ALLERLUI. van uw volk Israël 0, mochten ook onze oogen ziende, onze ooren boorende, onze harten opmerkende zijn, opdat ook wij die liefde mochten ge nieten, dat licht mochten aanschouwen, dien vrede mochten smaken Onze Kerkenordening. (1) Bij de aankondiging van de Acta der Voorl. Synode van Leeuwarden, welke Acta zeker reeds druk gekocht en ijverig gelezen worden, hebben wij er nadruk op gelegd, dat aan kerkeraden en classen blij ken moet, dat het bepaalde en beslotene niet strijdig is tegen Gods Woord of te gen de Kerkenordening. Op dit zeggen moeten wij nog terug komen. Het is niet voor allen duidelijk. Dat blijkt uit het zeggen der verschil lende tegenstanders onzer kerken, die uit roepen Ziet gij nu wel, dat uw kerken orde ook een reglementeen wet is, waar aan gij gebonden zijt, waartegen gij niet moogt handelen In plaats van de reglementen der Haagsche synode hebt gij nu de kerkenorde van de Dordsehe Synode, maar he. komt op 't zelfde neêr. Nu is evenwel het verschil tusschen de reglementen van het genootschapgenaamd >Nederl. Herv. Kerkopgemaakt door zijn hoofdbestuur genaamd synode" en tusschen de orde der Nederd. Geref. Kelken aange nomen door die kerken zelve in een samen komst van al die kelken, >synode" genaamd, zóó groot, dat alleen groote onkunde of brutale moedwil kan zeggen, dat het een aan het ander gelijk zou zijn. Immers die reglementen worden opgemaakt en vastgesteld door besturendie met dwin gende macht bekleed, over het genootschap gesteld zijn. Zoodra die reglementen op de bij reglement voorgeschreven wijze zijn vastgesteld en ingevoerd, dan is heel het genootschap met al zijn besturen er aan onderworpen. Men kan van dat genootschap dan ook geen lid of bestuurder worden, men kan in hetzelve geen bediening verkrijgen of men moet gehoorzaamheid aan die regle menten beloven. Wat in die reglementen geschreven staat, dat moet geschieden zóó als het er staat. Indien bestuurders of leden maar kunnen zeggen »er staat geschreven''n.l. in de reglementen dan is 't goed wat zij de den of willen doen. Die reglementen behoeven volstrekt geen rekening te houden met de belijdenis van de leden en bestuurders van 't genootschap en evenmin met Gods Woord. Al gaan zij daar vlak tegen in dat beneemt ze niet het minste van hun kracht en geldigheid. De besturen kunnen bij de zorg voor de uitvoering en naleving van die regle menten dan ook rekenen op den steun der justitie en politie en van de soldaten. Men kan zeggen, de reglementenbundel is de bijbel van het genootschap. Bij het besturen en voor de bestuurders in hunne kwaliteit moet Gods Woord dan ook voor die reglementen wijkendan staan die re glementen boven het Woord. In eenbestuurs vergadering mag het Woord slechts in zooverre en zoolang gebruikt, als de regle menten dat toestaan. Al wie in het genoot schap bij de behandeling van zaken het Woord boven de reglementen wil zetten, die wordt overeenkomstig de reglementen gestraftblijft hij voortgaan, dan wordt hij afgezeten zoo hij zich verzet, drijven po litie en soldaten hem buiten de deur. Dit is in de schandelijke vervolging der Christelijke gereformeerden in 18341840 gebleken, en dat is nu sinds 1886 wêer overduidelijk gezien. Wij schrijven dit nu niet, ora iets leelijks van het genootschap en zijn reglementen te zeggen. Neen, die reglementen zijn een voudig zoo, en het gaat eenvoudig zóó in het genootschap. De predikanten en ouderlingen, die het genootschap dienen, de leden van hetzelve moeten ons dit dan ook niet kwalijk afne men. Zij weten, dat het zoo in waarheid bestaat. Zij blijven vrijwillig in het genoot schap, zij blijven er in niettegenstaande de hoogste belangen hen dwingen en Gods Woord hen gebiedt om het te verlaten, om met hun kerk zich te redden uit den strik van het genootschap. Daarom, zouden wij zeggen, behooren zij aan te toonen, dat die genootschapstoestand nu de gewenschte is, en dat het een eere en voorrecht moet geacht worden voor een christen van het zelve lid of dienaar of bestuurder te zijn. Doch laat ons nu nagaan, hoe het met onze Kerkenordening staat. Wat is zij Hoe ontstaat zij Wat is haar kracht en in hoeverre verbindt zij Wat is onze Kerkenordening Volstrekt geen reglement of wet. Wat zij is wordt in art. I duidelijk ge zegd. Het zijn de handelingen van de alge- meene synoden der gereformeerde kerken, welke het laatst op de nationale synode van Dordrecht zijn nagezien en goedgekeurd. Deze handelingen zijn nu in behoorlijke volgorde in 86 artikelen saamgevat. Deze handelingen loopen over de volgende zaken de Diensten, de Samenkomsten, het opzicht der Leer, de Sacramenten en Cere moniën en de Christelijke straf. In deze handelingen wordt nu niet een schriftuurlijke, leerstellige uiteenzetting van die genoemde zaken gegeven, neen, die moet men zoeken in de belijdenisschriften, in de drie Formulieren van Lenigheid. In deze handelingen der Synoden, d. i. in onze Kerkenordening, vindt men slechts zoodanige praktische regelen en bepalingen als nnar het oordeel der Kerken noodig zijn om goede orde in de Gemeente Christi te onderhouden Die regelingen en bepalingen hebben dus alleen betrekking op de handelingen van de geordende Kerken haar bedoeling is te maken, dat het in de geordende Kerk zóó toegaat, dat de welstand der Gemeente Christi bevorderd worde, dat die Gemeente altijd meer bekwaam worde voor haar taak op aarde. Dat de Kerken zulke regelingen en be palingen noodig achten, dat zij daaraan behoefte gevoelen komt, omdat de H. Geest niet alleen in het Hoofd, Christus, maar ook in het lichaam, de Gemeente, woont. God is in het midden van haar. Nu heeft God alle dingen, zoowel de geestelijke als de stoffelijke, zoowel de on zienlijke als de zienlijke,zoowel de hemelsche als de aardsche ordelijk geschapen en aan vaste ordeningen onderworpen. De orde en het geordende leven is uit God. De Heere gevoelt, denkt, spreekt, handelt sierlijk en ordelijk. Daarom kan het niet andersof waar God woont, daar is orde en sierlijk heid. Die worden daar niet van buiten af opgelegdwaar zij komen van binnen uit. Waar God wijkt, daar gaat alle sierlijk heid en goede gestalte verloren, daar begint de neiging te komen en te werken, om tegen de gestelde orde in te gaan, om willekeurig en wanordelijk te handelen. Maar daar verdwijnt dan ook alle welvaart daar wordt men ongeschikt voor den dienst des Heeren. Denk maar eens aan de gevolgen van Adams valaan de geschiedenis van Israël in de woestijnaan wat Israël overkwam in het laatst van 't tijdperk der Richters, enz. Een kerk, die geestelijk bloeit, die krach tig geestelijk leven mag genieten, zal dus ook een kerkenorde hebben en onderhouden. Een ingezonken, een verslapte, een doöde- lijke Kerk heeft er geen öf maakt er een reglement of wet van. God beveelt in 1 Gorinthe 14 40, dat in de Kerk»alle dingen eerlijk en met orde moeten geschieden". Eerlijk", het woord, dat de H. Geest in Paulus' geest en pen gaf, beteekent eigentlijk sierlijkdat, wat een goede houding heeft. Wij gebruiken tegenwoordig, om dit uit te drukken, het woordje eerlijk" niet meer. »Met orde", dat is niet naar willekeur, niet naar een inval, niet zooals het loopen wil, maar naar vastgeslelden regel. Wat nu sierlijk", goede houding hebbende is en wat nu regel zijn moet, dat zegt het Woord, dat toont God in de gesehiedenis der Kerk zelf. Een kerkelijke samenkomst, kerkelijke handelingen, waarin de sierlijkheid, waarin de deftigheid, waarin de orde ontbreekt, die geven naar Gods Woord zeer ernstige reden om te denken, dat God daar wordt gemist, dat daar de leiding des H. Geestes ontbreektzeer ernstige reden, om te vreezen, dat daaruit voor de Gemeente Christi niets goeds kan voortkomen. Dat nu de gereformeerde kerken saam één Kerkenorde hebben, komt zeer natuurlijk daar van daan, dat zij wel onderscheiden ledematen, doch te zamen één lichaam zijn. De artikelen der Kerkenorde, d. i. de korte samenvatting van de handelingen der Synode, behoeven juist niet »met een tekst" bewezen te kunnen worden, maar een ker kenorde of een artikel van een kerkelijke orde strijdende tegen Gods Wóórd of strij dende met den welstand, de sierlijkheid eener Kerk, dat is een onbestaanbaar ding. Wij hopen, dat het nu eenigzins duidelijk zal zijn, wat een kerkenorde is, waarom zij er is, hoe noodzakelijk zij is. Laat ons nu in het volgend nummer van de Kerkbode nagaan, hoe zij er komt, wat haar kracht is en in hoeverre zij verbindt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1890 | | pagina 3