Hst geloof, dat de wereld overwint.
Verslag der classikale vergadering der ge
combineerde Classes van Zeeland op
Woensdag 11 November 11.
Te kalf tien uren wordt de vergadering door ds.
Wolf van Serooslcerke geopend.
Gezongen werd Psalm 138 4. Gelezen Col. 2
Tot liet nazien der credentiebrieven worden aan
gewezen de br3 J. Hulsébos en P. Melis Pz.
Aanwezig zijn 15 kerken met 26 keurstemmen.
De kerken van Axel en St-Maartensdijk zijn niet
vertegenwoordigd. Nog zijn aanwezig 2 broeders
zonder keurstem. Met goedvinden der vergadering
worden naast ds. Ilulsebos, die naar toerbeurt de
vergadering zal praesideeren, aangewezen tot asses
soren de ouderlingen M. J. Coulon en P. Melis Pz.
en tot scriba ds. J. II. M. G. Wolf.
Bij de omvrage naar art. 41 D. K. wordt ook
gevraagd, of de kerken getrouw zijn in het houden
der collecten voor de proceskosten. De kerken
worden vermaand in dezen te doen, wat zij zelve
mede op de synodale vergadering hebben besloten.
De korte predikatie kan niet worden gehouden,
daar ds. Wolf van Axel niet aanwezig is. üp het
verzoek vin ecnen broeder oefenaar om van deze
classes to mogen ontvangen de attestatie, noodig om
te kunnen worden toegelaten tot het examen naar
art. VIII D. K. wordt besloten te antwoorden, dat
de vergadering deze attestatie niet uitreikt aan
broeders, woonachtig buiten deze classis.
Naar aauleiding van het schrijven van den heer
K. Le Oointre in zake de Zeeuwsche Kerkbode,
benoemt de vergadering eene commissie om met
Z.E. te spreken.
Ingekomen is nog een schrijven van den classi-
kalen quaestor, waarin, dat nog f144 door ZE. van
de kerken wordt ingewacht, zullen alle uitgaven
voor de hulpbehoevende kerken binnen de classis
kunnen geschieden.
De kerken worden vermaand de twee jaarlijkschc
collecten voor hulpbehoevende kerken in de classis,
geregeld te houden.
Aan de orde is het rapport der deputaten voor
de vragen bij de kerkvisitatie te doen. Hun advies
is voorloopig bij de oude vragen te blijven. Dien
overeenkomstig wordt besloten.
Met het rapport der deputaten in zake eene kerk
welke hoop geeft voor de reformatie, blijkt dat die
kerk nog maar zwak staat voor de reformatie.
De deputaten worden gecontinueerd.
Rapport in zake trypograaf. Besloten wordt de
beslissing in het al. of niet aanschaffen van den
typograaf uit te stellen tot eene volgende verga
dering' wanneer de aetuarius in het midden kan
zijn.
Het rapport der deputaten in zake de zwakke
kerken kan nog niet worden uitgebracht. Deputaten
worden gecontinueerd.
Het rapport der Kerkvisitatie zal D. V. in de
Januari-vergadering worden uitgebracht. Nog
enkele kerken moeten worden bezocht.
De deputaten naar de voorloopige Synode te
's-Gravenhage brengen verslag uit van het op die
vergadering verhandelde.
De kerkeraden worden er dringend op gewezen,
zich de acta van deze vergadering aan te schaffen,
en ze te bestudeeren.
Dj. Hulsebos doet verslag van den staat der kas
voor noodlijdende kerken buiten de classis. I-lcas
is f 87,67. Aanvrage om hulp kwamen uit de ker
ken van Helmond en Wagenborgen.
Besloten wordt f30 te zenden aan de kerk van
Helmond; f27,67 aan de kerk van Wagenborgen
en voorts nog f 30 aan eene andere hulpbehoevende
kerk.
Volgens het besluit der voorloopige Synode te
's Gravenhage zal voortaan het bedrag van eene
der beide collecten voor de hulpbehoevende ker
ken buiten de classis, geregeld worden toegezonden
aan de Synodale deputaten voor de noodlijdende
.jjjkerken.
De vergadering besluit echter het jaarlijksch
,getal der collecten voor noodlijdende kerken, niet
■te verminderen, maar het te houden op het oude
get.il. Twee voor de noodlijdende kerken binnen,
twee voor de noodlijdende kerken buiten de classis.
Ds. HuIsebo3 wordt aangjwezen tot classikalen
deputaat om met de Synodale deputaten te ver
gaderen over de behoeften der ^hulpbehoevende
kerken.
Op het voorstel van de kerk van Vlissingen
-de classis geve tegen de volgende vergadering een
kort en helder overzicht van de verschillende trap
pen der tuchtoefening volgens gereformeerde ker
kenordening, draagt de vergadering aan ds. Hul
sebos op de volgende vergadering met zulk een
overzicht te dienen.
Op de vraag van diezelfde kerk: hoe te hande
len met hen, die wenschten met de reformatie der
kerken mede te gaan en die, nadat de reformatie
hunner kerk was aangevangen nog z. g. belijdenis
in het Synodaal Genootschap hebben gedaan,
wordt geantwoord met liet door de voorloopige
Synode van Leeuwarden bepaalde, dat zulk eene
belijdenis voor onze kerken van nul en geener
waarde is, eigenlijk geen belijdenis des geloofs is
en dus geen toegang kan geven tot het H. Avond
maal.
Eene openbare belijdenis in het midden eener
Ned. Geref. Kerk zal dus moeten voorafgaan aan
de toelating tot het II. Avondmaal.
Op de vraao1 der Kerk van Grijpskerke wat
kan er nu reeds door de verschillende kerken ge
daan worden [plaatselijk] om de vereeniging met
de Chr. Geref. Kerk voor te bereiden, spreekt de
vergadering uit, dat er niets kan gedaan wor
den, wat zoude zijn een ingrijpen op wat alleen
de gezamenlijke kerken in synode saamgekomen
doen kunnen.
Overigens kan door saam bijbellezingen te doen
houden, elkaar te helpen in liet catechisatie
werk enz. in het belang eener komende vereeni
ging reeds veel gedaan worden.
In een geval van herhaalde ontheiliging van des
Reeren dag in de kerk van Vlisssingen, ontvangt
deze Kerk advies der Classis.
Evenzoo in twee gevallen van zich terugtrekken
van de Kerk. Men zal hen die ^wegloopen' van
de Ned. Geref. Kerk, blijven zoeken met alle
liefde, maar niet beschouwen als voorwerpen van
kerkelijke tucht.
De kerk van Ritthem wordt geplaatst onder
toezicht van de kerk van O. en W. Souburg.
Op deze vergadering is nog aanwezig een broeder
uit eene nog niet ontkomene kerk, om der ver
gadering inlichtingen te geven aangaande den
toestand zijner kerk.
Besloten wordt D. V. dezen winter in die Kerk
de reformatie door het doen optreden van Be
dienaren des Woords voor te bereiden.
Voor de volgende classikale vergadering zal op
roepende kerk zijn de kerk van Oost-kapelle.
Censuur behoeft niet te worden toegepast.
De vaststelling der notulen wordt aan Hiet mo-
deramen opgedragen.
Met dankzegging wordt de vergadering door den
voorzitter gesloten."
Namens de vergadering,
J. II. M. G. Wolff, Scriba.
Verantwoording: van liefdegaven.
In dank ontvangen door den Boekh. van
de Kerkelijke Kas, in de collecte van 15
Nov. voor de plaats van P.P. f2,50. Van
den intrest van S. f3,
Door Br. L. J. de Kok van Mej. N. N.
voor de kerk f 10,
Door Br. A. B. Crucq van V. voor de
plaats f5,
J. J. Dockheer.
Diaconaal - Hulpbetoon.
In dank ontvangen van Brs. Diakenen,
50 cent, gevonden in de collecte 4 Nov.
en Zondag 15 Nov. van J. D. f2,50, bij
Mej. Jonk van N. N. f 1.
School te V el z en.
Woensdag 4 November gevonden in de
collecte van N. N. 50 cent.
J. A. v. Neder veen, Diak. Boekh.
De op 4 November j.l. gehouden collecte
voor de Vrije Universiteit heeft opgebracht
f 50.40.F C. Verhage, Correspt.
1 Samuël 14 6 15.
I.
Onder de vele treffende verhalen, die de
Heere ons in Zijn Woord aangaande feiten
en personen tot leering, tot wederlegging,
tot verbetering, tot onderwijzing geeft, be
hoort ook zeker dat, hetwelk ons in de
hierboven gestelde Schriftwoorden wordt
voorgesteld.
Wij willen het daarom ook een weinig
van naderbij bezien. Mocht het ons zijn tot
leering en onderwijzing, tot wederlegging
en verbetering.
In de dagen, waarvan ons Schriftverhaal
spreekt, was een eeuwen oude vraag weder
met kracht aan de orde gesteld, was een
eeuwen oude strijd weder met nieuwe hevig
heid ontbrand.
Sinds den val des menschen is die vraag,
die strijd er, en zij zullen blijven tot aan
het eindgerichtdan zal God drieëenig zelf
door Koning Jezus, die tot volkomen, on
herroepelijke beslissing brengen.
Het is de vraag niet wie in den hemel
maar wie op aarde koning der koningen
en Heere der Heeren zijn zal. Het is de
strijd om het koninkrijk niet in den
hemel maar hier op aarde
Eigenlijk is dat geen vraag. Evenmin als
het een vraag is, op wie de Heere God
thans in Nederland het koningschap heeft
gelegd.
God is Koning.
Dit te ontkennen, is dwaas en goddeloos.
Die dit ontkent, bewijst daarmede, dat in
zijn verstand en wil en gemoed iets ont
breekt en iets gevonden wordt, dat hem
onbekwaam maakt tot het kennen en erken
nen van den Allerhoogste en van het hoogste.
Hem ontbreekt geloof en hij bezit ongeloof.
Toch maakt de mensch, wiens aard en
natuur door den val en de ongehoorzaamheid
verdorven is, hiervan een vraag, waarop hij
ten allen tijde, op allerlei wijze en in allerlei
tale onveranderlijk hetzelfde antwoordt, nl.
dat niet God, maar het schepsel op aarde
koning is, en dat hier op aarde niet het
koninkrijk der hemelen, maar het rijk der
duisternis alles en allen moet omvatten.
Zoodra nu de Heere zich als Koning
bekend maakt en zijne koninklijke heer
schappij openbaart, ontbrandt ook wederom
met kracht de strijd van den gevallen en
verdorven mensch tegen dezen koning en
zijn koninkrijk.
Geen wonder dus, dat toen de Heere
zich in Israël een volk en in dat volk een
legermacht ging afzonderen, waarover Hij
alleen als Koning zou heerschen en dat
alleen Hem en zijn koninkrijk zou dienen,
dat toen de wereld opnieuw de vraag stelde,
wiens op aarde het koninkrijk zijn zou en
dat nu de strijd van de koningen en volken
der aarde tegen Israël ontbrandde.
Eerst Pharao, toen Amalek, daarna de
Filistijn.
Dat was nu ook de zaak, waarom het in
Jonathans dagen ging wie zal koning zijn
in Israël, God of de mensch
De heerschappij van den mensch en het
rijk der duisternis werden beiden door dat
volk, door dat heirleger Gods bedreigd,
daarom moest juist dat volk, dat leger of
aan het schepsel onderworpen öf uitgeroeid
worden.
Nu was het toen ter tijd niet alleen
de Filistijn, neen maar ook Saul, de Ge
zalfde des Heeren, die in de plaats van
Jehova in Israël koning zijn wilde.
Het was Saul's roeping, om te toonen
aan Israël en aan de volken, dat er
een God en koning in Israël was, die de
God en Heere van den ganschen aardboden