zichzelven die eer aan, maar die van God geroepen wordt, gelijkerwijs als Aaron." (Hrtbr. 5:4). Nu willen deze broeders, dat zoodanig onderzoek iu eene gecombineerde vergadering plaats hebbedoch wat dat voor eene vergadering is, weten wij niet. De Dordrecbtsche kerkenorde kent kerke- raadsvergaderingenvergaderingen van gena- óuurde kerken of Classicale vergaderingen,) provinciale Synoden, nationale en generale Synoden doch gecombineerde" vergaderin gen zijn onder die kerkenorde onbekend. Dat zal dus wat nieuws zi)n, dat onze oiul- gereformeerde vaderen nooit hebben geweten. Voorts zal in die gecombineerde verga dering een beroepen predikant moeten worden onderzocht volgens art. 8 der ker kenorde. Zoo schrijven deze broeders. Het is ons waarlijk een moeilijke plicht, doch dien wij moeien vervullen, zoo wij tot dit punt genaderd, tegen deze mannen moeten getuigen. Zij willen ons niet op deu weg der kerkenorde leiden, maar van dien weg afbrengen. Naar de kerkenorde worden de beroepen predikanten niet geëxamineerd volgens art, 8, maar voloens art. 4. Weten dezo mannen dat niet, laten zij dan niet pogen het gereformeerde volk te leiden, opdat wij niet met hen van den wal in de sloot geraken Weten zij het wel, wat moeten wij dan van hen deuken Eerlijk gezegd, wij verdenken hunne be doeling niet, maar we gelooven niet, dat zij verstand hebben van de kerkenorde. Art. 8 der Kerkenorde dient, om den dienst des Woords te beschermen door het weren van alle schoolmeesters, handwerkslieden of anderen, die niet gestudeerd hebben, tenzij het zeer buitengewone zijn en nu willen deze mannen dat artikel aanwijzen, als de gewone weg om tot liet ambt te komen. Volgens de kerkenorde moeten de ge meenten langs den weg van art. 4 predi kanten verkrijgen. Zij moeten zelfs vol gens art. 19 arbeiden, opdat er daartoe studenten in de theologie ziju. Art. 8 is het hek, dat den toegang tot het ambt aan de zijde van de straat afsluitopdat maar niet ieder zoo eens in het ambt zon sprin gen. Art. 8. sluit ook voor de gemeente den weg af, om zoo maar iedereen te be roepen, zelfs de claisen mogen volgens art. 8 niet ieder, die zich aanmeldt, examinee- ren. Art. 8. wijst aan ongestudeerde per sonen den eenigeu weg, die er voor hen open mag staan, om tot het ambt te ge raken. En die weg is langs eene Synode. Vol gens art. 8 mug slechts, indien de Synode het goedvindteene classe er toe overgaan, om een ongestudeerd persoon te examï- meeren. In art. 8 hebben de kerken, die de kerkenorde aanvaard hebben, het beroe pen van ongestudeerde personen opgegeven allesn aan eene wettige Synode overlatende, het aan te wijzen, indien er eenig onge studeerd persoon mocht zijn, die hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. De kerken zouden echter bij het moeken van een dienaar des Woords den weg volgen van art. 4. Dat de heeren Maliepaard en Werner dit niet welen, is blijkbaar uit huu eigen weg. Zij hadden, zoo zij gereformeerde man nen zijn, die de gereformeerde kerkenorde als de nimmer wettig afgeschafte erkennen, en er ten minste eenige kennis van hebben, nooit tot het ambt moeten gaan zonder eerst het goedvinden van eene Synode van gereformeerde kerken te hebben ontvangen, en daarna door eene vergadering van ker ken geëxamineerd te zijn. Die weg stond voor hen open. Doch zonder dat de gere formeerde kerken hun daartoe ooit recht gaven en terwijl art. 8 der kerkeuorde hun dat recht zoo uitdrukkelijk ontzegt namen zij maar een beroep aan, en leidden zoo de gerelormeerden, die heu argeloos heriepen, van 't rechte spoor af in plaats van hen naar 't rechte spoor te wijzen. Eu nu voegen zij met deze circulaire bij hunne eerste zoude tegenover het recht der gereformeerde kerken een tweede, die erger is dan do eerste, door de gereformeerde ge meenten op te roepen, om het hek, door de vaderen in art. 8 der kerkenorde gezet, te gaan wegbreken en de kerken alzoo voortaan gelegenheid te bieden om aller wegen iedereen in het ambt te halen, die men voor een lieven broeder houdt. Zoo schenden zij de erfenis der vaderen. Wij waarschuwen voor dit iverkWij weten, dat vele gemeenten gevaar kunnen loopen, om iu dien strik gevangen te kan nen worden God zal deze mannen oordeelen, indien zij met bewustheid deze zoude doen. En doen zij het onbewust, dau rust op ons toch de plicht, om ieder te waarschu wen, die de gereformeerde Kerken door de genade des fJeeren l'efheeft'. Laat niet zoo uwe kerkenorde afbreken Dit werk is niet gereformeerd. Deze mannen verzetten.de palen, die onze wijze en godzalige vaderen hebben gesteld. De dag kan komen, dat zij weuschen nooit als leiders te zijn opgetreden in eenen weg, dien zij niet weten Dat komt er nu van, dat deze mannen zelf art. 8 zijn orageklommen. Hadden zij eens eenige jaren gestudeerd en het oordeel eener Synode gezocht, wat goede weTktuigen hadden zij iu de hand des Heeren mogelijk kunneu worden. Nu breken zij het werk der vaderen, het werk des Heeren af, zonder het te weten. Welk eene verantwoordelijkheid laden zij en allen, die zulk een arbeid steunen, op zich Zonder het te zoeten Mocht dit woord bun dan nog tot waarschuwing zijn. Opdat zij niet de verscheuring, maar waarlijk de vereeniging en opbouwing der gerefor meerde Kerken in Nederland mogen dienen. 2e Voorloopige Synode van Nederduitsche Gereformeerde Kerken. Leeuwarden, 26 Juni 1890. Te 9 uren werd heden op de gewone wijze de vergadering geopend. De korte notulen voor de pers en de acta der vori ge vergaderingen worden gelezen en goed gekeurd. Het concept van het te zenden schrij ven aan de Chr. Geref. Kerk, dat zoude ge adresseerd worden aan de deputaten van de Synode te Kampen, werd voorgelezen en goedgekeurd. Er werd bepaald, dat te vens exemplaren van dit schrijven voor alle kerkeraden der Christ. Geref. Kerk aan de deputaten van Kampen zouden worden toegezonden, eveneens een exem plaar aan eiken Ned. Geref. keikeraad. Nn kwam in behandeling het rapport van de commissie over de examina. Aller eerst werd de dank aan de commissie ge bracht voor hare handelingen, en wat zij had verricht goedgekeurd. Er werd besloten, bij af wij zing van ex aminandi geen bindende termiju te stellen, waar binuen zij weder zouden kunnen wor den geëxamineerd. De beslissing in zake een broeder in de Classis Harderwijk, door de commissie genomen, bepalende dat hg niet kon worden toegelaten tot den Dieusfc des Woords werd door de Synode gehand haafd. Men achtte alleszins wensihelijk en noodzakelijk, dat personen, die in eenige Classis tot den Dienst des Woords niet konden worden toegelaten, in een kerk eener andere Classe niet zouden mogen op treden tot bediening des W oords, zoolang de Classe, die afwees, hare beslissing niet had gewijzigd. Van nu af wordt het examen tot toe lating volgens art. Vlit toeverirouwd aan de commissie voor de examina, die in dat geval wordt uitgebreid met 4 deputaten Ouderlingen door deze Synode te benoemen. Onraadzaam werd geaebt, termijnen tö bepalen, waar binnen iemand in dezelfde Kerk wederom mocht worden beroepea. Daar de huwelijks-bevestiging werd ge rekend tot de bediening des Woords, con cludeerde de commissie, dat uit het Ouder lingambt als zoo ianig met koude voortvloeien, dat een Ouderling hiertoe als vanzelf, bS ontstentenis van den leeraar, zoude aange wezen zijn. De behandeling van deze con clusie is geschorst, en de morgen vergadering gesloten. Te I ure is de namiddagvergadering geopend, en de behandeling der voorge- stelde conclusie hervat, en deze goedgekeurd! met de bijv-oeging, dal in zulke gevallen aan den kerkeraad stond om te zien wat te doen ware. Er werd bepaald dat oefenaars waren tö beschouwen als lidmaten, die geen ambt van oefenaar hebban, waarom ook geen instructie voor hen, als wa3 gevraagd, kond© gegeven worden. De couclusie der commissie, dat d© Voorloopige Synode deverantwoordelijkheid van den doop van kinderen van ouders* waarvan men weet, dat zij niet gedoopt zijn, niet op zich kan nemen na belang rijke discussie, waarbij op de beide stroo mingen, die in dit opzicht in onze kerken ten allen tijde liepen, wordt gewezen, is deze conclusie aangenomen. Er werd bepaald, dat onraadzaam was aan te dringen op het nemen van maatre gelen, om te komen tot eenparigheid in zake de vragen bij openbare belijdenis te doen. Dit werd gelaten aan de vrijheid der kerken. De commissie verklaarde zich zeer tegen boekencensuuren volgens haar advies is ook besloten. De Voorloopige Synode oordeelen de, dat eene Kerkelijke Vergadering geen samenstel

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1890 | | pagina 3