de laatste jaren voor deze Kerk steeds een getal van 6 Bedienaren des Woords is noodig geoordeeld. Ten andere; de kerkeraad beroepe niet in combinatie met eene genabuurde kerk, aangezien een gecombineerd beroep in den grond der zaak onbestaanbaar is, daar iedere Kerk haar eigen Dienaar des Woords be hoort te hebbel?; bovendien zou door een dergelijk beroep eene onbillijkheid ontstaan tegenover tal van andere genabuurde her- derlooze Kerken. De Kerkeraad besluit na ernstige discussie overeenkomstig het advies. Wegens het gevorderde uur wordt de verdere behandeling van dit voorstel uitge steld tot de volgende vergadering, en wordt deze met dankzegging gesloten. De Kerkeraad der Ned. Ger. Kerk te Vlissingen bericht dat hij uit het gestelde viertal, het volgende tweetal van Bedie naren des Woords heeft opgemaakt, nl. Ds. J. v. d. Velden te Buitenpost en Ds. J. Hulsebos te Zuidwolde. Zij noodigt de stemgerechtigde leden uit om van dit twee tal een Bedienaar des Woords voor deze Kerk te beroepen en wel op Donderdag 13 Juni a. s. des avonds van 79 uur lokaal Bierkade. De laatste onzer algemeen erkende chris telijke feestdagen is dus weêr gekomen. De gedenkdag, waarop de Christelijke Kerk zich opmaakt, om in 't bijzonder te gedenken het feit van de uitstorting van den Heiligen Geest. Hiertoe heeft de Gemeente des Heeren, d. i. het lichaam van Christus, ook over vloedige reden. Vooreerst in het feit zelf, en ten andere in de roeping, de taak waartoe de Heere Zijne Kerk verkoren en gemaakt heeft. Dit volk heb ik Mij geformeerdzij zul len Mijnen lof vertellen Indien dus des Heeren gedoopte Kerk een der van Hem haar geschonken rust dagen gebruikt, om in 't byzonder over de komst des H. Geestes, haren Trooster, haren Leidsman in de waarheid, haren Heiligmaker, den naam van haren Bond- God groot te maken, dan volbrengt zij hierin hare roeping, dan openbaart zij daarin, dat zij Gods volk is. Hoe goed zou 't geweest zijn zoo de Christelijke Kerk zich ook altijd in 't stuk harer gedenkdagen gehouden had aan de ordonnantiën des Heeren, en nu nog naar dezelve zich in deze zaak regelde. Immers dat willen houden van twee feestdagen is ten slotte niets anders dan een overblijfsel van den joodschen-room- schen zuurdeesem van werkheiligheid en eigengerechtigheid en dan eene poging, om hier op aarde reeds eenigermate te heb ben, wat in den hemel alleen kan. Daar zal het eeuwig sabbath zijn, daar is geen verschil meer van werkdagen en dag des Heeren, daar is voor 's Heeren aangezicht, aan de bruiloft des Lams, de feesthoudende menigte. Hier op aarde echter is des Heeren in zettingdat er zullen zijn zes dagen, om al uw werk te doen, en één dag des Hee ren, welken dag de Kerk moet noemen s> eene verlustigingopdat de Heere geheiligd worde, die te eeren is." Op dien dag zult gij niet uwe wegen doen en niet uio eigen lust vinden, ja daar zelfs geen woord van spreken. De heiliging des Heeren, dat is dus de lust der Kerk op 's Heeren dag. Dat maakt haar dien dag tot een zeer gewenschten, een zeer zoeten en lieflijken, en ook zeer troostelyken dag. Op den dag van het Pinksterfeest dus, wenscht de Gemeente den naam des Drie eenigen te heiligen, te eeren, door te ge denken wie de derde Persoon der Drie eenheid voor haar is, en wat Hij in haar doet. Hierdoor toch zal zij recht de waarde leeren verstaan, van het feit, dat de Hei lige Geest iu haar als in het lichaam Chrïsti kwam wonen. In haard. niet alleen om in enkele harer leden zooals vóór den Pinksterdag, maar om in haar als één geestelijk lichaam è>n geestelijk volk des Heeren te zijn en te blijven, en zijn werk niet alleen van buiten af maar van binnen uit aan haar te doen. Hierdoor toch kan pas de Kerk ervaren en openbaren, dat zij was en is het eigen, het verkregenhet geheiligde, het priesterlijke en het koninklijke volk des Heeren. Dit volk heb ik Mij geformeerdzegt de Heere. Hiertoe is noodig, dat Hij dit verkoren volk doet geboren worden, dat Hij het opvoedt, dat Hij het schenkt wat hetzelve noodig heeft om Zijn volk te kun nen zijn. Dit laatste nn vooral ving aan met de komst des Heiligen Geestes. Toen Israël aan Sinaï stond wierd het niet pas geboren of bekeerd, neen, dat was reeds geschied of aangevangen, maar toen ving de Heere aan het te maken tot een bepaald en afgezonderd volk, dat. zich van toen af, als het besneden bondsvolk van Jehova had te gedragen, dat als geheel volk 's Heeren knecht en getuige onder de vol keren zijn moest, toen schonk de Heere het wetten en gaven en ambten welke tot die taak noodig waren, van toen af was de Heere met Zijü volk, met het Woord in hetwelk Hij met hen een verbond maakte, en stond Zijn Heiligen Geest in het midden van hen. Zoo ging het ook met de Kerk, het volk, het lichaam des Heeren, nadat de Borg als haar Hoofd aan de rechterhand Gods des Vaders verhoogd was. Op den Pinksterdag werd de Kerk niet pas gebo ren, neen, dat was al voor eeuwen geschied, maar toen kwam de H. Geest in het lichaam wonen, gelijk Hij in het Hoofd was, om niet aan enkele leden, maar aan de geheele Gemeente die gaven en krachten en goede ren des levens mede te deelen, welke noo dig zijn om 's Heeren bondgenoot onder de volken der aarde te zijn, om te kunnen wezen het licht der wereld, het zout der aardeom door de innigste vereeniging met Christus, in Zijne zalving deelende, een 'profetisch en priesterlijk en koninklijk volk te kunnen zijn. t> Zij zullen mijn lof vertellenzegt de Heere. Jezus Kerk moet dus een Nazireër zijn. Maar om een ware Nazireër te kunnen "zijn, moet men vol des H. Geestes wezen, moet Hij ons hebben levend gemaakt, moei Hij ons den eenigen waarachtigen Goden Zijne deugden en daden hebben leeren kennen, moet Hij ons den dienst des Hee ren hebben onderwezen. Daarom is het voor het arme en ellen dige volk des Heeren zoo'n onuitsprekelijk heerlijke ure, als de H. Geest, nog anders dan in Israël onder hetzelve komt wonen en werken, als de levendmakende, de in- dachtiginakende en onderwijzende, de hei- ligmakende Geest. Daarom ook is het voor het ontledigde en ontbloote volk zulk eene troostvolle ure als door do almachtige werking van dien komenden Geest des Heeren, hun in Christus hergeven wordt, meer dan zij in Adam verloren hebben. Zonder My kunt gij nietsdoen," zeide de Meester. Alleen door de verborgen vereeniging en gemeenschap met Christus haar Hoofd kan de Gemeente en kan elk harer leden vrach ten voortbrengen. Maar daarom is het dan ook zulk een uitnemend heerlijk en troostrijk feit, dat de H. Geest in de Gemeente kwam, want door Hem komt die wondere, die onbeschrijfelijke eenheid tusschen Christus en Zijn Kerk als tusschen Hoofd en lichaam tot stand. Uit wat Jezus voor de Zijnen verworven heeft neemt het de H. Geest en deelt het de Kerk en de geloovigen mede. In die nauwe vereeniging met Christus giet de H. Geest de hemelsche gaven in de geloo vigen als in de ledematen van Christi lichaam uit, doet hen opstaan met Christus tot een nieuw leven, en doet hen zoeken de dingen die boven zijn, waar Christus is. Gelijk naar Hebreen 9 4 Christus zich zelf Gode onstraffelijk opgeofferd heeft door den eeuwigen Geest, zoo ook werkt deze zelfde H. Geest in Christi lichaam en des- zelfs ledematen, dat zij in een nieuwe ge hoorzaamheid en in heiligmaking Gode welbehagelijk wandelen. Er is dus inderdaad voor de Gemeente des Heeren overvloedige reden, om op den aanstaanden rustdag de groote daden des Heeren te gedenken en Zijn naam te heiligen, omdat Hij gedachtig is geweest aan Zijn verbond en beloften. Zoo dus de gedoopte deden der kerk op dien dag spreken van hun wegen te doen en hun eigen lust, te vinden, dan bezondigen zij zich schrikkelijk en betoonen metter daad, dat zij nog natuurlijke menschen zijn, die niet onderscheiden de dingen, die des Geestes Gods zijn. En hoewel nu de natuurlijke mensch niet anders kan, zoo is toch de gedoopte van God vermaand en verplicht tot de ook op dien dag geëisehte nieuwe gehoorzaamheid. Zalig de mensch die het ook op het a.s. Pinksterfeest mag ervaren, dat het hem uit genade vergund wordt den Heere te heiligen, die te eeren is, ook door een le vendige. en toegepaste overdenking van het ambt en het werk des H. Geestes. Voor dien zal het dan in waarheid Pinksterfeest zijn. Lezer hoe denkt gij het Pinksterfeest te

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1889 | | pagina 2