etejuttncetde Offficiëele mecledeefiingeii. Van den kerkeraad van Middelburg. Dc Herberaad der Kcd. Geref. Kerk raadt aan alle ledeai dezer kerk aan, om op dc 8e vraag der aanstaande volkstelEBug te antwoorden bekoort tot geen Kerkgenoot» schap, snaar fis van de Gereformeerde Gezaudhcid. De kerkeraad zal Zondag 22 Dec., aan de leden der Gemeente by het verlaten van de Noorderkerk, een blaadje doen uitreiken, dat de noodige ophelderingen en aanwij zingen bevat. Hij raadt verder elk lid dringend aan, om zich aan dit advies te houden. Hij besloot bovenstaand antwoord (dat ook door den Amsterdamschen kerkeraad en door de Heraut aanbevolen wordt) aaD te raden, om verwarring te voorkomen en eenparigheid te bevorderen, welke in deze zaak zeer noodig isten andere is hij van oordeel, dat de staat bij de volkstel ling niet vraagt, tot welken kring van burgers in Middelburgmaar juist vraagt, tot welken kring vaii burgers in Nederland behoort gij, en dan is met 't oog op onze Grondwet geen juister antwoord te geven, dan dat hierboven wordt aangeraden. Namens den Kerkeraad, P. J. W. Klaarhamer, Praeses. A. B. Crucq, Scriba Vergadering van den Kerkeraad van Middelburg. Donderdag 12 December. De voorzitter opent de vergadering met het lezen van Efeze 5 en gaat voor in 't gebed. De notulen der vorige vergadering worden ge lezen, goedgekeurd en gearresteerd. Ingekomen stukken a. Van den uitgever A. Jongbloed te Leeuwar den eene circulaire met prospectus van nieuwe uitgaven van kerkbijbels. Voor kennisgeving aangenomen. b. Een exemplaar van //de Heidenbode," maan blad van de Ned. Geref. Zendingvereeniging, uit gegeven in 't belang van de zending, onder de heidenen. Wordt besloten dit als naar gewoonte bij de leden rond te zenden. c. Een schrijven van een broeder uit eene na burige kerk, inhoudende verzoek, om aan het a. s. H. Avondmaal alhier te mogen deelnemen. Daar hiertegen geen bezwaar bestond, wordt dit verzoek gereedelijk toegestaan. Een dergelijk verzoek van eenige leden uit genabuurde kerken, kon eveneens ingewilligd worden. d. Een schrijven van het gezelschap //Diaconaal Hulpbetoon," inhoudende mededeeling, dat door hetzelve benevens door den onlangs gevorraden meisjeskring, onderscheidene kleedingstukken zijn 1 vervaardigd, waarvan de uitdeeling, volgens aan wijzing der diakenen, zal plaats hebben tegen a. s. Kerstdag. Met blijdschap wordt hiervan kennis genomen en besloten tot genoemd gezelschap een schrijven van dankbetuiging te richten, en daarin tevens -een door diakenen aangegeven wenk op te nemen. e. Een schrijven geteekend S...., waarin deze na mens eenige ongenoemden met het verzoek tot den kerkeraad komt, om vernietiging van het be sluit betreffende het verwisselen van den Zondag avonddienst met Zondagmiddagdienst, gedurende de wintermaanden. Eene beslissing hieromtrent wordt aangehouden tot de volgende vergadex'ing. De Dinsdagavond-commissie rapporteert, dat van een lid der kerk alhier, aanvrage is ingekomen tot plaatsing van haar naam in hat duplicaat- - lidmatenboek. Daar bij geen der leden hiertegen bezwaar bestond, zal aan dit verlangen worden voldaan. Met goedvinden der vergadering wordt het uit brengen van het rapport der laatst gehouden Classis-vergadering uitgesteld tot de volgende samenkomst. Door den Voorzitter wordt de wensehelijkkeid aangetoond, dat de kerkeraad de leden der gemeen te van advies diene betreffende het geven vaneen antwoord op vraag 8 van de kaart voor de aan staande volkstelling. Door de kerkeraden van Amsterdam en Rotterdam zijn bereids adviezen uitgebracht. Eerstgenoemde geeft den raad in te vullen//behoort tot geen kerkgenootschap, maar is van de gereformeerde gezindheid"; laatstgenoem de zoowel als de Classis Zeeland adviseert te ant woorden #behoort tot geen kerkgenootschap, maar is lid der Nederd. Geref. Kerk vanNa breed voerige gedachtenwisseling wordt met meerderheid van stemmen besloten het advies van den Amster damschen kerkeraad op te volgen, voornamelijk ter bevordering der eenparigheid. Behalve door de Z. Kerkbode zullen de leden der gemeente met dit advies in kennis gesteld worden door middel van gedrukte brieijes, welke bij het uitgaan der Noorderkerk op Zondag 22 Dec. a. s. aan de bezoekers zullen uitgereikt worden, terwijl de leden van den kerkeraad zich op Maandag 30 Dec. 's avonds van 6 tot 10 uren in de consistorie kamer dier kerk zullen beschikbaar stellen om de leden, welke dit begeeren, behulpzaam te zijn bij het invullen van bovengenoemde formule op hunne kaarten. Na de omvraag sluit de Voorz. de vergadering en draagt een der br. Ouderlingen op om voor te gaan in dankgebed. Het Licht komt. Jesaja 9 1. Voor geestelijke kennis is er geen andere bron dan Gods Woord. lu dat Woord ligt alles geopenbaard, wat ons noodig is te weten tot zaligheid. Kennis van ons zelf, kennis van Chris tus, kennis van den weg der zaligheid, zij is alleen uit dat Woord te verkrijgen, en wordt er ook uit verkregen, zoodra ons de H. Geest met een eerst levendgemaakt hart en oor zóó voor dat Woord zet, dat wij bemerken, dat God zelf daarin ons perso neel toespreekt. Ook op die zoo vaak herhaalde en zoo hoogst gewichtige vraag is Christus voor mij geeft de Heere in Zijn Woord een duidelijk antwoord. Dit antwoord wordt ons ook gegeven in bet Schriftwoord, dat hierboven staat. Christns Jezus ia het Lichtdat komt voor hen, die in duisternis en doodscha- duw zitten. Hiermede is de staat èn toestand aan gegeven van hen, voor wie Christus in den raad des Drieëenigen bestemd is. Het zijn menschen, die in hun geestelijk bestaan en in hun geestelijke bevinding te vergelijken zijn inet Israël in Euypte of in Babel. De Heere is van hen geweken. Zij zijn zonder God en leven eü zaligheid, omdat zij het verbond hebben gebroken, God hebben verworpen, Hem en Zijn dienst hebben verlaten. Zij zijn nu beroofd van alle sieraad en heerlijkheid als de verloren zoon, en tevens missen zij alle macht en bekwaamheid en elk middel om den Heere te dienen. Zij zijn gebonden overgegeven in de macht der wederpartijders. De dood heer-acht over hen. Zij ^.jjn onwaardig de minste weldaad Gods. Zijn kindschap der ven zij en zij zijn ook niet meer waard als kind weder aangenomen te worden. Zij zijn niet alleen in de duisternis, maar het licht dat in hen is, in hun verstand en wil en hart, dat is zelf duisternis. El lendig en verachtelijk zijn zij. Zóó oordeelen zij van zich zelf, omdat God hen uit Zijn Woord laat zien, dat zij zóó zijn. De Heere heeft hen in dien doodschen staat en toestand het leven en het vermo gen om te gelooven, geschonken. Zij zijn,, ook voor zich zelf, in dat levendgemaakt worden als de wind, die er iszonder dat iemand kan zeggen, daar hebt gij het punt en het oogenblik, dat hij ontstond. God heeft hem gemaakt en hij is er en hij doet zich gevoelen. Het leven Gods kwam, en toen de Heere met de stemme Zijns Woords dat leven toesprak en het licht Zijns Woords er op schijnen liet, toen ging het er mede als met de levende bloem, die zich naar het schijnende licht toekeert. De werking Gods in 't licht en de wer king Gods in de bloem passen op elkander» Toen begon die ziel te vernemen, te zien, le gevoelen met bewustzijn hare ellendige doodelijke staat en toestand. Toen werd zij aan de oorzaken daarvan, zonde en verderf, ontdekt. Toen leerde zij ken nen het recht Gods, om te dooden hen, die zóó zijn en zóó doen. In de erkenning van dit alles zit die ziel, dat volk, waartoe die ziel behoort, nu neder iu duisternis en doodschaduw al weeneude en klagende. Van wat in Christus geschied, volbracht en aangebracht is voor geheel het volk en dus ook voor elk, die er toe behoort, daarvan ziet döze aldus zittende eu wee- nende nog niets. In de eigen consciëntie, in het eigen bewustzijn is niets dan zonde, gerechtigheid en oordeel. Daar zijn banden en duisternis. De afkondiging van wat God in Chris tus gedaan heeft, moet daarbinnen nog plaats hebben. Nu tot zulken komt de Heere met Zijn toezeggingen. Ook met de hierbovenstaande toezegging. Zulken spreekt de Heere zelf in dit Woord toe. Zij worden tot die beloften getrokken. De Heere legt ze in hun hart. Het leven en het vermogen des geloofs, dat in hen is, worden door dit toespreken Gods opgewekt en werkzaam gemaakt. Hun ziel wendt zich tot die beloften, vindt ze zoet en lieflijk en acht de beloofde zaak dringend noodzakelijk en hoogst begeerlijk. In den duister zittende raken zij werk zaam met de belofte des lichts en strak» met het beloofde licht. Zij gaan op die belofte pleiten. Zij brengen haar voor God,, smeekende dat Hij Zijn Woord zal doen. Zie, voor zulke zielen is Jezus. Voor hen is Hij bestemd van den Vader. Niet omdat zij zoo zijn, maar niette gen» staande zij zoo zijn, alleen omdat Hij hen vrijwillig liefheeft. Hoe heerlijk en begeerlijk wordt hun in dit Woord Christus voor de oogen gesteld. Hoe geheel passende voor hun behoeften. Er is geen geschikter Zaligmaker dan Hij. Hij is het lichtHij brengt niet alleen licht aan, neen Hij is het zelf. Hij is het licht des levensde levensvorst. Hij brengt aan dat volk in den dood en in dood schaduw, het leven in Zichzelf. Het licht dat Hij aanbrengt is de verzoening, de ver lossing, de vergeving der zonden en dus bevrediging met God. Den dood neemt Hij weg, het leven brengt Hij aan.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1889 | | pagina 2