enz, der Zendelingen, in Indie getrokken eerst zes maanden later hier betaalbaar waren, zoodat het kapitaal" der Veree- niging nooit anders bestaan heeft, dan uit geaccepteerde wisselsplus zóóveel tekort in kas In 188384, toen het tekort ongeveer 13 of 14 duizend gulden bedroeg, is er, met buitengewone krachtsinspanning, ge noeg bijeengebracht om het tekort te dek ken doch de loopende geaccepteerde wis sels konden niet uit de buitengewone bij dragen tot delging der schuld gedekt worden. Er bleef dus een schuld van eeni- ge duizenden guldens. En sinds is deze, gelijk het steeds met schuld gaat, die niet kan worden betaald, t>altijd meerder" ge worden. Ten deele is dit hieraan te wijten, dat vele vrienden, die vroeger de Ned. Ger. Zendingvereen. steunden, haar, in den laatsten tijd, »om de Doleantiealle hulp onthielden, en niets meer met haar te doen willen hebben." Gij zoudt verbaasd staan, indien gij eens inzage kondt heb ben van de brieven, briefkaarten en bood schappen, die bij den Penningmeester en bij den Redacteur van de Heidenbode inkomen van predikanten en anderen, overigens welwillende lieden, waarbij con tributie opgezegd en de Heidenbode ge weigerd wordt. De Vereeniging gaat dien vrienden te veel den Gereformeerden, in hun oog den verkeerden weg op, om haar arbeid nog langer met een penning te steunen, of haar in huis te dulden. En dit wordt, uit den aard der zaak, wel ge voeld bij het sluiten van de jaarrekening. Met dankbaarheid moet hierbij terstond erkend worden, dat het totaal bedrag der gewone inkomsten niet benedenmaar boven dat van vroegere jaren is. Bijna uitsluitend komen de bijdragen voor de Gereformeerde Zending thans uit de Ned. Ger. Kerken die inkomsten worden niet minder, maar stijgen geregelden dit is geene kleine reden van dankzegging. Edoch: Die bij dragen staan nog in geen verhouding tot de draagkrachten der Kerken, noch ook tot de dringendste behoeften van onzen Zen- dingsarbeid. De jaarlijksche uitgaven der Geref. Zen ding op Midden-Java beloopen thans f15000 a f 16,000 doch om eenigszins aan den eisch van het werk te kunnen voldoen, is er minstens f 20,000 per jaar noodig. En er komt maar p.m. f 12,000 a f13,000 per jaar inHoe kan het dan anders of er moet een tekort" zijn? In vergelijking met elke andere Holland- sche Zending, arbeidt de Ned. Geref. Zen- dingsvereen, hoogst zuinig. Haar arbeids veld toch omvat geheel Midden-Java., nl. de residenties Bagelen, Banjoemas, Tegal, Pekalongan, Kedoe, Djocjakarta en eenigs zins reeds Soerakarta, met een bevolking van ruim vijf millioen zielen. De vereeni ging onderhoudt hier vier Zendelingen met hunne helpers, terwijl vier kweekelingen voor den dienst der Zending worden opge leid. De Zendelingen Wilhelm en Horst man reizen veel, om het Evangelie in zoo wijden kring mogelijk te prediken, en de jeugdige Kerken of beginsels van Kerken, in het Evangelie te dienen. Het werk breidt zich gezegend uit, gelijk nu weer in de Residentie Kedoe, tot korten tijd geheel voor het Evangelie gesloten, maar waar in het laatste jaar zulk een geestelijke be weging ontstaan is, dat er reeds een duizend zielen uit de Mohamedanen tot de Christe lijke Kerk zijh toegebracht. De arbeid op Midden-Java is inderdaad belangrijk en veel belovend, zóó belovend als op dit oogenblik misschien geen ander in onze Koloniale bezittingen. En in verhouding tot dien arbeid, op zulk een uitgestrekt veld,is eene jaarlijksche uitgave van 15000 a 16000 toch waarlijk min genoeg. Laat mij u ook verzekeren, dat de uit gaven hier, zoo veel mogelijk, ingekort worden. Wat bezuinigd kan worden op administratie enz. geschiedt. Zelfs kan er, zuinigheidshalve, niet eens in elk nummer van de Heidenbode een illustratie op over schieten. Doch, gij stemt het zeker toe, ook bezuiniging heeft een limiet. Het werk op Midden-Ja va heeft zich in de laatste jaren zeer uitgebreid en breidt zich uit. Meer arbeiders zijn daar dringend noodig. De velden zijn wit om te oogsten doch de arbeiders zijn weinige. En schoon de Broeders, die, naar vermogen, het werk verrichten, niet eens zóó gesteund kunnen worden als het behoort, is er nochtans niet genoegzame inkomst om in de hoogst noodige uitgaven te voorzien. »Mag en kan dat?" vraagt Ds. P. v. A. Och het antwoord der Friesche Kerken zij: Het mag niet zoo en het kan anders. En dat die Kerken dan aan de andere Kerken zoo'n goed voorbeeld geven, dat navolging daarvan niet kan uitblijven. Wat gedaan kan worden In plaats van èéne collecte in het jaar voor de Gereformeerde Zendingzouden Ker keraden kunnen bepalen om minstens vier malen in het jaar voor de uitbreiding van het Koningrijk Gods op Java inzameling te houdenDit zal de Kerken niet arm maken, en eer voordeel aanbrengen dan schade aan de andere kerkelijke fondsen. »De zegenende ziel zal vet gemaakt wor den." In ieder huisgezin zou een zendingsbusje geplaatst kunnen worden. Het is ongelooflijk, hoeveel van het totaal bedrag der inkomsten voor de Zending aan centen en klein zilver geld uit zulke busjes der Zending ten goede komt. -»Mooi" staat zulk een Zendingbusje op den schoorsteenmantel misschien niet, doch men zal er gedurig door aan den nood der Heidenen herinnerd worden, en menige penning, die anders door de vingers glijdt, gaat dan in de Zendingsbus. Langs dezen weg kan veel gedaan worden. Dat iederdie zich op den Rustdag ver blijden mag in de prediking des Woords en in den openbaren dienst des Heerendenke aan de 1000 millioen zielendie het Evangelie nog niet ontvangen hebbenen onder dezen aan de 30 millioen Heidenen en Mohame danen in N.-Indie, en dan eenige barmhar tigheid bewijze aan die millioenenook door eene kleine stoffelijke gave voor de Zending. Met het tiende deel van het geld, dat er door de leden onzer Kerk verrookt wordt op den dag des Heeren, zou de Gerefor meerde Zending van haar schuldenlast bevrijd zijn, en zonder tekorten" haar jaarrekening kunnen sluiten. Dit geve te denkenen geve te doen. Geen Kerk is zóó arm of zij kan geregeld- iets bijdragen voor de uitbreiding van des Heeren Koninkrijk; doch de Kerken, die zulks niet doen zijn arm, al zijn zij geen arme Kerken. Ook hier geldt bet: »Br.engt de tienden tot des Heeren altaar en beproeft Mij nu hierin." (Slot volgt.) Acta der tweede voorloopige Synode. Zij zijn verschenen en thans voor elk verkrijgbaar voor f 1,10 bij den boekhande laar. Eindelijkzal deze of gene zeggen. Nu ja, men kan niet zeggen, dat het vlug is, doch ieder die deze 100 pagina's, compressen druk, inziet, zal erkennen, dat er heel wat aan te arbeiden viel. Als men dan bedenkt, dat onze scribm nog heel wat meer te doen hehben dan acta in orde te maken, en vooral niet vergeet, dat men in zulke dingen ook met den uitgever moet rekenen, dan zal men onzen scribse niet kunnen ont houden een woord van lof voor hun moei lijken en zoo nauwkeurig en goed vol brachten arbeid. In een werkelijke behoefte voorziet het aan deze acta toegevoegde Register'. Men kan daarin nu met een oogopslag zien, op welke bladzijde van de acta van het syno daal Convent en van de acta der voorloopige Synode van Utrecht of van Leeuwarden het verhandelde over eene of andere zaak te vinden is. Met dit Register is vooral aan de ker keraden, die gedurig deze verschillende acta moeten naslaan, een goeden dienst be wezen. Uit deze acta kan blijken met welk een inspanning er door de Voorl. Synode van Leeuwarden gewerkt is. Vele en daaronder zeer gewichtige zaken zijn be handeld. Het is nu de taak der kerkeraden en Classen, om deze acta zeer ernstig en nauwkeurig te lezen èn te toetsen. Elke kerk, iedere Classe hoeft zich plechtig, onder aanroeping van 's Heeren Naam verbondsm, om zich te houden aan hetgeen door de meeste stemmen goed gevonden is" tenzij het bewezen wordt te strijden tegen het woord Godsy of tegen de Artikelen der Kerkenordening" Dit juist maakt het voor elke Kerk en Classe noodzakelijkom na te gaan, öf het beslotene en bepaalde naar Gods Woord is en of het niet strijdt met de Dordsche Kerkenordening. Hierbij gaat men natuurlijk uit van de onderstellingdat de Yoorl. Synode in alles alleen Gods Woord als maatstaf heef t gebruikt en dat geen harer handelingen met dat Woord in strijd zijn, en dat zij ook niets tegen de artikelen der Dordsche Kerkenordening heeft bepaald of besloten. Hieruit volgt dan, dat elke kerk zich houdt aan wat de deputaten harer Classe in haar naam en naar het Woord hielpen vaststellen. Eene kerk, die dit niet doet, staat schuldig voor God aan woordbreuk, en bezondigt zich aan het welwezen der an dere kerken d. i. middellijker wijze aan het

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1890 | | pagina 3