van de
eeft de
er ver-
nen, en
■anneer
>oit op
dat al-
vijfelde
len dit
rne er-'
B'rankrj
in aanti.
•hten a!
men, ee
ring vs
i de Ker-
ad wok
schappe
de stew-1
erkiezin-
aan d(
genstam
en hetzi
Synode
king oa
Schotsel
Üden aai
iristeljji
de ziele helft der 16e
n, zonde
J te kei
dit aml
itend de kei jke verkiezingen
achtereenvolgende Zondagen aan de geheele
gemeente voor.
VIII. Indien niemand der lidmaten eenig
wettig bezwaar inbrengt bevestigt de kerke-
raad de gekozenen in het ambt, nadat zj in
zijn handen gelofte van trouwe ambtsvervul
ling hebben afgelegd, naar het formulier van
ouderlingen en diakenen.
IX. Indien er bezwaren worden ingébracht
en door den Kerkeraad gegrond bevonden,
dan vernietigt de Kerkeraad hun verkiezing
en leidt op de voorschreven wijze een nieuwe
verkiezing.
X. Indien de Kerkeraad de ingebrachte be
zwaren onwettig keurt of ongegrond, doet hij
hiervan met opgave van redenen mededeeling
aan het lidmaat dat de bezwaren inbracht.
Deze heeft het recht zich op de meerdere ver
gadering te beroepen. Indien hj dit doet en
bericht indient van zijn beklag, gaat de be
vestiging niet door.
Ten gevolge van deze artikelen zullen eenige
artikelen in de Kerkenorde wijziging behoeven.
En wel
Art. XXII wordt gelezen als volgt
De Kerkeraad bepaalt het aantal der ouder-
gen en de diakenen.
De Verkiezing der ouderlingen en diakenen
zal geschieden door eene door den Kerkeraad
samengeroepen en geleide vergadering van de
manslidmaten der Kerk in vollen rechte, bij
welke de Kerkeraad een nominatie iitdient,
bestaande uit het dubbel van het aantal der
aftredenden, uit welk dubbelgetal de helft door
de vergadering worde verkozen. De gekozenen
worden op twee achtereenvolgende Zondagen
aan de gemeente voorgesteld om, van haar
goedgekeurd zijnde, met openbare geloften en
gebeden bevestigd te worden, volgens het for
mulier, daarvan zijnde.
Art XXIV vervalt.
Art. XXVII luidt als volgt
De ouderlingen en diakenen zullen voor een
diensttijd van twee tot zes jaren worden ver
kozen elk jaar zal een gelijk deel aftreden en
in de plaats van de aftredende zullen anderen
worden gesteld.
Indien, naar het oordeel van den Kerkeraad
de omstandigheden zulks vereischen, kunnen
alle aftredende gecontinueerc worden, op ver
langen der gemeente sommige der aftredenden.
De Deputaten voorn.
Ds. L. Boüma.
Ds. J. Koopmans.
Dr. L. H. Wagenaab.
J. Loüwebsb.
W. Melis.
■er eenj
Kerke-
de Ker-
werden
gelezen,
leid zon
ibeeren,
wettige
i mede-,
i liever-
“woonte
.len aan
mans-
ooit al-
irkiezinf
'rankrjjl
!d.
Kerke:
zeggen
:emmiii(
worden
nen, dal
mogeljjl
le hand
erk vrjl
erkeraaf
ebeurei
rder ge-
je stem
stelde:
i leidii’
nd maal;
ban we» j
neeniV
al is, d»
niet oj
dachtei
De gezindheid van den huisvader vormt door
gaans den grondtoon voor het godsdienstig en
maatschappelijk leven van het geheele gezin.
Bij al den ernst en de strengheid der tucht
groeiden evenwel zijne kinderen op in de
koesterende zonnestralen der ouderlijke liefde.
Er was bij hen geen bange vrees, maar kin
derlijke toegenegenheid. Vaak gebeurde het,
als Luther van een zijner reizen terug werd
verwacht, dat de kinderen niet ophielden, voor
moeder, met hen aan de hand, vader een
eindweegs tegemoet ging. Na de ontmoeting
keerden zij onder blij gejubel weer huiswaarts.
Ook op zijne reizen waren zijne kinderen hem
op het hart gebonden, hij schreef zelfs brieven
aan hen. De bekende brief aan zijn zoon Hansje
is een treffend getuigenis van zijn liefde tot
zijne kinderen, en van zijn ernstige zorg voor
hun geestelijk welzijn.
Nog in vele opzichten blonk het huisgezin
van Luther als een uitnemend voorbeeld. Of
schoon zjjn inkomen niet groot was, en hj
dagelijks zes kinderen aan tafel had, zeide hj
eenmaal„Ik ben rj’ker dan alle pauselijke
theologen op de geheele wereld, omdat ik met
weinig tevreden ben.” Daarbij was hj ook zeer
gastvrj. Geen week ging er voorbij of hj had
gasten onder zjn herbergzaam dak. En kon
hj dan geen kosteljke gerechten opdisschen,
hj ontsloot met milde hand de rjke schatten
van zjn geest. Zjne vrouw, Katharina van
Bora, was eene eenvoudige, zuinige huismoe
der, niettemin, op het voorbeeld van haren
man, mild en vr jgevig jegens armen en be-
hoeftigen. Er was één woord, dat in het bj-
zonder, ten alle tjde de kracht had om zjne
deur te openen. Dit was het woord: „arme”.
Niettegenstaande zjne middelen zeer beperkt
waren, kende zjn goedheid en milddadigheid
geen grenzen. Om een armen student uit den
nood te helpen, verkocht h j den zilveren brui-
loftsbeker van zjn vrouw. Somtjds ging zjn
vrjgevigheid zelfs zijne Katharina te ver, en
als zij dan haar bezwaar hierover hem te ken
nen gaf, sprak hj vrooljk„Lieve Kathe, God
is rjk, Hj zal ons wel iets anders geven
J. P. Tazblaab.
Naar wj vernemen verschjnt er bj den
Uitgever J. H. Kok te Kampen met enkele da
gen een nieuw belangrjk werk van Prof. Dr.
H. Bavinck, getiteld Paedagogische Beginselen.
als georganiseerd geheel onder leiding van den
Kerkeraad, die de gemeente representeert. Deze
ernstige les der historie worde niet vergeten.
Het Gereformeerd Kerkrecht staat een ge
zonde democratische ontwikkeling niet in den
weg. Noch Calvjn, noch Beza, noch eenig
Gereformeerd godgeleerde heeft a Laseo ver
oordeeld, omdat hij te London de gemeente
vrij liet stemmen, mits de Kerkeraad daarna
het recht van verkiezing bleef houden. Maar
zoodra in Morelli en de Indepenten een streven
openbaar wierd om de gemeente b j de verkie
zing onafhankeljk van den Kerkeraad te ma
ken, hebben de Gereformeerden van vroeger
tjd zonder eene uitzondering dat democratisch
streven als gevaarljk gebrandmerkt en er zich
ten ernstigste tegen verzet,
De Heraut, die het heele stuk overnam,
schreef er onder
Het verschil is hier ook o. i. juist aangegeven.
Het schuilt in de opvatting van de gemeente
als aggregraat of als georganiseerd geheel.
Georganiseerd nu bestaat de gemeente niet
anders dan met ambtel jke organen en die or
ganen moeten ook b j de verkiezing naar functie
bljven uitoefenen.
Het is ons eene oorzaak van vreugde einde-
Ijk nog te kunnen verklaren, dat zoowel de
Kerken der scheiding sedert 1834 als die der
Doleantie sedert 1886 van meet af er naar
gestaan hebben om ook in dit opzicht weer te
wandelen in het aloude spoor, zeker was er
geen eenvormigheid in alle bjzaken, maar die
is er ook nooit geweest in de oude Geref. Ker
ken, en waarschjnlijk zal die er nooit komen,
en het is zeer twjfelachtig, of het wel goed
wezen zou ook. In hoofdzaak hebben de Ker
ken der scheiding geoordeeld, dat het goed
was wanneer de Kerkeraad dubbeltallen koos,
en aan de gemeente overliet om daaruit de
mannen aan te wjzen, welke zj begeerde, wat
ook bj de Kerken der Doleantie het. geval is
geweest. Iets nieuws is bj sommige dezer
Kerken ontstaan, doordien men vóór de ver
kiezing de leden in de gelegenheid stelde zich
uit te spreken, welke broeders men op de dub
beltallen geplaatst wenschte te zien, en ver
volgens koos dan de Kerkeraad uit de
genoemde broederen hen, die op de nominatie
kwamen, en later volgde de finale aanwijzing
door de mansleden. Dit is gedaan opdat de
Kerkeraad nog meer voeling zou hebben met
de gemeente.
Wj resumeeren wat wj gevonden hebben
,a. De H. S. en b jname het N. T. zegt niet,
of de ouderlingen en diakenen voor het le
ven of voor een bepaalden tjd moeten dienen.
b. Uit de gewoonte in de oude Kerk valt
weinig af te leiden, omdat verbastering al zeer
vroeg ingedrongen is.
c. In de Geref. Kerken was het meestel ge
bruik, dat de ambtsdragers voor een bepaal
den tjd gekozen werden, doch nergens heb
ben zj gezegd, dat dit eisch was der H. S.,
veeleer zjn zj daartoe gekomen uit practische
overwegingen.
d. Geheel bjkomstig en bloot practisch is
de bepaling, dat de ouderlingen en diakenen
twee jaar zouden dienen.
e) Zoodra het Kerkeljk leven op orde geko
men was leefde de overtuiging op, dat het recht
der verkiezing bj den Kerkeraad stond.
Nam men in de oude Waalsche Kerken
de diakenen b j den Kerkeraad, als deze nomi
neerde of verkoos en oordeelden de mannen
van Wezel, dat de ouderlingen rjpeljk hadden
te onderzoeken en te kiezen, eerlang treedt
bj het verkiezingswerk overal de breede Ker
keraad op.
g) Als de Kerkenordeningen stellen dat het
recht van benoeming van ouderlingen en dia
kenen aan den Kerkeraad behoort, dan is dit
bedoeld in tegenstelling met de aanspraken
van den Magistraat, doch onder approbatie van
de mansleden der gemeente.
h) De grensljn, die ons schudt van de In
depenten mag niet uit zucht naar eene meer
democratische richting uitgewiseht worden.
i) Eene geheel eenvormige regeling is noch
noodig noch wenschelijk.
De taak van den Raad der Kerk b j de ver-
keering der ambtsdragers bestaat in 10 stukken.
I. De Kerkeraad stelt de vereischten vast,
waaraan de gekozenen zullen moeten voldoen.
II. De Kerkeraad bepaalt het getal der
ambtsdragers.
III. De Kerkeraad stelt hunnen diensttjd
vast.
IV. De Kerkeraad maakt een nominatie op
van door hen geschikte broeders, bestaande
in dubbel zooveel als er ditmaal noodig zjn
om de aftredenden te vervangen.
V. De Kerkeraad roept de manslidmaten in
vollen rechte ter verkiezing samen en leidt
hun vergadering.
VI. De Kerkeraad biedt deze vergadering
de door hem opgemaakt dubbeltal aanwaar
uit de vergadering het halve deel kiest.
VII. De Kerkeraad stelt de gekozenen op twee
oordeelt
illen m
lar in
de har
velke b moge waar zjn, dat het niet afgedacht
de Kerf ^al| worden van de plaatseljke Kerk, het
daarm worjt toeh niet geoefend in naam van de
id met Christenen, maar van den Christus zelf, en w j
icht, ds mogen niet vergeten, dat men zoowel ter
,r geselt rechter- als ter linkerzijde afdwalen kan. In
i, dat l dezen tjd is nog van belang het geschil, dat
is. er vrOeger geweest is tusschen de Gerefor-
de wj meerden en de Independenten, waarop inder-
iit van] tjd dr. H. H. Kuyper gewezen heeft. De
de ambt’ grenslijn tusschen het een en het andere be-
ning, d ginsel ligt volgens hem hier de eersteu geven
komt e de leiding ook b j de verkiezing aan den Ker-
ling hit keraad, de laatste willen daarvan niets weten,
mden b. Daarop laat hj dan volgen
Het voorbeeld van Jean Morelli moge dat
eens en voor goed uitmaken. Jean Morelli was
een gereformeerd geleerde, die in de tweede
eeuw leefde in Parjs, hj schreef
een boek dat den titel droeg
Traeté de la discipline et Police Chrétienne”
en verdedigde daarin de stelling: „datdeker-
van rechtswege door de
geheele vergadering der gemeente moesten
geschieden”en uit de nadere toelichting van
die stelling bljkt dat hj aan de gemeentele
den een onbeperkt, uitsluitend en beslissend recht
van verkiezing wilde toekennen.
De Kerkeraad mocht geen voordracht doen
aan de gemeente of de keuze der gemeente
beperken, want de gemeente had uitsluitend
te kiezen. En als de keuze geschied was, mocht
de kerkeraad de gekozen persoon niet beoor-
deelen, want de keuze der gemeente was be
slissend. De Synode der Frans che kerken te
Orleans in 1562 samen gekomen, heeft terstond
het groote gevaar doorzien, dat in deze stel
ling school en geen oogenblik geaarzeld dit
boek te veroordeelen en den schrj ver gestren
gelijk te bestraffen, omdat hj een valsche leer
bracht, die op wanorde en verbrokkeling der
Kerken moest uitloopen. In alle Kerken in
Frankrjk moest dat vonnis publiek van den
kansel worden afgelezen en de geloovigen te
gen deze leer worden gewaarschuwd. En toen
dit niet hielp en enkele gemeenten tegen het
besluit der Synode in begonnen met dit alge
meen stemrecht der gemeenteleden in te voe
ren, dreigde de Synode hen met de kerkeljke
eentuur, wanneer zj zich niet aan de Ker
kenorde onderwierpen.
Morelli die oorspronkelijk uit Genève af
komstig was, vluchtte na zjn veroordeeling
in Frankrjk naar Genève en beriep zich op
het oordeel van Calvjn, Farel en Viret. Maar
Calvjn weigerde beslist het oordeel der Fransche
Synode af te keuren.
En toen Morelli niet toegeven wilde werd
hj door den Kerkeraad te Genève in den ban
gedaan en moest hj zjn vaderstad ontvluchten.
Met korte woorden heeft Beza, Calvjns ge-
trouwste volgeling, het beginsel van Morelli
gekenschetst toen hij schreefMorelli wil,
dat met niets anders rekening zal gehouden
worden dan met hetgeen door de gemeente met
meerderheid van stemmen is uitgemaaktwan
neer dit niet geschiedt, klaagt h j over tyrannie
en hiërarchie, die de gemeente verdrukt, maar
hj schijnt zelfs geen de minste vrees te koes
teren voor een volksregeering, wanneer hij en
de zjnen daarin maar den baas kunnen spelen.”
En niet minder scherp heeft de Gereformeerde
Kerk in later tjd deze zelfde democratische
strooming veroordeeld toen de Indepenten uit
Engeland wederom dit „stemrecht der gemeente”
wilden drjven, zooals Morelli het had uitgelegd.
Zoo veroordeelt Maastricht onder al de ver
schillende ketter jen op het stuk der beroeping
niet alleen de Roomschen, die het recht der
verkiezing aan den bisschop toekennende
Erastianen en Remonstranten die leeren dat
,de Overheid kiezen moet, maar ook de Inde
pendenten, die het recht van beroeping toe
kennen aan de gemeenteljke vergadering en
•aan afzonderljke leden.
Daartegenover stelt hj, dat de Gereformeer
den het goddeljke recht van de roeping heb
ben toegekend aan de Kerk, niet aan de Kerk
in haar afzonderljke leden, maar aan de Kerk
Kerk- en Schoolnieuws.
BEROEPEN
Te Nieuwe-PekelaDs. de Vries van Hasselt.
AANGENOMEN
Naar Oosterenddhr. Ridderbos, Cand. te
Bedum.
BEDANKT:
Voor Oostkapelle en Reeuwjk-Sluipwjkdhr.
Ridderbos.
Voor BerlikumDs. J. C. Rullman van
Garjp.
A.s. Zondag hoopt Ds. de Jonge afscheid
te nemen van zjne gemeente te Langerak, om
20 Nov. intrede te doen in zjne nieuwe ge
meente te Zonnemaire.
Zondag 13 Nov. hoopt Cand. Hagenbeek
intrede te doen bj de Geref. Kerk te Fjnaart
na bevestiging door Ds. Sillevis Smit van
Rotterdam.
J.l. Zondag nam Ds. Milo afscheid van
zjne gemeente te Bedum, sprekende uit Filip.
1 23.
Ds. Koppe van Idskenhuize, die het be
roep aannam naar Westbroek, nam Zondag af
scheid van zjne gemeente met de woorden
uit Ef. 6 24.
Woensdag herdachten Ds. v. d. Linde
van ’s Gravenhage en Ds. Noor de wier van
Meppel hunne 30-jarige ambtsbediening, ter-
w jl 23 Nov. a.s. Ds. Kooi van Bergum en 29
Nov. Ds. Smallegange van Brielle hunne 25-
jarige ambtsbediening hopen te herdenken.
Verledene week Donderdagavond overleed
Ds. J. C. van Schelven, predikant te Dieren.
Een half jaar was hj aan het ziekbed gebon
den. Aan het graf spraken Ds. Boekenoogen
van Apeldoorn namens de Gemeente, Ds. Hout
zagers van Kootwjk namens de Classis, Ds.
Koster van Maassluis namens het Bestuur van
’s Heerenloo, Ds. Notten van Velp namens den
Kerkeraad van Velp. Ds. van Schelven van
Amsterdam bedankte namens de weduwe.
De Kerkeraad van de Geref. kerk te Stolwjk
heeft besloten het uitgebrande kerkje te her
bouwen, doch nu geheel van steen. Nog steeds
is er geen licht verspreid over de brandstich
ting en den daarna geschreven brandbrief.
Dr. H. H. Franssen, emeritus predikant
te Winterswjk, Penningmeester van de Theol.
School te Kampen, is gekozen tot lid van de
Eerste Kamer. Inderdaad „ooljk”.
•ijk wat kenneD) dat dit een niet gemakkeljk punt is.
tenen# ^ou Det niet voortvloeien, dat men in onzen
as onitL-’j zjch licht een eenigszins foutieve voor-
3 bepalitidling van de ambten maakt? Het komt ons
ets andfcijjjjjingte v00r, dat menigeen zich de zaak
in d‘e t aldus denktde leden van de gemeente moe-
1 op Mten beslissen, wie een ambt zal bedienen, en
n’ zj geven een opdracht aan deze mannen zeg
de oudftvoor t^vee jaren. Nadat deze tjd verstreken is,
211 moeten deze ambtsdragers aftreden, en hun
staan J mandaat weer stellen ter beschikking van hen,
’ntinue(jldje hen gekozen hebben. En waar zit nu de
was 05 fout in deze zienswjze Is zj niet deze Op
heeft di jeze wijze is het gezag, dat de ambtsdragers
paling! hebben gedelegeerd d.w.z. door de leden over-
'’’Igedragen aan enkelen voor een bepaalden tjd,
en daarna keert het nu weer tot de leden, die
l alsdan op nieuw dit gezag stellen in handen
jvan door hen aangewezen broeders. Maar zoo
tnj£elg ]jet met het met het ambteljk gezag niet.
Een voorbeeldig huisgezin.
I.
Luther is niet alleen de groote Reformator
der Kerk, hj is ook de Hervormer van het
huiseljk leven. Luther in het midden zjner
familie te zien, is inderdaad een heerl jk minia-
tuurbeeld, te midden van al de forsche en
grootsche tafereelen zj'ns levens.
De man, die den pauseljken stoel waggelen
deed, heeft ook den huiseljken haard met
nieuwen glans en schoonheid versierd. Dezelfde,
die zjn donderend woord tegen de ontaarding
en het verval op elk gebied liet weerklinken,
dat het nadreunde geheel Europa door, ver
haalde met vriendeljk gelaat aan zjne kinderen
allerlei schoone vertellingen, of speelde voor
hen een lied op de fluit of de guitaar. Al de
geweldige vraagstukken van zjn tjd kwamen
tot hem, en toch vermaakte hj zich vaak in
huis met zjne kleinenhj schommelde ze al
zingende op de knieën, of vervaardigde allerlei
speelgoederen voor hen.
Als er ooit iemand is geweest, die kon zeggen
voor die kleine en onbeduidende dingen heb
ik geen tjd, dan was het zeker Luther. Doch
hj achtte het zjne roeping, als ehristeljk
huisvader, met zjne kinderen veel zich te
bemoeien. Dit te doen was hem een vreugde
des harten. Hij speelde en zong met hen, hj
vermaande en onderwees ze, maar, als het
noodig was, kastjdde hj ze ook. Altjd echter
was de appel bj de roede, en ook weer de
roede bj den appel.
Niet alleen in het vrooljk en gezellig samen
leven, in tucht en orde, maar ook in den
huiseljken godsdienst heeft Luther een uit
stekend voorbeeld gegeven. Het biddend lezen
uit, en spreken over Gods Woord, met zjne
echtgenoote en kinderen, was een dageljksche
gewoonte. Elke dag werd met gemeenschappel jk
gebed begonnen en besloten. De maalt jd werd
steeds gekruid door kleine verhalen of gepaste
opmerkingen, naar aanleiding van het gelezene
uit Gods Woord, en als de huisvader gedankt
had, zongen allen saam een lied des lofs aan
den Heere.
Luther heeft de taak der opvoeding zjner
kinderen vooral niet licht opgevat. Zjn leuze
in dit opzicht was „De vader moet uit de
kinderen spreken.” En zoo is het ook meestal.