•daten. En een genootschap hangt dus in
deze alles af van den loil der meerderheid
van de leden. Terwijl het aan de minder
heid, die er zich niet raeê vereenigen kan,
dan volKoraen vrij staat, om uit die ver-
leniging uit te gaan en daarnaast een
nieuwe vereeniging te maken, waarin zij
dan de zaak van de tucht weer regelen
naar hun zin of meening.
Doch zóó is het iu de kerk volstrekt niet.
Daar is de tucht ingesteld en geregeld
door den Koning der Keik. Hij heeft dat
gedaan nair Zijn souvereiu welbehagen,
naar het goedvinden van Zijn eigen wijs
heid en liefde eu heiligheid.
11 ij zelf oefent die tucht in zijn Kerk
hier op aarde. Hij doet het inioend g in
de hirt.en door den H. Geest, die daartoe
zich bedient van het gepredikte Woord.
Hij doet het ook uitwendig door den dienst
van Ziju Dienaren des Woords en van Zijn
Ouderlingen.
Als dus de opzieners tucht oefenen dan
heerschen zij niet, dan oefenen zij geen
bestuursmacht over de Gemeente, maar dan
dienen zij den Ileere en bedienen Zijn tucht
aan Zijn Kerk.
Wee dien ouderlingen, zoo zij in deze
weigeren den Heere te dienen, wee hunner
indien zij Hem eigenwillig dienen, dat is
Zijn tucht bedienen naar hun wil of naar
menschen begeeren of toelaten. Zij doen
dan te kort aan de eere en het recht van
den Koning der Kerk, zij beschadigen dan
Zijn zielen, zij bederven Zijn heerlijk werk.
De Ileere doet Zijn ouderlingen zijn wil
niet kenuen door verborgen ingeving in
hun harten, neen, maar door Zijn geopen
baard Woord, door den Bijbel die d-ar
ligt, zoodat heel de kerk mee kan en mag
en moet oordeelen, of zij de tucht des
Konings recht bediend hebben.
De kerkelijke tucht is dus geheel onaf
hankelijk van menschen wil of goedvinden.
Zij is niet uit den mensch noch naar den
menscli. Zij wordt wei door menschen
uitwendig bediend, maar geheel en al naar
de verordeningen door den Heere in Zijn
Woord gegeven. Die haar and-rs bedient,
is zelf bestraflelijk en zoo hij zicli niet
bekeert van deze booze handeling, verwer
pelijk als knecht. De ouderling is hier
niet 's Heeren vertegenwoordiger maar 's Hee
ren bediendede man d >or wieu de Heere
het uiterlijke in dit werk doet.
Zoodra dus een ouderling de tucht gaat
uitoefenen op de manier als de koningen
zijn rechters dit in den staat doen, óf op
de manier als vader in huisóf als meester
in de schoolóf als de bes'uurders in een
genootschap dan ziju zij b s'raffe'ijk en
zoo zij na vermaan en bestraifiug volhar
den verwerpelijk.
Doch ook leden der k>rk, die zich niet
aan de naar Gods Woord geoefende tucht
onderwerpen, zijn zeer bestraffelijk en zoo
zij volharden verwerpelijk, want zij ver
zetten zich niet tegen den ouderling, die
in deze zaak maar eeu bediende is, maar
zij weigeren onderwerping aan den Koning
der Kerk. Zij zijn den farizeën en schrift
geleerden gelijk, die zich van Jezus niet
wilden laten vermanen en bestraffen. Zij
doen als Farao, die zich tegen den Heere
verhardde en aan Gods knechten en volk
wraak oefeude over de bestrijding en kas
tijding, die zij hem iu 's Heeren naam
moesten aanzeggen.
Laat men dit nu al vast eens goed in
denken en dan zal men iuzien, waarom
een deel des Kerkeraads van de Nederd.
Geref. Kerk bijv. te Middelburg, of de gan-
sche Kerkeraad bijv. te Serooskerke of de
geloovigeu bijv. te Vlissingen niet. anders
konden handelen dan zy iu 1887 gedaan
hebben.
Maar dan zal men ook inzien hoeveel
oorzaak tot schuldbelijden en verootmoedi
ging er is voor die Gereformeerden, die
reeds vroeger zich ook om der wille van
de tucht des Heeren afzonderden.
A S,14!£ 3,141.
Ilereeniging all r Gereformeerden.
Tot hiertoe zijn helaas alle pogingen,
die door de Nederduitsche Gereformeerde
kerken aangewend zijn, om al wat Gere
formeerd is te hereenigen, niet met ge-
wenschten uitslag bekroond.
Dit is een zeer bedroevend feit en een
verschijnsel, dat den verder ziende met bange
zorg voor de toekomst vervuldt.
De mannen en vrouwen van gerefor
meerde belijdenis zijn nu gelijk een huis,
dat tegen zich zelf verdeeld is en dat, in
dien het zich niet bekeert van deze zon
dige handeling, daardoor vallen moet.
Wij gereformeerden brengen door deze
zaak smaadheid over den .Naam des Hee
ren, wij beletten den voortgang van het
werk der reformatie, wij belemmeien en
verzwakken den een den ander en sterken
de mannen van ongelouf en revolutie.
Alleen door spoedige toepassing der Ge
reformeerde beginselen kan de sociale
kwestie worden opgelost en kan de drei
gende schrikkelijke omwenteling misschien
nog voorkomen, stellig in hevigheid en in
haar vreeselijke gevolgen worden getem
perdindien ons steeds dieper zink-11de
volk naar de gereformeerde beginselen
wêer tot reformatie kon worden gebracht,
dan zou e~ wêer geestelijke en stoffelijke
welvaart en bloei komen, waar nu niets dan
toenemende verwildering en verarming is
waar te nemen.
Doch dit alles kan niet zoolang de dra
gers, de belijders dier beginselen elkander
tegenstaan met woord en daad, openbaar
en in 't verborgen.
Eiken dag, dien deze toestand voortduurt,
bezondigen wij ons tegen God en tegen
onze natie met hare overheden en rechters.
Wij kunnen zóó niet gezegend zijn. Er
moet kwijning en vermagering komen in
ons geestelijk en huiselijk en kerkelijk
leven, want wij doen den H. Geest smarten
aan.
Als een groot huisgezin in de huiska
mer saam is en daar onder vaders ver
standige leiding en moeders verwarmende
en verteederende liefde elk zich vrij uit
spreekt, dan blijkt het eens hoe veel en
velerlei verscheidenheid er in die toch zoo
krachtige en lieflijke eenheid woont en
wonen kan. Doch als datzelfde huisgezin
naar buiten in de maatschappij of burgerij
optreedt, dan is het een.
Waarom is het niet zoo in het huisge
zin der gereformeerden
O, ontzettend is de verantwoordelijkheid
van hen, die ons beroeren en verdeeld
houden.
De Voorloopige Synode van Leeuwarden
heeft nu een nieuwe poging gedaan, om
toch tot hereeniging te komen.
Zij roept, laat ons toch als één gezin,
als één familie samen wonen. Wij zijn
van één geest, wij hebben één levens- en
wereldbeschouwing, wij gaan uit van de
zelfde beginselen, want wij hebben blijkens
onze wederzijdsche verklar ngen een en
dezelfde belijdenis. Daarbij komt. dat wij
verklaren, dat wij in ons kerkelijk leven
dezellde orde willen aannemen en houden,
wij hebben eene kerkenorde.
Laat ons dus Synodaal en Classikaal
saamkonien met die ééne belijdenis als ac-
coord van kerkgemeenschap en met die
ééne kerkenorde als eenige èn uitgevoerde
kerkenorde.
Dan kunnen wij als één huisgezin bin
nenskamers over onze verschillen handelen
en buitenshuis krachtig optreden.
Ons dunkt, er kan nu toch niets meer
met redelijkheid bedacht worden, 0111 dit
verzoek, dezen dringenden voorslag af te
wijzen.
Er is helaas met kwistige hand onkruid
op den akker gezaaid, het eene heet ker-
kistische hoogheid en farizeïsme, het an
dere heet achterdocht en wantrouwen. O
dat God het doe verstikken, eer het het
goede zaad verstikt. Laten wij het uitruk
ken, eer het ons en onze kinderen verderft.
Dat de ileere ons weêr saambinde.
Er komt dezer dagen veel goeds van de
pers. De vorige week bespraken wij reeds
het uitnemend traktaat vans Dr. Wage
naar over het ambt der geloovigeri\ Nu
is weldra te wachten eene predikatie over
den 4e'i Zondag van Dr. W. v. d. Bergh
uitgegeven door de g edo zorgen van Ds.
van Loon. Het zal wel niet noodig ziju
tot koopen en lezen van deze predikatie
aan te dringen. Het is als lt ware een
nalatenschap van onzen beminden en hoog-
gesehatten v. d. Bergh. Kort voor zijn
heengaan van deze aarde werd zij opge
steld. Wij zijn er Ds. van Loon recht
dankbaar voor, dat hij op die wijze het
woord van dezen knecht Gods nog tot
de Gemeente doet uitgaan. Zij het voor
velen tot rijken zegen. Zoo men deze pre
dicate koopt, helpt men tevens de school
met den Bijbel te Kootwijkerbroek •steunen,
die dezen steun zeer noodig heeft.
Ook is verschenen de le aflevering der
Bijbeluitgave, die bezorgd wordt door Dr,
A- Kuijper, Dr F. L. Jtiiitgers en Dr. H.
Bavink. Het doel is ons den Statenbijbel te
geven met de volledige kanttek eningen
in ons hedendaagsch Hollandsch. Er mag
dunkt ons, alle verwachting gekoesterd,
dat deze noodige maar zeer nioeieh.ke en
omvangrijke arbeid, goed zal worden uit
gevoerd. Zij kon aan geen meer gewenschte
mannen worden toevertrouwd. De uitvoe
ring vaii het werk is blijkens de eerste
aflevering uitstekend. Wij hopen, dat velen
zich deze uitgave van den Bijbel zullen
aanschaffen. Dit werk nog aan te bevelen
is zeker gansch overbodig.