FEUILLETON. Gods weg Is in het Heiligdom De familie van Honten A. Littooij. niet toe blijf ik Kerk- en Schoolnieuws. 7) van IM* -- - Kampen, 10 Mei 1905. I. door P E K A H. kon hjj stil berusten en geloovig vertrou- Zoo kunen wjj allen zjjn arbeiders en ons licht laten VARIA. Naar aanleiding van ons artikel over de brochure van Prof. Dr. H. Visscher schrijft de Hoofdredacteur van .De Bazuin”: en br. in Christus, van gehecht was, was men was TWEETAL te Hollandschevelddhr. Schoemakers, Cand. Th. Schoolds. Sybrandy van Blokzijl. AANGENOMEN naar Wezep: ds. van Anken van Urk. BEDANKT voor Opeinde c. a.ds. Lugtigheid van Gees- teren c. a. voor Scherpenzeelds. Heersink van' Baam- brugge. boomen om te hakken, kwam een grooten zwa- ren vallenden eikenboom terecht op het bijna negenjarig dochtertje van van Houten, die juist uit de school naar huis kwam. Inwendig zwaar gekneusd en geheel bewus teloos, werd Anna zoo heette zjj door een paar arbeiders naar huis gedragen, waar dadelijk de hulp van een geneesheer ingeroe pen werd. Deze onderzocht haar, en zeide, dat hp er nog niet veel van zeggen kon, doch haalde de schouders op en schudde bedenke lijk het hoofd. De kleine Anna bleef dien ganschen dag en nacht bewusteloos, terwijl zjj al door kreunde, zonder de oogen te openen. Hare ouders ver lieten haar geen oogenblik, en baden ernstig den Heere om herstel. Toen echter den volgenden avond de ge neesheer weer kwam, zeide hp dat alle hoop op herstel afgesneden was, en dat men zich maar op het ergste moest voorbereiden. Anna zou nog wel eens veel kunnen lijden, sprak hp, maar tot bewustzijn zou zjj naar zjjne ge dachten wel niet meer komenen het zou daarom maar een voorrecht te achten zjjn, in dien er spoedig een einde aan haar smartelijk Ipden werd gemaakt, meende de geneesheer. We kunnen begrijpen, hoe de ouders ge drukt waren door deze woorden. Het gebed voor het behoud van hun kind vermenigvul- dat ons gereformeerde volk niet zoo ongerust behoeft te wezen als het hier en daar is. Uit overtuiging roep ik op mijne beurt dat allen toe, en óók omdat ik weet, dat hetgeen waarop wjj niet aansturen, tengevolge van ons optreden, menigmaal komt ondanks onszelven. De modernen hebben niet bedoeld hunne Kerken leeg te preeken, en toch en het bevreemdt ons niet is het geschied. Ach, ook in onzen kring is in menige Ge meente de onrust en het wantrouwen reeds groot. Mochten wp allen onze zonden in de zen voor God belijden, vergeving smeeken, den vrede zoeken en Zpn zegen weer verkrij gen 1 Als altpd den dw. dr. Prof. N. II. Teleurstelling en beproeving. Nu deelde van Houten zpn vriend mee, dat hp bp den heer T. was geweest om zpn dienst aan te bieden, en hoe het hem er gegaan was. Zpn vriend wensehte hem geluk er mede, dat hp niet geslaagd was, en deelde hem omtrent den tuinbaas ook nog mee, dat ofschoon hp wel wat ruw en geheel godsdienstloos, toch een oprecht en eerlpk man was, voor wien de tuinknechts en de arbeiders niets dan lof hadden. Van Houten vervolgde nu zpn weg naar huis, en bjj zpne vrouw gekomen, deelde hp al zpne ontmoetingen tot in de kleinste bizonderbeden mee. Toen zp alles vernomen had, zeide ze „ik ben maar bljj, dat ge er zoo goed afgekomen zpt. Wanneer de heer T. u eenigen tjjd gege ven had om er over na te denken, zou het niet zoo gemakkeljjk voor u geweest zpn om te beslissen. Nu hij zelf beslist heeft, en ge- „Wjj beoordeelen thans evenmin de motieven van Prof. V. als de tegenredenen van Br. Litt. v Doch wp waardeeren zeer het verlangen der Geref. Herv. Broeders- Inderdaad, het zou iets heerlijks zpn, indien wp gezamenlijk en eenparig tot een herziening van art. 36 naar den Woorde Gods konden komen. Wp zouden juichen. Alleen betreuren wp ’t dat in Prof. V’s brochure ook weer gerept wordt van „het or- ganiseeren van een geheimen tegenstand” (in onze Kerken) alsof „op een nieuwe scheuring aangestuurd wordt”. Nu is dat aan Br. V. gemakkelpk te vergeven. Hjj weet, afgaande op de telkens door De Heraut, helaas, opge warmde legende, niet beter. Maar dat Br. L. inplaats van haar flink tegen te spreken, ge lijk hp doen kon, indien hp slechts in onzen eigen kring onderzocht nu ook nog durft gewagen van zijne vrees „of niet nogmaals op een nieuwe scheuring aangestuurd wordt" heeft mjj vervuld met verbazing. Zoon’n verklaring zonder voorafgaand onder zoek, en reeds meer dan eens ontkend uit den bedoelden kring zelf mogen wp niet on weersproken voorbp laten gaan. Br. L. zal wel toestemmen, dat wij in elk geval op de hoogte kunnen zpn. Welnu, onze wetenschap in dezen dringt ons het openlijk uit te spreken, dat er noch van geheime organisatie, noch van aan sturen op een nieuwe scheuring iets van aan is, maar een en ander alleen bestaat in de min nobele voorstelling van hen, die deze legende, op onverantwoordelijke wjjze, in onze pers hebben ingebracht en onderhou den 1” Am. fr. De vorige week heb ik getracht je enkele indrukken van wat ik te Zeist hoorde en zag, weer te geven. Toen stond ik aan het begin van de schoone dagen der conferentie, terwjjl ze nu reeds voorbp zpn en ik weer goed en wel te Kampen ben, om mjjn gewone werk te doen. Maar wat ik je toen aan het slot van mpn brief als mpn hoop te kennen gaf, dat n.l. de geest der eenheid in Christus aan het licht mocht komen, is werkelijkheid geworden, het zpn dagen geweest, waarop de liefde Gods zeer duidelijk door ieder werd waargenomen, maar tevens is eene vermaning tot ons gekomen, om pal te staan en te werken, zoolang het dag is. Wat de algemeene indruk betreft, die ik heb meegenomen, moet ik je zeggen, dat de wereld federatie van christelijke studenten reden heeft om dankbaar te zpn, want veel is in de 10 jaren van haar bestaan tot stand gekomen. En toch niettegenstaande deze verblijdende gebeurte nissen, werden ons nog zoovele treurige be richten gebracht aangaande het leven aan onderscheidene universiteiten, dat het dikwjjls een ondoenljjk werk scheen daar het evangelie te brengendan werd het zoo duidelijk, wat het zegt, een werk aan te vangen in den naam en de kracht van God, ter Zjjner eere. Maar voor dat ik je over de verschillende redevoe ringen, die uitgesproken zijn, schrjjf, wil ik je een en ander mededeelen aangaande onze levenswijze te Zeist en over de openingsver- gadering op Woensdag 3 Mei. „Der menseh ist, was en iszt” heeft eens een philosoof gezegd. Zonder er nu over te rede twisten, of dit volkomen juist is of niet, zoo wil ik je toch wel zeggen, dat ik voor mjj er eenige waarheid in vind. Ook te Zeist is me dit weer duidelijk geworden. De stemming van vreugde n.l., die er was, werd geenzins neer gedrukt door de maaltijden. Dank zp de ijverige bemoeiingen der regelingscommissie, was het eten eenvoudig doch keurig. Voor den nacht was onderdak gevraagd en verkregen bjj de gastvrije inwoners van Zeist, waar we des mor gens ook ontbeten. Om half tien was de mor- genvergadering die tot half één duurdede middagvergadering werd gehouden van 4 tot 6 uur. Na afloop der beide vergaderingen werd gegeten op 3 onderscheidene plaatsen. In het hotel Middenhoeve aten er 80, terwpl op 2 andere plaatsen ongeveer 15 studenten hun honger stilden. Een gezelligen aanblik boden dan de witgedekte tafelsmenschen, die van elkander te voren nog nimmer hadden Ds. J. E. Goudappel van Heteren c. a., die het beroep naar de Geref. Kerk te Dieren aannam, hoopt aldaar 21 Mei intrede te doen na bevestiging door ds. van Schelven van Wageningen. De classis Gouda heeft met bjjna algemeene stemmen voorloopig geweigerd aan ds. De Jong ben gedeeld. Hetgeen gedaan en waarin geschreven en hetgeen sommige Gemeenten meegedeeld werd, waren in Israel, eindelijk wordt weer liefde gewekt voor den Heere der heirscharen, die zoo groote wonderen had gedaan. Evenals bp Gideon is er bij elke reformato rische beweging niet alleen af te breken, maar tegelpk ook op te bouwen. En naarmate dit bouwen met krachtige hand en uit frissche beginselen geschiedt, staat de arbeid hooger. Vandaar ging ’t werk van Calvjjn dieper dan van Luther. Evenzoo in het geesteljjke leven. Alleen afbreken maakt ons arm en machteloos. Maar dan volgt weerwast op in de genade en in de kennis van onzen Heere Jezus Christus. Bouw den Heere een altaar, waar eertjjds Baal werd gediend. En plaats het niet op den achter grond, waar geen oog het ziet, maar aan de voorzjjde, opdat allen aanschouwen uwen goeden wandel. die zpn wil volbrengen schjjnen voor de menschen, getuigende met Paulus want ik schaam mjj het Evangelie van Christus niet, wjjl het is, een kracht Gods tot zaligheid voor een iegelpk die gelooft. Zw. Hoek. zegd heeft, dat hp u niet gebruiken kan, heeft hp het voor u al heel gemakkelpk gemaakt. Misschien heeft die tuinbaas wel wat overdre ven en alles zeer zwart gekleurd, maar uit de houding van den heer T. te oordeelen, sehjjnt er toch wel iets van waar te zpn, en uit de inlichtingen die ge te A. gekregen hebt, bljjkt dit eveneens. En al was er nu ook maar de helft van waar, dan is het mp toch reeds dui delijk, dat ge blp moogt zpn, dat het zóó af liep." Van Houten gaf zpne vrouw geljjk, en al had hp na zpne ontmoeting met den tuinbaas al vele vooroordeelen, door de ontmoeting met den heer T. zelf, was hp niet gunstiger voor dezen gestemd geworden. Er zat nu niets anders op dan bp vernieu wing maar eens weer uit te zien, of hp ook een andere betrekking krjjgen kon. Nieuwe pogingen daartoe aangewend, mis lukten echter eveneens. Bjj den een kwam hp, toen men reeds een tuinbaas had gehuurdeen ander wilde liever een jongere tuinbaas heb ben, bjj een derde kon hjj niet terecht, omdat als voorwaarde gesteld werd, dat hjj ook met paarden moest kunnen omgaan, en dit had van Houten vooreerst nooit geleerd, en ten andere wilde hjj er zich ook niet aan wagen, omdat hjj vreesde, dat hjj daardoor dan wel eens in zjjn Zondagsrust kon worden belemmerdter- was, en hebben. Onder al deze teleurstellingen bleef echter van Houten geduldig, en in den weg des Heeren, wen, dat de Heere wel zorgen zou. En als een enkele maal eens de oude ongeduldige natuur weer bovenkwam, en hjj dreigde moedeloos te worden, dan wist zjjne vrouw hem zóóveel moed in te spreken, dat hjj zich geheel in de hand des Heeren kon overgeven, en aan zjjne leiding zich kon toevertrouwen. Intusschen snelde de tjjd voort, en was het reeds na Nieuwjaar geworden. Het uitgestrekte buitengoed „Boschoord” was reeds verkocht voor bouwterrein, en hem restten maar enkele maarden meer, vóór hjj de tuinmanswoning, waar hjj geboren was, en waaraan hjj zoozeer zou moeten verlaten. Eiken dag men druk in de weer, om de oude boo- in het groote bosch te roeien, en men ook reeds begonnen het ouderwetsche hee- renhuis af te breken, en nog altoos wist Houten niet, waar hjj heen zou gaan. Omstreeks dezen tjjd kwam te midden van alle teleurstellingen, die hjj ondervond in het zoeken naar een andere betrekking, een zware beproeving over het huisgezin van van Houten. Op zekeren dag, terwjjl men bezig was de ■gehoord, aten nu uit één schotel, dronken het zelfde zuivere water. Wat een gegons van stemmen en geklikkak van eetgerei dat gaf, kun je je gemakkeljjk voorstellen. Wanneer het middagmaal 2 uur afge- loopen was, ging men in verschillende groe pen, waarin zooveel mogeljjk nationaliteiten vereenigd werden, wandelingen maken in de heerljjke bosschen. Onder druk gesprek of vrooljjk gezang bewonderde men de schoonheid, hier in de schepping ten toon gespreid. Des avonds om 8 uur werden op vier verschillende plaatsen bidstonden gehouden. Zoo zie je, dat onze dag tameljjk wel bezet was. Maar nu ter zake en over de vergaderingen zelve en wel allereerst over de openingsbjjeen- komst. In de wit-reine kerk der broederge meente waren we in vele rjjen gezeten. Voor aan zaten onze leiders en het eere-comité, dat bestond uit professoren van de Nederlandsche Academies, van Geref. zjjde waren er Prof. Lindeboom en Prof, Bavinek. Bovendien waren met ons vergaderd de damesstudenten, die hunne andere vergaderingen hebben gehouden in Driebergen en enkele inwoners van Zeist, die invitatiekaarten hadden ontvangen. Na het zingen van Ps. 68 10 werd er gebeden in het Duitsch en het Engelscb, wat ook de overige dagen zoo geweest is. (Tusschen twee haakjes moet ik je nog even zeggen, dat het liederen boek in 4 talen Hollandsch, Fransch, Duitsch en Engelseh gedrukt was.) Namens de rege lingscommissie riep ds. Th. Scharten van Stads kanaal ons een harteljjk welkom toe, terwjjl hjj zjjne beste wenschen uitsprak over het slagen dezer conferentie, en allen aanspoorde, veel te bidden, opdat er van deze samenkomst een zegen uitga over de gansche wereld. Na hem hebben nog gesproken namens het eere- comité Prof. Valeton uit Utrecht, namens de broedergemeente de predikant en namens het algemeen bestuur der federatie dr. Karei Fries, de voorzitter, die Ook de vergaderingen te Zeist heeft geleid. Na afloop dezer bjjeenkomst gin gen velen nog een oogenblik naar het hotel „Middenhoeve" om een kop thee te drinken en te „geselzen", waar men echter toch niet lang meer vertoefde, daar men wist, dat de volgende dag veel krachten zou vorderen. Om dat deze brief alweer te lang geworden is, eindig ik, maar toch schrjjf ik je nog wel meer over de Zeister conferentie, daar ik je groote belangstelling in dezen ken. Adio H. B. oorzaak dat die vrees zich van mjj meester maakte. Van eene geheime organisatie sprak of schreef ik niet, want ik weet en ieder kan weten dat ze niet eene geheime is. Dat er wederzjjds schuld is, erkende en betreurde ik steeds, ook nog in mjjn schrjjven door U overgenomen. Och, mocht dat maar worden ingezien en be leden 1 Prof. Noordtzjj ontvange mjjnen oprech ten dank voor de verzekering, dat er niet alleen vroeger, maar ook thans niet aange stuurd wordt op eene nieuwe scheuring. Ik neem op zijne verzekering dit in betrekking tot allen aan, en vraag daarom vergeving er voor dat die vrees mjjn hart bekroop en ik dien tengevolge deze woorden van Prof. Dr. Vis scher overnam. Maar dat er gansch geene reden voor mjjne vreeze was, kan ik nog niet inzien. Ze ontstond, ten eerste, doordat de laatste tjjden de leergeschillen, die op de Synede te Middelburg werden ingediend, bjj de opleidingsquaestie als werden gevoegd. Dat de onrust daardoor niet weinig vermeerderd werd, moet, dunkt mjj, ieder mjj toestemmen. Inzake de leere der Ger. Kerken was en is ons Gereformeerde volk, nog altoos, gelukkig, het meest gevoelig. Ten tweede ontstond ze, doordat, bjj alles wat over die leergeschillen in De Wachter en De Bazuin geschreven is, de niet gewone maatre gel kwam van de toezending der „vijf stellin gen*, aan al de Kerkeraden, met het verzoek ze te verspreiden. Al betwist ik het recht er toch er bjj, dat deze ongewone maatregel den indruk geeft, dat er inzake de leer zich bange wolken aan den horizont samenpakken. Ze ontstond ten derde, door dat Gij, profes sor, deze stellingen en bljjkbaar hare toezen ding onderschreef, zonder er nu bij te verklaren, gelijk Gjj te Middelburg deedt, dat Gjj princi pieel aan de zjjde van hem staat tegen wien zjj op de Synode te M. waren gericht. Ten vierde ontstond ze, omdat in De Wach ter, waarin tegen mjjn schrjjven over de „vjjf stel lingen” een vrjj groot artikel door Ds. Bos werd geschreven en mjjn dhtwoord, hoewel ik vriendeljjk opname er van verzocht, er niet in werd opgenomen. Dat toch deed mjj vragen: of er redenen waren waarom dit tegenbetoog niet wenscheljjk werd geacht. Dat er ook door mjj prjjs op gesteld wordt, om door de vele lezers van De Wachter, die tot het volk behooren dat ook ik, om ’s Heeren wil, liefheb, begrepen te worden, moet ieder billijken. En in de leergeschillen ben ik ge heel wat ik vóór negen jaren was, en ook Gjj, Professor Noordtzjj, toen waart. Ze ontstond, ten vijfde, doordat ik meende, dat er geen reden was voor verandering in betrekking tot de „vijf stellingen". Er zjjn m. i. eenzijdige voorstellingen, uitersten, bjj dezen en genen, doch naar ik meende en nog meen, is er reden om, te gelooven dat ze geen gevaar opleveren en weldra prjjs zullen wor den gegeven. Dr. Bavinek toch, op wien de broederen zich zoo vaak beroepen, is nu professor te Amsterdam, en Dr. Honig, voor wien de broe deren vroeger ten dezen vreesden, is nu, met lof, te Kampen als Professor in de theologie werkzaam, en De Heraut heeft in de laatste tijden meer dan eens en meer dan vroeger tegen het innemen van die uitersten gewaar schuwd. Er is dus alle reden om te gelooven, wjjl een vierde hem afwees, omdat hij „fijn" geen „fijn volk" in zjjn dienst wilde Ons antwoord aan den geachten Rédacteur van „De Bazuin” luidt: De vrees voor eene nieuwe scheuring door mjj geuit, heeft U, schrjjft Gjj in De Bazuin van verledene week „met verbazing vervuld". Toch veronderstel ik dat velen met mjj, vooral in den laatsten tjjd, die vrees wel heb- den toon mjj uit L J t In; OF

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1905 | | pagina 2