FEUILLETON. l i I KERK, BELIJDENIS, ZENDING. het kleine Cats H. Littooij. i het den ku w< Hi w: Di di dc he sp h( oi oi st n< di g' 0( S n t a c 1 ll i RABBI SAMUEL. Eene geschiedenis uit het laatst der vorige eeuw g is d d d d k ren, Heen de g< van een e den, schoi W uwe en d de s; Sabl verk In a H. gebi voor selei niet en gek< zich de i O Isra ken Dit heit op I die rin; late zeg der I der gui Do we; nu h\j wa hei me be; hei acl tot plaatselijke organisatie is daar nog in allereerste begin. Eerst in de algemeene vergadering, aanstaand voorjaar te houden, zal het Penningmeester, de heer D.Wisboom Verstegen, mogelijk zyn overzicht te geven van de finan- tieele kracht der jeugdige Vereeniging die zoo ruimschoots en zoo allerwege steun ontmoeten mag, en voor wie liefde en belangstelling zy gevraagd van allen die met ons uit den zelfden wortel des geloofs leven. J. H. Donner, Voorzitter. N. H. De Ligt, 2de Voorzitter. 1ste Secretaris. P. J. De Kruijter, 2de Secretaris. D. Wisboom Verstegen, 1ste Penningmeester. J. H. Blum, 2de Penningmeester. daardoor het bestendigen der organisatie ning gij u de dr de vo neerh alle - L VARIA. Anti-revolutionaire Kiesvereeiiiging. (Slot.) IVe. De strijd, die, tengevolge van den hui- digen, politieken toestand, gestreden wordt, is in overeenstemming met de profetie der H. S. en behoort tot de voorteekenen van de toekomst van den Zoon des mensehen. Dewjjl wjj een Ministerie hebben met een leider, die de Christelijke beginselen door en door kent, de wetenschap» den tact en de macht bezit ze toe te passen ook op wetgevend ge bied en alzoo in het staatkundige leven is het te verklaren, dat de strijd feller en boozer is, dan hij weleer was. Ja, wij kunnen het be grijpen, dat de tegenstanders onzer beginselen, op alle manier het geheele ministerie, maar inzonderheid den premier trachten onmogelijk te maken, voor en bij het Nederlandsche volk. Wat wij in dezen bangen strijd zien en door leven is overeenkomstig het Woord onzes Gods, dat er in de laatste dagen velen zullen afvallen van het geloof; alsmede, dat zy willen gaan zitten en ten slotte, kleine tijden, züllen zitten in den tempel in de eereplaatsen des Heeren. Dat deze afvalligen feller en beter toegerust zijn, dan de Heidenen ligt insgelijks voor de hand. De profetiën dier tijden geven dat ons trouwens genoegzaam te verstaau. Maar zij leeren ons ook, dat trots dat alles de koninkrijken züllen VEREENIGING tot Christelijke verzorging van krankzinnigen in Zeeland. Met gerechtvaardigde belangstelling zien velen in onze Provincie, die met ons boven genoemden, omvangrijken arbeid ter hand ge nomen hebben, uit naar eenige mededeelingen in betrekking tot de ontworpen organisatie voor dit doel. Het is daarom dat het Bestuur besloten heeft in sommige onzer Zeeuwsehe nieuwsbladen beleefdelijk plaatsing te vragen voor eenige mededeelingen. Allereerst zij meêgedeeld dat het Bestuur, voor dit doel, samenwerking in onze provincie zoekt met allen, die, hoe ook kerkelijk gescheiden, in geloof en belijdenis één zijn. Samenwerking tusschen allen, die, om met het voorwoord onzer Statuten te spreken, in Christus niet alleen den Redder hunner ziel, maar ook hun Toevlucht bij alle lijden erkennen. Die samenwerking is niet op alle plaatsen verkregen. Daar zijn er die bezwaar hebben. Hoe zou ’t anders kunnen? Hun roepen we het woord van wijlen den Minister Thorbecke toeWacht op onze daden. Wy verlangen alleen samenwerking met vertrouwen, niet met wan trouwen Maar het zijn dan toch slechts enkelen. De Het geloof van Israël in de dagen van Johannes de Dooper. Als wij eens niet kenden de geschiedenis van Israel uit de dagen van Johannes den Dooper en van Jezus’ omwandeling op aarde, te Ystad te gaan. Wel sprak hij op dien dag menigmaal er over, wat hij anders op dien dag gewoon was te doen en te laten, en hoe de streng godsdienstige Joden zich pijnigden op dien dag met het onderhouden van allerlei dwaze inzettingen. Ook gaf hij meer dan één- ja hoe langer hoe meer Hem gebannen uit het leven in al zijne geledingen. Daarin nu is eene verandering gekomen, aanvankelijk onder Mackay’s Ministerie en komt onder het huidige Ministerie meer en meer verandering. Dat nu is voor onze tegenstanders onduld baar. Vandaar dat zy de afdoening der zaken ophouden en met al wat in hen is het Ministerie bestrijden, en dat zij weldra zullen trachten de meerderheid in de Tweede Kamer te verkrijgen. Doch dat weet en ziet, in weerwil van alles wat zij schrijven, ons volk ook wel. En dat dit Ministerie zoo weinig heeft uitgevoerd, gelooft ons volk evenmin als wij. Het weet wel, dat er een stapel wetsont werpen klaar gemaakt is en wacht op afdoening en aanneming. Het weet wel, dat Dr. Kuj per op wetgevend gebied alles behalve een sukkel is. Het weet wel, dat de vroeger reeds aange nomen wetten in hare uitvoering veel tyd en geld hebben gevraagd. Het weet wel, dat de socialistisch-anarchis- tische staking, indirect gesteund door vele vrijzinnigen, het huidige Ministerie veel moeite en tijd heeft gekost. Het weet wel, dat de moderne Overyselsche staking bij vernieuwing tijd roofde. Het weet wel, dat de socialistische veelpraterij de afdoening van zaken in den weg staat. Het weet wel, dat den Premier en het Ministerie tijd moeten gegeven en het wil wel dat hun den tijd zal gelaten worden, om de ingediende wetten te verdedigen. Het wenseht die wetten, op het gebied van het onderwijs, op sociaal gebied, alsmede de herziening der tarievenopdat de binnenlandsche arbeid op- bloeie. Het wil bij den a.s. stembusstrijd met ons de overwinning bevechten en dies Da Costa’s lied aanheffenzij zullen ons niet hebben enz. Teneinde na den strijd Gode de eere te geven en, bij vernieuwing aan te heffenGod heeft bjj ons wat groots verricht, enz. Na een geanimeerd, broederlijk debat werd de samenkomst met gebed en dankzegging door Ds. Bouma gesloten. i III. Het vertrek van Koudenburg. Voor ieder, die gedurende die dagen ten huize van Ds. Volzeling kennis met Rabbi Samuël maakte, was het opmerkelijk dat hij reeds zóóveel van de heilswaarheden had be grepen; en Ds. Volzeling zelf, kon niet ver klaren hoe het mogelijk was, dat Rabbi Samuël dagelijks zoozeer toenam in kennis van zich- zelven en van den weg des heils. Duidelijk was hierin ook te bespeuren het krachtige en onwederstandeljjke werk des Heiligen Geestes. En ofschoon Ds. Volzeling hem volstrekt geen geweld aan deed, om met Joodsche ge bruiken te breken, maar hem hierin volkomen vrij liet, bleek toch ook dat hy daarvan zeer geleidelijk losgemaakt werd. Dit was te meer opmerkenswaardig, omdat hy altoos aan alle Joodsche gebruiken en Rabbinistische instel lingen zich zeer stipt gehouden had. en tot geenen prys één derzelve zou hebben nagelaten. wilt g geheel oude i volk D denkei godsdi eens hooge alleret pracht zegd 1 voor vroom maal zyn blijdschap te kennen, dat hy zich op dezen Sabbath niet te Koudenburg bevond, waar zyn wegblyven uit de Synagoge, zeker achterdocht by de Joden zou wekkendoch niet een enkele maal kon men aan hem be speuren, dat het hem moeite kostte, uit de Synagoge terug te blyven. Des Zondags ging hij zelfs met Ds. Volzeling en diens huisgenooten naar de kerk, en woonde voor het eerst van zyn leven een Christelijke godsdienstoefening by. Met de meeste opmerk zaamheid luisterde hy, en het scheen wel, dat hem geen woord ontging. Thuis gekomen, vertelde hy dadelijk aan Ds. Volzeling, dat het zyne opmerkzaamheid ge trokken had, dat er zooveel stilte en eerbied onder de godsdienstoefening heerschte. Dit is zoo zeide hij in de Synagoge zoo geheel anders. Trouwens wie wel eens een dienst in de Synagoge bjjgewoond heeft, weet dit ook wel. Vooral in de groote steden worden op Sabbath in de Synagoge gedurende de dienst „zaken gedaan”. Terwijl een deel der wetsrollen gelezen wordt, worden menigmaal de lamp ontstoken, en daarbij gesproken, dat het kleingeestig van my zou zyn, indien ik dit niet zou durven doen. Doch nu denk ik daarover na, want dit drukt my wel eeniger- mate. Niet zoo zeer dit, dat ik de lamp ontstak, maar dit, dat ik het kleingeestig noemde, indien ik het niet zou durven doen. Hierin ligt eigenlijk niets dan zelfverheffing.” Ds. Volzeling antwoordde hierop: „Ge moet volstrekt niets doen, wat U zou kunnen be zwaren. Nooit zal ik U tot iets dergelyks aansporen, wijl ik begryp, dat men niet op eenmaal van dergelyke gebruiken losgemaakt wordt. Langzamerhand zal dit vanzelf wel anders worden. Maar toch wil ik U wel zeggen, dat ge U er volstrekt niet om behoeft te bekommeren, alsof ge door het ontsteken van de lamp iets verkeerds gedaan hadt. Alle ceremoniëele wetten zyn nu eenmaal afgeschaft, omdat ze in en door Christus vervuld zyn. Maar toch raad ik udoe niets waarmee ge ook maar eenigzins uw geweten zoudt kunnen bezwaren. Ook in dit opzicht moet ge u geheel aan den Heere overgeven, die u op Zynentyd wel van al dergelyke gebruiken afbrengen zal.” En ofschoon nog wel niet dadelijk, maar toch al spoedig, was nu ook de angst daarover by hem geheel geweken. De Sabbath bracht hy nu ook in de woning van Ds. Volzeling door, zonder naar de Synagoge samenwerking op de meeste plaatsen verkregs wettigt hoopvolle verwachtingen voor de toe. komst, en nu reeds een blyde juichtoon, wa® j de sympathie is boven verwachting in meeste deelen van Zeeland. De rapporten die inkwamen op onze j, Maandag gehouden Moderamen-vergaderiiij stelden ons in staat de in wording zyndt organisatie over de de heele provincie te overzij Walcheren bleek nog slechts ten deele ge. organiseerd. Middelburg en Vlissingen wa» de fondamenten nog pas gelegd zijn wacht de eerstvolgende dagen het vormen van afdeelingei en Ritthem, Aagtekerke, Oostkapelle, Zoutelandt Koudekerke, Biggekerke, Grypskerke, St. Laii rens, Souburg en Westkapelle zyn nog nis opgenomen in den kring. Op de overige plaats® van Walcheren is de organisatie begonnen o, reeds voltooid. waar] Arnemuiden en Kleveskerke, Nieuwland ei Veere, Vrouwepolder en Gapinge, Meliskerk, en Serooskerke, en Domburg sloten zich aan, Zuid-Beveland leverde een schitterend re sultaat. In Baarland en Biezelinge, in Borsselt en Oudelande, in ’s Heerabts- en ’s Heerarends- kerke, in ’s Heerhendrikskinderen en Kloetingt in Krabbendyke en Kruiningen, in Waard! en Nieuwedorp, in Rilland en in Wolfaartsdjjil zijn op sommige plaatsen zeer velen als ledat toegetreden, en zullen spoedig de afdeelingei gesticht worden. Goes is door meerdere uitgebreidheid no; niet geheel gereed. Wemeldinge, Yerseke, Hsinkenszand, Driewegen, Ter Nisse en Hoede- kenskerke wachten nog op bearbeiding. In Noord-Beveland is ons een ruim arbeids veld geboden. Camperland en Wissekerke, Colynsplaat en Cortgene en wedyveren in sympathie. Ook uit het 5de district kwamen goede tydingen. Zaamslag staat het sterkst, neemt de eerste plaats in in het Over-Jordaansche en dan volgt Axel en den Hoek met zeei verblijdend resultaat. Ter Neuzen was toen ons dc opgave gewerd (1 Nov.) nog slechts ten deele bearbeid. In het 4de district zullen de belangen der Vereeniging in verschillende plaatsen bepleit worden door een tweetal leden van ons Bestuur in de maanden December en Januari. Schouwen-Duiveland belooft zeer veel. Ir t Tholen en Stavenisse en Poortvliet heeft lij Vereeniging vasten voet verkregen, maar del heil woordenen de Heere versloeg Sisera, met alle [zijne] wagenen en het gansche heirleger, door de scherpte des zwaards door Baraks aangezicht. Hoe hebben wy ons dien slag voor te stellen. Twee uitdrukkingen moeten wij nauwkeurig overwegen. Vooreersten de Heere versloeg Sisera. Eigenlijk staat er de Heere verwarde Sisera. Wy treffen hier in ’t oorspronkelijk hetzelfde woord aan, als toen de Heere door de vuur en wolkkolom eene verwarring en verschrikking wierp op het leger der Egypte- naren. Ex. 14:24. Vergelijken wy daarmee 2 Sam. 22:15, Ps. 18 5 en Ps. 144 6 dan blijkt dat dit woord altijd gebruikt wordt als de Heere door een wonder ingrjjpt, vooral wanneer een buitengewoon natuurverschijnsel, Gods vijanden door schrik verwart. Ten tweede de Heere versloeg Sisera door de scherpte des zwaards. Sommigen ver klaren dit aldusJehovah bracht Sisera met zijn heir in verwarring en sloeg hem, als een vreeselijk krijgsheld voor Israël heen strijdend, zonder verschooning. De Heere doet dat alles door Zijne onmiddellyke tusschenkomst. Maar zoo komt Barak en zijn leger niet op de rechte plaats te staan. Zy zijn dan vry over tollig. Zoo handelt God nooit. Als Hy ons roept, moeten wy ook iets doen. Daarom zal dit wel de juiste voorstelling zynde Heere komt met een wonder, een natuurverschijnsel tusschen beide. Immers „de sterren uit hare loopbanen streden tegen Sisera." (5 29). Een panische schrik verwart heel ’t leger. Op dat oogenblik valt Barak aan. En alles zoekt terstond heil in de vlucht. De groote veldheer heeft zyne bezinning verloren, van alle strategische plan nen, blyft hem nog alleen de gedachte over, om zichzelf te redden, door zyn heirmacht aan haar lot over te laten Hij vlucht, niet op zijn wagen, maar te voet. Anders vreest hy niette ontkomen. Wat schandelijk einde. De bevel hebber ontvliedt zyn leger, de koninklijke aan voerder is van zyn wagen beroofd. Zoo verbreekt de Heere den trotschen nek der hoovaardigen, als Hy schande over hen brengt. H. Ten bewijze hiervoor diene het volgende Het was Vrijdagavond geworden. De sterren waren reeds aan den hemel zichtbaar. De Sabbath was dus reeds begonnen. Een lang durig gesprek had Ds. Volzeling met Rabbi Samuël gehad, terwijl ze in het kleine tuintje achter het huis gezeten waren. Binnen gekomen, was het reeds donker geworden. Reeds eenige oogenblikken waren de oogen van Rabbi Samuël gericht geweest op één punt, namelijk op de lamp, die boven de tafel hing. Eindelijk zag hy, dat mevrouw Volzeling toebereidselen maakte om het licht te ont steken, en toen sprong hy op en zeide Mevrouw Dominémag ik de lamp ontsteken „Ik ben juist gereed dit te doen,” was het antwoord. „Och, neen,” hernam hy „sta my toe, dat ik dit doe”en zonder verder meer eenig ant woord af te wachten, ontstak hy de lamp, en zeide„Ik heb nu een heldendaad verricht. Nooit nog deed ik zulks op een Sabbath. Kleingeestig zou het nu ook van my zyn, dit niet te durven doen.” Weinige oogenblikken later echter zat hy stil en in zichzelven gekeerd, met ter neerge slagen oog, zwaar zuchtend als iemand, die door angst gejaagd wordt. Toen Ds. Volzeling hem nu vroeg wat hem deerde, antwoordde hy„Ach, ik heb zooeven worden en zyn, onzes Heeren en Zijnen Christus. Hoewel wy niet weten wat aan het einde van den stryd nog zal voorafgaan en moet door leefd worden, staat het voor ons vast, dat het geen wy zien en door maken tot de teekenen der toekomst van den Zoon des mensehen be hoort. Ve. Onder en door Gods voorzienig bestuur is en blijft het alsnog eisch des tijds, dat wij, te genover de concentratie, de coalitie handhaven. Wat er ook voorzegd is, en dies komen zal, onze dure en heilige roeping is, te strij den, om de overwinning te behalen en, voor- zoover wij ze verkregen, te behouden. De Heere is zoo nederbuigend goed, dat Hy de toekomst niet buiten ons om en zonder ons, maar door ons, als Zyne instrumenten, komen doet. Om Zynentwil, in Zijne mogendheid en overeen komstig Zyn Woord en wil moet alles worden aangewend, om Zyne en onze tegenstanders voor Hem te winnen, of hen ten onder te bréngen en te houden. Onder Gods toelating en tengevolge van ons inslapen is de tegenstand zoo groot en zyn de tegenstanders zoo velen geworden, dat wy, wanneer wy de coalitie niet bewaren, maar als groepen op ons zelven gaan staan, en dientenge volge onderling aan het kibbelen raken, over de punten in geschil, de zich coneentreerende machten ons middelerwijl overwinnen, van het staatsterrein afjagen en krachteloos maken zullen. Geen groep, der thans gecoalisetfrde groepen, kan alles verkrijgen wat hy wil en wenseht. Hebben wy het ongeluk, de dwaasheid te be gaan, om dat te willen, dan spelen wy in de kaart der tegenstanders en kry'gen wij niets. In de grondbeginselen, dat God moet geëerd worden en dat dies met Zyn woord en wil ook op staatkundig terrein moet gerekend worden, zijn de gecoaliseerde groepen het eens en moeten zij het, om samen te werken, eens blijven. Met God, voor vaderland en vorstenhuis moet onze leus zyn en blyven. Het eerste met God, ach neen, dat wil de concentratie, dat willen de coneentreerende machten, de oud-liberalen, de unie-liberalen, de vryzinnig- democraten, de socialisten en anarchisten niet. Zy maken, óf zonder het te weten, óf willens en wetens, zy maken zich op tegen God en Zijnen Gezalfde. Het is „laat ons Zyne banden verscheuren en Zyne touwen van ons werpen.” Den ernst der tjjden, de beteekenis en het gewicht van den strijd en van onze roeping moge door allen, die God en Christus belijden, worden ingezien en verstaan, Vie. Blyft de coalitie èn in het land èn in de Kamers èn in het Ministerie houw en trouw, dan zingen wy, trots den feilen tegenstand voor en in het midden van den a.s. stembus strijd zij zullen ons niet hebben enzen na den strijd„de Heere heeft groote dingen by ons gedaan.” Ons volk toch is genoeg politiek ontwikkeld, om te gevoelen en te weten, dat de stryd vóór alle dingen gaat om de beginselen, neergelegd in en geopenbaard door het Woord onzes Gods. God zy lof, voor die beginselen kiest nog de meerderheid van het Nederlandsche volk, ’t Is de vraag, of met deze beginselen ook op staatkundig gebied zal gerekend worden. Door de staatswetten en de benoemingen in hun geest hebben onze bestrijders den Christus Gods gebannen uit de lagere school en krach tens het indifferente stelsel, byname door de be noemingen, zoo goed als gebannen by het geven van hooger- en middelbaar onderwijs, f DOOR P E K A H. hi di di I

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1904 | | pagina 2