door ons allen gekend en bij ervaring bewan
deld wordenHülsebos.
VARIA.
Het Jubileum.
Een scboon kroonjaar beleven wij, zoo de
Heere wil, de volgende week Woensdag. Dan
toch herdenken de Gereformeerde Kerken de
geboorte en het 50jarig bestaan der Theol.
School, gevestigd te Kampen.
Tot 1869 was deze School, ter opleiding voor
den dienst des Woords, alleen voor de Chris
telijke Afgescheidene Kerken. Op de Synode
te Middelburg van het evengenoemde jaar
vereenigden deze Kerken zich met de Gerefor
meerde Kerken onder het Kruis, en van dien
tijd tot 1892 was deze School de opleidings
plaats voor de toekomstige predikanten van
de Christelijke Gereformeerde Kerken. Dezen
naam namen deze vereenigde Kerken in
1869 aan en onder dezen naam traden zij sinds
op. In 1892 vereenigden zich de Nederduitsch
Gereformeerde Kerken en de Christelijke Ge
reformeerde Kerken, onder den naam van Ge
reformeerde Kerken. Dit geschiedde, nadat
de vertegenwoordigers dier Kerkengroepen en
hunne Synoden jaren gediscussieerd hadden
over en wederzijdsche voorstellen inzake de op
leiding tot den dienst des Woords elkander aan
geboden hadden en toen ze eindelijk tot overeen
stemming gekomen waren. De vrije studie zou
blijven, dus zij, die hunne opleiding aan de
Vrije Universiteit ontvingen,konden den Kerken
aangeboden, door deze geëxamineerd en na
gunstigen uitslag door deze Kerken beroepen
worden. Gelijk sinds dien tijd dan ook, het
spreekt van zelf, geschiedde. Doch daar stond
tegenover dat deze vereenigde Kerken het be
ginsel om als Kerken eene eigene opleiding voor
den dienst des Woords te hebben, even plechtig
en in even goed vertrouwen hebben aanvaard.
Dientengevolge is sinds dien tijd deze School
de School der Gereformeerde Kerken geworden.
Zij herdenken dus haar 50jarig bestaan en den
onbetwistbaren rijken zegen, in velerlei op
zichten, door deze School aan de Kerken in
ons land en aan vele Kerken in andere landen
gegeven.
Het moge ook nu en in dezen wezen V er-
geet geene van Zijne weldaden. ^Vergeet ze
niet. 'tis God die ze ons bewees!"
Als wij, in overeenstemming met hetgeen
wn heiliglyk overeenkwamen, nu het 50 jarig
bestaan der Theol. School herdenken, dan
kunnen wij des te gemakkelijker en even een
drachtig, zoo de Heere wil, naar onze dure
roeping en heiligen plicht, het volgende jaar
het 25 jarig bestaan en den rijken zegen van
den Heere ontvangen, in en door de Vrije Uni
versiteit, feestelijk vieren.
Zoo zij het! Littooij.
Voor of tegen Christus.
Eer het weer Vrijdagavond is en deze cou-
.rant verschijnt, hebben wij, die tot de kiezers
voor de Prov. Statenjbehooren en indirect mee
werken aan de samenstelling onzer Eerste
Kamer, naar wij hopen en vertrouwen, onze
dure roeping in dezen betracht. Schier nooit is
er zooveel gewicht gehecht aan de verkiezing
van de Statenleden dan thans. Wat, naar de
liberalen en vrijzinnigen vroeger zeiden, by na
niet de beginselen, maar allerlei gemeenschap
pelijke belangen gold, dat hebben juist zy, in
koor met de socialisten, nü tot een begmsel-
quaestie bij uitnemendheid gemaakt.
Over bekwaamheid en kennis van zaken
wordt, zooals vroeger absoluut door hen geeischt
werd, thans niet gesproken. Vroeger waren
hunne zittende leden, die tot het denkend
deel der natie behoorden, alleen bekwaam.
Het gaat nu, omdat de socialisten en vrijzin
nigen dat willen, tegen den eersten Minister,
Dr. Kuyper. Tegen hem, omdat Z.Kx. de
socialisten in de stakingsdagen geen vry spel
liet maar ze schaakmat zette en de stakings-
wetten indiende, die een dergelyken opstand en
eene dergelijke verbreking van den eed minder
mogelijk maakte. Het zou echter niet tegen Jr.
Kuyper gaan (want ieder erkent dat hy een
door en door bekwaam man is) indien hy niet
de beginselen manhaftig beleed en krachtig
verdedigde, die uit het Woord onzes Gods zyn
aehaald en lijnrecht tegenover de beginselen
staan, die de socialisten, vrijzinnigen en libe
ralen belijden en in toepassing brengen willen.
Helaas, zij meenen dat door de verwezenly-
king van hunne beginselen land en volk kun
nen en zullen welvaren. En wij gelooven, dat
hunne beginselen ons naar de revolutie en den
afgrond voeren. r
Door de levensbeginselen ons door God in
het Woord gegeven, zijn wy geworden wat we
in de bloeitijden waren. Gewis, het gaat om
de eere Gods, de rechten van Konmg Jezus,
het gezag waarmee Hij bekleed heeft, en om
de vrijheid en de rechten van hen, die den
Christus der Schriften belijden.
't Is zeker te bejammeren dat de belijders
van den Christus naar de Schriften niet talrijk
en sterk genoeg zyn, om alleen al de anderen
te overstemmen, doch, hoezeer men recht en
reden heeft dat te betreuren, wij weten allen
dat het daar verre van daan is.
Door niet saam te gaan, neen, niet op ker
kelijk, maar op staatkundig terrein, waar men
geen kerk voorop behoort te schuiven; doch
wel de algemeene Christelijke beginselen, naar
de apostolische belijdenis, door op dat terrein
niet saam te gaan handelt men dwaas en speelt
men alles in handen van hen, die uit de revo
lutie beginselen leven en thans vereenigd tegen
ons optrekken, omdat wy deze algemeene Chris
telijke beginselen op staatkundig gebied een
drachtelijk voorstaan.
Dat doen de Roomschen, dat doen de Her
vormden, die uit en bij het woord Gods leven,
en dat doen wij Gereformeerden.
Om het van onze gemeenschappelijke tegen
standers te winnen moet er overleg zijn over
de geheele linie, waar de Roomsehen tegen
over ons verreweg de meerderheid hebben, en
hunne candidaten in stemming komen, daar
moeten de onzen hen helpen. Dat is historisch
Calvinistischimmers, dat deed Calvijn reeds
in zijn strijd tegen de libertijnen van zyn tijd.
Gods weg in onze dagen is alzoo dat wij eD
zij alleen door die wijsheid te hebben en te
betrachten ons Christelijk Ministerie in zyn
bangen strijd tegen de gecoaliseerde revolutie
mannen helpen en sterken en, naar we hopen,
bewaren kunnen. Littooij.
Het verslag van Dep. ad examina lokte eene
lange bespreking uit over een daarin voorko
mende clausule aangaande een droeve tueht-
zaak, inzake een Dienaar des Woords, waarin
Deputaten advies gegeven hadden. Duidelijk
bleek weer, dat de opleidingskwestie het fijne
puntje is dat de grootste voorzichtigheid en
de breedste besprekingen vraagt. Immers, by
de behandeling van de voorstellen aangaande
„het Prov. Studiefonds", alsmede „derekening
en verantwoording der kerkcollecten door de
V. U. aan de Gen. Synode" trad dit daghelder
in het licht. Een officieel verslag van deze
Synode zal de volgende week geplaatst worden.
Dr. Wagenaar was de tolk der vergadering
toen hy de Zeeuwsche kerken van harte geluk-
wenschte met het besluit door Ds. Bouma ge
nomen, inzake zijne roeping naar Harlingen.
Stelle de Heere Z.Ew. hier nog langen tijd
tot een uitgebreiden zegen. De Praeses sloot
de vergadering met dankzegging.
Axel. Littooij.
Pastorale Conferentie.
Dinsdag j.l. werd de Zeeuwsche Predikan
ten-Conferentie in de Hofpleinkerk te Middel
burg gehouden. De opkómst was talrijker dan
de vorige maal. Uit de classis Middelburg
waren van de zestien predikanten allen, op
drie na, tegenwoordig. Uit de classis Zierikzee
waren van de zeven predikanten er vier ter
conferentie. Ook de classis Tholen was goed
vertegenwoordigdal de predikanten op twee
na, terwijl zelfs de oude dominé de Koning
(emeritus) de plaats innam naast zijn veel
jeugdiger opvolger. Op §én na waren alle pre
dikanten uit de classiij Goes ter vergadering
gekomen, terwijl de classis Axel een contingent
leverde in de drie broeders die van „over de
Schelde" gekomen war^L. Nadat de vergade
ring op gebruikelijke wyze door Ds. v. d. Hoorn
van Domburg geopend was, en de notulen
gearresteerd waren, zou Ds. Laman van Krui-
ningen zijn aangekondigd referaat houden over
Apocalyptiek", doch deed de teleurstellende
mededeeling daar mede niet klaar te zyn geko
men, en verzocht, hem voor dit breede en diepe,
machtig en rijke onderwerp nog een jaar tijds
te geven. Dr. Wagenaar zou refereeren over
„Egyptiologie en Assyriologie"doch vele
werkzaamheden hadden ook hem verhinderd,
zoodat in zijne plaats zyn secundus Ds. Meulink
van Meliskerke zou optreden. Ook deze broe
der moest de welwillendheid der vergadering
inroepen; familie-omstandigheden waren oor
zaak, dat hij geen afgewerkt referaat kon
leveren hetgeen evenwel geleverd werd ge
tuigde van veel studie en nauwkeurig onder
zoek, en werd door een onderlinge bespreking
gevolgd. Het hoogtepunt was in de namiddag
vergadering. Dit lag aan het actueele en hoogst
belangrijke onderwerp. Ds. Littooij Sr. las
over„Het verband tusschen het gebed en de
dankzegging in het formulier van den H. Doop,
inzonderheid met het oog op de bearbeiding
der gemeente". Eene aangename, leerrijke en
zeer breede discussie volgde. Na dit referaat,
waarmede onze lezers wel nader kennis zullen
maken, zou Ds. Hoek van Heinkenszand refe
reeren over „Smytegelds invloed in Zeeland".
'tWas echter laat geworden, en ook deze refe
rent wilde gaarne nog een jaar tijd hebben
voor grondiger en nauwkeuriger afwerking,
zoadat, na de regeling van de werkzaamheden
voor de volgende Conferentie, de vergadering
door Ds. A. Littooij met dank aan den Heere
gesloten werd.
Provinciale Synode.
Den volgenden dag, Woensdag 8 Juni, kwa
men de Geref. kerken van Zeeland in Synode
saam. Namens de roepende kerk van Middel
burg werd dSze vergadering geopend doorDs.
A. Littooij. In het moderamen namen zitting
Ds. Bouma, Praeses; Ds. Donner, Scriba, Dr.
Wagenaar en Ds. v. d. Kooy Assessoren. Veel
woorden zyn gesproken, maar veel is er voor
de hoorders verloren gegaan door de slechte
acoustiek in de Hofpleinkerk. Bezwaren en
rapporten werden behandeld. Gedane voorstel
len werden na eenige bespreking teruggenomen.
Vruchtbaar of onvruchtbaar. In sommige
kerken is de dienst van den apostel Paulus
meer vruchtbaar geweest dan in andere. Zoo
was zijn arbeid voor velen te Corinthe onvrucht
baar, omdat zy zijn apostelschap en dus zijn
roeping in twyfel trokken. Daarentegen was
Paulus' dienst zeer vruchtbaar in de gemeente
van Thessalonica. Want deze, als zij het Woord
Gods door Paulus ontving, heeft dat aangeno
men, niet als des menschen woord, maar als
Gods Woord.
Zou hieruit niets te leeren zyn voor de ge
meenten van onzen tijd, inzonderheid voor
hen, die altyd den prediker toetsen en niet
zich zelf; die dikwijls den dienaar des Woords
veroordeelen, en niet zichzelf? Arme hoorder,
gij die onder de prediking nooit iets anders
verneemt dan' het woord eens menschen, en
nimmer het spreken Gods tot de ziele beluis
tert. Ach, wat is de prediking voor u onvrucht
baar. En toch ligt zij voor uwe verantwoor
ding!
Het nieuwtje er af! De Schrift teekent in
alle dingen naar het leven. Toen Johannes de
Dooper °optrad met zyn prediking, was men
verbaasd. Een korten tyd hebben de Joden
zich in zyn licht verheugd. Maar toen keerden
zij zich van hem af. Zoo ging het ook den
Heiland zelf. Markus zegt, dat zy allen ver
baasd waren, zeggendeWat nieuwe leer is
deze! Het nieuwe verraste hen. Nieuwe din
gen zyn meestal zoo aantrekkelijkMaar net
duurde niet lang of men smaadde en schold
Christus. En het einde wasWeg met Hem
Naar 't kruis 0
En gaat het nog niet zoo^ m menige kerk
Eerst ging alles goed. Zóó goed, dat de pre
diker met Paulus kon zeggen, wat hy schreef
aan de Thessalonieensen„Gij weet onzen in
gang tot u, dat die niet ij del isgeweest.
Maar het veranderde zoo spoedig. Het keerde
soms vlak in het tegendeel om. En waardoor
kwam dat
Ja, waardoor?
Het nieuwtje was er af
Ach, hoe droevig!
Weesp. J- P- Tazelaab.
KERK, BELIJDENIS, ZENDING.
Het aanstaand jubilé der Theol. School.
B. Verwacht ge, dat er veel volk te Kampen
a. s. week zal zijn?
A. Ja, dat denk ik wel. Het is een zeldzaam
tööst
B.' o Zeker. De School heeft een halve eeuw
bestaan. Maar dat is meer gezien. Hoevele in
richtingen zijn er niet, die dergelijke dagen
hebben kunnen herdenken.
A. Ge zijt zeker bevreesd, dat ik de waarde
van dit feest te hoog zal schatten.
B. Een weinig wel. Ge waart er zoo haastig
bij om te spreken van zeldzaam.
A. En ge waart er zoo haastig by om het te
laten slaan op den tijd van haar bestaan en
van andere inrichtingen te spreken, welke reeds
meer jaren tellen.
B Nou, nou, niet al te heet gebakerd, hoor
A. Over mij behoeft ge u niet te verontrusten.
Dat zal wel schikken.
Maar ik meende iets te proeven, wat my
minder goed smaakte.
B. Wat zijt ge teergevoelig. Is het dan niet
waar, dat het meermalen gebeurt, dat een ot
andere inrichting zoolang bestaat
A. Ik denk er niet aan om je tegen te spreken.
Als ik met zeldzaam niets anders bedoeld had,
dan zoudt ge zoo onschuldig zyn als een lam.
B. Kon ik weten, wat er meer in lag? Ge
hadt het dan maar duidelijker moeten zeggen.
A. Nog mooier. Het zou nu nog mijn schuld