schriftstudie, van naar van dood. u bidder de dier n Messi» uw bar niet! be chief i irood, ge een even van het pro- reedeele aarin id net zjj: ?eslacht 'r en L ■enen, onweft; u schul de diei ds ter Hy wc od. led. mdvol t onden strai verbrt Heer geloov vyand 1, wie n noen ijden; i wordt biddt pelen i volk T schap, 4 t U bedt i Christ de hen op aar ds negei en wor. rernome: 1 dezelfc ze opf werd gt d en vrtt muitsprt het da rders. 1 denjong i niet ia groots k i de u baar b« et heil, ngebra die Je troost,! gt. Wi in, m toet, roed. alzoo. Hy zal den.” i doen Ij) vei rrdeelj tremels s een bt reeuwde e bidden geloove; eht Hei vloek ei len bijl dat Rabb doch mf zaamhei re uit, ei d menig i de hee: y dan ij e, en gheid, e? aaien» ?ooral oi eproevi» waren de Joodsche feestdagen, wjj te voren reeds schreven, aange- De generale Synode der Geref. Kerken, die om de drie jaren samenkomt zal het vol gend jaar te Utrecht in de maand Augustus plaats hebben. Dhr. Runia, cand. V. U. deed Zondagmiddag zijn intrede te Coevorden, sprekende uit Joh. 2021b na bevestiging met de woorden uit Ez. 316, 17 door Ds. Hoek van Nieuw- Dordrecht. Door de Ver. tot Chr. Nat. Schoolonder wijs te Krimpen a.d. Lek is uit de 29 sollici tanten een viertal opgemaakt, en daaruit is benoemd de heer de Man van Groningen. Inzake de Doetinchemsche Gymnasium- kwestie adviseeren èn inspecteur der gymnasia èn B. en W. dat de Raad dezer gemeente niet zal ingaan op het voorstel van de Commissie van onderzoek, opgenomen in ons Blad van 9 Dec j.l. De commissie zou een te eenzijdig rapport hebben uitgebracht, dat in geen geval weergeeft den toestand van het gymnasium. de vrijheid van onderzoek geloof en 1 banier der Schrift omhoog. Wat wy voor ons geloof en onze theologie noodig hebben, geeft, naar onze confessie, ons J. en genoegzame als bfj de herders niets anders zijn dan blijdschap des geloofs. Zij zagen met het des geloofs in dat kindeke, dat hun ge boren was, reeds doorschemeren de heerlijkheid van het eeuwige leven, dat hun was wegge legd, al waren zij ook nu nog maar arme herders in een zondige wereld vol lijden en strijd. En evenzoo kunnen wij ook nu nog van Christus heerlijkheid bijna niets aanschouwen dan met het oog des geloofs. Indien wjj weten, dat hy ons geboren is, dan is er ondanks het vele, dat ons kwelt en ontbreekt, stof te over om ons te verblijden in ’t onnoemelijk groote goed, ’t welk dit kind ons waarborgt in zijn toekomst. Het is, Gode zij dank, geen ijdele waan, indien wjj meenen, dat dezeherders-blydschap ook heden nog over de wondervolle geboorte te Bethlehem wordt gesmaakt. Ook door U, mijn lezer? Toen voor ’t eerst de mare rondging, dat de Christus geboren was, werd deze tijding door anderen met koelheid ontvangen. We lezen wel, dat de herders alom bekend maakten, wat ze gehoord en gezien hadden, maar we bespeuren er niets van, of deze boodschap geestdrift heeft verwekt Integendeel men schijnt in Bethle hem de zaak heel koel en onverschillig behan deld te hebben. Ge krijgt, het Kerstverhaal lezende, geenszins den indruk, dat men zich warm gemaakt heeften veel notitie heeft genomen van hetgeen de herders vertelden. Moet ons dit verwonderen Hoevelen in onzen tijd vieren het Kerstfeest mede zonder Kerst vreugde, koel, onaandoenljjk, onverschillig, zonder een greintje bezieling, zonder een op welling van vreugd, zelfs zonder eenige be geerte om die|bljjdschap in den geboren Za ligmaker te leeren kennen Hoevelen zjjn er niet, dien wereld- en levenvernieuwende kracht, uitgaande van het Christuskind, niet beseffen en er zich dus ook niet in verblijden; en die dus ook zijn machtigen invloed op het leven van onzen tjjd niet begrijpen, of er onaan doenlijk tegenover staan Voor dezulken is het Kerstfeest evengoed een donkere dag als de dagen, die aan het Kerst feest voorafgaan. Laat het misschien ook U nog koel, wekt het wellicht ook U nog niet gansche hart onbepaald en on voorwaardelijk aan den Heere Jezus had overgegeven. Vooral de woning van Ds. Volzeling was meermalen een bidplaats voor en met Rabbi Samuël, maar ook dikwijls werd daar menigen psalm gezongen, waardoor hij in zijn moeielijken strijd vaak getroost en bemoedigd werd, terwijl hij ken nelijk door Gods genade gesterkt werd om eiken nieuwen aanval van vijandschap niet alleen af te wachten, maar dien ook moedig te weerstaan. Intussehen waarover broken. Op zekeren dag, het was tusschen het Joodsche Nieuwjaarsfeest en den grooten ver zoendag zeide zijne vrouw tot hem„Ik wil in elk geval op „Joom Kippoer" dat wil zeggen„den grooten Verzoendag" naar de Synagoge alhier, doch ik weet den weg niet en kan de Synagoge niet vindendus breng mjj daar dan heen.” „Och vrouw,” antwoordde hij „indeSynagoge is geen zoennoffer meer te vinden. Wij hebben geen tempel, en geen altaar, en geen priester meer. Maar de Heere Jezus Christus is de groote Hoogepriester, die met Zijn eenig zoen offer een eeuwige en volkomene verzoening voor de zonde teweeggebracht heeft. De dag waarop Hij stierf, dat is de groote Verzoendag. recht erkend te beroepen. Dit wil niet zeggen dat de kerk by de eerste aanklacht de Belijdenis op zy zetten zou. Maar wel beteekent dit, dat ze geen oogenblik aar zelen zou voor revisie van die Belijdenis te stemmen, wanneer zjj niet met de Schrift in overeenstemming mocht bljjken. By Rome heerscht het „anathema sit“, het „vervloekt zy* een ieder, die de kerkleer in twyfel trekt. En Rome kan niet anders, daar zy gelooft, dat de Kerk onfeilbaar door den H. Geest geleid wordt. De Gereformeerden daarentegen behouden en heffen tegen on- bygeloof en losheid van geloof de ting der leer. Daarin hebben we het antwoord op de vraag wat zegt de Schrift Zy, die zich stellen op den grondslag der Geref. beginselen, zoeken dat antwoord nog. Zy zetten zich sepe- ratistisch en individualistisch voor de Schrift wy wandelen in de historische lyn van de ver lichting des H. Geestes. Bij diegenen der inconfessioneelen, die bui gen voor Gods Woord, is het slechts een mis verstand. Zoodra ze dit zien, stellen ze zich onder de Belijdenis, die niets bevat dan de leer der Schrift, gevonden in de Kanonieke boeken. Met dat Woord stemt de Belijdenis overeen. Lees slechts art. 7, die machtige, heerlijke lof zang op de Heilige Schrift als de eenig betrouw bare regel des geloofs, ruischend als een psalm uit de diepte des harten van de lydende en strijdende Christuskerk, gezongen op de berg hoogte des geloofseen oorlogskreet tegen alles wat ingaat tegen den Vader aller goeden. Al bracht een engel uit den hemel een ander Evangelie, dan dit Woord, het ware onbe trouwbaar. Zoo wie deze leer niet brengt, ont vangt hem niet in huis. Denzelfden toon vindt ge in onzen Catechismus, wanneer by handelt over het oprecht geloof. Dezelfde gedachte spreekt uit de Dordtsche Leerregels, die zeggen, dat wjj van den wille Gods uit Zyn Woord, zullen oordeelen. En zoo bindt dan ook het •formulier van onderteekening juist door te binden aan de symbolen der Kerk alleen aan het Woord onzes Gods. Wie die onderteekening af keurt, kan daarom en vvj- aan aan de redenen hebben, maar alleen onkunde t_ andschap kunnen zeggen, dat het formulier iets anders zou willen binden dan Schrift. In de Geref. Belijdenis hoort zuiveren als helderen weerklank r._ test der Reformatie tegen de Schriftverval- schende „leer van Rome.* Dat is het Protes- tantsche beginsel van vrjj onderzoek, dat alleen buigt voor hetgeen naar Gods Woord is. De onderteekenaar ziet in het formulier zjjn L’. „LJ om by geschil zich op Gods Woord de H. Schrift. Zy is de eenige c“ kenbron der Theologie. Zjj is ook de grens der theologie. Tegen het agnosticisme belijden wjj de kenbaarheid Gods, tegenover het rationa lisme beljjden wjj de beperkte kenbaarheid Gods en het geloofskarakter der Gemeente. Fides Quaerit intellectum. Door geloof tot wetenschap. Veel van hetgeen in onze belijdenis voorkomt, treft men ook in andere belijdenissen aan, doch het kenmerkende onzer confessie is de leer der souvereine genade Gods als de eenige oor zaak onzer zaligheid. Het zalig worden uit God of uit den mensch, daarover ging het op de Dordtsche Synode. En zuiver handhaafde zy het eeuwig welbehagen des Heeren en Zjjne volstrekte sovereiniteit, tegenover hen, die den mensch op het voetstuk plaatsten. Ze mainti- neerde de leer der verkiezing en verwerping als het cor ecclesiae. De „vyf artikelen* zjjn een rype vrucht van schriftstudie, een monumentum aere perennius. (Slot volgt.) Kerk- en Schoolnieuws. TWEETAL: te ScherpenzeelDs. Goudappel van Heteren en Ds. Wielenga van Zuid- broek. BEROEPEN te Langerak en te ’s Gravenmoer: dhr. Hul- steyn, cand. Th. Sch. te BiezelingeDs. R. K. M. Hummelen Langeslag. AANGENOMEN OostzaanDs. Bajema van Epe. BEDANKT voor Broek op LangendykDs. Wisse Leiden. Door de classis Leeuwarden is, na peremp toir examen, tot de bediening des Woords en der Sacr. toegelaten Cand. Kerssies, ber. pred. te Marrum. Aan de V.U. slaagde voor het cand. examen dhr. O. N. Oosterhof, en aan de Th. Sch. de heeren J. H. Beumee van Nieuwe-Pè- kela en H. H. Schoemaker van Lutten. Theologische School. (Vervolg.) Spreker bepaalt zyn gehoor 1. bij het theologisch karakter van genoemd formulier m.a.w. by de beteekenis van den in dit Formulier gelegden confessioneelen grond slag voor het onderwijs in de Theologie en de opleiding tot den dienst des Woordsen 2. bij het kerkrechterlijk karakter m.a.w. bij de beteekenis dezer verbindingsacte voor de verhouding van Theologie en opleiding tot de kerken en haar souverein gezag als het Huis Gods. Vroeger en nu waren en zyn er velen, die zeidenGods Woord alleen is toetsteen der waarheid. We hebben geen belijdenis noodig. Dan toch wordt Schrift en belijdenis op één lyn gesteld. Zoo denken de Gereformeerde theologen van de 16e19e eeuw niet. De eerste gemeente, die in 1834 het genootschapsjuk afwierp en verder alle gemeenten hebben deze acte verbindend gesteld voor de dienaren des Woords. Het formulier was intussehen in 1816 door de Herv. Kerk gewijzigd en verzwakt. Spr. toont dit met eenige voorbeelden aan. Het optreden der Groninger School, die de godheid en den zoendood van Christus loo chende, is al spoedig op deze wijziging ge volgd. Wij hebben nog het aloude formulier, dat staat op vasten grond. De dienaar des Woords en de professor theologiae onderteekent de Gereformeerde Be lijdenis, niet de Geref. beginselenniets van eenig persoon of stelsel, van wat geleerd of geduld is, of wat later zal worden geleerd te liggen op het terrein der Geref. beginselen. Alleen van de Geref. Belijdenis wordt verklaard, dat ze in alles overeenkomt met Gods Woord. In de Belijdenis hebben we de juiste opvat- Ach, verwerp Hem toch niet langer, maar leer in.Hem gelooven, want alleen door het geloof in Hem, worden we gerechtvaardigd van alle zonden, en worden we met God verzoend.” Thans schold ze niet geljjk te voren, maar zeide: „Wat gij gelooven wilt, dat moet ge zelf maar weten, meer dwing my daartoe niet, en dring my uw geloof niet op. Breng mjj op „Joom Kippoer" in de Synagoge. Indien hier in de buurt Joden woonden ging ik met hen mee en zou ik u niet eens willen vragen.” Rabbi Samuël besloot, dan maar aan dien wensch zjjner vrouw gehoor te geven, en zoo geschiedde het, dat men op den morgen van den grooten Verzoendag Rabbi Samuël met zjjne vrouw kon zien gaan door de straten en stegen van Ystad naar de Synagoge. Hjj zou er echter niet binnengaan, maar alleen zjjne vrouw derwaarts brengen, en later op een bepaald uur haar daar weer op wachten. Doch zjjne vrouw zou evenmin de Synagoge binnen gaan. Ziehier, wat er gebeurde. (Wordt vervolgd.) tot vreugde op, mjjn lezer, wanneer het Kerst evangelie in deze dagen weer met volle klan ken wordt rondgebazuind Het kan ten slotte ook een stemming van wees in den mensch te weeg brengen, wanneer op de komst van Christus in de wereld ge wezen wordt. Herodes werd beangst. Herodes regeerde by de gratie van de wereldmacht over het uitver koren volk, Hy was geen man naar Gods hart veeleer was hjj een tegenstander van het Gods rjjk. De man naar Gods hart, de koning hjj Gods gratie, lag te Bethlehem in de kribbe. Weldra zou de eeuwenlange strjjd ontbranden tusschen Christus en de ongoddelijke wereld macht onder Satan. En nu moge de Satan een groot woord voe ren en brutaal optreden tegen Christus, hei melijk is hjj bevreesd. In onze dagen zien wy juist hetzelfde. Wie bemerkt niet de onuitge sproken vrees, dat Christus triumfeeren zal, die meer dan ooit in ons vaderland zyn invloed gevoelen doet. Zoolang het een Jezus was, die in Kerstliederen werd bezongen en met kerst- boomen werd geëerd, wilde men desnoods wel eens meezingen maar nu het kindeke te Beth lehem zjjn invloed doet bespeuren en Hjj het hoogste Woord voor zich eischt op ieder levens gebied, nu ontwaart men dit niet alleen met wrevel, maar zjjn kracht vervult ook de harten met vrees. Men maakt zich beducht, wat er toch van komen moet, indien zyn macht niet wordt weerstaan. Men begint op het droevigst te klagen over den tweespalt tussschen de zonen van één huis Men vreest voor over- heersching der kerk en voor achteruitgang van vrjjheid en beschaving Het zjj zoo. Laat de wereldmacht vreezen hoemeer zy vreest, hoe minder wy het doen. Het Kerstevangelie van Hem, die gekomen is om vuur en zwaard op aarde te brengen, roept hen, die het kindeke aanbidden en huldigen, toeVreest niet, want U verkondig ik groote blijdschap 1 Blijdschap onder en na den strjjd Z.zee. L. Eene causerie. Donderdagavond 15 Dec. trad Dr. Wagenaar, daartoe uitgenoodigd door de Geref. Jongel. Ver. „Ora et Labora* te Axel, aldaar in open bare vergadering op. Het weêr was bjj uit stek schoon. Het gebouw van Kerk A was geheel met hoorders gevuld. De voorz. opende de vergad. op gebruikelijke wjjze, waarop de Chr. Zangver. het „Eere zjj God* ten gehoore bracht. Wat men gewoonlyk noemt „eene lezing* was het gesprokene door Dr. W. niethet was eene causerie. In een breede inleiding werd gespro ken over „het jonge leven*, en aangetoond dat het jonge leven („de room*) niet satan en wereld, maar den Heere toebehoort, waarna de vergadering de verzen 5 en 32 uit Ps. 119 aanhief. De Zangver. gaf haar tweede stuk (Ps. 121) ten beste. Hierna ging ZEw. voort om, in denzelfden causerietrant, te spreken over: „Het recht dat Jezus Christus heeft op het jonge leven, inzonderheid op het georga niseerde leven.* Hjj toonde aan dat wy zulk eene organisatie van jongelingen niet vinden in den Bybel. Ook in de Middeleeuwen is er geen spoor van te ontdekken. De J.V. is op gekomen in Duitschland onder August Her mann Franke (piëtistisch). Onafhankelijk daar van ook in Engeland onder John Wesley in 1729 (methodistisch). Beiden zyn onkerkelyk, waarom het georganiseerde Geref. jongelings leven er door den spreker tegenover gesteld werd. Hjj drong voorts aan op organisatie; riep de Axelsche Geref. Jongelingschap krachtig op, zich aan te sluiten bjj de hier bestaande doch zeer kleine J.V., teneinde alzoo de gele deren te versterken van „de weinige pioniers* en „de enkele voortrekkers*, verdedigde de J.V. tegenover het verwjjt van „kweekplaatsen van farizeïsme*en deelde het verhaal mede van „Johannes en Theagenes*. De Zangver. bracht haar laatste stuk ten gehoore, de tal rijke schare zong Ps. 253, waarop spreker inzonderheid onze jongelingen aan den troon van Gods genade opdroeg. Moge van dit op- wekkingswoord nog vrucht gezien worden voor de J.V. en onze Axelsche jongelingschap in ’t algemeen O Heere, hooro Heere, vergeef o Heere, merk op en doe het; vertraag het niet, om Uws zelfs wille, o myn God De J. Ver. (natuurlijk in samenwerking met de Zangver.) roepe ons dezen winter nogmaals op, b.v. voor Wielenga’s schoone lezing over „Zionisme en Chiliasme.* Een woord van lof voor en dank aan de Chr. Zangver. „Hallelujah*, die voor het eerst in het openbaar optrad, en daardoor niet wei nig heeft bijgedragen tot de flinke opkomst, vooral van het jongere geslacht. Op aangename en schoone wyze werden de drie zangstukken ten gehoore gebracht. Het waren de eerste lingenvruchten, nog niet ten volle rjjp, doch die zeer verlangend doen uitzien naar meer. Wjj moeten zoo menigmaal het uitbrullen van gemeene straatdeunen aanhooren, waarom wor den wy zoo weinig vergast op het goedbe- studeerde en schoone gezang van liederen, die de glorie van onzen grooten Koning bezingen Zjj er by „Hallelujah* een ernstig streven naar meerdere volmaaktheid door voortdurende en nauwgezette oefening, alsmede door ver sterking van sommige partyen. De bas, die toch al niet sterk is, was ditmaal, door bijzon dere omstandigheden, zeer zwak. Leerend-Ouderling. Op 13 Dec. j.l., des namiddags te 2 ure, is de heer Kievit van Axel als leerend-ouderfing te Aagtekerke bevestigd door ds. van Oordt, pred. der Geref. Gemeente te Terneuzen, met de woorden uit Mare. 16 20b. De heer Kievit verbond zich des avonds aan zjjne nieuwe ge meente met eene leerrede uit Ef. 6:19. Naar De Zeeuw bericht, woonden vele belangstellen den uit verschillende dorpen en gemeenten deze plechtigheid bjj. bespeuren. Het zal hun nog wel verborgen zjjn geweest, hoe van uit stal en kribbe de weg liep naar de vervulling der schitterende beloften, door den mond der profeten aan het volk des Heeren gebrachthoe uit zoo iets nietigs en gerings, zooveel hoogheid en heer lijkheid zich zou kunnen ontwikkelen. Als zjj dit toen reeds hadden kunnen be vatten en vooruitzien, dan zou de raad des heils niet goddelijk en wonderbaar zyn geweest, een plan vol mysteriën en verborgenheden, die in des menschen hart niet op kunnen klimmen. Maar begrepen zjj niet, des te beter konden zy bewonderen en omdat ze geloofden, dat in dit kind de vervulling lag van al wat God had beloofd, daarom konden zij zich ook na meloos verblijden. Is deze blijdschap ook de onze In zeker opzicht zjjn we nog niet veel verder dan die herders. Wel hebben we behalve het Kerst evangelie, ook nog de Paasch- en Pinkster- boodschap gehoord. Maar we leven toch nog altjjd in de bedeeling, die aanving met de ge boorte van Christus te Bethlehem, de bedeeling des geloofs en der hope. Eens komt de veel heerlijker bedeeling van het aanschouwen en bezitten, wanneer Christus wederkomt op de wolken des hemels. De blijdschap, thans gesmaakt, kan dus even zeer een oog AZBUU,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1904 | | pagina 3