Brink en Poppen. Overyselds. Hessels en ds. Elzinga de ouderl. v. d. Vegte en Kinkhorst. N.-Hollandds. B. van Schelven en ds. Breukelaarde ouderl. Olthoff en Z-Hollandds. Rudolph en ds. Ren- kemade ouderl. Muis winkel en Singels. Utrechtds. Klaarhamer en Gispen de ouderl. en Gelderland Zeeland begint op Thomas los te hakken. Op diens erbarmelijk gegil snelde ik toehy liet Thomas voor dood liggen en bracht my een houw toe. Hierop ging hy naar de achtergalerij, trok een bosje riet eruit, stak dat aan in ’t keuken vuur, en bracht zoo den brand op drie plaat sen nen zen een een by hingen. Hierop begon hy deuren en ven sters te sluiten, terwyl ’t dak begon door te branden. Al de menschen buiten, met stokken gewa pend, bleven op eerbiedigen afstand.. Alleen een ouderling Omo Oedjoe, was moedigdie spoorde de menschen aan om gemeenschappe lijk den moordenaar te vangen. Hy was reeds ’t huis ingedrongen, en had uit den gang myn hoed en verrekijker gehaald. Ter wijl hy zoo aan de huisdeur stond, vliegt de Soembanees naar buiten, brengt hem een doo- delyken houw toe, en verdwijnt in ’t duister. Omo Oedjoe was in 10 minuten dood. U kunt zich dus myn toestand voorstellen door bloedverlies verzwakt, lag ik in een stoel en zag huis en kerk voor myn oogen in vlam men opgaan Niets is gered. Alleen de klee- ren welke ik aan had plus één tafel en drie stoelen. U ziet dus dat ik arm als Job ben geworden. Slechts een honderd gulden aan ryksdaalders, in 't brandkistje, werden gespaardde papieren daarin zyn echter tot stof verzengd. En dat noemen ze nu een brandkistje Er is overvloedige stcf tot dankbaarheid. De gewonden maken ’t naar omstandighe den wel. Al de medicijnen waren natuurlijk verbrand, en de civiel-gezaghebber had maar weinig, ik zelf was niet in staat iets te doen, er was dus medische hulp noodig. Er ging een boot naar Makasser 4 Mei, ik besloot dus daar naar ’t hospitaal te gaóm, en dan ïoo* spoedig mogelyk naar Djocja (Dr. Scheurer’s hospitaal). Denzelfden avond van ’t ongeval (25 April) werd’ik nog naar Waingapoe gedragen, en daar •uitstekend verzorgd door den civiel-ge- zaghebber. Na 5 dagen rust ben ik te paard weer naar Kambaneiro gaan zien. Myn, jon gens maakten ’t aardig goedalleen Thomas, die zeven wonden heeft, en wiens rechterhand geheel openligt, had koorts. Thomas zal misschien een paar vingers van zyn rechterhand moeten missenAdriaan, de Soembanees, zal z’n levenlang een stijven nek houdenen uw zoon een groot lidteeken van oor tot kaak, dwars over de wang, en boven dien een scheeven mond, want die zenuw is doorgehakt, en, daar de wonde reeds aan ’t genezen is, moeilyk te hechten. Ik zal dus van alle „schoonheid* afstand moeten doen. Maar myn leven is gelukkig gespaard, en dat is ’t voornaamste. Ik zal vandaag aan Ds. Pera telegrafeeren, dan kan die ’t voorzichtig aan myn vrouw meedeelen. Op Java zal ik met Ds. de Bruyn alles wel verder in orde maken. Het huis moet weer opgebouwd, en ook de kerk. De bijgebouwen zyn gespaard, daar de wind de andere zyde op ging. Myn paarden en verder gedierte is ook gespaard. Jammer dat die ouderling zyn leven heeft moeten verliezen, ’t Was een flinke, degelijke ds. Littooy en dr. Wage- naarde ouderl. Mulder en Verhage. N.-Brabantdr. de Moor en ds. Goed- bloedde ouderl. Van Drimmelen en Oost. Inzake het bezwaarschrift van Prof. Lin deboom sprak de Prov. Synode van Friesland uitlo. dat de kerkeraad van Makkum in de wyze van optreden tegen Prof. L. niet heeft gehandeld zooals betaamde2o. dat de classis Bolsward het protest van Prof. L. onvoldoende heeft beantwoord: 3o. dat het protest van Prof. L. tegen de leering van Dr. A. Kuyper Jr. ongegrond is. De punten 1 en 2 werden met algemeene, punt 3 met ééne stem tegen aangenomen. De Prov. Synode van Zuid-Holland be noemde tot Curator der Theol. School, in de plaats van ds. Doorn, die niet meer in aan merking wenschte te komen, ds. Renkema van Rhjjnsburg. De Commissie voor de organiseering van den Theol. Schooldag maakt bekend, dat we gens bijzondere omstandigheden, de Schooldag niet 3 Juli a. s. wordt gehouden, maar eenigen tyd wordt verdaagd. Het doctoraal-examen in de Theologie werd aan de V.U. afgelegd door den heer Ka- janhet candidaatsexamen door de heeren Rut gers en Netelenbos. Van de predikanten Meynen van Over- schie en Wielenga van Delft is uit Lerwick het bericht ingekomen, dat zy op reis prachtig weer gehad hebben en in gezondheid op de Schetlandsche eilanden zyn aangekomen. De ontvangst door de vrienden te Lerwick was zeer hartelyk. Worde hun arbeid onder de vis- schers rykelyk gezegend 1 Als Bestuurslid van het Prov. Geref. Weeshuis te Middelharnis is gekozen ouder ling J. P. Vergouwen van Leiden, vroeger on derwijzer aan de Chr. School te Middelburg (’s Gravenstraat.) Mej. S. M. van Wel te Wolfaartsdyk heeft bedankt voor de benoeming tot onder wijzeres aan de Chr. School te Bolnes, zy is ook benoemd aan de Chr. School te Axel (Hoofd dhr. Laansma.) Men meldt ons uit ZaamslagZaterdag 24 Juni 11. is alhier, des avonds in de Chr. School, een Chr. Jongelings-Vereeniging „Sa- muël* opgericht, die terstond 20 leden telde. Een verblijdend bericht, voorzeker n w JI JI J! Ji ■n id LU k. je, ig le in in m in

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1905 | | pagina 3