Zondag vm. half 10 uren en nm. twee uren,
Dhr. HaVERKATE.
Oudejaarsavond en nieuwjaarsmorgen Dhr.
Haverkate.
SINT MAARTENSDIJK.
le^Kerstdag vm. half 10uren en nm. twee
twee uren, Lezen eener ?red.
2e Kerstdag vm. half 10 u. Lezen eenerPred.
Zondag vm. half 10 en nm. 2 uur, Lezen
eener Pred.
Maandagavond 6 uur, Ds. Hulshbos.
Oudejaarsavond en nieuwjaarsmorgen Lezen
eener Pred
OOSTBURG.
Ie Kerstdag vm. half 10 en nm. 2 uur,
Lezen eener Pred.
Zondag
Oudejaarsavond Geen opgaaf ontvangen
Nie u wj aars m o rgen
SCHOON DIJKE.
(Chr. Geref. Kerk.)
Ie Kerstdag vm. half 10 en nm. 2 uur,
Lezen eener Pred.
2e Kerstdag, geen opgaaf ontvangen.
óc&e (^etej'otiucetde «liet ken.
Gtfüclëele czaedeeleelingen.
Van de Kerk van Vlissingen.
Zitting eener commissie uit den Kerkeraad Maan«
dag 28 December, des avonds van 810 uur.
Vergadering van den Kerkeraad met Diakenen
Woensdag 30 December, des avonds te half negen.
Opgave van busjes en contributies voor de zen
ding enz. D. V. in een volgend nummer.
Namens den Kerkeraad
J. P. Brand Smith, scriba.
De kerkeraad der Ned. Geref. kerk van Seroos-
kerke roept de stemgerechtigde leden op, om uit
het door hem gestelde dubbeltal, bestaande uit de
"broeders A. Maljaars en A. Wisse Phz. een diaken
te kiezen op Vrijdag den eersten Kerstdag, terstond
na de namiddag-godsdienstoefening.
Namens den Kerkeraad
P. Melis Pz. Scriba.
Verantwoording: van liefdegaven.
Yoor de Zending ontvangen uit het
huisbusje van A. F. f4,56£.
A. Krijger.
Diaconaal - Hulpbetoon.
Met hartelg ken dank ontvangen bij Mej.
Jonk van S. Y. f2.
Met hartelijken dank ontvangen bij Mej.
Yerhage van Mevr. L. een lap wollen stof;
van Mej. D. L. 4 jongenspetten, 6 wollen
dasjes, 2 teerlingschorten en van mej. N.N.,
door tusschenkomst van mej. D. L. f 4.
KERSTFEEST,
Wederom KerstfeestHet eerste onzer
Christelijke feesten aan het einde des jaars.
Welk een veelzeggend saamtreffen is dit.
Denk er ernstig over na, Lezer.
Wat hebben wij reeds menig kerstfeest
mede gevierd Doch aan het getal kerst
feesten, dat gij zult mede vieren komt een
einde. De Heere, uw God, heeft dat aantal
vastgesteld, en met elk feest, dat gij viert,
wordt dit getal een minder.
Hoevelen zullen wij er nog hebben na
dit?
Hoevelen hebt gij in waarheid medege-
vierd
Yoor de herders van Bethlehem, voor
de wijzen uit het Oosten, voor Simeon en
Anna was het waarlijk feest. Zij smaakten
een blijdschap, waarin zelfs de engelen
deelden.
Hun ziel verheugde zich in God, want
de Heere had groote dingen bij hen ge
daan.
Zij konden roemen in de ervaring van
's Heeren trouw en barmhartigheid, macht
en heiligheid. Over het volk, dat in duis
ternis woonde, was een heerlijk licht op
gegaan, en zij mochten met een levendgemaakt
oog en hart dat licht aanschouwen.
En gij, Lezer, wat heeft uw oor gehoord,
uw oog gezien, uw hart gesmaakt Zijt
gij wel ooit uitgegaan, om iets te hooren
en te zien en te smaken van de geopen
baarde genade Gods, van de geopenbaarde
verborgenheid der godzaligheid
Welke wenschen hobt gij voor dit kerst
feest
Zullen het u niet meer behoeven te zijn
dan aangename familiedagen of dagen van
genot in de ij dele vermaken der wereld
Zult gij u voldaan achten, zoo het u ge
lukken mocht, uw vroom gevoel tevreden
te stellen met ijdele aandoeningen, opge
wekt door hoogdravende liederen of feest-
preêken, door boompjes en lichtjes en wat
al middelen hiertoe nog meer worden aan
gewend
O, zeker mag er een feestpsalm worden
aangeheven en mogen er feesttonen wor
den gehoord, doch laat dat dan waarheid
zijn voor God, laten dat vruchten zijn van
's Heeren feestgaven en geen middelen om
ons zelf in een feestelijke stemming te
brengen; laat woord en lied dan in over
eenstemming zijn met dit feest.
De kerk voor ruim 19 eeuwen heeft aan
gebeden, gedankt, gezongen, belijdenis ge
daan van den Christus Gods, maar nadat
zij gehoord en gezien had, en omdat de
gave Gods tot zulken kwam, die onder
vele worstelingen en steunende op het
profetisch woord, verlangende uitzagen
naar de komst van den Tempelheer, den
Gezalfde, aan welken hun ziele lust had.
Het waren onaanzienlijken en verachten,
op wie de Heere met de teederste barm
hartigheid neerzag in dat kindeke van
Bethlehem.
Het waren nooddruftigen en geringen,
die Israels ontfermer kwam aangrijpen,
om ze uit modderig slijk te trekken en hen
te verhoogen en te zetten naast rijksgrooten.
Het waren hongerigen, wien het brood
des levens uit den hemel geschonken werd,
armen, die met de goederen des heils wer
den vervuld.
Het waren gebondenen en gevangenen,
wien verlossing en vrijlating uit booze ban
den en bange kerkers werd aangebracht.
Aan het zaad Abrahams werd kennis
der zaligheid geschonken in de vergeving
der zonden en hun werd een hoorn des
heils opgericht. Het is te verstaan dat
die herders en wijzen, die Simeon en Anna,
die Maria en Z ach arias zoo begeerig waren,
om Israels verwachting te aanschouwen en
dat zij met haast kwamen, om de gave
des hemels te zien. Het is te verstaan,
dat zij daarna van Hem spraken, tot allen
die de verlossing verwachtten.
Zijt gij ook van die
Dan hebt ook gij reden, om met de
feesthoudende menigte op te gaan tot de
tent der samenkomst, om den Heere te
loven ea om er u het heerlijk kerstevan
gelie te laten bedienen en alzoo veel van
den Heere te ontvangen.
Er is in dat Evangelie veel, dat diep
verootmoedigtmaar ook veel, dat met
blijde en zalige hope vervult.
Yeel dat verootmoedigt, wijl het ons aan
ons zelf ontdekt.
Zie maar eens hoe de eerste en hoe de
tweede Adam in de wereld intreedt.
Als Adam geschapen wordt dan is alles
recht en goed en heerlijk.
Alles is vrede. Er is geen zonde, geen
toorn, geen oordeel, geen dood, geen ellende
wordt gekend.
Zie nu eens, hoe die tweede Adam in de
wereld komt als een kind, komt in de
gelijkheid des zondigen vleesches, hoewel
zelt zonder zonde zijnde. Hoe arm, hoe
gering, hoe verachtelijk is alles, er is geen
uiterlijke gedaante of heerlijkheid.
De geborene is uit het heerlijkste ko
ninklijk geslacht, de rijkste beloften liggen
er voor Hem, doch in Zijn eigen stad is
voor Hem geen andere plaats dan een vuile
stal, geen ander kleed dan eenige haastig
saamgeraapte doeken.
Zijn volk, zoomin als hun priesters en
ouderlingen en edelen, hebben Hem aange
nomen. Reeds wordt 't zwaard eens ver
worpenen tegen Hem gewet. Ellende en
onvrede, oordeel en dood omringen Hem.
Welk een verschil tusschen den naar
Gods beeld en gelijkenis geschapene in
Edens hof en dit kindeke,dat in deze gedaante
daar neerligt,inde gestalte van een dienstknecht
van iemand zonder eere of recht in Israël, en
die alzoo afbeeldt en uitdrukt, hoedanigeen
de mensch door de zonde werd.
Geen wonder dat allen, die hier komen,
van zich zelf spreken, als van armen en
ellendigen, van nederigen en geringen, van
hongerigen en gevangenen.
Zij, die gevallenen, die in doodstaat
nederliggenden, gevoelen zich zooals Maria
zong, opgenomen van den barmhartigen
verbonds-Jehova.
Yoor zulken is voorwaar het feit van
Bethlehem troostrijk.
Zij leeren daar dat wonderzoete woord
verstaan: Hierin is de liefde Gods jegens
ons geopenbaard, dat God zijn eeniggeboren
Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat
wij zouden leven door Hem" 1 Joh. 49.
De eeuwige vredegedachten over het
o o
gekende volk uit Gods harte worden hier
geopenbaard.
Wat vrije genade is, en hoe vrij de ge
nade is van den Souvereinen Jehova, dat
wordt in dit wonder van Bethlehem aan
de Kerk en aan elk harer levende leden
ontdekt.
Die nu in de doodelijke greep der
wet en der gerechtigheid neêrliggen, zij,
die moeten en niet kunnen God dienen en
zalig worden, zij vinden hier troost en
stoffe tot blijdschap, want nu is Psalm 40
6-9 (Zie Hebreen 10: 5—10) in vervulling
gegaan.