ALL1U11 Voor de scholen met den bijbel. Spoedig herkend. Joh. 21 la. De Heere had gezegd Ik zal u visschers der menschen maken, volgt MijEn daarna hadden zij voor altijd afscheid moeten ne men van hun oude beroep. Zij hadden daar niet meer naar om moe'en zien. Zij volgden wel den Heere, maar hadden toch zoo hun eigen denkbeelden aangaande den weg. Nn waren zij in het geval dat des Heeren weg van hun denkbeelden niet al leen verschilde, maar het was een geheel andere weg dan zij zich hadden voorgesteld. Dat was een mistasten dat nog niet uit de wereld is; het zal er nooit uitgaan. Muis stille zijn en wachten heel wat moeielijker dan werken, en dat inzonderheid voor zulke naturen als van Petrus. Hij geeft den toon aan, als hij tot de anderen zegt ik ga visschen. Dat kon hij zeggen, maar hij kon niet zeggenik ga vangendat was in de hand des Heeren. Het bleek ookwant zij gaan te zamen om te visschen, maarin dien nacht vingen zij niets. Zoo kan de Christen dan wel duidelijk weten uit de vruchten of zijn weg den Heere behaagt, of dat hij handelt naar het vleesch en daarvan geen andere vrucht heeft dan moeite des vleesches. Niets dan moeite en geen vrucht voor de ziel is elke weg die Gods kind niet gaat aan 's vaders hand. Toch laat de Heere hen niet aan zich zei ven over, al laat Hij hen soms vruchteloos tobben, in een donkeren nacht. Ook die nacht gaat voorbij en het da gende morgenlicht zegt hun dat het dag zal worden. Na zulk een nacht is dit reeds aangenaam. De Heere had den mensch niet bestemd om in den donkeren nacht te worstelen, daarom brengt de ontluikende morgen verlichting en ook verligting. Maar niet altijd, niet elke morgen brengt voor Gods worstelende kinderen, wat deze morgenstond bracht voor de jongeren van Jezus. Er klinkt van af het strand een stem hun in de ooren, vriendelijk en teer; maar die stem brengt hun een vraag over, die hen nog eens herinnert aan hun vruch- teloozen arbeid van dien nacht. Kinder- kens hebt ge niet eenige toespijs Het blijkt dat die vreemdeling daar op 't strand van hun wedervaren niets weet. Maar zij moeten toch antwoorden zij moeten het uitspreken. Dat antwoord is kort, maar 't zegt alles neenzeggen zij. Niets gevan gen Met een ledige visscherssch uit togen zij uit en met een ledige visscherssch uit keerden zij weer. Alleen moeite en teleur stelling was hun deel. Maar wie beveelt vanaf het strand Dezelfde die behoefte scheen te hebben aan eenige toespijs. Werpt uw net aan de rechterzijde van het schip, zoo luidt het bevel, en gij zult vin den. Vinden, opmerkelijk woord, vol be- teekenis. Zij hadden gezocht in de zee, maar. niet gevonden, nu zullen zij vinden, nu zij geen plan meer hadden om nog te zoeken, waar die vreemdeling aan 't strand 't hun beveelt. En zij doen het, en zij konden het net niet meer trekken van wege de menigte der visschen. Het woord des Heeren is van kracht, en het geeft den raoeden kracht, en het vermenigvuldigt de sterkte, dien die geen krachten heeft. Als het maar kinderlijk gehoorzaamd wordtals het maar niet door moedeloosheid veronachtzaamd wordt, als ware het eens menschen woord! Maar hoe wisten zij toen reeds dat dit woord des Heeren woord was Zij konden er zich zeker toen nog geen rekenschap van geven, dat kwam en komt eerst na de gehoorzaamheid in vele gevallen, maar toch was er iets onverklaarbaars in. Zij konden niet weerstaan, hoewel het hun niet duidelijk was, wie hij was die hun dit be vel gaf. Gaat het niet nog zoo Gü gaat, gij gehoorzaamt, hoewel het nog niet klaar is in uwe ziele, maar zooveel gevoelt gij toch wel dat weerstand niet zou passen. Er is een innerlijke drang, dien gij nog niet kunt verklaren. Het is nog schemering in geestelijken zin, maar het geeft u toch eenige rust in uw gemoed, dat gij gehoor zaamt en gij gevoelt een herleving uwer kracht om te kunnen gehoorzamen. Won derlijk Maar later, soms spoedig komt het antwoord en alles wordt u duidelijk. Zie op Johannes, den boezemdiscipel des Heeren. Hij fluistert het Petrus in 't oor het is de Heere Nu is er niets onver klaarbaars meer in, alleen, het is dag in hun ziele, zij zien den HeereJohannes heeft Hem erkend in zijne daden. Hoe Ja, dat is onuitsprekelijk. Dat kan alleen die ziel ervaren, die, gelijk Johannes, zoo innig en zoo teeder met zijn Heere om ging. Waar deze wederkeerige werking der liefde is, wordt de Heere herkend, als in een blik zijner oogenook als Hij zijn hand legt op zijn kindeen wenk hun toezendt, een woord tot hen spreekt. Daar van is geen rekenschap te geven, het is heilige zielservaring. Het is openbaring van het leven Gods dat leeft in Gods kind en waarin Gods kind leeft. De liefde is het leven buiten de liefde is de dood. Jo hannes was de discipel dien Jezus liefhad. Hij had de eerste plaats in het hart van Jezus. Daarom heeft hij ook meer dan de andere Apostelen, van de verborgenheid van het wezen des Zoons Gods geopenbaard in zijn geschriften. Mocht het toch de begeerte der ziel zijn, om gelijk Johannes aan Jezus hart te leven, in teedere liefde. Hoe lieflijk zou Hij, de zonne der gerechtigheid, ons levenspad be stralen, en hoe verkwikkend en zaligend zou Hij zich telkens, in eiken weg van moeite, leed eu lijden, aan onze ziele open baren en ons genade geven Hem in die wegen te herkennen en uit te roepenhet is de HeereDan zijn 't geen menschen, geen omstandigheden, dan is 't de Heere, die het doet, hetzij de nacht van zorg en kommer ons doet worstelen, of de morgen stond der redding aanlicht. Het is de Heere Dan kan het hart stil zijn in nood, en dankbaar in de blijde uitkomst. Dan wor stelt Petrus door de branding der golven heen ora aan Jezus voeten te komen, en Johannes komt met het scheepje aan 't strand, maar beiden genieten het zalige voorrecht bij Jezus te zijn. Mijn Zondagsvriend.) Aan de Unie-correspondenten is de vol gende circulaire gezonden Nu de verkiezingen achter den rug zijn, is het een aangename taak een opwekkend woord te schrij ven voor de Augustus of Unie- Collecte, die weldra weer zal worden gehou den. In de politiek wisselt toch alles onophou delijk maar de School, als volksbelang, blijft. Ook onze roeping te haren opzichte verandert niet. Hoe gelukkig dat zij, dank aan de verkregene wetsherziening, thans geen politieke twistappel meer behoeft te heeten Heeft dus de Augustus- of Unie-collecte nu alle politieke kleur verloren, Christen ouders, danken we dan allereerst God voor de verademing, die ons geschonken werd, en doordringen we ons daarna opnieuw van onze roeping om onze voorrechten wèl te gebruiken. Ons voorrecht in vergelijking van vroeger is, dat de geldelijke zorgen voor onze scholen voortaan minder drukkend zullen zijn, en dat het oprichten, of althans het instand houden van nieuwe scholen met den Bijbel vergemakkelijkt mag heeten. Maar zijn onze handen nu ook werkelijk vaardiger tot het bouwen van christelijke scholen, en vloeien onze gaven, om de be staande te onderhouden, gereeder De Augustus- of Unie-Collecte is een toetssteen, die de gezindheid onzes harten aan het licht brengt. Te betreuren zou het zijn, indien we gaandeweg aan zekere verslapping gingen lijden; indien de verbeterde wetgeving onzer zijds door een schraler inzameling werd beantwoord. De gedachte, dat het nu niet meer zoo noodig is voor onze scholen te offeren, mag geen post vatten. Reeds voorleden jaar waarschuwden we daartegen, en bij elke nieuwe collecte moet die waarschuwing wor den herhaald. Laat ons toch niet vergeten, dat we met onze scholen in een strijdperk zijn en wel in een strijdperk, waar met eigenaardige wapens werdt gestreden. Met de wapens van geloof en offervaardigheid. Het "geloof moet ons drijven om ook het onderwijs te doordringen met de christelijke beginselen, buiten welke we geen persoonlijk heil en geen heil voor het volksleven kennen. En daaraan moet zich paren, daaruit moet als een vanzelfsheid voortvloeien de bereid vaardigheid des gemoeds, de liefde van het hart, die de beurzen opent, om, wat ons dierbaar is, in stand te houden en te ver zorgen. Wilt ge christelijk onderwijs Wilt ge de christelijke deugden niet buiten Hem, wiens levenmakende Geest alleen den boom kan planten en de vrucht daaraan doen groeien Wilt ge het licht van Gods Woord niet buiten het schoolvenster sluiten, maar zijn goddelijke stralen volop doen schijnen over het onderwijs en de volksopvoeding Wilt ge de geschiedenis van uw land en volk in haar ware gedaante aan uwe kin deren zien voorgesteld, zoodat ze degroote

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1891 | | pagina 2