AL LLKL«I. wustzijn dat men werkt het werk des Heeren, terwijl daarenboven in zoo raenigen nood wordt voorzien, zoo menige traan wordt gedroogd, zoo menig dankgebed wordt geboren in de ziel, die zich door den Heere beweldadigd gevoelt Laat ons werken het werk des Heeren. En waar de Heere ons barmhartigheid heeft bewezen in Christus, laat ons daar ook barmhartigheid bewijzen, alzoo doende wat den Heere welbehagelijk is en wat strekken kan tot zegen van anderen, tot blijdschap onzer eigene zielen en tot verheerlijking van 's Heeren naam. P. v. A. INTeêiTands zonde tegen Grod. Als ge let op al de teekenen der tijden, dan mag wel vreeze het hart vervullen. Neêrlands volk toch wendt in schier al zijn rangen en standen in volkomen be wustzijn met hoogmoedigen en bitteren grimlach zich af van Grod den Heere, wiens vreeze en dienst eenmaal Nederland heeft verlost, vernieuwd, gebracht tot kracht, tot bloei, tot luister. Het heeft niet ontbroken aan machtige stemmen des Heeren, die riepen om den afval te voorkomen, te stremmen, te stui ten. Doch met hoongelach werd stemme op stemme beantwoord en met steeds beslis ter keuze stelde zich het volk tegen Grod. Bilderdijk riep men heeft hem ver guisd. Het réveil bezielde eene breede groep der edelste karakters, der hoogstbegaafde mannen om te strijden tegen de duisternis der waan verlichting", om te worstelen met den Geest der Eeuw" 1), om te roepen tot vernedering voor Hem, die sloeg 2) met watervloeden, met burger krijg, met cholera. Doch Rome bleef even afgodisch, het jodendom even vijandig en, waar ook on der het hervormde volk de enkelen hoor den, daar antwoordde de publieke opinie" met woede en razernij daar werden de Da Costa's voluit »ellendigen" 3) ge scholden; deCapadoces letterlijk met smaad redenen overladen, daar surveilleerde alsof het landverraders gold, de politie voor de stoep, om alle namen der bezoekers op te teekenen Kohlbrugge stond opmet kalme gewetenloosheid werd hij »geïsoleerd De afscheiding brak door. De Cock riep voor de schaapskooi Christi 4). Straks verzamelden zich in kleine kuddekes hier en daar scha ipjes rondom dezen goeden her der, wien 6, 7 kloeke mannen ter hulpe kwamen doch heel het land gewaagde nu van een wolvengehuil en in plaats, dat koning en volk zich lieten gezeggen, stemde alles samen in den kreet»roei die fijnen 1) Denk aan Da Costa's Bezwaren tegen den Geest der Eeuw. 2) Zinspeling op Telwalls brochure *Keer weder tot Hem, die slaat." 31 In de Arnhemsche Courant. 4) Do Cock's eerste boekske de sehaapskooi van Christus, aangevallen door twee wolven en verde digd door H. de Cock, gereformeerd leeraar te tJlrum. uit Toen werd in heb Nederland der XIX eeuw een geloofsvervolging aangericht, waarbij honderden malen de godsdienst oefeningen werden verstoord, de ruiten verbrijzeld, de vromen mishandeld, tot kwetsing der eerbaarheid toe, en alle recht banken straften met boete op boete en kerkerstraf op kerkerstraf de geloovigen, die opkwamen voor God en Zijnen Gezalfde, en Christus' Koningschap niet loslieten over Zijne eigene, duurgekochte kerk. Groen van Prinsterer werd verwekt door den Heere. Als een profeet des Heeren bracht Hij vorst en volk, in raadzaal en in volksverg idering tegenover de Revolutie het Evangelie en eischte onderwerping van het staatkundig en maatschappelijk leven aan de ordonnantiën Gods. Dan ach ook deze gave Gods werd veracht als »een generaal zonder leger" bespot en de liberale partijdie met bewustzijn Gods ordinantiën op zij zet, den souvereinen volkswil proclameert, en van haat tegen Christus sist, werd meesteresse in Nederland, ontkerkte de kerk, ontkers tende de school, paganiseerde 5) de Uni versiteiten, bezette alle posten en ambten met hare geestverwanten en vervreemdde velen in alle standen, maar schier heel de gezeten burgerij, zelfs van den vorm der religie. Ach, het atheïsme 6), vroe ger in e-m enkelen vrijgeest met afschuw opgemerkt, werd populair, vooral onder de hoogere-burger-scholieren, en in de ge lederen der radicalen en der sociaal-de mocratie. God gaf de Vrije Universiteit. Won derlijke rijkdom van wetenschappelijk talent en mannelijke vroomheid vereenigde zich hier. Dan ach in plaats dat al wat Christus eerde, zijne zonen zond, onthield de christelijke aristocratie die geheel, en de burgerij gaf een enkele. En in plaats dat Nederland zich door deze machtige prediking van de waarheid van het Cal vinisme en zijn heilrijke beteekenis voor land en kerk liet overtuigen, sleepte de wereld zelf een groot deel der geloovigen meê en ontwaakte een toeleg om, het kostte wat het wilde, deze gehate stichting ge heel af te dringen van het terrein der kerk, en met vruchteloosheid te slaan. Ach, hand over hand neemt de macht van het ongeloof toe en steeds breeder worden de massa's, die eenerzijds in den dienst van het kapitaal hunne dagen ver spillen, anderzijds in den haat tegen het kapitaal hun leven verteeren. Mammon- dienst en werelddienst, met of zonder uit spattingen, werd het leven des ontkersten den volks. Wel scheen het, dat het Christendom won en wies. Niet alleen vierde het op Neerbosch, op Zetten, op Veldwijk over winningen op het terrein der barmhartig heid, doch de ami-revolutionnaire partij werd talrijk en machtig en haar uit- nemendste tolken vonden een plaats in het ministerie der kroon. Voor de christelijke school werd eenige rechtsherstelling bevochten, doch nu bleek, 5) Pagani zijn heidenen. 6) Atheïsme is de stelselmatige loochening van God. dat geen positief belang de overwinnaars samenbond. Rome keerde goeddeels tot de liberalen weder onder de rechtzinni- gen kwam een afval, die in zeldzame ver blinding in vrijmetselaars en opentlijke bij belverwerpers de vrienden zag der Her vormde Kerk, h.i. -Sion Gods Nu dunden onze gelederen, nu bleek onze kleente, en in het triumfeerend libe ralisme toonen de teekenen van dezen tijd den jammerlijken en zondigen afval van Neêrlands volk van zijnen God. Ach, wat zijn de getrouwen weinige ge worden in den lande. Hier en daar een afgescheiden gemeente, nog echter schier overal de kleine kerk", die geen invloed op het volksleven heeft. Daarbij hier en daar een groep, die door doleantie reformatie der kerken zoekt, doch nauwelijks staande kan blijven of is er ook al betere conditie, toch zeer geïsoleerd staat en grooten, welbesloten tegenstand bij de overgroote meerderheid van onvroom en vroom ontmoet. Onder de organisatio hier en daar wel een kerkvol hoorders, doch slechts een handvol strijders en arbeiders en deze hoe verdeeld, hoe verward, hoe verbitterd. O, het inag u wel bange worden Gods krachtige hand vernedert ons. Merkt het op. Ziet uwe vernedering, uw gemis van invloed de overwinningen des ongeloofs, ziet uwe zonden, ziet uw ontrouw, uw ongeloof, uw onverloocnend- heid, beweent uw traagheid, uw liefdeloos heid en uwe ergernissen, Vernedert u onder de krachtige hand Gods. De Heere mocht nog hooren naar het roepen Zijner ellendigen en yerhooren te Zijner tijd. W. {Fr. Kerkb Terug Waarheen Teruggaan is een woord, dat in de ge schiedenis van Gods kerk in ieder gewichtig hoofdstuk voorkomt. Reeds Kaïn, die niet in het geloof offerde, wilde zich Gode niet onderwerpen, maar naar het verbond der werkennaar het gesloten paradijs terug. En zijn pogen is dat van heel het onherboren geslacht van Adam. Zelfs waar de weg ter zaligheid is ge openbaard, waar God zegtbreken met het verbond der werkenen overgaan in het ver bond der genade de wereld loslatenom de toekomende stad te zoeken; uit uzelven uitgaan om in Christus te worden gevonden huizen en akkers en vader en moeder en vrouw en kinderen en alle gemeenschapdie uit het vleesrh is, prijsgeven, om, met de vervolgingen hier, zevenvoudig weder te ontvangen en in de toekomende eeuw het eeuwige leven te be ërven, daar trekt nog vleesch en bloed zich tegenover dien eisch terug. Zelfs waar de Heere de verbondsbanden om het zaad der kerk heensloeg, zoodat gewisselijk zalig wordt, wie zich in dat verbond aan den Heere overlaat, daar worstelen vleesch en bloed met inspanning van alle kracht terug. Terug ging Loth's huisvrouw, toen het aangezicht reeds naar Zoar was gekeerd. (Gen. 19). Terug wilde Israëleen ander hoofd

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1891 | | pagina 3