Verantwoording: van liefdegaven. Israël, des Heeren afgezonderde erfdeel. SINT MAARTENSDIJK. Voorm. half 10 uren, Lezen eener Pred. Naraidd. twee uren, Lezen eener Pred. Ayoud zes uren, Lezen eener Pred. OOSTBURG. Voorm. negen uren, Lezen eener Pred. Avond half zes uren,Lezen eener Pred. %edefc<)itiU5cêe ^etej'otiueetde Xetkeu. OfficiëeSe mededeeïiMgen. Vaai de Kerk van Vlassingen. Zitting eener commissie uit den Kerkeraad Maan dag 2 November, des avonds van 8—10 uur. Ontvangen bij de huwelijksinzegening op 23 October, voor de weezen f2.50, eene bijzondere gift voor de armen f2,50. Ontvangen Zondag 25 October voor de weezen, met bijschrift psalm 68 6, 1 2.50, idem f 1 voor de school te Velzen, met het bijschriftDe Heere geve het uit genade veel navolging, f2,50. Voorts ontvangen van B. te li. voor de school te Velzen f 1, voor de weezen f 1.50, voor het schoolfonds f 1.50, van A. M. voorde weezen fl. en eindelijk de contributiën voor de Zending over 1891 (Heidenbode) van B. te li. f 1, van G. d. V. fl. Namens den Kerkeraad, J. P. Braxd Smith, Scriba. De ondergeteekende bericht aan de leden dei- halve stuiversvereeniging te Serooskerke, dat het bedrag over liet eerste kwartaal van het derde jaar bedraagt f 44,57®. Voorts werd nog ontvangen in de bussen f5. J. Geldof Pz. Van de Kerk van Oost- en West-Souburg. De Kerkeraad der Ned. Gerei, Kerk van Oost- en West-Souburg acht het zich een groot voorrecht door tienen te Kunnen bekend maken, dat lx et nieuwe en geheel afgewerkte Kerkgebouw dier Kerk door 's Heeren goedheid zal kunnen worden in gebruik genomen op Dankdag: den 4 Nov. a. s. des namiddags te 15 ui-en. Alsdan hoopt voor do Gemeente op te treden de WelEerw. Hoer Ds. .1. Hul se bos van Vlissing-en. Belangstellenden van elders worden uitgenoodigd deze eerste samenkomst in de Nieuwe Kerk bij te wonen. "Voor ambtsdragers van andere Gereformeerde Kerken zullen eenige plaatsen worden openge houden, De Kerkeraad voornoemd J. DORLEIJN, praeses. J. SUURMOND, scriba. In dank ontvangen door den boekh. van de K. Kas van Br. A. B. Orucq voor de plaats van F. B. f 2,50, voor het orgel van F. B. .75 van Br. 0. Verhage voor de kerk van P. f3,voor de plaats van N. N. f7,voor het orgel van P. f 50. In de collecte 25 Oct.voor de plaats van K. J. f 3,van N. N. f 2.50, van N.N. fl, J. J. Dockheer. Voor de school te Yelzen ontvangen in de collecte, Zondag 25 Oct. van N. f 0,50, N. f 1, N. f 0,50, N. f 0,50, P. f0,50, N. f 0,25, N. f 0,25, N. f 0,10, N. f 0,25. Bij Br. C. Yerhage bezorgd f 0,50, X f0 50. J. A. v. Nederveen. »'S HEEREN L00"\ Met vriendelijken dank ontvangen, col lecte in de Ned. Geref. Kerk van Yrou- wepolder f3,70|. Uit Middelburg 2 in schrijvingen als begunstiger a fl. Van dhr. Laernoes uit Ylissingen van vrouw S. en van L. ieder een kwartje, f 0,50. K. le Cointre, Corresp Want Gij hebt hen U tot een erfdeel afgezonderduit alle volken der aarde.* I Koningen 8 53a. II Als Paulus spreekt over de uitnemende voorrechten door den Heere aan Zijn volk geschonken, dan wijst hij er op, dat dit niet is, omdat zij nu uitnemender zijn en Mozes, Israël er op wijzende, dat de Heere het tot een volk des eigendoms verkoren heeft, voegt er nadrukkelijk bij, dat dit niet geschied is, om hun „veelheid boven alle andere volken," aangezien zij »het weinigste van alle volken" waren. Des Heeren verkiezing, zijn besluit, waar door Hij zijn volk zich tot een erfdeel maakte en afzonderde en waarin, gelijk wij zagen, zoovele nitnemende voorrechten voor dat volk besloten zijn, heeft dus niet tot oorzaak of aanleiding iets, dat in de verkozenen zelf wordt gevonden. Neen, het gansche menschelijke geslacht is uit éénen bloede gemaakt. Het is in zijn geheel en in zijn deelen gelijkelijk verdorven en verdoemelijk voor God. Gods volk is in dat menschelijk geslacht, is daaruit genomen en is dus van nature hetzelfde maaksel als de vorige volken der aarde. Het is even onrechtvaardig, even onheilig, even diep schuldig en verdoeme- lijk, ja het is in zich zelf even onwillig en onbekwaam tot den dienst des Heeren en even onwillig om zalig te worden als alle andere volken. Er was of is in hetzelve geen enkele reden voor den Heere, om het te verkiezen, om te besluiten het tot zijn eigendom te maken, om het het onuitsprekelijk voorrecht te schenken, dat het als een heilig volk Hem mag afgezonderd wezen, met Hem mag alleen wonen. Zij zijn niet minder dan alle andere menschenkinderen verdwaasd in het ver stand en verdorven in den wil, zoodat bij hen zoomin als bij de overigen, van nature eenige kennis van- als eenige begeerte naar God, zijn dienst en zijne zaligheid ooit gevonden is. Daarom hebben zij dan ook niet naar God omgezien, noch van Hem begeerd, dat Hij hen zoo uitnemend bevoorrechten zou. Ook is des Heeren keuze geschied en heeft Hij zijn besluit gemaakt aleer zy ge formeerd waren, ja aleer eenige scheppings daad had plaats gehad. Hoe zou dan de Heere in het nog ongeschapen schepsel redenen voor zijn liefde en goedertierenheid hebben kunnen vinden Neen Hij heeft redenen uit zich zelf ge nomen. Hij heeft hen vrijwillig lief. Daarom heeft Hij hen willen kennen en verkiezen, daarom worden zij geroepen en vergaderd, daarom worden zij afgezonderd uit de volken der aarde, om Hem tot een eigendom te zijn, om bij Hem te wonen. Dit is het onvergelijkelijk voorrecht des volks, waaruit alle andere voorrechten voortvloeien. Uit dit voorrecht komt nu echter een verplichting voort. Ja hun voorrecht is tegelijk hun plicht. Hun hoogste plicht, hun onafwijsbare roeping. Zij mogen den Heere een afgezonderd eigendom zijn, maar zij moeten dit ook zijn. Gods verkiezing, zijn besluit vergunt het hen, maar legt het hen ook op. De Heere wildat zij zijn volk zijn, dat zij Hem alleen zullen toebehooren. Zij moeten Hem kennen, Hem alleen liefhebben, op Hem alleen vertrouwen, alleen met Hem verbonden zijn. Hij beveelt hun dit, Hij eischt dit van hen. Hij wil, dat zij Hem kennen zullen in al hun besluiten, in al hun spreken, in al hun doendat zij belijdenis doen zullen van zijn naam, van zijn recht en macht en koninklijke heerschappij, van zijn waar heid en genadedat zij Hem alleen zullen eeren en aanbidden, dat zij leren zullen, om Hem op 't hoogst te loven en te prijzen. Hij wil, dat zij dit al doen zullen van ganscher harte, met alle kracht en gave, die in hen wordt gevondendat zij het doen zullen met woord en daad. Hij wil, dat zijn volk het in elke zaak, zoowel in het huisgezin als in school en wetenschap, zoowel in de kerk als in bur gerlijke en staatkundige zaken, dat zij het overal, ten alle tijde en des noods tegen allen met Hem alleen zullen houden. Hij eischt en verwacht, dat zij het voor Hem en voor zijn zaak zullen opnemen, met verloochening van zichzelf, ja zoo het moet met verlating en prijsgeving van alles en van allen. Neen, Hij wil niet, dat zij in uiterlijke afzondering zullen gaan leven op de ma nier der kloosterlingen of der doopersche menschen. Hij wil niet, dat zij die af zondering zullen zoeken in een eigenaar dig en zonderling kleed, in een bijzonder gelaat, in een bijzondere sprake, in ver werping van spijs en drank of van eenig ander schepsel, dat God schiep tot nuttig en Hem verheerlijkend gebruik. Hij wil niet, dat zijn volk zich zal ont trekken aan 't familieleven, aan het maat schappelijke en aan het nationale leven. Die afzondering, dat zich onttrekken, dat alleen wonen is geen godsdienstniet in 't minstedat is farizeïsme, dat is eigenwil lige godsdienst,niet in eenige waarde voor God. De Heere heeft dat veroordeeld o. a. in het visioen op het dak van Simons-huis te Joppe. Hand. 10. Hiermede is natuurlijk niet ontkend, dat voor sommige tyden en personen een zich onttrekken en onthouden en afzonderen noodig kan zijn. Doch dat is dan uitzon dering, niet regel. Dat is dan tijdelijk. Dat is dan slechts middel om te genezen of om te voorkomen of om voor te bereiden, maar dat is nooit reeds op zich zelf godsdienst. Daarin is niet in 't minste vervuld den eisch des Heeren, de roeping des volks, waarvan wij nu volgens ons schriftwoord handelen. In den Meester zelf en in de apostelen en onder hen bijzonder in Paulus, is te zien, wat die eisch, die roeping inhoudt, zooals wjj die boven omschreven en hoe

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1891 | | pagina 2