FEUILLETON. Uit het Dagboek m een ..Afgeseheiden" Dorpspredikant. Christus zal altijd worden grootgemaakt in mijn lichaam, hetzij in mijn leven, hetzij in mijn sterven. En vraagt gy my, op welken grond rust deze uw hoop en verwachting Hoe weet gij zulks Omdat het leven mij Christus en het sterven mij gewin is, daarom ben ik er vast van overtuigd, dat Christus in beide gevallen leven of dood in mijn lichaam zal worden grootgemaakt. Dit is de aanleiding, die den apostel dit getuigenis aangaande zijn 1 even en sterven doet afleggen. N. D. V 4RI A. Het huwelijk en de Overheid. De bemoeiing van de Overheid met het huwelijk, zooals wij die thans kennen, is nog niet van ouden datum. Eerst in 't begin der 19e eeuw eischte de staat zijne rechten op dit terrein op. 't Is zeker een van de weinige goede daden, die door Napoleon Bonaparte, ons geschonken werden. Wij zullen op dit oogenblik nu de vraag niet stellen uit welke oorzaak deze verande ring voortkwam. Zoo wij dat nagingen, zouden wij wellicht eer geneigd zijn, wat hij deed te laken dan te loven. Wij constateeren thans alleen 't feit als zoodanig. Want ontegenzeg gelijk is daarmee voor ons maatschappelijk leven veel gewonnen. De kerk kan niet het geheele leven voor zich opeischen. Gezwegen nog er van, dat zij niet het aangewezen lichaam is om alle zaken van administratieven aard te regelen, moet zeker erkend, dat de Overheid alleen in staat is, hier de rechten harer burgers te handhaven. Vooral wie de Overheid eert als Gods Die naresse zal in dezen volmondig haar recht eerbiedigen. Geen huwelijk is voltrokken zoo lang de Overheid er niet haar zegel aan gehecht heeft. Misschien schijnt het menigeen een geheel overtollig werk, dit nog verder uiteen te zetten. Het is een gedachte die onder ons volkomen zekerheid heeft. Toch gaan wij in de practijk hier aan een groot euvel mank. Wij Gereformeerden zijn dikwijls heel zuiver in de leer, de theorie laat niets te wenschen over. Maar als wy heel deugdelijk getheoretiseerd hebben, meenen wij genoeg gedaan te hebben. Hoe wij nu zulk een theorie omzetten in werkelijkheid, wij denken er bijna niet, in ieder geval veel te weinig aan. Gode zij dank, onder ons zyn er nog byna niet die zonder huwelijksvoltrekking door de Overheid, een gezinsleven aanvangen. Onze breuke ligt elders. Er is een zonde, die ik liever niet noemde, maar zoo algemeen, dat ze biina in alle oorden van ons vaderland, en waarschijnlijk ook ver er buiten zeer bekend is Denk slechts aan de zoogenaamde „gedwon gen huwelijken". Ik wil dit kwaad nu eens met bezien bij het licht van het 7 e gebod van Gods Wet, maar vraag thans alleen naar uwe verhouding tot de machten van God ingesteld. Niemand kan mij het recht daartoe ontzeggen. Vooral niet, wijl bij de bestraffing van dit kwaad de uitvlucht niet zeldzaam iswy zyn voor God getrouwd. Zoo'n woord, aangedikt met de noodige algemeene phrasen, klinkt wel vroom. Maar goed beschouwd is het toch een groote leugen. Een verhaal door PEK AH. Derde Hoofdstuk. De rentenier van Kleidorp Het grootste gedeelte van den dag bracht hij op de straat door. Met langzame schreden liep hij dan gedurig de groote dorpsstraat op en af, telkens achter zich omziende, als of hij gejaagd werd, én iemand hem op de hielen zat. Zyn kleine grijze oogen, die onder de groote klep van zijn pet verscholen waren, rolden onrustig van het een naar het ander, en zijn mond was altoos in beweging alsof hy at Alleen op de uren, wanneer de schooljeugd naar school ging, of de school ver het, wan delde hij niet. Dan zorgde hy er altoos voor dat hy bij de deur zijner woning was, om iederen jongen, die het wagen durfde een voet op zijn stoep te zetten, een duchtigen tik te geven met den grooten stok, wanneer tenminste zulk een jongen hem niet te vlug God heeft huisgezin, Overheid en kerk in onderling verband gezet en niemand onzer heeft het recht, die willekeurig, als het hem te pas komt, van een te rukken. Uit Hem is het huisgezin, uit Hem is de Overheid, uit Hem is de kerk. En al ware er geen andere reden om deze zonde te straffen dan deze alleen, dan nog zou zij zeker sen- surabel zijn. Daarom behoort het der gemeente diep in geprent, dat wy overal waar wij zyn, met God te rekenen hebben. Wie belijdtde overheid is op haar terrein Gods Dienaresse, zij verricht zijn werk, hij beginne ook met haar waren eerbied te schenken. En dan is niemand voor God getrouwd, zoolang niet de Overheid het huwelijk voltrok. Wij loopen in onzen tijd gevaar van alles te maken, wat op een gegeven oogenblik ons gepast schijnt. Staan wij tegenover de kerk, dan spreekt men alsof de Overheid alles is. Maar zoodra hebben wij niet met de Overheid te doen, of ook zij verliest in waardij, Alles vloeit, de grondslagen worden losgewoeld nu eens wor den de ordinantiën Gods op het terrein van het natuurlijke, dan weer op dat van het geestelyke leven op zij gezet. De schade van dit kwaad is onberekenbaar. In de eerste plaats, wij worden aan de tucht ontwend en doen zeeï dikwijls wat goed is in onze eigen oogen. Zonde uit onkunde is wel niet onschuldig. Maar afschuwelijk is zeker het kwaad, bedreven tegen een zoo klaar en duidelijk weten in. Allen houden wij veel van menschen uit één stuk, wier ja, ja en neen, neen is. Ook in deze zaak gaat dit door. De Overheid eeren is niet alleen hare hulp inroepen, als wij die niet missen kunnen, maar haar erkennen in de hooge plaats, door den Heere haar aangewezen. Zal het heerlijke van onze belijdenis uit komen, dan moet deze niet blijven een ver zameling van afgetrokken ideeën, waarmee wij in het leven al bitter weinig rekenen. Neen, belijdenis en leven zyn niet te scheiden. De belydenis wijst den regel aan voor het leven. Zy moet ons in merg en been zitten, onze tweede natuur worden. Daarmee is heel veel gewonnen. Wy hooren tegenwoordig dikwijls spreken van klasse- bewuste arbeiders. Ik vertrouw zulk een klasse- bewustzijn niet en verwacht er weinig zegen van. Want al is onderscheid tusschen heer'en knecht, patroon en itheider door God gewild, daarmee is nog de klassenstrijd niet geprocla meerd. Weet gij waar ik veel meer vertrouwen in heb en veel meer zegen van verwacht? Van een belydenis-bewuste gemeenteVan een christenvolk, dat de ordinantiën Gods eert, en in ernst en oprechtheid wandelt voor Gods aangezicht. Zulk een volk was in den stryd onzer vaderen met Spanje de kurk waarop onze natie dreef. Ongeloovigen, als zy schreven over „Calvinist of Libertijn", gaven toch aan de stoerheid en deugdelijkheid van den Cal vinist zeer de voorkeur. Dien ouden roem moeten wy herwinnen. Daarvoor is onze belydenis schoon genoeg en onze opvatting van de gemeente stelt evenzeer haar ideaal niet te laag. Maar de eerste moet een stuk leven worden en de laatste een dienaresse Gods, om Zijnen wil te volbrengen. af was. En dit was meestal het geval. Een maal had hij een stok stuk geslagen, niet op zoo'n „brutalen" jongen, maar op een steenen paal, die by zijn stoep stond, en toen had hy scha devergoeding geëischt, want die jongen was er natuurlijk oorzaak van, dat zijn stok in tweeën wasdoch even natuurlijk was het, dat hij die schadevergoeding niet kreeg. De vrouw van Van der Schraap had een zeer ongelukkig leven, en menigmaal klaagde zij over hem. Hare ongelukkigste dagen waren het als het regende, en haar man dus in huis moest blijven. Dan maakte hy overal aanmer- kingen op, en wilde ook in huishoudelijke zaken zyne vrouw den weg wijzen. En wan neer deze dan dien weg niet volgde, schold hy en noemde haar „een eigenzinnig schepsel", en 't gebeurde dan ook wel eens dat hij zijne vrouw met den stok dreigde. Eenzyner kinderen zeide eens dat er nog nooit iemand omgang met zijn vader gehad had, die geen verdriet van hem had gehad. Dit was zeker niet een gunstig getuigenis. Toch is zulk een getuigenis niet vreemd. Wie met gierigaards moet omgaan, heeft altoos verdriet. En on gelukkig, wie van Van der Schraap af hankelyk was. Want hij hielp ook wel eens deze en gene, die in oogenblikkelyken geldnood ver keerde, maar nooit dan tegen hooge rente, die hij echter altoos eerst al van de som af Dan maken wij niet langer van alles een carricatuur. Het huwelijk wordt een instelling Godsde ouders worden geëerd naar Gods gebodde Overheid kan volstrekt niet gemist en geldt ons als Gods dienaresse, die geëer biedigd moet worden, ook in zulke zaken waarvoor zy niet straft. Zoo leeren wij klaar en onderscheiden zien, hoe wy ons naar 's Heeren geboden te gedragen hebben. De valsche verontschuldigingen zullen zwijgen en in wie waarlijk de vreeze des Heeren woont, uit diens hart zal de bede opgaan: „Och Heere, dat mijne wegen gericht werden, om uwe inzettingen te onderhouden". D. Hoek. uit DE PERS. De Standaard herinnerde in schoone artikelen aan het volkspetitionnement om eene School met den Bijbel en de aanbieding daarvan op 3 Augustus 1878 op het Loo aan Z. M. Wil lem III. Onder de opsomming van de boekdeelen, waarin de adressen met handteekeningen wa ren saam vergaderd, is in het verslag van de Standaard Zeeland uitgevallen. Voor Zeeland was één boekdeel. Het werd bij de aanbieding op het Loo gedragen door Jhr Mr. Pompe van Meerdervoort. Het aantal petitionnarissen be droeg 305.102, vertegenwoordigende 114.375 schoolgaande kinderen. Zeeland leverde hiertoe 14090 petitionnarissen, vertegenwoordigende 6623 schoolgaande kinderen. Het was een tijd van zeldzame geestdrift en éénigheid onder de christenen. Zoo even vernamen wij, dat de Augustus-collecte te Vlissingen heeft opge bracht plm. honderd guldenreeds een goede dertig gulden meer dan ten vorigen jare, terwyl nog wel nagiften zullen komen. Het is dit jaar de vijfentwintigste maal, dat de Uuie- colleete wordt gehouden. De bladen, ook sommige kerkelijke, gaan voort allerlei bijzonderheden omtrent de verga deringen van het Conclave (de samenkomsten der Kardinalen) en de keuze van eenen nieuwen paus mede te deelen. De groote vraag is, of er een paus zal worden benoemd, die als zyn voorganger de christelijke demokratie zal voor staan en bevorderen, of meer op de eerbiedi ging van de rechten van den pauselijken stoel zal aandringen. Juist lezen wij, dat kardinaal Jozef Sarto tot paus is gekozen. In de vroegere republieken Transvaal en Oranje Vrijstaat en in Kaapkolonie zitten oium stamgenooten niet stil. Overal verrijzen, in de eerstgenoemde landen vooral, Hollandsche scholen. Men bemint de moedertaal meer dan ooit. Ook beginnen wederom velen uit ons land derwaarts te trekken, zelfs uit onze om geving. In onzen tijd van meetings en vergaderingen en Conferentiën blijven onze kerken niet achter. Donderdag13 dezerzal D. V. de Centrale pastorale conferentie te Zwolle worden gehou den in de Plantagekerk. Dit is duseene algemeenein het midden des lands gehouden wordende predikantenvergadering. Ook belang stellende lidmaten der Gereform. Kerken heb ben toegang, mits zich vooraf aanmeldende by den Voorzitter of den Secretaris. Belang rijke onderwerpen zullen daar worden ingeleid en besproken, alsHet verband tusschen dog matiek en exegesedoor prof. Lindeboom, De, nam. En wie voor hem werken moest, was er ook al niet gelukkig aan toe. Want al werd te voren een accoord gemaakttoch ging het daarom nog niet altijd even gemak kelijk om betaling van hem te krijgen. Menig een wilde dan ook niet voor hem werken. We zeiden dat Van der Schraap schatrijk was. Hij was daarom ook de „hoogst aange slagene" in den „hoofdelijken omslag" of zooals de Kleidorpers zeiden„in de dorpskosten". Die „hooge aanslag" verdroot hem zeer, en daarover klaagde hij eiken dag. En toen die aanslag nog hooger werd, en nóg al hooger, toen werd hem dit wat al te erg. Doch wat zou hij er aan doen Betalen was de boodschap voor hem. Eindelijk werd echter die aanslag zóó hoog dat hij besloot Kleidorp metterwoon te verlaten en een woning te zoe ken op een dorp, waar die kosten minder waren Overal werd geinformeerd en zulk een dorp was eindelijk gevonden aan den Rijn, in de omgeving waar hij vroeger als landbouwer had gewoond. Hy huurde er een nette woning voor honderdvijftig gulden per jaar en de tijd werd bepaald, wanneer hij Kleidorp verlaten, en zijn gehuurde woning betrekken zou. Den Zondag vóór zijn vertrek was juffrouw van der Schraap als naar gewoonte bij Ds.de Vries ter kerk. Toen de kerk uit was, en de diakenen de Collecte overstortten in het geld-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1903 | | pagina 2