KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
Kerk- en Schoolnieuws.
Vroeger als nu.
Extra
uit,
lalve
alis-
nog
Eerste Algemeene Vergadering.
wei-
naar
ieper
een
i, huis,
n over-
Bouma.
van Houten zette
(Wordt vervolgd.)
ak Jaaf
foed F
l;jk ge
ilen de
id van
erdaad
nog
er ar-
iba is
aarljj-
ten er
in op
end en
plaats
of ge-
proer)
in dan
ig van
ft Dr,
eren!
oij.
rver-
i te
is uit
roem
niet
cons-
glazes
iren es
‘der in
W.
rooi;.
zijn
lom
de
Hen
in-
ja toe
maakt.
at één
ie hel-
zwaar
hou;
spit»
ertii-
a de uit
je te wi'
laar zeg
rienden
i ben i
e predi-
Gradui
pluimpje be-
nu maar niet
aan af!
den ge
jiberale
m toor-
5 Schau
er kws
an, van
aan hï
stoel»
manui!
■el plan-
l waren
Houte
voor
ige m»
iemai<
Mjjn'
l al een!
al is hi
wil j'
honger
)e goeie
en heef
voor
nu eenmaal niet anders.
Zouden wjj nog mogen hopen dat de
uitslag der herstemmingen ons vreugde zal
bereiden
Keijn. Wie kan dit zeggen Het past ons
echter ootmoedig te erkennen, wat God in Zjjne
goedertierenheid reeds gaf, en Hem vurig te
bidden, dat Hfj verder ons land bjj den zegen
des Evangelies bewaart. Dit geeft moed ook
bjj teleurstelling, kracht om voort te gaan op
den ingeslapen weg, en zoolang de Heere
hier een biddend volk houdt, kunnen wjj in de
verwachting leven, dat Hjj ons volk niet over
geven zal aan eigen^ dwaasheid. Hjj verbljjde
ons nog door Zjjne daden.
geleerd zjjn, en dus de ware wjjsheid missen.
Het zjjn „blinde stumperds,* zoo blind als een
mol, en als de blinde den blinde leidt, vallen
ze beiden in de gracht, als ik me zoo eens
mag uitdrukkenen wat er dan van terecht
komt, dat weten we allen wel.*
van Beetgum met de woorden
en 2, deed j.l. Zondag ds. Tho-
met tabak te voorschjjn, terwjjl onder de vrou
wen de „reukdoosjes* en de snuifdoozen te
voorschjjn kwamen, van welke laatsten ook de
niet-rookende mannen profiteerden.
Nu begon Jaap in zjjn eigenaardig dialect
nu eens op een zachten, dan op een tameljjk
luiden toon, nu eens heel langzaam, dan weer
of men hem met een zweep achter de hielen
zat, te spreken over het voorgelezen hoofdstuk.
Hjj had het derde Hoofdstuk uit het Evan
gelie van Johannes gelezen, en sprak dus over
de komst van Nicodemus tot Jezus.
Van Houten was een en al gehoor. Zeer goed
beviel het hem, dat Jaap er werkeljjk met
ernst nadruk op lei dat het noodzakeljjk is
voor ieder mensch om tot Jezus te komen, wjjl
alle mensehen van nature verre van Jezus ver-
wjjderd zjjn. Ook beviel het van Houten heel
goed, dat de noodzakelijkheid der wederge
boorte in een helder licht werd geplaatst.
Op heel eigenaardige wijze sprak Jaap echter
over Nicodemus.
Hjj noemde hem
Door het bestuur der Vereeniging tot Chris
telijke verzorging van Krankzinnigen in Zee- I
land wordt ons, nadat ons stukje reeds gezet
was, onderstaand verslag ter plaatsing toege
zonden. Littooij.
Woensdag had in het Schuttershof te Mid- I
delburg een talrijk bezochte vergadering plaats I
van de Vereeniging tot Christelijke verzorging I
van krankzinnigen in Zeeland.
Zeeland was vertegenwoordigd door 42 af-
deelingen.
De heeren Donner van Nieuwdorp en de Ligt
van Middelburg spraken tot opening der ver
gadering in een gebedsure over het voorrecht
om alle nooden en alle behoeften in het Ijjden
den barmhartigen Hoogepriester te mogen op
dragen, en over de onmisbare behoefte aan
gebed tot het rechte beoefenen der barmhar
tigheid.
Aan de vergadering werd in deze bijeenkomst
het plan tot organisatie van deze Vereeniging
voor Zeeland bloot gelegd en de vorderingen
die deze organisatie gedurende het eerste jaar
van haar bestaan had gemaakt.
Geconstateerd werd dat voor het plan tot
vestiging van een stichting voor dat doel, be
reids veel sympathie en veler medewerking was
verkregen. Nog slechts ’/s van onze provincie
is daarvoor opgewekt en bearbeid en nu reeds
laat het zich voorzien’dat binnen weinige jaren
een stichting voor dit doel in Zeeland verrij
zen zal.
Op de vraag, waar die stichting zal kunnen
verrjjzen, werd geantwoord dat, gelijk gemeen
ten in Zuid-Holland voor stichtingen van alge
meen belang grond aanbieden, zooals voor tucht
school en technische hoogeschool, voor othno-
grafisch museum of militaire doeleinden gronden
worden aangeboden, ook in Zeeland gelegen
heid aangeboden zal worden tot het vestigen
van zoodanige stichting.
Besloten werd, zoo mogeljjk, de organisatie
in Zeeland te voltooien, en inmiddels uit te zien
naar een terrein, om bjj een volgende verga
dering daaromtrent te rapporteeren.
In de bestuurs-vacature Hulsebos, door over-
Ijjden ontstaan, werd gekozen de heer M. de
Jonge Jz. te Goes, in de bestuurs-vacatures,
ontstaan door het vertrek van de heeren D.
Wisboom Verstegen, dr. Offringa en ds. A. de
Visser, door de verkiezingen van de heeren ds.
Drost van Wemeldinge, D. C. van Nimwegen
te Middelburg en dr. P. J. Merckens te Vlis-
singen.
te O. geweest, en vond daar wel terdege voedsel
voor mjjne ziel. En wanneer wjj samen, mjjne
vrouw en ik, eens spraken over Gods leidin
gen met ons, op al den weg van ons leven,
of wanneer wjj samen GodsWoord onderzoch
ten, smaakten we ook meermalen een heerljjk
en zalig genot. Doch in zooverre heeft bakker
Mejjer geljjk, dat ik onder de prediking, die
ik te A. hoorde, geen bevrediging vond voor
mjjne diepste behoeften. Het is daarom dan
ook, dat ik, toen ik van dit gezelschap hoorde,
gaarne eens wilde kennis maken, want ik heb
ook behoefte aan onderlinge gemeenschap, en
wjjl ik die te A. nog niet vond, hoop ik die
hier te kunnen vinden.*
Nadat van Houten deze woorden gesproken
had, zagen enkelen uit het gezelschap elkander
veelbeteekenend aan. terwjjl anderen goedkeu
rend met het hoofd knikten.
Allen namen plaats, en
zich naast bakker Mejjer.
Jaap opende de samenkomst met een tame
ljjk lang gebed, waarvan van Houten echter
niet veel begreep, doch hjj schreef dit toe aan
hét vreemde van de omgeving en, aan de ge
woonte altijd nog maar het eenvoudige, har-
teljjke gebed van ds. Gradus gehoord te hebben.
Nadat een psalmvers gezongen, en een hoofd
stuk uit de Heilige Schrift gelezen was, kwa
men de lange pjjpen en een paar diepe borden
„een eigenwjjze Jood,* „een
goddelooze Farizeeuw,* „een blinde stumperd,*
„een nachtmerrie*en meer dergeljjke bena
mingen gaf Jaap aan Nicodemus, zoodat van
Houten, die dergeljjke. uitdrukkingen nog nooit
gehoord had, moeite had om niet te lachen.
Dit echter, dat Nicodemus tot Jezus kwam,
was een stap in de goede richting, zeide Jaap.
TWEETAL
te Kruiningen (vacature ds. Laman
dhr.* Enserink, cand. Vr. Univ.
dhr. Los, cand. Theol. School.
AANGENOMEN
Utrecht (als Zendeling)ds. Ingwersen
van Koudekerke.
Na des morgens bevestigd te zjjn door
ds. Bruinsma
uit 1 Cor. 41
mas van Purmerend intrede in de Geref. kerk
te Berlikum, sprekende uit Exod. 3314 en 15.
In de ’s Gravenhaagsche Geref. Kerk
bode" komt een verslag voor van de Kerke-
raadsvergad. van 14 Juni 1905, waarin o.m.
gemeld wordt: „Aan de orde komt thans een
schrjjven van ds. Oranje, waarbjj Z.Ew. in over
weging geeft de noodige stappen te doen om
te komen tot Zjjne emeritaatsverklaring, aan
gezien er in zjjn gezondheidstoestand nog geen
verandering ten goede kwam, en hjj dus ver
klaren moet zjjn dienstwerk niet te kunnen
hervatten.
Naar aanleiding van deze smartelijke mede-
deeling oordeelt de Kprkeraad dat tot de door
ds. O. bedoelde stappen moet worden over
gegaan.*
Bjj de Prov. Synode der Geref. kerken
in Friesland is ingekomen een bezwaarschrift
van prof. L. Lindeboom te Kampen, tegen het
besluit der classis Bolward inzake dr. A. Kuy-
per Jr., en tegen den kerkeraad te Makkum.
Ds. N. P. Littoojj Az., d:e het beroep
I aannam naar de Geref. kerk te Nieuwe-Pekela
hoopt Zondag 30 Juli a.s. afscheid te nemen
I van zjjn gemeente te Axel (A) om D.V. den
I daaropvolgenden Zondag intrede te doen in
zjjne nieuwe gemeente, na bevestigd te zjjn
door zjjn vader, ds. A. Littoojj van Middelburg.
I Mevr, de Wed. Wielenga te Kampen
heeft nader bericht ontvangen aangaande de
I verwonding van haren zoon ds. D. K. Wielenga,
I verbonden aan de kerk van Hoogeveen voor
de Zending op Soemba. Van een der Radja’s
(Vorsten) was een bediende weggeloopen, die
een schuilplaats zocht bjj ds. W., welke hem
tot den volgenden dag verleend werd. De slaaf
was evenwel bang dat dominee hem naar den
Radja zou terugbrengen. In een toestand van
razernjj gaf hjj ds. W. met een mes een snede
over het aangezichteen bediende gaf hjj een
slag in den nek een andere bediende werd
ernstig aan het hoofd getroffeneen derde
werd eveneens gewond, terwjjl een ouderling
der gemeente gedood werd. Daarop stak de
slaaf de woning van ds. W. in brand, die met
de kerk geheel afbrandde. Ds. W. naarDjoc-
joearta vertrokken, wordt thans verpleegd in
het hospitaal van dokter Scheurer.
Wjjlen de heer Elings te Warfum over
leden, legateerde aan de Geref. Kerk, de Diaco
nie der Geref. Kerk en de Geref. School aldaar
elk f2000 en aan de stichtingen Neerbosch.
Dennenoord en Wagenborgen ieder f 1000.—
Tot nadenken en beamen stemt hetgeen
(volgens De Zeeuw) onlangs door een predikant
gezegd werd„Wanneer ik des Zondags zoo
de geheele gemeente in haar staatsiekleed zie,
dan vraag ik mjj wel eens af: Waar zjjn de
armen Maar wanneer ik dan later het kerke-
zakje natel, denk ik wel eens: „Waar zjjn de
rijken Zoo is het
Ook te Arnemuiden is, onder leiding
van ds. de Ligt uit Middelburg, eene afdee-
ling opgericht van de Ver. tot Chr. Verz. van
Krankzinnigen in Zeeland.
Het bestuur bestaat uit de heerends. Steen
beek, Voorz., ds. Boejjenga, Vice-Voorz., D.
Kousemaker, Seer., C. Steketee, Viee-Secr.,
P. Boone, Penn., J. L. Bujjs, Vice-Penn.
Aan de Vrjje Univ. te Amsterdam legde
de heer O. J. de Krujjter van Middelburg j.l.
Zaterdag met goed gevolg het propaedentisch
examen afdhr. F. J. v. d. Ende het semi-
candidaatsexamen in de Theologie.
In de vacature-Catsman aan de Chr.
School te Axel (Hoofd dhr. P. van Vliet) is
voorzien, doordat de heer G. Slootweg van
Leiden de benoeming heeft aangenomen. Reeds
met 1 Juli a.s. hoopt dhr. S. in dienst te treden.
Neen, dr. Kuyper krjjgt weer de schuld.
Die is de booze man, voor wiens rekening
ook dit ergerljjk tafereel komt.
Maar hoe dan
Niet zjjn geestverwanten of volgelingen heb
ben toch dit booze stuk uitgehaald. Zjj waren
veeleer de Ijjdende partjj.
Och, ge begrjjpt het niet.
Als dit Kabinet er niet zat, en indien dit
Kabinet niet had vastgehouden aan Groen’s
leusTegen de Revolutie het Evangeliezou
er nauwljjks strjjd bjj de stembus geweest zjjn.
Nu was die strjjd juist zeer scherp.
En als er strjjd is, dan komt dit immers
voor rekening niet van de twee strijdende par
tijen, maar alleen van de partij die tegen u
o verstaat.
(De Standaard).
des harten dankte voor de heerljjke vervulling I
der belofte.
Keijn. Nu ben ik waar ik wezen wou. Zou I
het thans ook zoo niet zjjn Alle dagen staan I
de bladen vol over de politiek, vergadering na I
vergadering wordt gehouden, voor- en tegen
standers van ons ministerie spreken zich uit,
en de mensehen praten over ouderdomspensi
oen en school wetnoveile, over drank- en ta-
riefwet, over spoorwegstaking en snelvuurka-
nonnen. De een kan niet ophouden den lof
van ons ministerie te verkondigen en de
ander begrjjpt niet, hoe er iemand zoo onnoo-
zei zjjn kan zjjn stem uit te brengen op de
rechterzijde. Het is een dooreenwarreling van
gedachten en woorden, dat velen er niet wjjs
uit kunnen worden.
Kees. Ja, dat kan
En of gjj dit anders zoudt willen of niet, dat I
geeft nietszoo gaat het en elke strjjd brengt I
het mede.
Keijn. Zeker, dat weet ik wel. Maar het I
is toch bovenal noodig om te verstaan, waarom I
het eigeljjk gaat, wat de wezenlijke oorzaak I
van deze worsteling is, en ik weet, dat men I
dit te veel uit het oog verliest.
Kees, Het begint mjj nu helder te worden, I
I waarheen ge wilt, en ik stem toe, het zou I
I wenscheljjk zjjn, dat ieder daarvan meerdoor-
I drongen was.
Keijn. Zoo mag ik je hooren, want zjj mo-
I gen beweren, wat zjj willen, tegen ons mini-
I sterie hebben zjj nog geen afdoende bewjjzen
I kunnen aanvoeren. Het is getrouw gebleven
I aan zjjne belofte, en het heeft eene werkkracht
I ontwikkeld, die zelfs tegenstanders hebben ge-
I prezen. Maar de mannen, die het aloude Evan-
I gelie hebben verzaakt en de beginselen van
I revolutie en evolutie omhelsdkunnen
I niet verdragen dat ook op de publieke erve
I van ons volk weer de wet des Heeren geëerd
I zal worden.
I Kees. Daaraan kan niet getwijfeld worden.
Hun is het een doorn in ’t oog, dat er nog
I zoo groot eene menigte is, die de oude traditie
I van ons land hoog houden willen. Zij kunnen
I evengoed als wjj het weten, dat deze raads-
I lieden met wjjs beleid hebben gehandeld, maar
I zjj willen aan de doorwerking van de Chris-
I teljjke beginselen paal en perk stellen.
Keijn. Daar hebt ge den spijker op den kop
I geslagen, en die reden moet ieder, die nog
I eenige vrees Gods kent, en nog den zegen des
Evangelies waardeert nopen ditmaal zjjn stem uit
I te brengen op den candidaat der rechterzijde,
j Niemand mag zich in de war laten brengen
I door dikke woorden, klinkende leugen en pak-
j kende beloften, want alleen als ons volk eerbie
digt ’s Heeren ordinatiën kan het ons wel
gaan.
Kees.
Keijn. Aldoor denk ik in dezen tjjd aan het I
volk Israël in de dagen, waarin Athalia de I
teugels van het bewind in handen had.
Kees. Nou dan zjjt ge geheel anders dan I
ik, want mjjn geest houdt zich vooral bezig I
met de aanstaande herstemmingen.
Keijn. Dit verwondert mjj niet, doch wjj I
staan dichter bij elkander dan gjj vermoedt. I
Gjj leeft in het heden, en ik in ’t verleden,
maar als ik mjj nader verklaar, zult ge het I
wel begrijpen.
Kees. Ge maakt me recht nieuwsgierig, I
wjjl ge mjj zult moeten toestemmen, wanneer I
ik zeg, dat de eeuw van Athalia en de onze I
ver van elkander verwijderd zjjn.
Keijn. Natuurlijk. Wie zou het tegendeel I
willen beweren. Bjj alle verschil van tjjd, I
omstandigheden en wat dies meer zjj is er I
echter meer overeenstemming, dan men dade
lijk ziet.
Kees. Het kan wel waar zjjn, doch vóór ik
het toestem, moet ge het nog veel duidelijker I
maken.
Keijn. Athalia had zich gelijk ge weet het
koninklijke gezag aangematigd en wilde dat
I bewaren.
Kees. Ja, dat herinner ik mjj wel en zjj
dacht, dat het haar ook wel gelukken zou.
I Geen enkele van Davids nakomelingen was
naar zjj meende meer in leven, en hoe zou zjj
dan eenig gevaar duchten.
Keijn. Juist. Doch er was nog een gespaard
gebleven en het oogenblik brak aan, waarop
I de Hoogepriester Jojada oordeelde, dat de
kleine Joas tot koninig uitgeroepen moest
I worden.
Kees. En hij slaagde daarin boven verwach
ting. Doch wat heeft dit nu te maken met
I onzen tjjd.
Keijn. Daaraan wil ik nu beginnen. Wilt
I ge wel gelobven, dat alle lieden te Jeruzalem
I er over gesproken hebben.
Kees. Gewis. Maar wjj schieten zoo weinig
I op. Ge hebt er zoo den slag van de mensehen
aan de praat te houden.
Keijn. Of ge daarmede
I doelt of het tegendeel, zal ik
I onderzoeken. Maar wat denkt je, zullen de
mensehen gezegd hebben.
Kees. Wel wie kan dit weten Het kan
I mjj bovendien ook weinig schelen.
I Keijn. Nergens kunt ge het lezen, en het
I gaat dus niet aan om het precies te zeggen.
I Ver mis evenwel zal ik niet zjjn, wanneer ik
I aanneem dat er nog al verschil van gevoelen ge-
I heerscht heeft.
Kees. Dat is zeer waarschjjnljjk. De een
I zal gezegd hebbenhoe jammer, dat zjj de
I Koningin van den troon geworpen hebben,
I een anderzoo gaat het, loontje komt om zjjn
boontjeeen derdemoet die kleine jongen
nu Koning zjjn, een vierdeik weet niet,
waarom de mensehen al die drukte maken en
I zoo verder.
Keijn. Geheel eens ben ik het met je. Zoo
zal het wel gegaan zijn. Hoe weinigen zjjn
I er geweest, die eigenljjk begrepen, waarom
I het ging.
I Kees. O zeker. De meesten wisten niet,
dat er zooveel aan gelegen was. Het aantal is
wellicht klein geweest, dat daarin Gods vinger
opmerkte, en Hem uit den diepsten grond
Nu zou hjj wel verder komen, want daar was
hjj aan het goede adres.
Afgedacht van die eigenaardige en wonder
lijke benamingen van Nicodemus, en van den
wonderlijken toon waarop Jaap sprak, had van
Houten er veel genoegen in dat Jaap over de
noodzakelijkheid om tot Jezus te komen zoo
lang sprak, en dat hjj de noodzakelijkheid der
wedergeboorte zoo sterk op den voorgrond
plaatste, en zoo duideljjk deed uitkomen, dat
zonder wedergeboorte niemand het Koninkrijk
Gods kan zien.
Nadat Jaap bijna twee uren aan het woord
geweest was, werd er weer een psalmvers ge
zongen, en daarna kwamen enkelen der leden
van het gezelschap aan het woord.
Allereerst Bakker Meijer.
Deze was het volkomen met Jaap’s rede eens,
doch hij had nog wel iets meer willen hooren
over Nicodemus. Jaap had hem'wel genoemd
„een blinde stumperd,* en „een eigenwijze
Jood,* doch Meijer meende, dat dit nog veel
meer en ook nog beter aan het licht gekomen
zou zijn, indien Jaap er wat sterker nadruk
op gelegd had, dat die Nicodemus nu nog wel
een leeraar in Israël was. „Zie,* zeide de bak
ker, „zooals Nicodemus was, zoo zjjn tegen
woordig de leeraars ook. Met al hun geleerd
heid, eigenwjjze mensehen, die meenen alles
wel te weten, doch die niet van den Heere