WEDER ONTVANGEN
Q2T rVAlTUEN
W. A. DE RIJCKE, Krommeweeie.
CACAO MOUT KOFFIE
Woords te laten gaan over zich zelf en
de medeleden des gezins, door te onder
wijzen, te vermanen, te bestraffen, door
weêr opzicht te nemen op elkander.
Het is wellicht nog niet geheel te laat.
Er is nog veel te redden. Indien 's Hee-
ren volk nu maar gaat inzien, waar de
breuke ligt en wat eigenlijk de breuke is.
Neen, dat de wederpartijders heerschen, dat
zij Gods vergaderplaatsen verderven, dat zij
ze uitplunderen, dat zij hare graveerselen
met houweelen en beukhamers stuk slaan,
dat zij daarin hun teekenen tot teskenen
zetten, dat is de breuke niet, dat zijn zoo
wel als de verdeeldheid der kinderen des
huizes nog slechts de schrikkelijke, de
bittere, tot aan het hart rakende gevolgen
der breuke.
Maar de breuke is, dat Israël, dat de
kerk, de gemeenschap der heiligen op aarde
God heeft verlaten, haar liefde Hem heeft
onttrokken, naar Zijn stem niet hoort en
haar geestelijke boelen nawandelt, voor
hen zich versiert, en dat zij de gaven Gods
uit de hand dier geestelijke boelen aan
neemt en zegt, dit is mijn hoerenloon. Zie
Hosea 1 en 2 enz.
Zoo die breuke tot heiliging komt, dan
o o
zal de Heere ook al die uiterlijke wonden
en scheuren en kwaden wegnemen, naar
Zijn belofte Psalm 81:14 17 en Hosea
2 13 22.
Die zegen moet nog gezien worden. Daar
toe moet het nog komen.
De Heere alleen kan daartoe ons brengen.
Hij alleen kan dat geven.
Voorts is het, gelijk de Voorl. Synode
het uitsprak. Om dit alles mag men noch
tans de ongehoorzamen en dwalenden en
ongeloovigen niet laten begaan. Zij staan
niet buiten onze kerken en zij kunnen
evenmin behandeld als dezulken, die in
het genot van hun kerkelijke rechten staan.
Dit laatste kan niet. Immers kerkelijke rech-
moeten geoefend naar de kerkelijke wet, d. i.
naar 's Heeren Woord. Die nu weigert
naar dat Woord te hooren, zich daaraan
te onderwerpen en te houden, dien kan de
uitoefening zijner rechten niet gegund. Die
zich als een ongeloovige openbaart, kan de
kerk niet als een geioovige behandelen
en ten H. Avondmaal laten gaan.
Hoe dan nu eigenlijk met zulken moet
gehandeld worden, hopen wij aan de hand
van het verdere antwoord der Voorl. Sy
node in nog een paar stukjes na te gaan.
Er komt de volgende week voor een deel
ran ons gewest weêr een gewichtige dag.
En niet alleen voor ons Zeeland, maar
voor geheel ons vaderland, omdat Zeeland
daarvan een deel is.
Er moet verkozen worden een lid voor
de Tweede Kamer.
Voor deze verkiezing te ijveren en in 't
breede daarover uit te weiden, ligt niet op
den weg dezer Kerkbode.
Er is een blad, dat op zich genomen
heeft, om Zeeland's bewoners te onderwijzen
en voor te lichten in zaken, die het leven
van den Staat aangaan.
De Kerkbode wenscht ditzelfde te doen
in zaken, die de Kerk aangaan.
Hiermede willen wij echter allerminst
zeggen, dat de Kerk nu een heilig terrein
en de Staat een onheilig terrein zou zijn,
dat dus de Christen zich mot de zaken
van het Vaderland en van de regeering
niet zou mogen bezighouden.
Neen, ganschelijk niet. Dat achten wij
een zich onttrekken ten verderve.
Het nationale leven is niet uit den booze
en behoort niet tot het gebied van den booze.
De Heere heeft de natie gemaakt zoowel
als de Kerk. Het nationale leven en het
kerkelijke leven mag in den christen niet
gescheiden zijn, als leefde hij twee levens.
Over beiden is Jezus Koning, voor beiden,
al is 't ook op verschillende wijzen, is Zijn
Woord wet, in beiden moet de Schepper
van hemel en aarde gehoord en geëerd.
Juist omdat zij, die God vreezen, het
nationale leven en de overheden en rechters
hebben losgelaten en een zondige en on
schriftuurlijke beschouwing huldigen en in
praktijk brengen, juist door dat zich ont
trekken, zijn nu zoovele jaren lang in ons
goede vaderland in bestuur en wetgeving
enz. de beginselen van ongeloof en revo
lutie gehuldigd.
Zij die God vreezen hadden biddende en
getuigende en arbeidende op den post moeten
staan, door God zelf hun aangewezen.
Doch dat men zich dan ook niet langer
onttrekke. Dat men inzie, dat de Heere
middellijk door onze keuze en stem aan ons
volk overheden wil schenken, die ook als
overheid in de besturing en regeling van
het nationale leven Hem willen vreezen
en naar Zijn Woord willen hooren.
Wij hebben nu onder de raadslieden des
Konings zulke mannen.
In Zijne langmoedige genaderijke liefde
schonk God ons nu mannen in de regee-
riug, die zich ook op die hooge plaats den
naam en de zaak van Christus niet schamen.
Nu is de vraag bij elke verkiezing of
wij de handen van die mannen willen
sterken of slap maken.
Als gij den kiezersplicht dien God u oplegde,
dat is bidden, stemmen en door uw getui
gen anderen tot een goede keuze bewegen,
niet vervult of anders vervult dan uw
eigen belijdenis naar Gods Woord u oplegt,
dan helpt gij de handen dier overhedendie
ons volk weêr naar Gods toil wensclien te
regeerenslap maken.
Laat dat bij geen gedoopten Nederlander
in het district Goes zoo zijn.
Keuchenius moet gekozen worden. Niet
omdat het Keuchenius is.
Maar omdat men alleen door hem te
kiezen onze ministers steunt, en alzoo me-
dehelpt, om de zaken van land en volk
weêr in den rechten weg te brengen. Om
dat men alzoo het zijne doetom volk en
overheid weêr terug te leiden in de ver
laten paden.
De Kerken mogen hierbij niet toezien
alsof het hun niet aanging, en daarom
zwijgt ook de Kerkbode niet.
Zeer dringend raden wij aan, dat men
in het priesterlijk gebed der Gemeente in
de samenkomsten op den rustdag deze zaak
met alle nooden van volk en overheden
voor den Heere brenge en dat men dit
doe met belijdenis van en verootmoediging
over onze nationale zonden.
Deze zaken behooren in 't priesterlijk
gebed der Kerk. I Timotheus 2 14.
(Vergelijk de kantteekening van uw
Staten-Bijbel).
Als de Heere zich weêr in genade tot
Neêrland keert, dan zal Hij ons weêr
overheden geven als weleer. Doch die
komen dan niet uit den hemel vallen,
noch schieten als wonderboomen op, maar
die zullen wij dan hebben als de vrucht
van ons gebed en getuigen en arbeiden,
waartoe de Heere ons verwekte en dat
Hij als middelen wilde gebruiken.
ADVERTENTIES.
Voor de vele bewijzen van deelneming
ontvangen bij het overlijden van haren
geliefden Echtgenoot, betuigt ondergetee-
kende, ook namens hare kinderen, haren
hartelijken dank.
Uit aller naam,
Wed. J. WIELEMAKER
Hollebrandse.
Koudekerke 7 Maart 1890.
2 els breed blauw KATOEN dat niet af
geeft en toch echt van kleur is a 35 en 40
cent. Ook een groote partij fransch
MERINOS van af 70 cent en sA SATIJN
van af 45 cent.
Alles nog zon der verh.oogi.ng van
prijzen.
Tegen Mei een HAND KNECHT benoodigd
bij A. JOBSE te Ritthem.
BIGGEKERKE.
P. KRONEMEIJER van Harderwijk is
niet benoemd en zal niet benoemd worden
als hulpprediker.
35 cent per pond. Verkrijgbaar bij
J. M. TIMMERMANS,
Korte Noordstraat.
Vet, mager en doorregeld Spek 25,
Amerik. Reuzel 25, Geldersche (beste) 32
witte Suiker 27, lichte 26, 25, 24, bruine
22beste Javakoffie 77^ cent de 5 ons.
DEKKER, Noordstraat.
20 Bokkingen 10 cent.
Een groote partij Zakdoeken, Mouseline,
Kant, Knoopen, Zijden Dassen, Festons,
Nêges, Haakgaren, Teekenwol, de bekende
Plaatboekjes, Teekenlappen en Naalden.
Weder ontvangen prachtig mooi Pilow,
blauw Katoen en andere soorten, wit en
geel Katoen, Baaien, Diemiet, Sits, Piké,
Dweilen, Saijet, Garen, Band, witte ge
haakte Kindermutsen van af 14 cent dito
meisjes en vrouwen, ongebleekte Borstrokken
en bruine Borstrokken en Pantalons voor
meisjes, enz. enz. alles goede qualiteit, by
M. J. TIMMERMANS, Pottenmarkt.