Is er.oorzaak?
EENE HERINNERING
vermogen, dat zy onmogelijk missen kunnen.
Door dat gedenken, door die gave, door
dat vermogen zou het hun mogelijk zijn,
om te volharden tot het einde en de za
ligheid te verkrijgen.
Ook wij verkeeren wel eenigermate in
den toestand dier Hebreen.
Want wel is het lijden, de verdrukking
der kerk in ons vaderland niet gelijk die
toen waren, doch dat is grootendeels het
gevolg van het niet ingaan in den voor
gestelden loop en strijd of van het stilstaan
en stilzyn in denzei ven.
De verachtering en verflauwing is reeds
groot. Zwak is de belijdenis en nog zwak
ker de daad en daarom is er voor de kerk
betrekkelijke rust, en zijn de smaadredenen
en de bespottingen nog niet heftig en fel
daarom treedt de wereld nog sparend en
verschoonend tegen de kerk op.
Was er gevaar voor de uitnemende ge
meente, aan welke de apostel dit schrijven
richtte, hoe ontzachlijk groot moet dan
niet het gevaar voor de tegenwoordige
kerken zijn.
Ook wij hebben dan wel noodig dit woord
te hooren.
Laten wij het dan een weinig overdenken.
Welke ernstige en droevige dagen door
leven wij
In onze steden en dorpen wordt het ge
tal lyders aan de geheimzinnige ziekte, die
door geheel Europa heen trekt, met den
dag grooter.
In onze huizen komen schier eiken dag
zwartgerande brieven, doodsberichten be
vattende van geliefde betrekkingen of vrien
den. En nog is het einde niet te voorzien.
Er zijn gezinnen, waar allen aangetast
werden en niet ééne hand overbleef om de
kranken te verzorgen. Door vele armen,
die op het ziekbed werden geworpen, wordt
schromelijke ellende geleden, als zij niet
het voorrecht bezitten goede vrienden en
armverzorgers te hebben, die zich veel aan
hen gelegen laten liggen. De influenza
tast niet alleen menschen aan, die in on
gezonde huizen wonen en in groote steden
op elkander gepakt zitten, maar grijpt rij
ken en armen, in gezonde en in ongezonde
streken, evenzeer aan.
De hand des Heeren is tegen Nederland
opgeheven
Na een barren winter, welks gelijke er
schier niet geweest is naar menschen heu
genis, trad een koude zomer in, en nu
komt de influenza, die voor twee jaren ons
reeds bezocht en zooveel slachtoffers maakte,
ons opnieuw teisteren. De oordeelen ver
laten ons niet.
O mocht de sprake vernomen worden,
die deze vernieuwde plaag van Godswege
tot ons brengt
Het is zoo vreeselijk, geslagen te wor
den en geen pijn te gevoelen
O Land, Land, Land, hoort des Heeren
woord
Zijn er teekenen van, dat men zich buigt
voor den Koning der Koningen
Toen de cholera honderden in ons va
derland wegraapte, was schier op ieders
aangezicht verslagenheid te lezen. De be
dehuizen liepen opgepropt vol. Maar wie
bemerkt daarvan thans iets Wij willen
wel toegeven, dat niet zoovelen ter kerke
kunnen gaan, omdat zulk een verbazend
groot getal menschen door de heerschende
ziekte zijn aangetastmaar kon het kerk
bezoek, dit in aanmerking nemende, niet
veel beter zijn dan het geval is Konden
met name de avondbeurten in de week
niet bijna evenveel bezoekers tellen als des
Zondags Is het daar niet verre van af
De heidensche stad Ninivé bekeerde zich
op de prediking van Jona, maar waar is
te zien, dat ons volk, dat toch een gedoopt
volk is, zich buigt, ik zeg niet onder de
aankondiging van de tuchtroede, die be
steld is, maar onder den geesel, die al
weken lang striemt
Hoe was het op Nieuwjaarsdag Bleek
het niet, ondanks de vele zieken, dat velen
in dronkenschap de intrede van het nieuwe
jaar vierden Achab kleedde zich in het
zwart, ging langzaam, toen hem Gods
oordeelen werden aangekondigd, hij was
nog wel een gocldelooze koning, en nu zijn
de oordeelen Gods over ons gekomen en
van verootmoediging is schier niets te be
speuren
Moet het iemand, verwonderen, dat de
Heere ons volk bezoekt met ziekte en ve
len laat wegnemen door den onverbidde-
lijken dood
Op hoe velerlei wijze zijn de kinderen
onzer natie geroepen tot de wet en het
getuigenis, en wat waren de vruchten
Men bleef de kerk des Heeren, die zich
openbaart naar het Woord van God, te
genstaan en vervolgen.
De vaccinedwang bleef gehandhaafd.
De Sabbatsontheiliging ging door-
De afschaffing van de doodstraf bleef be
stendigd.
De school, waar de jeugd niet naar Gods
Woord kon onderwezen worden, bleef de
bevoorrechte boven de scholen met den
Bijbel.
Een ministerie,waarin onderscheidene be
lijders van des Heeren naam zitting had
den, moest het veld ruimen voor raads
lieden der kroon, waaronder niet één, die
in het openbaar Gods Woord boven men-
schelijke wijsheid durft stellen. Mannen,
die als rechtzinnigen willen te boek staan,
werkten mede om staatslieden op het kus
sen te helpen, die er zich niet voor scha
men, om de beginselen der Fransche revo
lutie als de hunne te erkennen.
De z. g. Haagsche Synode bleef zooveel
kracht bezitten, dat zij met hare den
I Christus vijandige macht honderden kerken
in zondige boeien geslagen hield, ge
steund als zij wordt door onze rechtbanken
en het meerendeel der invloedrijken in den
lande.
Ons volk bleef den drankduivel offeren,
wierp zich reeds ten deele in de armen
van leiders, die eene revolutie voorberei
den, welke zoowel de kroon als de kerk
met vernietiging dreigt, terwijl nauwelijks
één tiende deel onzer natie zich als belij-
ders deed kennen van de waarheid, die
Nederland heeft groot gemaakt.
!Is het niet recht, dat God met zijne
oordeelen onzen bodem bezoekt
Is Gods toorn niet billijk ontstoken
En nu spraken we nog niet eens van
onze nationale schuld, die we maakten
tegenover de inboorlingen onzer over-
zeesche bezittingen, van wier geld we wel
hebben geteerd, (al hield dit op tengevolge
van den oorlog met Atjeh) doch die wjj
niet gediend hebben door hen het Evan
gelie te brengen, terwijl ons volk wel toe
liet, dat zij verwoest werden door den ver-
derfelyken opium.
En dan het Zion GodsWel is waar,
er is eene krachtige deur geopend, waar
door wij hopen, dat het grootste deel van
de belijders van 's Heeren Naam kerkelijk
als broeders van hetzelfde huis zullen gaan
samenwonen. Doch hoevelen houden zich
nog >met een boekske in een hoekske"
terug, uit vrees voor de vijandschap der
wereld, zonder medelijden te hebben met
het gruis van Zions muren Hoevelen too-
nen met woord en daad er geen oog voor
te hebben, dat in hunne kerk Gods ver
bond wordt ontheiligd, waarop toch ge
dreigd is, dat de toorn des Heeren zou
ontbranden En ook daar, waar men ker
kelijk betere paden koos, hoeveel breuken
en bannen bleven nog bestaan Hoe wei
nig offervaardigheid blijkt er te zijn hoe
veel liefdeloosheid wordt er nog gevonden;
hoeveel getwist en gekyf heeft er nog
plaats, waardoor men de wereld tot eene
aanfluiting wordt en nalaat, door onder-
lingen strijd ontzenuwd, den arbeid der
liefde en de werken der barmhartigheid te
doen, die de gemeente toch op de hand
gelegd zijn
Ach wel is er reden om, met het oog
op dit alles, te roepen »Wij vergaan door
Uwen toorn, en door Uwe grimmigheid
worden wij verschrikt."
Het oordeel begint toch van het Huis
Gods.
Maar ook aan de andere zijde mag op
grond van het eeuwig genadeverbond, be
zegeld door het bloed des Middelaars, de
verzuchting tot God oprijzenGedenk in
uwen toorn, des ontfermens", terwijl de
roepstem des Heeren weerklinktKeert
weder, gij afkeerige kinderen, en Ik zal
uwe afkeeringen genezen."
Alleenlijk, ken uwe ongerechtigheid, dat
gij tegen den Heere hebt overtreden."
(Z.'H. Kerkb.) W.
aan de mannendiehoewel hoofd des gezins
tot nu toe nog altijd -verzuimd hebben
om in hun huisgezin voor te gaan
in den gebede.
Waar wij het nieuwe jaar ingaan, willen
wij deze zaak in herinnering brengen, waar
zulks noodig is. Het is toch de roeping
van een huisvader, om in zijn huis voor
te gaan in den gebede. Hij immers is
priester in zijn gezin. Hij staat voor zijn
gezin aansprakelijk. Hij is hoofd der
vrouw, ook hoofd in zjjn gezin. Hij moet
optreden, onderwijzende, biddende, regee-
rende, als een Christen huisvader, die als
zoodanig tot het ambt geroepen is, om als
profeet te onderwijzen, als priester zich
zeiven en zijn huisgezin Gode te wijden
en voor hetzelve te bidden, en als koning
hetzelve te regeeren in de vreeze Gods.