ALLYIÜ^I,
een burger Dienstmeid,
S S
Beroepen te AlkmaarJ. Osinga te
Gouda
Aangenomen naar Leiden door R. J.
W. Rudolph te Heinenoord naar Voorburg
door K„ Stelma te Wijckel;
-dat al deze kwaden worden weggenomen,
-doch het welslagen van den tocht hangt
daaraan niet.
Ook zal de Heere dit alles wegnemen,
ons schriftwoord doet dit zien.
Een discipel, die het bevel des Meesters
durft weerstaan, die de zaak des Heeren
durft verwerpen op grond van ongeschikte
middelen en werktuigen en handelingen,
die staat schuldig. Die staat met al zijn
gepaste aanm?rkingen, met al zijn diepe
wijsheid, met al zijn blinkende vroomheid
toch tegen Jezus. Want terwijl de
Meester voor zijn tobbende, schreeuwende,
uitgeputte, ongeoefende, kleingeloovige dis
cipelen en voor hun zwaren tocht bidtis
zulk een bezig hen te verdoemen.
Het woord des Heeren, Matth. 12 30,
is scherp: »Wie met mij niet is, die is
tegen mijen wie met mij niet vergadert
die verslrooit.,}
Lezer, wat oordeelt gij van die schepe
lingen en van hun gelijken, wat dunkt U
van dezen en van zoodanigen tocht
en met de Kerk te verzoenen, nu niet
alleen tot een bespotting gemaakt en van
alle kracht beroofd, maar zelfs tot een
oorzaak van allerlei geestelijke krankheid
geworden I
Is heb niet om bij te schreien 1
O, dat men toch eens ernstig leze en
herleze, wat de Gereformeerde Kerk sinds
eeuwen in overeenstemming met Gods
Woord van de tucht belijdt.
Men kan dat vinden in art. 82 van *de
Belijdenis des Geloofsin Zondag 31 van
den Catechismus en in art. 71 van onze
Kerkenorde.
Indien men de belijdenis der Kerk in
deze zaak verstaat, dan zal men inzien,
hoe geheel geestelijk van aard, hoe teeder
de tucht is. Dat zij noch in vorm noch
in wezen iets te maken heeft met de bur
gerlijke rechtspraak.
Dat een Kerkeraad, die haar daarvan
ook maar den schijo doet aannemen, zich
bezondigt aan Gods Woord, aan de Ge
meente en aan de consciëntie.
Wp wenschen deze zoo hoogst gewich
tige zaak eens wat nader te bezien.
Het zal dan van zelf wel blijken, dat
de tucht volstrekt niet dienen moet, om
de zonde te verzoenen, en evenzoo zal dan
duidelijk worden, dat het volstrekt niet
het gevolg van het onder censuur liggen"
is, indien de Gemeente door haar Kerke
raad naar 's Heeren bevel en uitwijzen het
aan een broeder of zuster ontzegt, om tot
den tijd van boete en bekeering de rechten
van een lid van Christus' lichaam uit te
oefenen.
Men zal dan hopen wij, gaan inzien,
hoe schrikkelijk het is, om zulk een broeder
of zuster in den waan te brengen of te
laten, dat nu hun kind niet mag gedoopt.
Hoe komt men toch aan zulk een meening
Omdat dus de vader of de moeder gezondigd
heeft, zou 's Heeren ordinantie aangaande
den Doop ten deele worden opgeheven of
een tijd buiten werking worden gezet,
om de zonde der ouders zou men dus het
kind versteken en berooven van het genade-
voorrecht van den Doop. Ziet men dan niet,
dat dit lijnrecht strijdt met Ezechiël 18
4 en 20 waar zoo duidelijk geleerd
wordt, dat het kind niet gestraft mag
worden om de zonde van den Vader
Kan een vader jegens zijn lieve kind schrik-
kelijker verzuim plegen, dan het den Doop
te onthouden
Och, dat men toch eens gereformeerd
wilde worden, dat men toch eens ernst
maakte met het zeggen, dat men tot de
leer en dienst der Vaderen, dat is tot Gods
Woord wil terugkeeren.
Och, of de Heere het licht der kennis
weêr over ons deed opgaan en weêr ver
lichte oogen des verstands gaf, opdat wij
mochten kunnen inzien in Zijn wet en
getuigenis.
Wij mogen niet langer uitstellen onze
Lezers te wijzen op een zeer belangrijk ge
schrift van dr. L. H. Wagenaar, getiteld
t> Bet ambt aller geloovigen
De Voorl. Synode van Utrecht verzocht
onzen talentvollen Broeder de samenstel
ling van een geschrift over dit zoo hoogst
gewichtige onderwerp op zich te nemen.
Hij heeft hieraan voldaan in den hem
eigen frisschen en aantrekkelpken toon en
stijl.
Men zal zijn boek met genot lezen en
niet onvoldaan uit de hand leggen.
Hij voert ons in het hart van dit vraag-,
stuk, dat in onze dagen zoo zeer aan de
orde is en dat uiet allesn alle kerkeraads-
leden, maar vooral de getneenteleden aan
gaat.
Als lid der Gemeente dragen wij allen
het ambt der geloovigen. God legde hel
ons op.
Het is dus voor een ieder onzer van
het hoogste belang te weten waartoe wij
dan door dit ambt vermaand en verplicht
zijn.
Wij hopen zeer, dat dit Bo ik door velen
zal worden gelezen èn overdacht.
Men stelle niet uit het te koopen. De
prijs 50 Cts, is geen verhindering.
Wij zeggen met de Herautdat de le
zing van zoo'n boek meer sticht dan de
lichte, wortellooze lectuur van het Engelsche
methodisme.
Wij wenschen ook zeer, dat naar aan
leiding van dit geschrift het gewichtige en
rijke onderwerp publiek zal besproken
worden, en willen daarvoor een deel onzer
beperkte ruimte afstaan.
Wij danken den geackten schrijverzeer
voor wat hij ons gaf.
De Heere zegene ook in dezen zijn ar
beid.
Nederd. Geref. Kerken.
Bedankt voor St. Jacobi Parochie
Broek op Langendijk en Buitenpost door
J. Hania te Oosterbierum voor Harmeien
door D. C. P. Sluijter te Loosduiuen voor
Kollum door W. Mulder te Harderwpk
voor Franeker en Oudshoorn door R. J. W.
Rudolph te Heinenoordvoor Steenwijk
door C. L. F. v. Schelven te O. N.
Weteringvoor Maassluis en Kralingen
door J. J. A. Ploos v. Arnstel te Reitsum.
Volgens »de Hoop" zal Dr. Geesink D.
V. op 27 Juli afscheid prediken te Rot
terdam, om na de vacantie zijn taak als
Hoogleeraar aan de Vrije Universiteit aan
te vangen.
Verantwoording van liefdegaven.
Bij den boekhouder der Kerkelijke Kas"
ontvangen uit de Collecte van Zondag 13
Juli: van N. N. f2.50, »voor de plaats"
van J. R. f 5.van N. N. f 2.50, van
C. A. f3.van F. f4,Voor de Kerk
voor het gebruik van de kamer van de
Zusterkring f 2,50.
J. J. Dockiieer.
ADVERTENTIES.
TERSTOND GEVRAAGD
Ger. Godsd. Adres bij den uitgever dezes.
Tucht.
Er zijn er ook onder de Gereformeerden,
die al eeu heel vreerad begrip van tucht
en tuchtoefeaen hebben.
Voor hen schijnt de tucht een soort
van straf te zij a, waardoor een begane
misdaad of zonde wordt verzoend, zoodat
iemand die nu die tucht heeft ondergaan,
dan ook weêr als een eerlijk man in de
Gemeente kan verschijnen.
In dat geval is de tuchtoefening een
soort van rechtsgeding. Men onderzoekt
naar de misdaad, raea constateert de mis
daad en men bepaalt de straf, die dan
misdadiger moet opgelegd. Zoolang deze
dan dat vonnis draagt, in dieu straftijd
verkeert, mag hij natuurlijk niet gelijk de
andere ongetuchtigde brave leden in de
Gemeente verkeeren. Zoo'n onder censuur
liggende" mag dan natuurlijk niet aan 't
Avondmaal komen, hij mag niet meestem
men, hij mag zijn kind niet laten doopen,
onz. Natuurlijk niet, want de kerkeraad
heeft hem onder censuur gezet."
Hoe lang dat nu duren moet Ja, dat
hangt volgens die menschen dan af ?an den
tijd, door den kerkeraad bepaald. Sommi
gen zijn voor drie maanden, anderen voor
een half jaar of ih erge gevallen zelfs voor
een jaar onder censuur gezet".
In geval nu zoo'n gecensureerde of ge
tuchtigde »die zaak niet overnemen kan",
en dat gebeurt nog al eens nu, dan
laat men zich schrappen" en sluit zich
bij L of J of K of A of X aan.
Ontzettend, niet waar Lezer
Welke onberekenbare schade heeft zoo'n
opvatting van tucht en tuchtoefenen reeds
aan Gods Kerk, aan de natie, aan de
huisgezinnen, aan de zielen veroorzaakt
H )e is hierdoor dat zoo uitnemend
wijze en barmhartige en rechtvaardige be
vel en bestel des Heeren, dat dienen moet
om Zijn Naam te heiligen, om de ergernis
uit Zijn Gemeente weg te nemen, om Zijn
Sacramenten heilig te houden, om allen
bij de gehoorzaamheid Gods te houden,
om de zondaars tot bekeering te leiden