Weekblad gewijd aan de belangen der Gereformeerde Kerken
Uitgever
K. LE COINTRE
NED. GEREF. KERK EN.
Zondag 5 Mei.
IS O. 116.
4 MEI 1889.
3® JAARGANG.
ZEEUWSCHE KERKBODE.
j^EDACTEUF^ j3. j. )Y JvLAARHAMER.
V. D. M. te MIDDELBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning Hij zal
ons behouden.
Jesaja 33.: 22.
Deze bode verschijnt eiken Yrijdagavond.
Abonnementsprijs per 20 nummers fr. pp.
(bij vooruitbetaling) f0,50.
Advertentiën van 15 regels - 0,30
Iedere regel meer 0,05
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan
Brandofferen, en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen
van de stem des Heeren Zie, gehoorzamen is beter
dan Slachtoffer, opmerken dan het vette der rammen»
1 Sam. 15 22.
Middelburg.
Bijdragen en ingezonden
stukken aan den Redacteur.
Abonnementen en Advertentiën
aan den Uitgever.
PREDIKBEURTEN.
MIDDELBURG.
IVOOR DERKER K.
Yoorm. half 10 uren, Ds. Klaarhamer.
Doop.
Avond zes uren, Ds. Klaarhamer.
Catk. Zond. 25.
VLISSI1SGEN.
Voorm. half 10 uren, dhr. Guillaume.
Avond half zes uren, dhr. Guillaume.
KOUDEKERKE.
Yoorm. negen uren, Lezen eener Pred.
Namidd. twee uren, dhr. Guillaume.
SEROOSKERKE.
Yoorm. negen uren, Lezen eener Pred.
Namidd. twee uren, Ds. Wolf.
Huwelijksinzegening.
GAPINGE.
Yoorm. negen uien, Lezen eener Pred.
Namidd. twee uren, Lezen eener Pred.
YROU WE POLDER.
Voorm. negen uren, Ds. Wolf.
Namidd. twee uren, Lezen eener Pred.
GRIJPSKERKE.
Voorm. negen uren, Lezen eener Pred.
Namidd. twee uren, Lezen eener Pred.
ARNEMUIDEN.
Yoorm. half 10 uren, Lezen eener Pred.
Namidd. twee uren, Lezen eener Pred.
Avond zes uren, Lezen eener Pred.
AXEL.
^oorm. negen uren, Ds. Wolf.
Namidd. twee uren, Ds. Wolf,
Cath. Zond 7.
ZAAMSLAG.
Voorm. negen nren, Lezen eener Pred.
Namidd, twee uren. Lezen eener Pred.
TER NEUZEN.
Yoorm. negen uren, dhr. Malipaard.
Namidd. twee uren, dhr. Malipaard.
Avond half zes uren, dhr. Malipaard.
POORTVLIET,
Yoorm. half 10 uren, dhr. Ploegers.
Namidd. twee uren, dhr. Ploegers.
Avond zes uren, dhr. Ploegers.
THOLEN.
Yoorm. half 10 uren, dhr, K. Werner.
Namidd. twee uren, dhr. K. Werner.
13JE GOEDE STRIJD.
Strijd den goeden strijd des
geloofs. 1 Tim. 612a.
Er is zeer veel strijd. Er is ook velerlei
strijd, en er is niemand die den strijd kan
ontgaan. Er zijn strijdlustige menschen,voor
wie het strijden bijna eene levensvoorwaarde
is. Zij staan steeds in volle wapenrusting.
Welk een moeitevol leven hebben zulke
liedenWaarlijk men bekoëft den strijd
niet op te zoeken. Er komen gelegenheden
genoeg voor, waardoor gij uwe dapperheid
en vaardigheid, kunt toonen. Doet toch
uzelven niet meer moeite aan dan noodig
isDeze laatste volzin is voor deze strijd-
lustigen als olie in het vuur. Daar komen
zij met kracht tegen op want gij moet
weten, dat zij zichzelven houden voor de
verdedigers van waarheid en rechten
wel zóó, dat, als zij het niet doen, dan
komt er niets van.
Toch blijkt gedurig dat het ook in dezen
niet alles goud is wat er blinktwant het
gaat in het leger dier strijdlustigen hier
om, dat iedere ruiter kapitein wil zijn.
Nu kan het wel zijn, dat ieder voor zich
zelven dit ontkent, maar dat haat niet.
Gelijk de olie op het water, hoe ge ook
schudt, telkens weer boven komt, zoo ook
komt de diepste gedachte der ziel, telkens
bovenen die gedachte is het trotsche
zelfbehagen. Dat is de oorzaak van dat
wapengekletter in de wereld. Dit is wel
de strijd die het minst vruchtbaar iswat
meer is, die 't meeste kwaad doet. Dat
is niet de goede strijd. Het is een strijd
uit een kwaad beginsel en die kwade
vruchten afwerpt, voor den strijder en
vaak voor hen die bestreden worden.
Heeft niet de mensch een strijd op
aarde Zeer zeker Sedert de zonde in de
wereld ingekomen is, kan dit niet anders.
Maar de Apostel wijst op een strijd, dien
hij noemtden goeden strijd. Die strijd is
goed omdat hij uit een goed beginsel, met
goede wapens gestreden wordt, en op een
goed doel uitloopt's menschen heil en
de eere Gods.
De Apostel spreekt van den strijd des
geloofs, dat is een strijd zoowel door het
geloof als om het geloot. Als een onge-
loovige kunt gij dezen strijd niet strijden.
Paulus heeft getoond hoe dat moet gaan,
en als hij aan het einde gekomen is, kan
hij zeggenIk heb den goeden strijd
gestreden, ik heb het geloot behouden."
Gij ziet, het ging dus om het behoud
van het geloof, maar dat kan alleen hij
doen, die het geloof heeftdus een geloo-
vige is.
Een geloo vige zijn, dat is een begenadigd
mensch zijn. Zijt gij dat nietdan kunt
gij misschien nog wel om, in den zin van
voorhet geloof strijden, maar vergeet
niet dat dan niet alleen de wapens die gij
gebruikt ongeestelijk zijn, en derhalve in
dezen strijd geen nut kuunen doen, maar
óók, gij zelf staat nog buiten het gebied
des Geestes. Maar zullen, zulke menschen
het voor het geloof opnemen O zekér,
en soms zeer heftig. Die strijd kan door
gaans gekend worden aan de hardheid en
hatelijkheid waarmee hij gestreden wordt
en helaas, dat ziet men dan aan voor
ernst. Toch late niemand zich misleiden
alsof het genoeg ware zulk een strijder te