FEUILLETON. Onder de Turfgravers en Heibewoners. de diepste vernedering is aanschouwd, ook door de engelen, inzonderheid door den Engel, die by Hem stond in den Hof van Gethsemane om Hem te versterken, Hy is bij zijn Hemel vaart door de zalige Engelen in den hemel aanschouwd, bewonderd, verheerlijkt, als die uitermate door den Yader is verhoogd en eene naam heeft ontvangen boven allen Naam. Zjj hebben Hem aanschouwd en begroet als den verheerlijkten Middelaar. Zoo is dan het groote werk der Verlossing volbracht. En hier op aarde èn daar Boven liggen er de heerlijkste getuigenissen van. Voor hemel en aarde moest de zoo diep ver nederde Zone Gods als Middelaar Gods en der menschen gerechtvaardigd worden. Die opge varen is, dezelfde is het ook, die nedergedaald is in de benedenste deelen der aarde. Maar ook de toepassing van het heil, temid den van arme zondaren, is een heerlijk vol maakt werk. Ook dit geschiedt naar den Raad en het Voornemen Gods. Niet tevergeefs is de Zone mensch geworden, heeft zich vernederd en is verheerlijkt. Daarvan getuigt het tweede drietal volzin nen, het tweede deel van dit Evangelie, waar over, bij welzijn, een volgend maal. Hulsebos. De Chr. Normaalschool, waarvan de heer Breebaart directeur is en waaraan onderschei den heeren les geven, kan met voldoening op haren arbeid terugzien. Bij vernieuwing hand haafde ze haren goeden naam, welken zy in enkele jaren verkregen heeft, want aan negen harer kweekelingen werd na voldoend examen de acte van bekwaamheid uitgereikt. Wij verblijden ons met de onderwijzers en de ge lukkig geslaagden over dezen gunstigen uit slag en wij bidden, dat deze school ook in de toekomst nog lang en tot rijken zegen moge werken. Zij houde het ideaal hoog. Het is. ons aangenaam te kunnen berichten, dat de heer K. Allaart, één onzer medebelijders en strijders, benoemd is tot Burgemeester van Ritthem. De Redactie. VARIA. Lot en spel. VII. Het doel kan ook by de loterij de middelen niet heiligen. Gij weet zekér dat deze stelling er een is uit de orde der Jesuiten, die waarljjk niet door hun edele praktijken zulk een be- ruchten naam zich verwierven, 's Menschen hart schijnt echter naar die gedachte heen te neigen. Wij geven nog zoo gaarne aan het verkeerde een kleurige, een tint waardoor het onschoone wat wordt weggedoezeld. Zoo iets geschiedt nu ook bij de weldadigheids-verlotin gen. Er zijn armen die geholpen moeten. Enkele gegoeden geven onderscheidene voor werpen van meer of minder waarde. Deze moeten te gelde gemaakt. Om er nu veel winst uit te slaan houdt men eene verloting. Niemand voelt het als hy een kwartje uitgeeft voor een lot, en de kans bestaat om het drie of vier voudige van de waarde byeen te krygen. Zoo Schetsen uit den Zuidoosthoek van Friesland door PEKAH. I. Iets over den Zuidoosthoek van Friesland in 't algemeen. Onder de lezers van „Zeeuwsch Kerkblad zullen wellicht zeer weinigen gevonden worden, die in de streken, waarover we een en ander willen schrijven, bekend zijn. Daarenboven zal misschien ook uit een ver keerd geplaatst vooroordeel het verlangen niet zoo groot zyn, om meer van naby met deze streken bekend te wordenen dat wel om meer dan ééne reden. Vooreerst, omdat in de gedachten der Zeeuwen Friesland het „turfland" is, en men meent, dat in Friesland weinig anders te zien is dan turf. In de tweede plaats trekken de Friezen zelf den Zeeuwen weinig aan. Althans zoo is het over 't algemeen. „De Friezen zijn stug en styf" 200 ze&f men in Zeeland en menigeen meent, dat deze karaktertrek der Friezen, het byna onmogelijk maakt, met hen te kunnen omgaan. En daarenboven om maar niet meer te noemen „de zuidoosthoek van Friesland" is de arme toch zonder veel moeite geholpen. Ongetwijfeld is dit een vry gemakkelijke weg. Een geheel andere vraag is het of het een goede weg mag heeten. Ik durf dat in twyfel trekken. Deze weldadigheids-verloting toch gaat van een geheel verkeerde gedachte uit. Barmhartigheid bewijzen, den arme mede- deelen van het aardsche goed, mag niet worden zoo'n soort van een kunstje, waartoe de ge meente door allerlei kunst- en vliegwerk moet verlokt worden. Integendeel dat is eene schrif telijke verlaging van de echte christelijke barm hartigheid, die vrijwillig uit liefdedrang tot de broederen en zusteren moet opkomen. Deze toch heeft Jezus in zyne plaats ons nagelaten, toen Hy zeide de armen hebt gij altijd met m^ar my hebt gij niet. altyd. Wat wy dus aan Behoeftige broeders en zusters geven, geven wij aan den Heere Jezus. En nu vraag ik U in allen ernstzou de Heiland er zich over verblijden zoo gij Hem Uwe gave bood langs den weg van eene verloting, waarbij de kans op iets te winnen, hoe gering ook, altijd prikkel is om bij te dragen? Stel het U zoo voor en gij gevoelt, welk eene beleediging er voor den Heere Jezus in ligt, zoo zyne gemeente op deze wijze tot geven moet gedwongen en verlokt worden. Tot de Farizeën zeide de Heere eenmaallaat daar uwe gave op het altaar en verzoent U eerst met uwen broeder. Tot ons zou Hij zeggen laat uwe gaven een weinig in uwen buidel en onderzoekt U eerst in hoever oprechte liefde U dringt. Want ook by ons geven zich de Heere 't hart aan. De weduwe, die één peuningsken inwierp had meer gegeven, dan allen. Ook dit soort van verlotingen mogen wy alzoo niet in bescherming nemen. Op de heilige erve van 's Heeren gemeente mogen geen onheilige middelen worden gebezigd. Zij mogen voor een oogenblik de barmhartigheid kunst matig opzweepen, ja tot een ongeëvenredigde proportie doen stijgen, gezonde ontwikkeling mag dit allerminst heetén. De gevolgen zullen zijn dat bij zulk eene verloting de opbrengst ongehoord stygt en de perken te buiten gaat, terwijl de gewone collecten voor de armen wegslinken. Zulk eene woekerplant, die de geestelijke krachten verslindt, kweeke niemand aan. Liever sla ieder de hand aan het werk om haar onvoorwaardelijk uit te roeien. Het leven in zyn natuurlijk verloop, zonder over prikkeling, biedt de meeste zekerheid. Ik houd veel meer van een gemeente die geen aanbe veling van de collecte verlangt, dan van eene die by een dringende ^aanbeveling nu eens extra geeft, maar om dan de volgende weken, als er geen extra smeekbede bijkomt, hare gaven in te houden. En wie nu ons kerkelijk en maatschappelijk leven niet bederven wil door Engelsche en Amerikaansche opzweepery op Nederlandschen bodem over te planten, die blyve bij de oud-Hollandsche kalmte, waardoor uit nuchteren zin, en uit waarachtige liefde tot Christus de gaven geschonken worden, waardoor de armen ondersteund worden. Er zyn tegenwoordig ook verlotingen waar door men den welvaart wil bevorderen. De bedoeling is dan belangstelling te wekken in een of andere markt, in den handel in eenige tak van het landbouwbedrijf enz. De aandeel houders zijn geen menschen die vuil gewin hoe zou die streek den Zeeuwen ook maar eenigszins aantrekkelijk kunnen zijnDat is immers die beruchte streek, waar het socialisme zulke diepe wortelen heeft geschoten, en zoo welig tiert, en die uit de geschiedenissen der laatste jaren heel ons land bekend is geworden door groote werkstakingen? Die streek waar men woont in holen, die men in den grond graaft, en welker bewoners bijna naakt loopen en schier de wilde boschjesmannen gelyk zyn? De streek waar men, vooral des avonds, niet veilig langs den weg kan gaan, maar elk oogenblik in gevaar is van alles beroofd of vermoord te worden? Och, lezer! bedaar toch wat, en denk niet zoo eenzijdig over Friesland en over den zuid oosthoek. Van al die gedachten is maar zeer weinig waar. Vooreerst Friesland is tegenwoordig niet meer „het Turfland". Alleen in den Zuidoost hoek wordt nog een weinig gegraven doch eer we vijfentwintig jaren verder zyn, zal er byna geen turf meer in Friesland gevonden worden. Maak u nu echter maar niet angstig of be- zorgd, door te denken, dat er dan gebrek aan brandstof komen zal, en ge van koude zult moeten verkleumen, want wat in Friesland niet meer zooveel gevonden wordt, is in Drente nog genoegzaam voorhanden. Vooral in dat gedeelte van Drente, dat aan de Provincie Groningen en aan Duitschland grenst. Daar vindt men, zoover het oog zien kan turf, en zoeken. Alles gaat strikt eerlijk. Na aftrek van alle gemaakte onkosten wordt alles aan 'de deelnemers teruggegeven. Wat kan daar nu tegen zijn? Het leven is zoo gecompliceerd (fjjn samengesteld) dat menigeen de grenslijnen niet juist weten te trekken. Wat daar tegen is? Ongeveer alles wat wy inbrachten tegen de weldadigheids-verlotingen. Wy bevorderen er niets mee dan ontwrichting voor ons volksleven. Indien door gewone mid delen de welvaart niet kan worden opgehouden en de belangstelling niet wil levendig blijven, dan gelukt 't van zelf nog veel minder door loterijen, die toch geen handel of verkeer be vorderen, geen lust of energie wekken voor eenige tak van ny verheid, maar veeleer de kracht des volks ontzenuwen en de ijver om door handenarbeid zich een weg door het leven te banen, dooden. Bovendien al is 't den uitschryvers dezer verloting niet om winst te doen, al worden zij niet gedreven door het laag motief van winstbejag niemand kan er toch voor instaan dat niet vele deelnemers wel degelijk met deze gedachte zyn vervuld. Onze tijd heeft bij het vele goede, zeker ook wel zyn schaduwzijde, vooral uitkomende in den geest van m aterialisme (stofvereering). Vooruitgang, geldbezit, genot, vrij zijn van zyn heer, niet staan onder een ander, hoog loon voor weinig arbeid, zie daar woorden die in vele kringen aan de orde van den dag zyn. Er is een jagen naar het aardsche alsof dat den mensch aües kan geven, of daar door al zyne begeerten bevredigd worden. Nu is 't dunkt my niet de roeping der Christenen om dit smeulend, byna reeds in laaie vlammen uitslaand vuur aan te blazen. Liever mogen wy bluschwater aandragen, er den nadruk op leggener is een hooger goed noodig voor den mensch om waarachtigen vrede en vol doening te vinden, beide voor zyn maatschap pelijk en geestelyk leven. Zien wy dit nu helder in dan grijpen wy weer met één forschen greep de hoogere dingen vastde lust ontwaakt om ons volk te weer houden nu het afglydt naar de laagte der overschatting van de stoffelijke dingen. En in plaats van met allerlei redenen, die een schyn van recht aan de zaak geven, te pleiten, doen wy afstand van het kwaadvastelijk geloovend aan het Woord van den spreukendichterge rechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schankvlek der natiën. H. H. Tijdwoorden. Vele geloovigen geraken in moeite, omdat zy voor hunne overtuiging niet eerlijk uitko men. Als een werkman op den winkel, een klerk op het kantoor, een soldaat in de ka zerne komt, en van den eersten dag af niet toont onder wiens banier hy optrekt, zal het hem zeer moeilijk vallen, dit later nog te doen. Krijgsknechten van Christus moeten, gelyk krijgsknechten van Hare Majesteit, hun uni form en hunne wapens dragen. Vele belijders zitten tegenwoordig uit te rekenen, wat het hun kosten zal, wanneer zy het goede doen zy beschouwen hun gedrag als een zaak van winst en verlies en noemen nog eens turf en niets anders dan turf, zoodat er dus nog voorraad genoeg is, zelfs wel voor uwe kleinkinderen en achterkleinkinderen. En wat het karakter der Friezen betreft, ook daarvoor behoeft men uit Friesland niet terug te blyvenwant waarlijk vooral het Zeeuwsche karakter kan met het Friesche wonder wel harmoniëeren. Maar dan die beruchte zuidoosthoek Laat ons u mogen verzekeren, dat ge er even zoo veilig zy't als in de Zeeuwsche dorpen, en dat ge er geen naaktloopers, of holbewoners, of halve wilden meer vindt. Vroeger was dit wel het geval. Voornamelijk kon men die vinden in de beruchte buurten, die men Pe tersburg en Moscou noemt, tusschen Donker broek en Duurswoude, en in België, bij Hoorn- sterzwaag. Thans echter is ook daar alles gansch anders geworden, waartoe niet weinig heeft bijgedragen den arbeid der Evangelisatie onder kleinen en grooten in die buurten. Wy willen in enkele losse schetsen eene beschrijving geven hoe het er in Friesland's zuidoosthoek uitziet, en we twijfelen niet, of de gedachten der Zeeuwen omtrent den zuid oosthoek van Friesland zal dan wel wat ge wijzigd wordenja wellicht wordt daardoor het verlangen wel gewekt om eens deze streken te bezoeken. En indien dit het geval is, dan willen we allereerst beginnen u bekend te maken met de reisgelegenheid. Het gemakkelijkst bereikt men den zuidoost-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1904 | | pagina 2