I
Gods weg is in het Heiligdom
De familie van Honten
1
FEUILLETON.
i
om
Littooij.
Hobk.
VARIA.
van
13)
die
feet
door P E K A H.
hy tot zjjn leedwezen ontdekt heeft, dat zijn
Voorwoord bij „Het christelijk barbarendom
in Europa” aanleiding meest geven tot de
meening, dat hij het Boeddhisme zou stellen
boven het Christendom, dat voorwoord in
trekt”.
Dr. Bahler heeft, na eenig beraad, gewei
gerd deze verklaring te geven.
Met belangstelling zien velen met ons uit,
of de Nederlandsche Hervormde kerk, behalve
modernen van diverse sehakeering, socialis
tische en anarchistische leeraren nu ook nog
heidensche dominé’s zal handhaven.
Ach, deze kerk zinkt al dieper en dieper
weg
Ds. J. G. Busch Keizer zeide op de jaarver
gadering van de moderne predikanten te
Zwolle voor een paar weken „leertucht is uit
den Booze. Leervrvjheid bli/jve de eer en de roem
onzer kerk! Ter laatste instantie besliste niet
eene kerkvergadering maar onze eigene cons
ciëntie 1“
’t Is, helaas, een afloop van groote wateren
Littooij.
Verzorging van krankzinnigen.
De algemeene vergadering van de vereeni-
ging tot verzorging van krankzinnigen in
Zeeland werd Woensdag 11. gehouden in het
Schuttershof te Middelburg.
De afdeelingen, die thans in geheel Zeeland
gevonden worden, waren naar wensch verte-
Geen der afdeelingen ontbrak
Velen waren zelfs ryk vertegenwoor-
k IIP
Actie en Reactie.
Dat de publiek aangeraden actie met het
oog op de verkiezingen voor de Prov. en de
Generale Synode reactie zou baren, heb ik
vóór weken durven profiteeren in dit Kerk
blad. Dit was niet gewaagd. Zij, die de ver
houdingen kennen en er mee rekenen, konden
dit voorspellen. Op de vingers konden zy uit
rekenen welke groep aan het kortste eind zou
trekken. Van de broederen, die vooraan staan
in ijver voor de hernieuwde leerverschillen en
die van de leer uitgaan dat de opleiding voor
de bediening des Woords van de Kerken moet
uitgaan, krachtens een geloofsbeginsel, zullen er
dit synodejaar slechts zeer enkelen verkoren
worden.
Dat de leergeschillen niet zoo groot zjjn als
velen meenen, dat ze er al de eeuwen door
waren, dat ze vallen binnen de sfeere van
de fundamenteele waarheden, die wy belijden
en moeten belyden, heb ik altijd geloofd en
geloof ik nog. Dat deze en gene wel eens op
IV.
Bij Jaap „bet Boertje”.
„Zeker,1* hernam van Houten; „vooral hier
te A. is alles even doodsch en dor. Tenminste
de prediking, die ik hier tot nogtoe hoorde,
bevredigt my heelemaal niet, vandaar dat ik
rteds meermalen my de wandeling naar O.
getroostte, om my neer te zetten onder ’t ge
hoor van ds. Gradus. Doch de afstand maakt
dit voor mjjne vrouw byna geheel ónmogelijk,
ofschoon zy er toch ook al over sprak eens
een Zondag naar O. te gaan. Wyl wy er al
onze vrienden en kennissen hebben, kan zy
er dan wel den geheelen dag bly ven, en heeft
zy ook tyd om uit te rusten, want zy wordt
evenmin als ik bevredigd door de prediking
van de predikanten te A.*
„Dat heeft uwe vrouw my al meegedeeld,*
zeide juffrouw Meyer. „Nu, dat kan ook niet,
als men naar waarheid zoekt.
„Het is tegenwoordig een tyd,sprak Meyer,
„waarin de meeste menschen tevreden zjjn met
Baldadigheden.
In Steenwyk is men tot baldadigheden over
gegaan.
Teleurgestelde Liberalen hebben er de glazei
ingegooid by bekende antirevolutionairen en
een predikant zelfs op straat beleedigd. Extra
politiehulp moest ontboden worden.
Welke is nu tegenover dat schandelijk ge
drag van enkele Steenwyksche Liberalen de
houding der Liberale pers
Keurt ze deze baldadigheid als één man af!
Doet ze aan die Steenwyksche heethoofden ge
voelen, dat ze hiermede de eere der Liberale
party te na komen Houdt ze, door een toor
nend woord, van herhaling van dergelyke scha
delijke tafereelen af
Onnoozle die het gedacht had
genwoordigd.
schier.
digd.
Met een bidstond, onder leiding van Ds.
Donner en Ds. De Ligt, werd de dag en de
samenkomst aangevangen. Ds. Donner sprak
pakkend en leerzaam over hetgeen ons is be
schreven in Marcus 2 112. Ds. De Ligt
droeg met kracht de belangen dezer schoone
zaak den Heere op. In de bidstond waren er een
200 hoorders aanwezig en op de vergadering,
die 12 ure aan ving, ongeveer 120 personen.
Er heerschte eene aangename, opgewekte
„licht en dicht,* als ik my zoo eens mag uit
drukken. En zie je, daar moeten wy op ons
gezelschap geen van allen iets van hebben.
En ik begryp al heel goed, dat gy daar ook
niet van houdt. Ge zult u den tyd niet be
klagen, als ge met ons meegaat naar Jaap.
Wat zeg jij, vrouw
„Beklagen sprak juffrouw Meyerbe
klagen m’n lieve mensch wie maar
één greintje leven kent, kan zich daarover niet
beklagen. Neen, m’n lieve menschWie zou
zich kunnen beklagen als hy eens diep wordt
ontdekt, en als hy eens met allerlei droggron-
den wordt bekend gemaakt. Ik acht dat zelfs
een groot voorrecht.
„Nu,“ zeide van Houten, „zoo God wil, kom
ik Zondag vóór vier uur by U, en ga ik met
U mee. Ge zult dan wel zoo vriendelyk wil
len zyn op my te wachten
„O, zeker. En je vrouw gaat dan toch zeker
ook mee?* vraagde juffrouw Meyer.
„Dat zal wel moeieljjk gaan,** antwoordde
van Houten. „Wy hebben twee jongens, en die
kunnen we toch niet zoolang alleen' laten
daartoe zyn ze nog te jong, en het wordt ook
wel wat laat voor hen als het zóó lang duurt
en de jongens mee te nemen zal zeker ook
bezwaarlijk gaan.**
Dit meende Meyer ook, en er werd dus af
gesproken, dat van Houten alleen zou komen'
Ds. D. K. Wielenga.
Op Soemba heeft men metterdaad nog
Heidenzendingterwyl het op Java meer ar
beid onder Mahomedanen is. Op Soemba is
het werk der zending moeilijker en gevaarlij
ker, ook zyn er de ontberingen, die men er
zich getroosten moet, veel grooter dan op
Java. Toch kan hetgeen met onzen vrienden
broeder Wielenga gebeurde ook elders plaats
hebben. Zooals men zeker al gelezen of ge
hoord heeft, is Wielenga door een amok-(oproer)
maker overvallen. Erger is dat toegegaan dan
eerst hier bekend werd. Naar aanleiding van
een nader bericht uit Soemba schrijft Dr.
Wielenga in de Geldersche Kerkbode
„Een brief uit Makassar, van de hand van
Ds. D. K. Wielenga, komt ons inderdaad
treurig nieuws brengen.
Door een slaaf, die by Ds. Wielenga toe
vlucht gezocht had, is amok (oproer) gemaakt
Gevolg van dit incident is geweest, dat één
der ouderlingen werd vermoord, de drie hel
pers, Thomas, Filippus en Adriaan, zwaar
gewond. Ds. Wielenga zelf kreeg een hoor
over de kaak. Hy is eerst naar het hospifc
te Makassar, en vandaar naar Djocja vertik
ken.
Alles, letterlijk alles is verbrandKerk, huis,
inboedel, boeken enz.
Laat ons dezen zwaarbeproefden broeder in
den gebede gedenken”. W.
Littooij.
een, terwijl een vier- of vijftal nog later kw»
men. Jaap, een forsch gebouwde man, vai
tusschen de vijftig en zestig jaar, zat aan hé
eind van een lange tafel, waarom hun stoel®
stonden voor de vrouwen, terwyl de mannii
zaten op geïmproviseerde banken, oftewel pi»
ken, die op schragen of stoelen gelegd waren
Bakker Meyer stelde er prys op, van Houw:
eerst maar eens aan de vergadering voor
stellen, en deed dit op zyn eigenaardige tt»
nier, door te zeggen„Jaapik breng iemanl
mee, die hier nog geheel vreemd is. Mij®
vrouw en ik hebben met dezen vriend alee®
kennis gemaakt. Voor jullie allemaal is hi
misschien nog geheel vreemd, maar ik wil Jf
wel zeggen, dat hy razend is v*an den bongs
als ik me zoo eens mag uitdrukken. De goeh
man woont ruim twee maanden hier, en heef
in al dien tyd nog geen kruimeltje voor
arme ziel ontvangen.*
„Nou man! dan beklaag ik je,* sprak Jaap
„Ik hoop, dat je hier dan maar een goed SP
vulden schotel moogt vinden.*
Van Houten had echter behoefte om de uit
drukking van den bakker een weinigje te fff
zigen, en zeide: „Wat vriend Meyer daar zeg
is maar gedeeltelijk waar, myne vrienden
Sedert ik met myn gezin te A. woon ben i>
reeds onderscheidene malen onder de pred.-
king van onzen vroegeren leeraar, ds. Grad®
Verwatering.
Zooals algemeen bekend is, is er, in stryd
met het Woord Gods, in de Hervormde Kerk
doop-, belydenis- en leervryheid. Dat wil
zeggen, men mag krachtens Synodale beslui
ten, waaraan alle leeraren, ouderlingen en
lidmaten zich moeten onderwerpen, willen ze
niet buitengesloten worden, doopen en gedoopt
worden, al geschiedt dit gansch niet in, ja
met verloochening van den Drieëenigen God
men mag er belijdenis doen en als avond-
maalganger ingeschreven worden al loochent
men al de fundamenteele waarheden der
Heilige Schriftmen mag er prediken zoo
modern als men wil. Sints lang hield zy
metterdaad op eene belijdende Kerk te zyn. Ze
is tot eene volkskerk gemaakt, waarvan dege
nen, die openbaar God en Christus verlooche
nen predikers, ouderlingen en lidmaten kun
nen zyn.
Gelyk bekend is, zyn er dan ook modernen
en socialisten, die al de waarheden Gods ver
werpen, leeraren in de Herv. Kerk.
Te Oosterwolde (in Friesland) heeft Ds. L.
Bahler het in den afval zoo ver gebracht, dat
hy het Boeddhisme publiek belijdt en verkon
digt, dat is, het heidensche on- en bijgeloof.
Een oogenblik heeft dit velen ontroerd en
opgeschrikt.
Op de vergadering van de Algemeene Sy
node der Nederlandsche Hervormde Kerk is
dan ook een klacht ingediend tegen des heeren
Bahler’s uitlatingen.
Het classicaal bestuur van Heerenveen heeft
de zaak moeten onderzoekenen dr. Bahler
verklaarde zonder omwegen te gelooven, wat
hy geschreven had, dus dat hy Theosoof,
Boeddhist is en het Christendom minder acht
dan de leer van Boeddha Sakja Moeni.
Dientengevolge droeg het classicaal bestuur
dr. Bahler voor aan het provinciaal kerkbe
stuur van Friesland tot ontzetting uit zyn
ambt. Terecht, want zyn leer is niet christe
lijk meer, maar heidensch.
Dr. Bahler beklaagt zich er over, dat als
gronden voor zyn afzetbaarheid gelden zijn
„genegenheid voor het Boeddhisme, geloof in
reïncarnatie”.
Het provinciaal kerkbestuur van Friesland
heeft nu aan Dr. Bahler de volgende verkla
ring voorgelegd
„Ondergeteekende verklaart, dat hy, omdat
en deze Midianiet echt Midianitisch. God sluit
zich aan by het natuurlijke leven.
Immers hoe komt die man aan een gerste
brood in zijn droom Heel natuurlijk. In
Kanaan, het land van tarwe en most over
vloeiende at men geen gerstebrood, dan in
tyden van nood. De profeet Ezechiël moet een
gerstekoek bakken en gerstebrooden ontvan
gen de zonen der profeten, nadat zy de kolo
kwinten gegeten hebben, (Ezech. 4 12 en 2
Kon. 4 42). Slechts de armen en de rond
zwervende Bedouinen in de woestijn voeden
zich daarmee. Gerstebrood wijst derhalve den
Midianiet heen naar het arme en verachtelijke.
Daarby komt nog het wentelt voort tegen de
tent, dat is tegen al de tenten der Midianieten.
Wanneer dit zwervend volk dacht aan een
vruchtbaren akkerbouw, aan vrijheid, macht
en grootheid, stelden zy dit zich voor onder
’t beeld van een tent, waarin ieder woonde
en rustig zyn levensbestaan vond.
In het antwoord van den metgezel„dit is
niet anders dan het zwaard van Gideon, den
zoon van Joas, den Israelitischen man*, vin
den wy weer die hoogere werking Gods ver-
eenigt met de gegevens van het natuurlijke
leven. Want Israël was het verarmde en ver
drukte, het verachte gerstebrood. En het lag
voor de hand, dat er eindelijk na een zeven
jarige onderdrukking reactie en herleving ko
men zou. Vooral onder de leiding van een
zoo krachtig man als Gideon.
Zoo wankelt nu in Midian’s leger de hope
op voortdurende overwinning. En een man
die niet staat aan de zyde van Israel maar aan
van zyne tegenpartyders wordt een pro-
van wat geschieden zalGod heeft de
Midianieten en dit gansche leger in zijne hand
gegeven.
Onze God is machtig ook ’t hart zyner
vijanden te overreden van zyne wondere al
macht, waarvoor alles moet bezwijken. Door
de zee vindt Israel een pad, en een weg door
de wildernis. Daarom zegge Israel, de rechter
hand des Heeren is verhoogd, de rechterhand
des Heeren doet krachtige daden. In onzen
politieken strijd doe het ons goedsmoeds zjjn
en wy gaan voort met onverminderde kracht.
In God zullen wy kloeke daden doen en Hy
zal onze wederpartyders vertreden.
Zw.
dit of dat soms zelfs op nietigheden of op zoo
genaamde onverschillige dingen te veel nadruk
legden, stem ik zekerlijk toe. Doch langzamer
hand ziet men het minder wyze daarvan in
den regel in, wordt men wyzer en laat men
dat na.
En wat de opleidingsquaestie aangaat, heeft
men m.i. zich ook voor twee uitersten te wach
ten. Het eene is van de Kerken (de geïn
stitueerde) moet de opleiding uitgaanhet
andere is de Kerken, aan wie wy adres-
seeren kunnen, mogen ze, althans als het anders
kan, niet ter hand nemen.
Op afdoende wyze is, geloof ik, noch het
eene, noch het andere uit de Heilige Schrift,
uit de belijdenisschriften der Kerken of uit de
geschiedenis der Kerken te bewijzen.
Naar de eeuwen ons leeren hebben eerst de
ambtsdragers en de Kerken, maar daarna ook
wel particulieren en de Staat ze ter hand
genomen.
Dat de Kerken er het eerste en meeste be
lang by hebben staat m.i. als een paal boven
water. Meer dan elke andere corporatie heeft
zy behoefte en recht van zeggenschap er over.
Mochten de uitersten vaarwel gezegd en
mocht een wyze weg van overeenstemming
gevonden worden
Voor doorbakken van den knoop, als men
weldra de macht meer dan ooit in handen
krygt, beware de Heere de KerkenMacht en
recht behooren elkander te dekken. Wy heb
ben hier niet met eene gewone zaak te doen,
waarop men na een Synodejaar vryelyk terug
komt. ’t Is een jaren voorbereide en eindelijk
plechtig gesloten overeenkomst. Een man een
man, een woord een woord.
De beide partijen die er waren en nog
zyn, kunnen rechtens alleen de overeenkomst
opheffen.
Op den allerlaatsten man kan, en behoeft,
volgens de afspraak, niet gewacht worden. Zoo
blijven voortleven, nu het een oorzaak van
twist is en bljjft, is ongeraden.
De knoop doorhakken mag niet.
De eigen inrichting te laten wegsterven is
ondankbaar en onbarmhartig en zal veel kwaad
bloed zetten tot in geslachten.
Saam den weg zoeken, waarbjj de eenheid
verkregen, het belang en recht der Kerken
erkend, de vrede, de eenheid van opleiding en
de saamwerking verkregen werden is de m.i.
eenig aangewezen en goede weg.
Littooij.
Toen van Houten vertrokken was, sprak
Meyer tot zyn vrouw„Nu, ik heb van dien
man meer en betere verwachting dan van zyn
vrouw. Zjjn vrouw wil my niet goed bevallen.
Ik geloof niet dat zy zich op ons gezelschap
thuis zou gevoelenmaar met hem zal dat
wel gaan. Hy schijnt my toe een eenvoudige
Christen te zjjn, als ik my zoo eens mag
uitdrukken.*
Thuis gekomen, deelde van Houten een en
ander aan zjjne vrouw mee, en zeide, dat hy
beloofd had, den eerstkomenden Zondag met
Meyer en zyne vrouw mee te gaan naar het
gezelschap. Zyne vrouw vond dit goed. Alleen
had zy er wel wat tegen dat het ’s avonds
zoo laat werd, en zjj dus zoolang alleen zou
moeten blyven. Doch zy hoopte dan een vol
genden keer wel eens te kunnen meegaan, en
drong er mitsdien by haren man op aan, dat
hy dan maar eens goed zou toeluisteren, om
er haar veel van te kunnen vertellen, en eeniger-
mate den indruk te kunnen weergeven, dien
hy daar ontvangen zou.
Intusschen was de Zondag aangebroken, en
vol verwachting ging van Houten met Meyer
en diens vrouw naar het gezelschap, by Jaap
„het boertje.*
Daar aangekomen, vond hy in een groote,
holle boerenkamer ruim twintig menschen by-
stemming. Dat de onderneming slaagde en
voortgang had, gevoelde een iederaan hare
totstandkoming werd wel niet meer getwijfeld.
De belangstelling is groot en de deelneming
algemeen. Heerlijk. De Hervormden, de (oud)
Gereformeerden en de Gereformeerden waren
voor dit werk der christelijke barmhartigheid
als broeders saam. Van geharrewar wilden
de vergaderden blijkbaar niets weten.
Een geest van uitsluiting bande men. Op
verzoek van den voorzitter, Ds. Donner, was
door Ds. van Dis deze algemeene vergadering
geopend, en by den welkomstgroet gedacht de
voorzitter Ds. Hulsebos, in wien wy zooveel
verloren, en dhr. Wisboom Verstegen, Ds. A.
de Visser en Dr. Offringa die vertrokken.
Verslagen werden door den secretaris en den
penningmeester uitgebracht en de voorstellen
behandeld.
De Heere krone verder de pogingen
Jezus wil
OF