Wat leest gij L. UIT HET EEVEUT. L. Kerk- en Schoolnieuws. eft df uwsci i re- werp vordt izigd. i zou aren, m ik 'zijds man i is, ehu- zou doovig aange- die n de naar roote niet ocht p de on- ■een- der den het met on- ord >ord kie- an- roos mi met had unuëls n dat nst in genen Abs tract Door edac- is het Kerk e. De aan, over- d dit s gaf) m on- itractf irheid n den aide ir be- aan. mge- •en de jetee- ij ons i niet Na ening •kblad ynode i beer reven, ren ii m ar- n eei I recht ,t den- il mis-1 et m»V Samuel De volle verzekerdheid. In de Zuider-Kerkbode van j.l. Zaterdag schreef Dr. Wagenaar een stukske, gewijd aan de nagedachtenis van Ds. van Schelven, onlangs na langdurig lijden ingegaan in de rust. Vooral het slot trof mij. Hjj deelde daarin mede, hoe de overledene eerst aan het einde zjjns levens gekomen was tot de volle verze kerdheid, dat hij deel aan Christus had, maar dat het hem te voren aan deze troostrijke gewisheid ontbrak. Zulk een mededeeling geeft ons een kijkje in het verborgen leven ook van ’s Heeren dienaren, die ons het Woord des levens ver kondigen en den weg der zaligheid wijzen. Op den kansel en in hun bediening doen zij ons hooren de krachtige heldere taal des geloofs overeenkomstig de Schriften, maar in hun bijzonder leven hebben ook zij te door worstelen den strijd des geloofs, evengoed als de eenvoudigste, die hen hoort. Het Woord, dat zij anderen bedienen, be dienen zij ook zichzelven, en eigen ervaring maakt, dat zij de twijfelmoedigheid, de vreezen en zorgen der gemeente uitnemend verstaan. Ook in hun ziel kan het donker zijn, en het verwijt van ’s Meesters lippen kan ook hen treffen„Gij, kleingeloovige, waarom hebt gij gewankeld Wat is het daarom een voorrecht, dat de gisteren avond om half twaalf bjj Ds. Gelder- man uit de pastorie kwamWat zou hij daar hebben moeten doen, als hij geen afvallige wilde worden Maar je zult er wel van komme staan te hooren, wat Levi je zegt En weer zou Levi begonnen zijn met heel veel woorden te bewijzen, dat hjj gelijk moest hebben, indien de heer Abrahams hem niet in de rede was gevallen door te zeggen „Bedaar wat, Levi! bedaar nou toch! Je weet toch ook wel, dat Ds. Gelderman een zoon heeft, die te Ystad woont? En eveneens weet je net zoo goed als ik, Levi, dat Ds. Gelderman een heele goeie beste, brave man is, die o zoo graag alle men- schen helpt, waar hij ze maar mee helpen kan, zonder er naar te vragen van welke gezindte ze zijn? En nu verklaar ik dat bezoek van Rabbi Samuël bij Ds. Gelderman zóó, dat hy misschien de tusschenkomst van zjjn zoon te Ystad heeft ingeroepen, om hem daar in een of ander, bijvoorbeeld in ’t zoeken van een woning of iets dergelijks behulpzaam te zijn.” (Wordt vervolgd.) III. Zooals we de vorige week gezegd hebben, zullen we hetgeen we in antwoord op boven staande vraag schreven, beëindigen met eene breede aanhaling uit Hollandsch Kerkblad van j.l. 10 Sept. De Bijbel en de Courant zij beiden, zoo zagen wij, worden in onze kringen door velen schier uitsluitend gelezen. Maar om de courant goed te lezen en recht te verstaan, moet het licht van Gods Woord op haarvallen. Welnu, laat oys dit aan de hand van dien schrijver doen. Beginnende met het „Buitenlandsch over zicht”, leest hij al de rubrieken der courant met ons, tot de laatste bladzijde de „Adver- tentiën” toe, ons wijzende op de sprake Gods, die telkens in en door dat alles tot ons komt, zoo dikwerf we de couranl lezen bij „de lamp van Gods Woord.” „Buitenlandsch overzicht. Al woeden de Heidenen, al bedenken de volken ijdelheid, al stellen de koningen der aarde zich op en beraadslagen de vorsten te zamen tegen den Heere en tegen Zijn Gezalfde, zeggende„Laat ons hun banden verscheuren eu hun touwen van ons werpen”die in den hemel woont, zal lachen, de Heere zal hen be spotten en Zjjn hand gaat rustig voort op het blad van den tijd de wereldkroniek te boek staven. Weldra zal het einde zjjn. Straks zal de stroom der geschiedenis uiteenloopen op het wereldgericht. De Heere toch heeft Zijn Koning gezalfd over Sion, den berg Zijner heiligheid. De Hei denen zijn Hem gegeven tot Zjjn erfdeel en de einden der aarde tot Zjjn bezitting. Nu dan, gij koningen handelt verstandiglijklaat u tuchtigen, gij rechters der aarde. Dient den Heere met vreeze en verheugt u met beving. Kust den Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op den weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Neen, zonder uw Bijbel verstaat ge uw courant niet. Zonder dat Licht staat ge telkens en telkens weer voor raadselen, welke ge vergeefs poogt op te lossen, want de Heere vernietigt den raad der Heidenen, Hij breekt de gedachten der volken. Maar Zijn Raad zal bestaan en Hij zal al Zijn welbehagen doen. Hier ziet ge de Christenen, naar zjjn Naam genoemd, geslacht door de volgelingen van den valschen profeet. Ginds een volk dat op Zjjn Naam vertrouwt, vertreden door een schier almachtigen dwingeland. Het recht verkracht de vrijheid gekneveld; de waarheid gebogen onder den last der leugen. „Hoelang Heere zoo kermen dagelijks, en nu reeds zoovele eeuwen, duizenden monden. Het oor der volken dreigt voor die telkens terugkeerende weeklage doof te worden. Het oog schijnt door het zien van zooveel ongerechtigheid verblind voor de tranen der verdrukten. En als dan ten laatste de gruwel der ongerechtigheid den volken te machtig wordt en de millioenen, uit hun on verschilligen sluimer wakker geschud, het „hoe lang in euvelen moed herhalen Dan Houdt dan de Heere Zich doof? De Heere schouwt uit den hemel en ziet alle menschenkinderen. Alleen, Hij geeft den inwoners der aarde van Zijn daden geen rekenschap. Zonder één oogen- blik te weifelen, stuurt Hij het al naar den Raad van Zijn wil. Niet de koningen der aarde, God is het, die de stukken op het groote schaak bord der wereld verzet. Met onfeilbare zeker heid verplaatst Hij stuk voor stuk; meestal verrassend, soms dwaas misschien in uw kort zichtig oog. Tot Hij eindelijk Satan, Zijn groo- ten tegenstander, voor wien nu schier alle knie zich buigt, op één oogenblik mat zal zetten. Maar aan deze ontknooping van het groote drama, tusschen God en Satan afgespeeld, moet nog voorafgaan naar de Schriften de openbaring van „den mensch der zonde”, die „Hoor Rablr Ik ken s geen orden, aar zin il zich aarom, m man Syna- k heel >0 hel- io dui- uël wil Joden w zou- eschie- opdat Hjj straks niet op u toorne. Handels- en Marktberichten. Beursoverzicht, etc. Hoe voelt ge hier den polsslag van het maat schappelijke leven slaan. Van hoeveel gemeene goedertierenheid Gods spreken deze berichten. Alleen als God de Heere allen schepselen hun spijze geeft, kan het koninkrijk Gods ko men. En daarom voegde onze Heiland aan de bede voor de komst van dat koninkrijk ook die voor het dageljjksch brood toe. .ddvertentien. Wat rijke verscheidenheid vindt men hier, Maar hebt ge ook op deze bladzijden het schrift van uw God wel herkend? Den een vulde Hij den kelk der vreugde, den ander zette Hij den beker vol droefheid aan de lippen. Van Hem de arbeid die een hand vraagt, van Hem ook het talent om den arbeid te verrichten. Van Hem de duizend gaven, die u worden aange wezen zoo voor lichaam als voor den geest, voor het verstand als voor het hart; Zeiden we te veel, toen we beweerden, dat de Hoofdredactie der courant alleen en uitslui tend berust in de hand van onzen God Maar nu een ernstige vraagWelke courant leest ge Zulk een, waarvan de medewerkers evenals Belsazar het Goddelijk schrift in histo rie en leven niet verstaan Zie wel toe wat ge doet. Blinde leidslieden zijn het, waaraan ge u toevertrouwt. Neen, de keuze van een dagblad is voor een Christen geen bijkomstig iets. Als God ons mannen geeft als een Daniël weleer, die het schrift, waarmee Hjj de his- storie schrijft wel verstaanmannen, die Zijn ordinantiën ook kennen voor elk terrein van het leven, dan nemen we dankbaar het dag blad aan, waarin dit schrift ons ontcijferd wordt. Zegene God de Heere onze Christelijke pers, opdat ook door haar zjjn Naam worde gehei ligd en zjjn Koninkrijk kome.” Vinde die bede genadige verhooringDe tijden, die wij beleven, zijn zoo gewichtvol, en roepen ons zoo ernstig op tot waken, bid den en strijden. Waakt dan, en ziet hoe gjj voorzichtigljjk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, den tijd uitkoopende, dewijl de da gen boos zijn. Bidt dan, dat God meer en meer goede leidslieden verwekke en rijkelijk toe ruste, die zich in woord en geschrift stellen tegen het ongoddelijk ijdel roepen van dezul ken, die steeds in meerder goddeloosheid zul len toenemen, en wier woorden hoe meer het einde nadert zullen voorteten gelijk de kanker. Strijdt dan, een ieder in die mate en op de plaats hem door God zelven aangewezen, den strijd voor den Heere en Zijnen Gezalfde. Zoo levend, zal op de vraagWat leest gij uw antwoord zijnin de eerste plaats, den Bijbel, want hij alleen kan mjj, onder ’s Geestes licht en leiding, wijsmaken tot zaligheid. Alle andere lectuur, voor my en mjjne kinderen, toets ik eerst aan het heldere licht van Gods Woord. Eu zelfs by het lezen van de Courant na gaande wat er om mjj heen plaats grjjpt, ziende dat het teeken, waarin ónze tyd staat, de aan vankelijke vervulling is van het onbedriegelyke woord, dat gesproken is met betrekking tot de laatste tijden, maar ook geloovende, dat, trots allen strjjd, die steeds heftiger en verschrikke lijker zal worden, de volkomene zegepraal een maal des Heeren zal zjjn zegt myne ziel „amen” op het woord van den profeet Habakuk Zoo Hy vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen, Hy zal niet achterblijven. Axel. L. De wijzen iu hun arglistigheden. Wat er in Overysel geschied is, levert weer een klaar bewys voor de waarheid van het woord, dat de Heere de wijzen in hun arglis tigheden vangt. Men had het zoo slim overlegd. Men lachte zoo schalks. Men wreef de handen van vergenoegdheid. Den „clericalen” was een on gedacht meevallertje voor den neus weggeno men. Ze hadden zich een oogenblik met een doode museh verblijd. Maar, waar niemand op gerekend had, de doode musch is levend geworden, en het mee vallertje is toch gekomen, zelfs in dubbele mate. Er geschiedt niets buiten de Voorzienigheid des Heeren, ook dit is niet buiten haar om gegaan. Voor de teleurgestelden een les, indien ze haar leeren willen, dat er een Wijsheid is, die onze wijsheid overtreft. Voor ons een getuigenis, dat de Heere onze worstelingen gadeslaat, en dat we zelfs ondanks alle onedele bestrijding niet moeten versagen. Gewis, daar is een God, die leeft, En reeds op aarde vonnis geeft. Zz. dienaar een dienaar des Woords is, die niet zichzelven predikt, die niet het Evangelie put uit eigen geestelijke bevinding, maar uit de Schriften dus de gemeente niet neertrekt tot het lage peil des geloofs, waarop hijzelf menig maal staat, maar haar tracht op te heffen tot het hooge ideaal, waarnaar Gods Woord ons roept zonder rust te jagen en te worstelen. Wat is het een voorrecht, dat een prediker niet uit zijn toestand, en uit die zjjner hoorders, moet prediken, wat meestal tengevolge heeft, dat ze in hun toestand bly’ven, maar dat hy trachten moet hen er uit te prediken, opdat ze tot een beteren zouden komen. Wat is het een voorrecht, dat ze niet zich zelven prediken, hun gedachten, ervaringen, meeningen, vreezen, twijfelingen maar Chris tus Jezus den Heere, die ten slotte met zyn verzoenend sterven het eenig rustpunt van ons hart mag zyn de eenige rotsgrond, waarin we ons anker moeten hebben uitgeworpen en moeten blyven uitwerpen, willen we onze roeping en verkiezing kunnen vastmaken. Het kan wel eens troosten ons bekommerd hart, wanneer we personen, tegen wie wjj hoog opzien, ook hooren klagen over twijfelingen, waaraan wjjzelf evenzeer lydenmaar deze vertroostingen hebben toch slechts een betrek kelijke waarde en zyn van korten duur. De Trooster is Christus alleen, die door zyn Woord en Geest ons verzekert, indien we naar deze zekerheid staan, dat we onafscheidelijke leden zyn van zyn heerlyk lichaam en dus ook deelgenooten van Hem en zjjn heil. Helaas, deze volle verzekerdheid, deze vreug devolle gewisheid, dit rustige vertrouwen ont breekt by verreweg de m eesten in de Chris telijke kerk. Maar, dubbel helaas, dat er ook al te weinig naar deze welbewuste verhouding gestaan wordt. Er wordt wel over het gemis geklaagd, men hoort er wel naar, indien er over gesproken wordt, maar wordt er wel naar gejaagd, om geworsteld, om gebeden Jarenlang kan men in den halfslachtigen toestand, zwevend tusschen geloof en ongeloof bljjveii hangen, zonder dat het tot doorbreken, tot licht en ruimte komt. De menigvuldige zorgen van het gejaagde leven overweldigen de begeerte van het hart om te komen tot de kennis der waarheid ten opzichte van zjjn staat voor God, tot het Abba, Vader” van het kinderlyk-geloovig gemoed. We willen niet tegenspreken, dat de wasdom des geloofs afhangt van den zegen Gods, die op allen niet even machtig inwerkt, we willen allerminst de kleinen hard en moeiljjk vallen maar wel willen we, dat men, instede van stil te zitten en te berusten, zal jagen naar de volle verzekerdheid, in den weg door een gezonde prediking ons voortdurend aangewezen. Is het niet heerlyk te leven, en nog heer- Ijjker te sterven in de bljjde gewisheid, dat we niet meer ons, maar onzes getrouwen Zalig makers Jezus Christus eigen zjjn Z.zee. in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertoonende, dat Hij God is. 2 Thess. 2 4. Ja, eens zal in de kolommen van uw dag blad den menschen het beeld geteekend wor den van den „zoon des verderfs” in wien de ongerechtigheid zal verpersoonlijkt worden. Dan zal er onder de kudde van Christus ge- klag, geween en veel gekerm worden gehoord, want alsdan zal groote verdrukking wezen, hoedanig niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe. Dan zal in de kolommen van de wereldpers het triomflied worden ge zongen, door Satan geïnspireerd en terwjjl die zegekreten het gekerm van Christus’ schapen zullen doen verstommen, zal plotseling de ro tatiepers stilstaan, als op één oogenblik Chris tus met machtige hand in het raderwerk der wereld ingrijpt om de volken te oordeelen in rechtmatigheid. Neen, de heerlijke verschijning van Christus op de wolken des hemels zal door de wereldpers niet aan de einden der aarde worden verkondigd Onafgewerkt zullen haar kronieken in de vlammen des vuurs verbran den, en het oordeel door dien Rechtvaardige gewezen, zal niet op papier, maar met godde lijke hand in de harten aller menschen wor den geschreven. Lees uw Buitenlandsch overzicht voortaan toch ernstiger. Weet het, o, verstaat het toch, dat elke nieuwe courant het u toeroept: „De Heere komtEn gjj, nietig menschenkind, zult gij in dien wereldbrand omkomen of zult gjj tot in eeuwigheid dit oordeel overleven Binnenland. Een rubriek met dezelfde Hoofdredactie. Eén hand is het die de wereldhistorie en de ge schiedenis van eigen land en volk schrjjft. Eén hand die op het stramien van de historie des vaderlands ook uw eigen levensloop borduurt. En nu ziet ge de onderzijde slechts van dit borduursel en daarom verstaat ge uw God niet, als Hjj u en uw volk en al de volken saam langs wegen leidt, die gjj niet kent. Maar eens zal Hjj Zyn kinderen de keerzjjde van dit kunstig naaldwerk toonen en dan zullen ze het beamen, dat al Zyn wegen heilig waren en goed. Kameroverzicht. Ja, met belangstelling volgt gy die gehar naste ridders, die met het woord den heiligen kamp voor vrjjheid en recht stryden. En uw oog ziet met welgevallen op naar de helden die kenbaar aan de wapenrusting Gods, welke ze dragen, op staatkundig terrein de oorlogen des Heeren voeren. Hun lendenen omgord met de waarheid, en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheidhet schild des geloofs in de eene hand, in de andere het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord, zjjn ze onverwinlyk. „Wie voor God strjjdt, sterft nooit!” Polemiek. Vermeiddet ge u niet vaak als ge twee meesters op den degen zaagt duelleeren met woorden, scherper dan staal En hoe kondt ge juichen, als de Waarheid de leugen met meesterlijken stoot in het hart wist te treffen. Rechtzaken. Neen, van deze rubriek keeren we ons niet met laffe sentimentaliteit af. Van harte danken we God, dat de rechterstoel in ons land nog vast staat. Dat op eigen erve de gerechtigheid onzes Gods nog wordt gewroken. Dat Zjjn recht hier althans niet straffeloos wordt ge schonden. Kerknieuws Christus’ kerk ook in de courant in een hoek gedrongen. Alsof om die kerk de wereld niet werd gedragen. Schoolnieuws. God gaf de Christelijke school genade en Hij voegde er eere aan toe. Laast ge het niet Leger en Vloot. Voorzeker, wij danken God, dat Hij ons het zwaard liet om eigen land en volk, met een eigen nationaal leven, te beschermen tegen alle vreemd geweld, opdat het zelfstandig moge groeien en bloeien te midden der volken rond om, zyn Naam ter eere. Familieberichten. Denkt ge wel ooit ernstig in, als ge vluchtig deze korte berichten doorloopt welk een vreugde, maar ook welk een smart zy vertolken De bljjde jubel over het nieuwe leven, dat God schiep en het sombere klokgelui ’t welk de triomfen van den dood verkondigt, dreunen tegen elkander in. Er is een tyd om geboren te worden en er is een tyd om te sterven. Ook uw naam, mjjn lezer, zal daar eens een plaats vinden. Hoevelen zullen hem misschien over het hoofd zien en toch, achter dat „gestorven” ligt een eeuwigheid. Voor de eeuwigheid geboren. Gestorven, en de stroom uws levens door die eeuwigheid verzwolgen. En dan? O, als de Rechter der gansehe aarde achter eiken naam, dien gjj daar leest, Zyn rechtvaardig vonnis eens schreef. Gelukkig doet hjj het’niet. Welaan dan, wees wijs. Zoek den Heere, terwijl Hjj te vinden is en kus ook gjj den Zoon, ZESTAL Te Dordrecht (vacature wjjlen Ds. Reuyl: de pred. Mejjnen van Overschie, Warmenhove van Harderwijk, Ringnalda van Schiedam, Kuyper van Makkum, Hania van Steen- wyk en Meyer van Hollum. TWEETAL Te ’s Gravenmoerdhr. J. L. Jaspers, cand. te Boskoop en dhr. de Jonge cand. te Dordrecht. 0011.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1904 | | pagina 3