FEUILLETON.
door z^jlie dienaren, brengt verwoesting van
de kerk voort
En Gods kinderen, de Heere heeft hen toe
gebracht niet door uiterlijk geweld, maar door
de liefdekoorden des Geestes, zy moeten ook
nog dagelijks leeren, dat de wapenen van
onzen strijd niet zijn vleeschelijk maar geestelijk.
Het vleesch, de natuur, komt er nog zoo telkens
bijzondige strijd en hartstocht, ja zelfs by
geschillen met de broederen. Die trouwe Heiland
heelt nog menig Malchus oor. Maar Hij zal
de zijnen ook reinigen en heiligen, en niet
rusten, voor 't vleeschelijke by zijn volk zal
zijn te niet gedaan. Hülskbos.
VARIA.
Dat de eenheid van allen die uit de beginselen
der revolutie leven, naarmate de vrees voor de
voorthollende fracties week, zich weer in die
eenheid zou gaan openbaren tegenover hen,
die uit de beginselen leven, neergelegd in het
Woord onzes Gods, bleek in de debatten over
de wet op het Hooger-Onderwijs meer en meer.
Joeo- de vrees voor het socialisme en anar
chisme, door het brutale optreden in Januari
en April van 1903, hen verder uiteen, dan hun
verschil over algemeen stemrecht dit vermocht,
thans zien wy, dat ze in hun strijd tegen het
zoogenaamde clericalisme weder samen gaan.
De vrees voor het socialismeen anarchisme,
welke ismen ons deden zien het historisch verloop
van de revolutionaire beginselen in de even ge
noemde maanden, werkten óók m op de groepen,
waaruit de meerderheid in de Tweede Kamer
is samengesteld en waaruit het huidige Minis
terie opkwam, het bracht deze groepen nader
bij elkander. Dr. Bronsveld verloor er, althans
in dien tijd, zyn invloed door. En uit beset
van de duchtige, gemeenschappelijke gevaren,
waardoor de door ons allen beleden christelijke
beginselen werden bedreigd, zweeg het kerkisme,
en waren zelfs anders tragelijk meegaande
groepen ingenomen met de coalitie en het
Ministerie dat er uit voortkwam.
Doch nu hetgeen óók hen meer vereemgde,
voor het oogenblik geen vrees aanjaagt, en
daarom wat op den achtergrond getreden is,
komen weer de oude kerkelijke partybelangen
voor den dag, en gaan byname de Amsterdamsche
predikanten midden in de behandeling van de
wet op het hooger onderwys roet m het, eten
werpen, door ter laatste ure met zeer hooge
eischen aan te komen, ja met eischen, die op
zichzelven beschouwd goed zyn^maarmetzoo
maar' voetstoots zijn te yerkr«gen dus m te
willigen. De aanvullmgskatheders, zelfs al
krijo-en de professoren, daarvoor aangewezen,
dezelfde rechten die de ^wone b?bbe"'
thans nu het schier aanstemmen toe is, niet
o-enoeg. De koningin der wetenschappen, de
theologie willen de heeren op eenmaal, dus
tegelijk met hetgeen aanhangig is gemaakt, m
hare eere hersteld zien.
Deze eischen, die eene mgrypende reorga
nisatie der openbare universiteiten noodig
maken en daarom in dit stadium met zoo
maar kunnen ingewilligd worden, dreigen nu,
in vereeniging met de tegenstanders, die ui
het revolutie-beginsel leven, de ingediende en
breed besproken wet op het hooger onderwys
met schipbreuk. Want is het al niet m de
Tweede Kanier, dan zal die schipbreuk, naar
er gehoopt worit, in de Eerste Kamer gezien
worden.
een
dan zij
geen
het
rfj
In deze Kamer toch .hebben, gelijk we weten,
de liberalisten nog altijd de meerderheid.
En al gelukt het den heeren tegenstanders
niet de beslissing, die de Eerste Kamer er
over nemen moet te vertragen totdat de ver
kiezing der prov. Staten in dit jaar afgeloopen
is, toch zou de kans, indien de meerderheid
der Tweede Kamer voor de ingediende wet
eene zeer geringe is, de verwerping door de
Eerste Kamer als eene gewis mogelijke te den
ken zynte meer, daar hare ontbinding vlak
voor hare hernieuwing door de gewone ver
kiezing, eenigszins opzienbarend, en daarom,
in zeker opzicht, moeielijker dan bijv. vóór
twee jaren wezen zou.
De kerkistische hervormden konden, als de
verkiezing der prov. Staten onverhoopt mede
om het ter laaster ure uitgesproken verlangen
der Amsterdamsche predikanten moest gaan,
zich dan wel weder, inplaats van met de coa
litie mee te gaan, bij de oud-liberalen gaan
voegen; teneinde de gereformeerden in hun
verlangen, ja in het verkrijgen van de rechten,
waarop zij met het oog op hen, die aan de
by zond ere hoogescholen zijn opgeleid, aan
spraak hebben, tegen te werken: want al is
het waar, dat de erkenning van de graden
verkregen op byzondere Hooge Scholen voor
aUen zonder onderscheidonder bepaalde in het
ontwerp aangegeven voorwaarden wordt ge
vraagd, 't is evenwel niet tegen het spreken,
dat de te Amsterdam opgeleide er naar men-
sehelijke berekening wel het eerst in zouden
deelen.
Eene verkiezing kort na de stakingsanaire
zou het Coalitie-Ministerie gesterkt uit den
strijd hebben doen komen, maar of eene ont
binding, of eene gewone verkiezing waarby
óók de bijzondere universiteit (als zy niet
genoemd in het wetsontwerp) in het spel is,
thans nog zulk eenen schitterenden uitslag zou
bezorgen, staat voor ons niet zoo vast. In Zeeland
zien wij, ook nu nog en in dat geval, geen
gevaarmaar als dit van alle provinciën kan
gezegd worden zullen wij ons zeer verheugen.
Als de coalitie goed aaneen gesloten blijft
voortwerken en het om iets gaat dat niet haar
groepen verdeelt, maar bijv. om algemeen
stemrecht, dat de groepen onzer gemeenschappe
lijke tegenstanders verdeelt, dan is er ook nu
nog geen bezwaar.
Zij, die onze coalitie verbreken, laden eene
zeer groote verantwoordelijkheid op zich, door
gelijk bij de vóórlaatste verkiezing in de kaart
van het liberalisme en socialisme te spelen.
lijke beginselen en belangen.
Het Ministerie toch tracht wetten te geven,
die in overeenstemming en in het belang zijn
van de christelijke beginselen in het algemeen.
Het trad niet partijdig, niet kerkistisch op,
ook niet in het ontwerp van wet dat nu aan
hangig is. Geen van de groepen der coalitie
krijgt alles wat zy als afzonderlijke groep
wel verlangt. Geen deï groepen heeft trouwens
zelfs in één der Kamers eene meerderheid.
Alleen door het samengaan van groepen kan
er eene meerderheid Wezen, die voor de alge-
meene christelijke begiiselen is.
Zoo kan er ook alleen in den huidigen stand
van zaken eene anti-christelijke meerderheid
komen, wanneer de liberalen, de vrijzinnigen,
de socialisten en een groot deel christelijke
kerkisten samengaan.
Alles van het Ministerie te willen wat wy als
Uit het Dagboek Tan een „Afgescheiden"
Dorpspredikant.
Een verhaal door PEKAH.
TIENDE HOOFDSTUK.
Vit Satans geweld verlost
Toen Ds. de Vries te Kleidorp kwam, was
W niet zóó erg met haar en scheen het zelfs,
dat er eenige verbetering was gekomen, doch
hii wis er Sog niet lang, toen zich weer zulk
y aanval openbaarde in nog heviger mate
zij die te voren gehad had. Nu trad ook
verbetering in, maar integendeel, werd
rlacr tot dag erger. Menigmaal liep
- fjir vloekende dogor hlar tuin, welke aan
dien van Ds de Vnes grensde en alleen door
IrninT springen,11!" taXS ook
ee;en haastig w<Ter terug, wanneer z« bemerkte,
dat deze of gene in de omgeving was. Doch
't was ook geen wonder, warneer zy zich dan
eenige oogenblikken later w>er verborgen had
in een turfschuur, van waarut men haar kla
gend hoorde zingen
„O Godverlos en red mij üt den nood
De waafren zijn tot aan de iel gekomen
Ik zink in V slijkik voel mi ov&rstroomen
Ik ga te grondde vloed is nvj te hoog."
Of ook, men hoorde haar vurig bidden, of
kermend smeeken „Heere zie my ne ellende
aan en verlos mij toch uit destrikken van
den Booze". En wanneer zij mar zóóver kon
komen, dat zij bidden kon, dan mrd het ook
weer eenige oogenblikken, somfds zelfs een
paar dagen, wat beter met haar. Maar konzy
tot bidden niet komen, dan klomharen angst
en hare benauwdheid van uur toluur, en dan
beleefde men de vreeselykste tooielen. Wan
neer in zulke omstandigheden k de Vries
haar eens bezocht, kon hij meestageen enkel
woord aan haar kwyt worden. Va. den Her
vormden predikant wilde zy echterin het ge
heel niets weten. Deze had haar ees in zulk
een toestand bezocht en had met haar ge
sproken, en het scheen wel, dat zij sdert dien
tyd geheel afkeerig van hem geworin was.
Op zekeren Zaterdagmorgen toenRoosing
afzonderlijke groep begeeren, is het onmogelijke
te eischen en geen rekening te houden met
hetgeen waarmee het Ministerie rekening
houden moet. Littooij.
Lot en Spel.
III.
Het gebruik van het lot heeft over het al
gemeen in de H. S. ten doel den wil van God
te leeren kennen. Zelfs de heidensche zeelieden
waarvan het boek Jona spreekt, zochten den
wil van hun God te weten. Ze zeggen komt,
laat ons loten werpen, opdat wij mogen
wetenom wiens wil ons dit kwaad overkomt. Ik
twijfel er zelfs niet aan, of ook de goddelooze
Haman zocht door het lot zekerheid of de go
den zyne plannen begunstigden.
Zoo ligt in het gebruik van het lot tweeërlei
gedachte en wel deze ten eerstede mensch
is geheel afhankelijk van God en kan zich tegen
zyn wil niet roeren noch bewegenten andere
de mensch verkeert in gemeenschap met God,
en God is niet verre van den mensch. Er ligt
dus oorspronkelijk in het gebruik van het lot
een diep riligieuse, echt vrome gedachte. En
het staat met het lot ongeveer als met den
eed. Het ydel gebruik, het misbruik onteert
den Allerhoogste, maar het godvruchtig ge
bruik is een aanroepen van den Heere, een
belijden Gy, o God, en niemand anders kunt
mij in dit moeielijk geval bekend maken, hoe
ik handelen moet.
Nu valt gemakkelyk in te zien waarom alle
ij del gebruik van het lot zondig is. Wy zullen
straks ook aanwijzen tegen welke geboden van
Gods wet dit strijdt.
Moeielijker kunnen wy vatten waarom wy
niet in alle voorkomende gevallen, godvruchtig
het lot mogen werpen. Onder Gereformeerden
geldt als regelhet lot moet gebruikt als voor
Gods aangezicht, na vooraf met gebed tot Zijn
troon genaderd te zyn. Daarin ligt voor het
godvruchtig gefnoed iets aantrekkelijks. Er kan
zooveel twyfel bestaan aangaande den wil van
God. Wordt nu het lot in den schoot geworpen,
en is het geheele beleid daarvan van den Heere,
zie, dan valt alle twijfel en onzekerheid weg
en de mensch vervolgt rustig zyn weg.
Mij is een zeer eigenaardig geval bekend.
Een candidaat tot den H. dienst was op reis
naar een der gemeenten waar hij beroepen
was. Hy had het voorrecht meer dan een be
roep te hebben ontvangen. Onderweg spreekt
hem een broeder aan, die belangstellend infor-
zaak eene beslissing genomen wordt. Heel
vlot loopt het antwoord niet, het sehynt of de
candidaat eenigszins bevreesd is van een licht
zinnige handelwijze te worden beticht. Toch
is hy zich volkomen bewust alleen Gods weg
te zoeken. De broeder echter zou daarmee
veel spoediger gereed zijn. Immers het lot
wordt in den schoot geworpen en het geheele
beleid daarvan is van den Heere. Zooveel be
roepen zooveel briefjes en dan broer of zus
geroepen om een van de briefjes te halen en
't is beslist. Zoo is de wille Gods
Dat is eerst waarlyk godvruchtig't Is heele-
maal overbodig om de gemeente te gaan bezoe
ken, kerken pastorie te bezien, te informeeren
naar den geestelijken en stoffel ij ken welstand
der gemeente. Dat is wereldsch en past niet
aan wie Christus wil .dienen in het Woord
Hij ga waar God hem roept en moet niet
by Ds. de Vries turf bracht, vroeg deze
„Roosing, hoe gaat het met uwe vrouw
„Och, treurig dominé", was het antwoord;
„zóó treurig als het nooit geweest is. Indien
het geen Zaterdag was, zou -ik willen vragen,
of ge mijn vrouw nog eens bezocht, doch nu
durf ik dat niet vragen."
„Nu", hernam de leeraar, „ik hoop tegen
den avond even bij haar te komen." Zoo deed
hy dan ook. In den schemeravond het was
in November ging Ds. de Vries er heen.
Vrouw Roosing lag te bed. Bij haar bed ge
komen vroeg hij: „Wel vrouw Roosing! hoe
gaat het Is het weer niet in orde
Zij keerde zich echter dadelijk om, en wend
de haar gelaat af, terwijl zy sprak: „Gij moet
naar my niet meer vragenen gy behoeft my
ook niet meer te bezoeken. Ge moet ook niet
meer met my spreken, want het is nu uit. Er
is niets meer aan my te doen. Ik ben voor den
duivel, en ik zal nu ook spoedig by hem we
zen. Morgen zal ik wel dood wezen, en dan
kan ik Donderdag begraven worden. Ha! ha!
Dooden begravenJa, ik ben voor den
duivel. HahaIk moet dus maar een dood
kist hebben van het slechtste hout, ja, van
het slechtste hout. Dat is goed genoeg voor
iemand, die toch voor den duivel is haha
Deze woorden werden zoo schielijk achter
elkander uitgesproken, dat Ds. de Vries ook
is dat-in suya mot dc olxrioto
mocri naar de wijze waarop in deze gewichtige
l =3