„tiij voedt zich met ascli."
ZAAMSLAG.
Voorm. negen uren, Ds. Vrolijk,
Namidd. half twee uren, Ds. Vrolijk.
POORTVLIET.
Voorm. half 10 uren, Lezen eener Pred.
Namidd. twee uren, Lezen eener Pred.
THOLEN.
Voorm. half tien uren, Dhr. Haveukate.
Namidd. twee uren, Dhr. Haverkate.
ST. MAARTENSDIJK.
Voorm. half tien uren, Lezen eener Pred.
Namidd. twee uren, Lezen eener Pred.
OOSTBURG.
Voorm. half tien uren, Lezen eener Pred.
Avond half zes uren, Lezen eener Pred.
TbeAetDittUscÉe (^etejofciMcefcDe Jletkcu.
Offlciëele raededeelingeo.
Van den Kerkeraad van Middelburg.
Kerkeraad van Middelburg (met Diakenen), ge
houden Donderdag 26 Februari 1891.
De voorzitter opent de vergadering met het lezen
van 1 Petr. 5 en gaat voor in 't gebed.
De notulen der vorige vergadering worden ge
lezen, goedgekeurd en gearresteerd, zoomede Tiet
korte verslag voor de Z. Kerkbode.
Ingekomen stukken
a. Schrijven van //Diakon; al Hulpbetoon", waarin
het oordeel van den kerkeraad door de zusters
gevraagd wordt betreffende een maatregel tot
uitbreiding hnrer werkzaamheden.
De kerkeraad betuigt zijne instemming met het
opgevatte voornemen, indien daarbij zekere voor
waarden worden in acht genomen.
h. Missive van den Kerkeraad der Ned. Geref.
Kerk van Vrouwepolder, inhoudende het verzoek,
dat onze leeraar vóór zijn vertrek nog eenmaal
aldaar het Woord kome bedienen.
Daar dit optreden vooreerst nog niet kan plaats
hebben, zal hieromtrent later worden beslist.
c. Circulaire van den kerkeraad der Ned. ger.
Kerk te den Bommel, inhoudende uitnoodiging tot
deelneming in de geldleening ten behoeve van den
bouw eener kerk aldaar.
Met het oog op de desbetreffende besluiten der
laatst gehouden voorloopige synode wordt goedge
vonden deze circulaire voor kennisgeving aan te
nemen.
d. Brief van een broeder uit Goes, behelzende
het verzo k om bediening van den H. Doop aan
zijn kind in den namiddag van den a s. biddag.
Wordt goedgevonden dezen broeder te berichten,
dat dien dag geen namiddag-.maar weJ voormid
dag en avonddienst gehouden wordt, en dat daarin
de gevraagde doopsbediening kan plaats hebben.
e. Bericht van den WelEerw. heer Ds. J. H. Fe-
ringa te Klundert, vermeldende de ontvangst van
den beroepsbrief
Voor kennisgeving aangenomen.
Brief van denzelfde ad. 24 Febr. iuhoudende
kennisgeving, dat Z.Eerw., gaarne de deputatie
uit den kerkeraad Maandag 2 Maart zal ontvangen.
Eveneens voor notificatie aangenomen.
Missive van den kerkeraad der Chr. geref. gem.
te Serooskerke, in antwoord op eene dezerzijds
gezonden vraag.
Voor kennisgeving aangenomen.
h. Schrijven van een zuster, uit Goes in betrek
king tot het aanst. H. Avondmaal. Door den
kerkeraad zal hierop uitvoerig worden geantwoord.
i. Schrijven van de heeren llibbink, van Borlc
Co., aanleggers van telefoonleidingen te Amster
dam. Op voorstel des voorzitters wordt goedge
vonden dit schrijven met advies door te zenden naar
het bestuur der vereeniging //de Kerkelijke Kas"
alhier.
Gecommitteerden tot de Dinsdag-avond zitting
rapporteeren, dat door een broeder inschrijving is
verzocht in» het duplicaat-lidmatenboek. Conform
't advies van gecommitteerden besluit de kerke
raad hieraan te voldoen. Eene aanvraag om attes
tatie eener zuster, welke naar Vlissingen is ver
huisd, zal op de gewone wijze behandeld worden.
Óp een verzoek om bediening van den H. doop
wordt gunstig beschikt, daar tegen belijdenis en
wandel der doopouders geen bezwaar bestaat.
Voorts wox-dt door den kerkeraad goedgevonden
eenige zusters uit eene naburige kerk op naar ver
zoek tot het a. s. H. Avondmaal alhier toe te la
ten, en haar dit door middel van de Kerkbode te
doen weten.
De voorz. stelt thans aan de orde, bespreking
van het agendum voor de a. s. classis. De punten
van 't agendum voor die vergadering worden
daarop achtereenvolgens voorgelezen en kortelijk
behandeld, ten einde de gedeputeerden in de ge
legenheid te stellen het gevoelen van den kerke
raad aangaande deze punten te vernemen en in
de classis over te brengen.
Tot bijwoning der classis worden daarop gede
puteerd de voorzitter en br. A. Dingemanse tot
diens secundus wordt aangewezen br. J. M. J.
Coulon.
Door BB. Diakenen wordt overgelegd de reke
ning en verantwoording van hun gehouden beheer
over 1890. Tot nazien dezer rekening worden ge
committeerd 2 brs. ouderlingen, die in de volgen
de vergadering rapport zullen uitbrengen.
De voorzitter sluit hierop den kerkeraad en noo-
digt een der brs. ouderlingen uit voor te gaan in
dankgebed.
Van «Ie Kerk van Vlissingen.
Zitting eener commissie uit den kerkeraad,
Maandag 9 Maart, des avonds van 810 ure.
Ontvangen voor de Zending, contributie over
1890 van N. N. f 0.50.
De collecte voor de noodlijdende kerken buiten
de classis, heeft opgebracht t "10.38
Namens den Kerkeraad,
J. Hulsebos.
Wij vonden voor enkele maanden in
■»de IJeidenbodehet orgaan der Nederl.
Geref. Zendingvereen. (eeri blad dat wij aan
alle Gereformeerden zeer ter lezing aanbe
velen en dat zij gratis kunnen ontvangen,
zoo zij er bij hun kerkeraad om vragen)
een schoon stuk. Gelijk wij die er reeds
meer in vonden. Wij namen ons voor bij
voorkomende gelegenheid, dat voor onze
Lezers in de Kerkbode over te nemen.
Nu verhinderd zijnde door allerlei an
deren arbeid, om zelf een stichtelijk hoofd
stukje te schrijven, geven wij aan dat
voornemen uitvoering.» Moge het ernst ge,
aangrijpende woord toch velen tot ge
hoorzaamheid en barmhartigheid in zake
de zending bewegen.
Jesaja 44 vs. 20.
Aangrijpend is de schildering, die Jesaia
in dit hoofdstuk geeft van de dwaasheid en
gruwelijkheid der afgoderij. De Heere, Je
hovah, de Koning van Israël en zijn Ver
losser, de Heere der Heirscharen, de Eerste
en de Laatste, is God en behalve Hem is
er geen God. Hij spreekt en het is er,
Hij gebiedt en het staat er, Hij doodt en
maakt levend, en alle dingen zijn in zijn
hand. Er is geen Rotssteen behalve Hij
Hij is de levende God, en heeft zich als
zoodanig geopenbaard in de schepping, in
zijn Woord en in zijne leidingen met de
kinderen der menschen, bij name met zijn
volk Israël. En toch waren er, en zijn er,
millioenen der millioenen zijner schepselen,
redelijke wezens, die Hem niet als hun God
de eere geven, maar zich buigen voor de
stomme afgoden, het maaksel hunner
handen.
Zulk een gruwel èn zoo dwaas Een
»God" te »f o r m e e r e n" een afgods
beeld »te gieten," dat geen nut doet.
En welk een arbeid om dat beeld, dien
god, te formeeren.
Het zal een houten afgodsbeeld zijn,
van cypressen-, of eiken-, of olmen-hout,
doch om de stof t<a verkrijgen, waarvan
de »god" geformeerd zal worden, moeten
er eerst boomen worden geplant. Zijn die
door Gods regen en zonneschijn groot ge
maakt, dan moet de begeerde boom worden
afgehouwen, en daarvoor is een bijl noodig,
door den smid, bij den gloed des vuurs,
met sterken arm en zware hamerslagen, in
het zweet zijns aanschijns, tot hij hongerig
en dorstig en aêmechtig werd, gemaakt.
Is de boom geveld, dan dient één deel
daarvan tot brandhout om spijze bij te
braden, brood bij te bakken of warmte te
verspreiden, en van het andere deel zal de
»god" geformeerd worden. Druk heeft de
timmerman het hierbij, met zijn richtsnoer
en passer, zijn draad en schaven. Eindelijk
komt de »god" klaar, naar de gelijkenis
eens menschen, en de afgodsdienaar buigt
er zich voor en zegt: »lted mij, want
gij zij t mijn God." De zondige dwaas
verstaat niet, dat hij de ééne helft van het
hout gebruikt heeft om zijn maal op te
koken of er zich bij te warmen, en dat
de andere helft, in alles aan de eerste ge
lijk zijn god niet kan zijn, maar hij knielt
voor den gruwel" dien hij gemaakt heeft,
Gode tergende, en zijne ziel verdervende.
»Hij voedt zich met asch."
Met dat ééne woord is alles gezegd, om
den gruwel der afgoderij, in zijn gevolg
voor den afgodendienaar, aan te duiden.
Voeden" met »asch" is zich den dood
eten. Ongetwijfeld bevat »assche" van plant
aardige brandstof, of van beenderen als mest
op het land of in den dampkring opgeno
men, voedsel." Doch wee het land, dat
met asch ge voed," de plant, die met assche
overdekt wordt, het schepsel, dat assche"
tot spijze" krijgt. Dan is de asch de dood,
zoowel indirect, door onthouding van voed
sel, als, direct, door de bijtende, verstikkende
werking der asch zelve. Zoo was de asch-
regen bij de uitbarsting van den Vesuvius
de dood voor Herculanum en Pompei, en
elke levende ziel in haardus werden
misdadigers in een aschhoop neergelaten
om ellendig om te komen. »Voeden met
asch" is den dood tot spijze te hebben.
Dit nu zegt Jesaia, geschiedt, geestelyk,
in den afgodendienst.
Hij, de afgodendienaar, voedt" zich
met »asch" hij jaagt naar het ij dele hij
is als een schaap of rund, dat weidt in
een aschbelt in plaats van in de
w e i d e, en asch eet voor gras. Zóo
dwaas en zóo ellendig En het schrik-
kelijkst hiervan is, dat hij het niet inziet,
niet kan inzien. »Het bedrogen hart heeft
hem afgeleid." Satans leugenbelofte: »Gij
zult als God zijn, kennende het goed en
het kwaad," door den mensch geloofd,
heeft het hart bedrogen, de oogen ver
duisterd, de kennisse Gods weggenomen.
Daar is nu »een leugen in zijn rechter
hand," de gruwelijke leugen der afgoderij,
doch hij ziet het niet. En zoo Mean hij
|zijn ziel niet redden," door zich van de
afgoden te bekeeren tot den levenden God.
Zoo was het in de dagen toen Jesaia
profeteerde, met de Babyloniërs en Chal-
deën, met de Tyriërs en Sidoniërs, met de
Filistijnen en de Assyriërs, en zoovele