Timmerman en Metselaar,
Dr. H. H. KUIJPER,
Specialiteit in Naaimachines.
het licht en de duisternis."
Z. Wel eer w. behandelde dit onderwerp op
uitnemende wijze, zijn rede splitsende in
drie deelen, waarin hij achtereenvolgens
aantoonde, dat de strijd er is zoolang de
aarde bestaat, dat hij hevig is, en dat de
uitslag zeker is.
De strijd is er, zoolang de aarde bestaat.
Hij begon in Eden en zal voortgaan tot
op den jongsten dag. Door het geheele
Oude Testament is die strijd waar te ne
men. Maar het duidelijkst trad hij te voor
schijn, toen het Christendom optrad, aller
eerst tegenover het Jodendom, daarna te
genover het Heidendom. De farizeër kon
zich niet vereenigen met de leer van de
algeheele onbekwaamheid des menschen tot
eenig goed. Hij was er te eigengerechtig
voor. Daarom haatte hij den Christus.
De Heiden had een afkeer van den ge-
kruisten Christus. "Voor ons Westerlingen
heeft het woord kruis" in 't geheel niet
die afkeerwekkende kracht, die het voor
den Romein heeft. Wat voor ons de galg
is, is voor den Romein het kruis." Daar
door kwam de Heiden er toe, om in zijn
hooge wijsheid den Christus te verachten.
En van verachting kwam het tot welbe-
wusten haat. De keizers dan ook, die ove
rigens de beste waren, hebben het Christen
dom het felst vervolgd. En dit kon niet
anders, wijl des Christens beginsel was
sGeen goddelijke eer aan den keizerlijken
mantel!" Er was dan ook wel zelfs voor
Isis, eene Egyptische godheid, plaats te
Rome, om er eenen tempel te hebben, doch
alleen Christus mocht er geen huis bezitten.
Eindelijk komen de barbaren met de groote
volksverhuizing Italië overstroomen. Zij
vinden er twee geestelijke machten. De
Grieksch-Romeinsche beschaving, die hun
in plaats van ruwe tenten prachtige pa
leizen geeft en fijne kleederen voor grove
dierenhuiden, en het Christendom, dat leeft
uit het beginselAls iemand u op de eene
wang slaat, bied hem ook de andere."
Oogenschijnlijk zal dan ook het Christendom
vallen en de cultuur, de beschaving, het
winnen. Maar juist andersom kwam het
uit. En daarna dreigt de duisternis op
andere wijze het licht te overstelpen. Se
dert Constantijn de Groote in zijn vaandel
schrijft»In dit teeken (des kruises) over
win ik" worden alle rijksgrooten Christe
nen, om des keizers gunst te verwerven.
En in de kerk der middeleeuwen had het
ongeloof het zóóver gebracht, dat de kerk
den leek verbood zijnen Bijbel te lezen.
Tatdat het geloof weer zegeviert in Luther,
die met zijne vijf- en negentig stellingen
den strijd weer aanbindt.
Eindelijk komt Spr. op den strijd tussclien
geloof en ongeloof, licht en duisternis, in
onzen tijd. Het moderne heidendom, zie
daar den vorm, waarin het ongeloof tegen-
O O
woordig optreedteen heidendom, dat op
veel lager trap staat dan het classieke, het
oude, dat ten minste goden kende en een
hoogere wet, een gebed, een offer, welker
bestaan het moderne heidendom ontkent.
Reeds allerlei vormen nam dit moderne
heidendom in de laatste honderd jaren aan,
van den »godsdienst der Rede" af tot het
huidig materialisme, dat is de vergoding
der stof. Van een hooger leven wil men
niet meer weten. De mensch wordt gelijk
gesteld met het dier. Geen wonder, dat
bestialiteit de oplossing, het einde is van
dit moderne heidendom. En dit alles be
weert men met een beroep op de weten
schap. »Het is o. a. onmogelijk dat een
doode wederom opstaatdat strijdt met
de natuurwetten". En toch, hoe o?iwetén-
schappelijk is dit bewerenDe mensch
zelf beheerscht door de natuurwet van den
stoom de natuurwet van de strooming des
waters. Een wetenschappelijk Batavier zou
dit voor onmogelijk verklaard hebben. En
doet nu het ongeloof niet even dwaas met
te beweren, dat er geen natuurwet kan zijn,
waardoor het wederopstaan wél mogelijk
is Onwetenschappelijk is het ongeloof
met al zijn beroep op de wetenschap. En
slechts blinde haat tegen Gods waarheid
bezorgt het ongeloof zooveel dienaars.
Het ongeloof beweert, dat het geloof on
verdraagzaam is, dat het geloof den strijd
zoekt en niet het ongeloof. Op eigen
terrein wordt het geloof immers vrijgelaten
»Het geloof mag kerken stichten, scholen
bouwen, zooveel het wilhet ongeloof wil
het geloot niet uitroeien." Zoo heet het.
Het scaat gelijk er meê, dat een bandiet u
geheel berooft en zegt»Koop u een
nieuwe portemonnaie". Ziedaar de ver
draagzaamheid" van het ongeloof. Het ge
loof daarentegen kan, krachtens zijn aard,
niet nalaten het ongeloof te bestrijden, wijl
het leeft in 't geen het belijdt. Kan eene
Monica ophouden een Augustinus op zijn
schadelijken weg te wijzen, en hem daarin
tegen te komen? Een Christelijk gebied"
is er dan ook niet. Christus is Koning
der geheele wereld. Getuigen, dat is de
wijze, waarop het geloof dan ook strijden
moet.
En eindelijk is de uitslag zeker. Alle
eeuwen door is de waarheid aangevochten,
maar zij staat nog. En
In 't verleden
Ligt het heden
In het nu wat worden zal.
Spr. toont hierop aan, dat elke andere
godsdienst product is van den volksgeest
en met het volk verdwijnt. Alleen het
Christendom blijft, daar dit onafhankelyk
is van eenigen volksgeest.
Een goed hoorder zal niet licht deze
keurige, doorwrochte en recht aangename
en, moge het zijn, ook rijk gezegende rede
vergeten. Hij zal God danken, die aan
het Gereformeerde Nederland een redenaar
schonk als Ds. Biesterveld.
Nederd. Geref. Kerken.
Bedankt voor Koudekerke door den heer
Dethmers, Candidaat aan de Vrije
Universiteit.^
Verantwoording van liefdegaven.
Ontvangen bg den boekh. van de Ker
kelijke Kas voor de kerk van B. f 1
door Br. L. J. de Kok van N. N. voor
de kerk f 2voor de plaats van N. N.
f 1,50 bij br. A. Dingemanse van N. N.
te Oost-Souburg voor de plaats f 2.50.
J. J. üockheer.
In dank ontvangen in de collecte van
Zondag 18 dezer 1 bankbiljet f25,bij
zondere gift voor de armen M. N. Bij den
koster bezorgd f 1,20.
Voor de armenBij br. P. G. de Wolff
van J. D. f5. Bezorgd bij br. Verhage
van L. f 2.50 voor de plaats voor de dia
conie van N. N. te A. f 2.50.
J. A. van Nederveen*
Voor Diaconaal HulpbetoonBij Mej~
M. E. de Wolff-Daenen van J. D. f2.50.
Mevr. Klaarhamer.
A D V II T E T 1 84
Bij deze betuigen wij onzen karteiijken
dank voor de vele blijken van deelneming
gedurende de ziekte en bij het overlijden onzer
geliefde Moeder. Behuwd- en Grootmoeder
Mej. de Wed. J. DE RIDDER—Geldo»
ondervonden.
Namens de familie
C. A. DE RIDDER.
Middelburg, 23 Januari '91.
Ondergeteekende betuigt zijnen hartelij-
ken dank voor de bewijzen van belangstelling
ondervonden op den 17en dezer.
J. P. BRAND SMITH.
Vlissingen, 22 Jan. 1891.
Ondergeteekende maakt bij dezen bekend
dat hij zich alhier gevestigd heeft als
belovende door een prompte en civiele
bediening zich de gunst en het vertrouwen
waardig te maken.
Onder minzame aanbeveling
P. RIJKSE.
Middelburg, 23 Jan. '91.
Werkplaats St. Jansstraat H 191.
Woonplaats 's Gravenstraat I 249.
Voorhanden in den boekhandel van K»
LE COINTRE
Bp. A. KUMP'gR.
Separatie en Doleantie f,60.
Acta der 2e Voorloopige Synode
te Leeuwarden fl,10.
De opleiding tot den dienst des Woords
bij de Gereformeerden, f 6,
II E I II T
Levering op afbetaling van f 1 per week.
Reparatie-inrichting. SpoelenVeeren, Olie
kannetjes, Schroef draaiers, Riemen, Naalden
Olie enz.
J. A. HARINCK,
bij de Gasfabriek, Middelburg.
van
Geschilderde Meubelen, Spiegels,
Stoelen, Salon-, Wasch-, Penant
en andere Tafels, Borstel
werk, enz.
J. M. BIJKSE.
Droogdok, Middelburg.