Ontvangen! 30-jarige Eclitvereeniging Laken en Wollenstoffen Middelburg, .Nieuwstr. H 26 M. J, TIMMERMANS. persoonlijkheid vroeg, het mogelijke ge daan om te voorkomen, dat haar die zou worden verleend. Meu zag van de zijde van het genoot schap zeer goed in, dat door dit middel de strop, welke men even als voor 50 jaren dacht te gebruiken, onschadelijk ge maakt werd, en men nu de Kerk niet zou kunnen dwingen, om als een nieuw ge nootschap, naast het oude een plaats te vragen. Zoodra het dan ook geestelijke en kerke lijke handelingen geldt, presenteert de Kerk zich bij de regeering onder haar eigen naam en in haar eigen gedaante, als Ne- derduitsche gereformeerde Kerk. Dat zij nu als zoodanig niet erkend wordt, schaadt niet in 't minste aan haar wezen, is niet in het minste een bewijs tegen de waar heid en wezenlijkheid van haar bestaan en titels en rechten. Zij heeft dit eenvou dig alle eeuwen door gemeen gehad met haar heerlijk Hoofd. Immers zoowel Kaja- fas als Pilatus weigeren Jezus als den Chris tus te erkennen. Het komt ons dan ook voor, dat men alleen door niet genoeg kennis te nemen van de zaak, ot door vooringenomenheid van gereformeerde zijde de bekende beden kingen tegen de Kerkelijke Kas" inbrengt. Het komt ons ook voor, dat elk ander tot nog toe beproefd middel verwerpelijk is. Ieder, die met de zaken bekend is, weet wat jammerlijke gevolgen het heeft, indien de Kerk éénen enkelen persoon het doen van bovenbedoelde zaken opdraagt. Ook gaat dit alleen, zoolang men geen hooger wensch kent, dan het bezit van een huis, om er een prediking te kunnen hoo- ren en om er de Sacramenten te kunnen bedienen. Doch het wordt geheel onmoge lijk zoodra men verstaat, dat de kerk een roeping heeft voor scholen en zending en arbeid der barmhartigheid. Wil men niet deze Vereeniging, d&nmoet men zich bij de regeering aandienen als een ander genootschap dan het bestaande, dat in 1816 door de regeering werd op gericht. Doch hiertegen is a. dat men zoodoende zij 't ook zijdelingserkent dat de aanspra ken en beweringen van dat Genootschap wet tig en waar zouden zijn. Dit nu kan, noch mag een gereformeerd Nederlander doen b. dat men daardoor van zelf ook afstand doet van de goederen, rechten en titels der Nederduitsch Gereformeerde Kerkten be hoeve van het Genootschap van 1816. Immers dat genootschap zegtdie goederen, rechten en titels zijn op mij overgegaan. Bewijs in rechten heeft'tgenootschap voor dezestelling nog nooit geleverd. Stellen wij nu naast dat genootschap een nieuw genootschap met een ander statuut, nadat wij eerst aan dat van 1816 ons hebben onttrokken, dan verliezen wij daardoor van zelf ook het recht om, ivat aan de Kerk behoort, voor ons genootschap op te eischen. Vergeten wij daarbij niet, dat wij niet het recht hebben, om toe te stemmen, dat de goederen der Kerk in andere handen overgaan, en tot ander gebruik zullen wor den besteed. Die goederen toch zijn niet ons persoon lijk bezit, evenmin het bezit van de thans levende belijders. Wij hebben ze van de leden der Kerk, die vóór ons waren, ont vangen, om ze te gebruiken en trouwelijk te beheeren ten dienste der gereformeerde waarheid en kerkedienst, om ze bij ons heengaan weêr op dezelfde voorwaarden na te laten aan het geslacht der Kerk, dat na ons zijn zal. Wij zijn dus verplicht het recht der Kerk op haar goed te handhaven met alle geoorloofde en ten dienst staande middelen c. Dat men daardoor tegenover den Staat het wezen der Kerk miskent. De Staat weet alleen van een Genootschap, een ver- eeniging van menschen, die in kerkelijke zaken en doeleinden samengaan. De op vatting van den Staat en van ieder ander dan de Staat is, dat in esn genootschap dat aan den menschelijken wil zijn ontstaan dankt, dan ook de menschelijke wil in alle dingen beslist. Nu kan zoo'n genootschap wel zeggen, wij binden ons in alle dingen aan Gods Woord enz. doch dan doet dit Genootschap dat alleen en voor zoolang als de meerderheid der leden dit wil. In een Kerk is het alles, gelijk wij in ons vorig nummer bespraken, vlak het tegenovergestelde. Een Kerk is geen genoot schap. De Kerk kan en mag zich dus ook niet bij den Staat aanmelden of zich door den Staat laten beschouwen en behan delen als een genootschap; d. dat men daardoor gedwongen wordt tot het collegiale stelsel van kerkregeering. Dat wil zeggen, men moet de kerk laten regeeren door besturen, die over de Kerk heerschappij hebben. Dit nu mag niet. De Reere regeert Zijne Kerk door middel van de Opzieners en de Dienaren des Woords Deze maken samen een raad der Kerk. Zij ontleenen hun macht niet aan hun lid zijn van dien raad, integendeel, die raad zou geen macht hebben, zoo zij er niet de macht van hun ambt in droegen. Die macht is geen heerschende, maar een dienendeBoven den Kerkeraad is er niets ook niet de Classis of Synode. Dat wil zeggen, dat de Classis noch de Synode in zich zelf bestuursmacht over den Kerkeraad zouden hebben. Zulke kerkeraden kent de Staat niet. De Kerkeraden die hij kent, zijn vergaderin gen, die met dwingende macht over de Kerk regeeren, naar een eenmaal aange nomen reglement of Statuut. Zoodat, wat die Kerkeraad besluit, dat acht de Staat bindend voor 't kerkgenootschap, dat door den kerkeraad bestuurd wordt. Boven den Kerkeraad staan dan nog hoogere besturen waaraan die Kerkeraad onderworpen is. En de Synode is dan het hoogste bestuur van zoo'n genootschap. Zoo zij besluit, zóó is t besloten voor heel 't genootschap, en bij verzet tegen haar besluiten, wil de staat haar desnoods met den sterken arm hel pen. Op het standpunt van den Staat is dit ook volkomen in orde. De Kerk echter, kan daarin niet komen. En nu kan 't best mogelijk zijn, dat men in zoo'n genootschap die macht der besturen heel wat beperkt door allerlei be palingen, en bedingt dat de leden in ge wichtige zaken moeten gehoord worden, doch dat verandert niets aan 't wezen der zaak, en dat belet niet, dat de Kerk in den genootschapsband niet groeien en tieren kan. Om deze en nog meer andere redenen, kan de Nederd. Geref. Kerk niet anders, dan zoo lang de beschouwingen en bepa lingen van ons Staatsrecht blijven gelijk zij zijn, zich bedienen van de Yereeniging »de Kerkelijke Kas", voor de boven be sproken gevallen. Beroepen te Ylissingen, Ds. C. W. J. v. Lummel, te Waarderte Koudekerke, dhr. A. de Groot, Cand. a. d. Yrije Uni versiteit. Met hartelijken dank ontvangen, als ge vonden in de collecte 31 Maart voor Koo- ten, 50 ets., 25 ets.. 25 ets.bij Ds. Klaarhamer, voor Kooten, van N. N. f 2,50 R. de H. f 1, N. N. 50 ets.; bij Br. Nederveen, voor Kooten, N. N. fl, voor de plaats van een wed., in de collecte, f3,50; bij Br, C. Verhage, van P. V. f 2,50 en bij Br. P. G. de Wolff van N. N. f 2.' ADVERTENTIES van HENDRIK DAANTE, en PIETERNELLA KODDE. Hunne dankbare kinderen en behuwdkinderen. Oost-Souburg, 6 April 1889. Een boerenmeisje, 24 jaar oud, zoekt plaatsing in een gezin, liefst binnen of in den omtrek der stad. Te bevragen bij den uitgever dezes. Ondergeteekende bericht aan zijne ge achte stad en landgenooten dat hij aan zijne Kleermaker ij een handel in heeft toegevoegd. Hg beveelt zich beleef delijk aan tot de levering van alles wat tot dezen handel behoort. G. JONK. P. S. Alle stoffen worden tot concurree- rende prijzen per ellemaat verkocht. Vergadering der Anti-revolution- naire kiesvereeniging te Vrouwe polder, op a.s, Dinsdag den 9 April, des avonds te 7 uren, op de gewone plaats te G A P I N G E, tot het stellen van Can- didaten, voor de Provinciale Staten. Alle leden en belangstellenden worden dringend uitgenoodigd. HET BESTUUR. Ongebleekte vrouwen-, meisjes- en kinder tricot Borstrokken, bruine mans-, jongens- en kinder tricot Onderpantalons en Borst rokken alles tegen zeer ongekende lage prgzen. Pottemarkt.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1889 | | pagina 4