daden Gods aan het voorgeslacht vernemen, j den zegen op het vasthouden aan Zijn Woord, J maar ook Zijne kastijdende hand in den tegen j spoed, die bij het verlaten van Hem en zijn dienst onze natie heeft getroffen i Wilt ge een christelijke tucht op school; een tucht, die niet de herscheppende kracht jj des Heiligen Geestes voorbijziet of loochent, jj maar haar als de eenige levenwekkende I macht in het kinderhart erkent, zonder j welke al uw vermaan vruchteloos blijft j Welaan, bouwt scholen met den Bijbel, jj alom in den lande, waar ze nog niet zijn, en helpt ze in stand houden, waar ze reeds jj bezig zijn, de jeugd te beademen. En geeft dan ook op den derden Augustus weêr een buitengewone gave, ten teeken dat, j hoe de omstandigheden ook veranderen, uwe overtuiging in dezen onwankelbaar staat. Toetst u hieraan, of gij slechts in den sleur meegaat, of dat het u waarlijk ernst is, als gij in den grooten strijd over het onderwijs, die in alle beschaafde landen wordt gestreden, u schaart onder de voor standers van de school met den Bijbel. Er wordt zooveel gedaan, waarvan men niet terstond zeggen kan dat het een nuttig I werk is. Maar aan de nuttigheid van dit j werk behoeft ge geen oogenblik te twijfelen. 1 Uw geweten is er van overtuigd, ook dan j waneeer allerlei voorwendsels zich aan u jj opdragen om er u aan te onttrekken. Om een oogenblikkelijk succes is het bij 1 het christelijk onderwijs niet te doen. Veel- jj eer is het een werk van langen adem. Het jj is een strooien van het zaad, dat, verborgen j in de aarde, misschien eerst na langen tijd j vruchten zal dragen. Doch die vruchten zijn dan ook voor den tijd en de eeuwigheid bestemd. Is er meer noodig om ons aan te sporen j tot blijmoedig geven Moedeloozen, tragen, onwilligen, laat u j op wekken, verwakker en, bereidvaardig maken tot het goede werk. En gij, die geen aansporing noodig hebt, j bezielt door woord eu voorbeeld allen om u heen, opdat onder Gods zegen de dertiende jaarcollecte rijk zij aan verrassingen voor jj onze scholen met den Bijbel. Zending. In de Heidenbode komen belangrijke be richten voor van ons arbeidsveld op Midden- Java. De broeders Vermeer en Horstman mogen in gezondheid en met zegen hun heerlijken arbeid voortzetten. Broeder Wilhelm doet de volgende ge- gewichtige mededeelingen betreffende zijne toelating in het tot hiertoe voor de Zending gesloten Djocjacarta »In mijn brief van Februari deelde ik mede, dat ik de acte van toelating voor Jogjakarta had ontvangen, en weldra de christenen aldaar zou bezoeken. Voorzoover mijn arbeid in Kedoe en Bagelen het toeliet, heb ik de christenen jj te Jogjakarta bezocht. Alvorens ik daar- jj mee aanving, bracht ik bezoeken bij den |j President, Z. H. den Sultan, den Rijksbe- j stierder, de prinsen Pakoealam en Mang- I koeboe mi en eenige Regenten. Zij ont- vingen mij allen beleefd en ik kreeg de verzekering, dat de christenen geen tegen werking zouden ontvangen. Daar mijn eerste bezoek bij die christenen en het organiseeren hunner gemeenten nog niet geëindigd is, kan ik moeilijk een volle dig overzicht, van den arbeid in dat gewest reeds nu geven. Ik hoop gereed te zijn bij de komst van den geachten afgevaardigde. De 14 gemeenten werden reeds met 4 vermeerderd, namelijk Djomblang, Groed- joeggan, Ngabéjan en Glagah, terwijl in de hoofdplaats de broederen op drie plaat sen vergaderen. De verborgen geloovigen zijn nu openbaar geworden. Telde men vóór de toelating 1731 zielen, nu is het aantal reeds 2032. Tegen 4 Mei heb ik de eerste vergadering van alle ouderlingen der gemeenten in Jogjakarta te Jogja bijeengeroepen." Van onzen Afgevaardigde naarMidden- Java kwam het volgend schrijven in: Aan het Hoofdbestuur der Nederlandsche Gereformeerde Zending- Vereeniging. Kwitang, Batavia, 22 Mei 1891. Zeer waarde Broeders. Gelijk ik reeds met een enkel woord in mijn schrijven aan den Heer Hovy gemeld heb, ben ik, door 's Heeren goedheid, na eene aangename en voorspoedige zeereis, in welstand te Batavia aangekomen. Na eerst in het Hotel de Nederlanden" mijn intrek te hebben genomen, ontving ik eene harte lijke uitnoodiging van Ds. Huising, pred. der Chr. Geref. Zending-gemeente te Kwitang om onder zijn gastvrij dak gedu rende den tijd van mijn verblijf te Batavia, te logeeren, welke uitnoodiging ik dankbaar aannam. Het is mij niet mogelijk behoor lijk in woorden uit te drukken, hoe vrien delijk beiden, Ds. Huising en zijne Echtge- noote, zich mijwaarts betoond hebben. De Heere zegene hen voor al die liefde en zorg. Dat men in Indië den tijd moet hebben om iets gedaan te krijgen, heb ik bij aan vang reeds ondervonden- Er zijn maar eenige uren op den dag, 's morgens vroeg en na zonsondergang, dat men bezoeken kan afleggen en midden op den dag staan bijna alle bezigheden stil. Daarbij kwam j! eerst Hemelvaartsdag en toen de tweede I Pinksterdag, op welken geen zaken konden I worden besproken, zoodat ik, naar ieders zeggen, nog reden van dank heb, dat ik nu reeds alles in orde heb om mijne reis naar Midden-Ja va te kunnen vervolgen. Door Zijne Excellentie den Gouverneur- Generaal werd ik tweemalen, te Buitenzorg, (bijna 2 uur per spoor van hier) zeer wel- jj willend ontvangen. En ik ontving met de toelating tot reizen op Java, gedurende den tijd van één jaar, eene zeer gewaardeerde inleiding namens ZEx. bij de Hoofden van gewestelijk en plaatselijk bestuur. Zoo de Heere wil zal ik aanst. Maandag per boot naarSamarang reizen en dan verder per spoor naar Poerworedjo. Ik had de reis over land door de Preanger willen doen,doch moest mijn plan opgeven, vooral ook om finantiëele redenen. Het zou anders voor mijn arbeid op Midden-Ja va niet onbelang rijk geweest zijn, had ik door de Preanger kunnen reizen, kennis nemende van de bevolking en den Zendingarbeid der broe deren in die streken. Met de bb. zendelingen der Ned. Zend. Vereen.. Albers, op Meester Gornelis, Tie- mersma, te Tangeran en Haag, te Welte vreden, heb ik aangenaam kennis gemaakt, of de kennis hernieuwd, en veel gezien van hun moeite vollen maar niet ongezegenden arbeid. Voor ds. Huising nam ik den dienst des Woords waar op Zondag 10 en Zondag 17 Mei in de Kwitang-Kerlc, terwijl ik op Hemelvaartsdag het genoegen smaakte, den dienst, in welken Z.Ew. voorging, bij te wonen. Bijna eiken dag heb ik iets belang rijks gezien en gehoord met betrekking tot de uitbreiding van Gods koninkrijk alhier, doch word telkens meer doordrongen van de waarheid, dat de oogst groot is, maar de arbeiders weinigen. Och of de Heere arbeiders moge uitstooten in den wijngaard. Ik ben enkele dagen onwel geweest, doch over het algemeen gaat het mij, Gode zij dank, zeer goed. De Heere is zoo getrouw als sterk. Gedenk mijner, broeders, steeds in uw geloovig gebed. Hartelijk gegroet. De Heere zij met U. Uw heilb. Broeder, F. Lion Cachet. In de op 8 Juni jl. gehouden gewone vergadering van het Hooofdbestuur der Ned. Geref. Zendingvereeniging werd een bericht van Ds. Lion Cachet medegedeeld, dat hij behouden te Poerworedjo was aan gekomen. Stelle de Heere hem daar en allerwege op Midden-Java tot een rijken zegen. (De Hoop.) Onze jongelings- Ver eeniging Spreuken 23 23a hoopt op 25 en 28 en 30 Juli en op 1 Augustus hare kermis- vergaderingen te houden. Dat zijn samenkomsten, die gehouden worden om jongelingen een gelegenheid tot aangename en goede uitspanning te ver schaffen om aan elk jongeling het voor wendsel te ontnemen, dat hij ook niets, dat voor den jongeling geschikt is, vinden kan, en daarom het zondige en schuldige ver maak der wereld maar heeft opgezocht. Laat onze jongelingen die samenkomsten goed bezoeken en ook anderen mede nemen. Doe de Heere deze poging wel gelukken. Zij er bij de gemeente gebed voor. Laat ook de ouders hun kinderen aan sporen, om die vergaderingen bij te wonen. En mogen zij voor menig jongeling een middel worden om niet alleen nu, maar voor altijd te breken met den schandelijken en schadelijken dienst der zonde, en den goeden dienst Gods te zoeken. SeroosJcerke. Zondag 18 Juli 11. was een blijde dag voor de Nederd. Geref. kerk van Seroos- kerke. Ruimte toch werd ons gemaakt. Het nieuwe kerkgebouw werd dien dag in gebruik genomen. Verrezen op dezelfde plaats, waar de ge meente zoo langen tijd in het noodge bouw samenkwam, is het een ruim net gebouw met een kleine 400 zitplaatsen. Waarlijk de Heere heeft het welge maakt met de Ned. Geref. kerk alhier.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1891 | | pagina 3