Welk beroep gaat voor?
Bchande, hoe gevoelt en erkent zq dan haar
zondigen en schuldigen val en de rechtma
tigheid harer ellende. Zij wil dan haar
oordeel dragen, maar onder dat oordeel
tegelijk opstaan tot den dienst des Heeren.
Neen, mijn vijandin, beroem u niet over
mijn val, over mijn nedcrliggen in duis
ternis en doodschaduw. tJw blijdschap toch
is ijdel. Gij hebt wei het werktuig voor
een wijle onbruikbaar gemaakt, maar den
Werkheer niet overwonnen. Al slcegt gij
's Heeren Kerk in banden, gij hebt Hem
zelf niet neergeworpen, noch overmocht.
Hij blijft Jehova, de onveranderlpke, de
Souvereine in Zijn recht èn in Zijn genade.
Daarom blijft ook Zijn verbond, daarom
wankeleu ook Zijne beloften niet, daarom
is ook Zijn raad niet veranderd.
Ik wordt nu wel getuchtigd, maar niet
gedood. Wel diep drukt 's Heeren hand
mij neder, maar ik ben niet verworpen.
Wel ben ik ver en diep gevallen, maar
de Heere zal mij weder oprichten, want
ja, mijn persoon en weg is wel gansch ver
werpelijk, maar de^ zaakmaar 's Ileeren
werk is recht en heilig en goed.
De Heere verlaat Zijn beminde niet, al
verbergde Hij zijn aangezicht. In de
duisternis zelfs zal Hij mijn licht zijn, en
uit deze banden en gevaugenis zal Hij mij
om Zijns Naams wille tot de overwinning
leiden.
Telkens hoort men klachten, dat Ouder
lingen en Diakenen niet voldoende hulp
kunnen bieden tot uitoefening van hun
ambt en dan daaronder huisbezoek en arm
verzorging lijden. »Ik heb toch ook mijne
eigene bezigheden," wordt dan geantwoord
en dan menigmaal er bij gedacht, zoo
niet uitgesproken: »en die gaan voor!"
Zon het niet goed zijn, eens na te gaan,
welke orde er moet gevolgd worden, zal
er zegen rusteu niet alleen op het kerke
lijk, maar ook op het maatschappelijk ambt,
Mij dunkt, dat wij echter dan nog eerst
moeten onderzoeken, welke andere drie
roepingen een kerkeraadslid, ja elke ge-
loovige heeft en zoo komen wij dan tot
dit vijftal ambten of roepingen, dat, zoo
men 1 en 5 nog splitst, een zevental
wordt.
lo. De verzorging van eigen ziel en
lichaam.
2o. De regeering van zijn huisgezin.
3o. Het ambt als geloovige in de Kerk,
4o. Het kerkelijk ambt.
5o. Het ambt of beroep in staat en
maatschappij.
Elk dier roepingen kan nog soms uit
gebreid worden. B.v.iemand kan niet
alleen een gezin hebben, maar ook verdere
bloedverwanten en aanverwanten, of als
voogd kan hij eene roeping tegenover wee
zen hebben. Het ambt van geloovige kan
soms zeer groote uitbreiding ontvangen,
vooral bij opleving der kerk en schaarschte
van geloovigen, zooals in onzen tijd. Even-
zoo kan iemand, behalve Ouderling of
Diaken, nog zijn kerkelijk Deputaat of lid
van eene kerkelijke Commissie. Eindelijk
kan men naast zijn eigenlijk beroep in de
maatschappij nog allerlei bezigheden hebben
als burger des lands en afgevaardigde in
Staten of Raden.
Wenschelijk is het nu allereerst, dat
ieder tot het inzicht kome, dat minstens
dit vijftal roepingen bestaat. Verder, dat
bij eiken arbeid wel goed onderscheiden
worde, onder welke soort deze valt, en dat
bij de botsing van plichten collisio offi-
ciorum) de bovenstaande volgorde moet
gelden. Eindelijk, dat men er vooral niet
te licht toe overga, om nieuwen arbeid
inzonderheid op maatschappelijk gebied
als Ouderling of Diaken te zoeken, daar
gewoonlijk blijken zal, dat dit een gevolg
is van het braak liggen vanandere ambten.
Tegen deze regelen wordt dunkt mij,
menigmaal gezondigd tot schade niet
slechts van kerk en gezin, maar ook van
geestelijk leven, ja aardsch geluk. Daar
enboven, hoe menigmaal wordt eene roe
ping niet als ambt, maar als eene soort
liefhebberij of gewoonte beschouwd en dan
gemist de groote kracht en troost, die
juist ligt in het ambtelijk staan, gelijk dit
in de zalving met olie zoo heerlijk wordt
afgebeeld.
Immers, wie in een ambt staat,
le. Hij heeft van Godswege eene taak
ontvangen en mag zich daarna veel min
der nog onttrekken, dan aan eens Konings
bevel.
Vandaar dat een Gereformeerd mensch
ook nimmer voor eene waarlijk Goddelijke
roeping bedanken mag, tenzij op gronden
aan Gods Woord ontleend.
2e. Hij heeft tot richtsnoer van de uit
oefening van het ambt Gods Woord en
Zijne Ordeningen. Alleen daarmede over
eenkomstig mag hij het bedienen. Reeds
daarom moet als eerste roeping bovenaan
staan Verzorging zijner eigen ziel door
het onderzoek ook van die ordeningen.
oe. Hij ontvangt een bepaalden arbeid
een bijzouderen kringwaarover zijne roe
ping gaat.
4e. Hij heeft van God bekwaamheid te
verwachten om het ambt zoo te vervullen
als het Hem behaagt, als vrucht van het
genadeverbond en van den regel, dat de
HEERE hem, dien Hij tot iets roept, ook
in staat zal stellen, die roeping waar te
nemen. 1 Thess. 5 24.
Hij, dié u roept is getrouw, die het ook
doen zalN
En vraagt men ten slotte, waarin het
kenmerk ligt, dat men tot eenigen arbeid
ambtelijk geroepen is, zoo ligt, dunkt mij,
naar de Schrift, de roeping tot verzorging
van eigen ziel en lichaam reeds in ons
wezen als mensch; de regeeriug van het
gezin in - het wezen des huwelijks; het
ambt van geloovige in het lidmaatschap
der Kerkbezegeld door den H. Doop.
De roeping als kerkeraadslid, als burger
in den staat, als arbeider in de maat
schappij vereischt uitvoeriger onderzoek
maar voor alle ambten te zamen geldt nog
lo. Dat men zich niet in een ambt in-
driuge, maar er toe geroepen zij. Hebr.
5 4. Niemand neemt zich zeiven die eere aan
maar die van God geroepen wordt
2o. Dat geen heerschzucht, maar dienende
liefde het wezen van den waren ambts
drager uitmaakt. Rom, 12:11. Dient den
Heere. Ga]. 5:13, Dient elkander door de
liefde
3o. Dat anderen gewoonlijk beter dan
de persoon zelf kunnen uitmaken, of men
voor een ambt geschikt is.
Phil. 2 3. Door ootmoedigheid achte de
een den ander Voitnemender dan zich zeiven
Geld. Kerkb.
Herkelijlae Berichten.
Het voorloopig bestuur der Idioteuschool
heeft bepaald, dat de Provinciale vergade
ring zal plaats hebben op 16 October a. s.
Ook diaconiën uit andere provinciën kun
nen als gasten de vergadering bijwonen.
Bij enkele Dienaren des woords in de
Classes Amersfoort en Harderwijk van
Christ. Geref. en Ned. Geref." zijde be
staat het voornemen het onderstaand adres
te richten aan
Aau het Moderamen der Gerefor
meerde Predikanten-Conferentie (adres
Dr. A. den Hartog, Amsterdam) ep aan
het Comité der Centrale Pastorale Con
ferentie, die, zoo de Heere wil, 26 Sept.
te Kampen vergadert.
Geachte Broeders
Door Ds. J. N. Lindeboom te Zutfen
e. a. is in den laatsten tijd het denkbeeld
eener samenkomst van Gereformeerde Die
naren des Woords uit ons'vaderland weder
ter sprake gebracht. De bestaande schei
ding tusschen zonen van één zelfde huis
dringt tot gebed om gemeenschap met den
HEERE en om vereeniging onder elkander
maar tevens tot onderzoek naar de midde
len, die naar Gods Woord en de ervaring
daarop gegrond kunnen leiden tot hetge-
wenschte doel.
Terwijl wij van harte dergelijke samen
komst wenschen, zoo zij onder de leiding
der Heiligen Geestes mag geschieden, wil
len wij gaarne de uitvoering van het denk
beeld aan deModeraminader beide bestaande
Conferentiën overlaten, en alleen de volgende
gedachten aan uw oordeel onderwerpen
le. op bedoelde samenkomst alle Be
dienaren des'Woords toe te laten, die in
prediking en regeeriug der Kerk Gods
Woord en de daarop gegronde Belijdenis
schriften als richtsnoer belijden te moeten
volgen.
2e. onder de Theologisch Wetenschappe
lijke Onderwerpen ook te behandelen de
wijze, waarop bij bestaand geschil tusschen
Gereformeerde gemeenteleden of Kerken het
best gehandeld wordt naar de Schrift en
hoe elk Dienaar des Woords in de Kerk,
waarin hij geplaatst is, het heerlijk doel
der ware Ireniek kan bevorderen.
3e. naast onderwerpen van anderen aard
ook te behandelen hetgeen bizonder behoort
tot het ambtelijk leven der Dienaren des
Woords, als: de inrichting der Dienst in
het algemeen, de methode van prediking
en catechisatie, de dienst der gebeden, de
bediening der Sacramenten, de wijze van
Examineering op de Classes, enz.
In de hoop van niet onbescheiden te zijn,
zoo wij deze gedachten aan uw rijper oor
deel onderwerpen, bidden wij over uwe ge
wichtige roeping de leiding des Heiligen
Geestes af, opdat het samenzijn van Gere
formeerde Dienaren des Woords moge